Kinderbescherming: "Handleiding voor kinderroof"
Zaak 1
Klop, klop!
Wie is daar?
De Kinderbescherming.
Wat komt u doen.
Uw kinderen weghalen.
Waarom dan?
- U hebt als vader een liedje gezongen met uw kind.
- U hebt als vader met uw dochter door de stad gefietst.
Mag dat dan niet.
Nee dat mag niet.
U moet daarvoor in therapie gaan bij het RIAGG.
De kinderbescherming vindt u voor deze feiten ongeschikt om omgang met uw kind te hebben.
Vader is zijn kind kwijt.
Zaak 2.
Klop, klop!
Wie is daar?
De Kinderbescherming.
Wat komt u doen.
Uw kinderen weghalen.
Waarom dan?
- U hebt als vader uw kinderen brieven aan u laten schrijven.
- Uw kinderen komen met een vriendinnetje bij u aan de deur.
- Uw kinderen sturen u Valentijnskaarten.
- Uw kinderen gaan met u mee naar het ziekenhuis
- Uw kinderen gaan met u mee naar de dokter.
- Uw kinderen hebben een barbecue bij u samen met oma en opa.
- Uw kinderen hebben u een briefje geschreven hoe hun vakantie is geweest.
- U hebt bij school uw kinderen hun naam op een kaartje laten zetten, oma ligt in het ziekenhuis
- U bent bij de manege geweest om dat uw kinderen daar wedstrijden hadden.
Mag dat dan niet?
Nee dat mag niet!
U moet daarvoor hulp zoeken bij een hulpverlener; de Kinderbescherming wil u daarbij helpen.
De kinderbescherming vindt u voor deze feiten ongeschikt om omgang met uw kind te hebben.
Vader is zijn kinderen kwijt.
Zaak 1 en zaak 2 komen in eerste aanleg bij de kinderrechter. Ze heet Grietje.
Kinderrechter Grietje is een mevrouw en heeft de ambtseed afgelegd, dat zij zich onpartijdig, niet vooringenomen en als een brave burger zal gedragen.
Een half uur voor de zitting komt de vertegenwoordiger van de Kinderbescherming al gezellig
bij de kinderrechter zitten, naast haar en aan dezelfde tafel voor overleg achter gesloten deuren.
Wat zit uw haar mooi bent u gisteren bij de kapper geweest?
O vind je? Ja ik moest naar een bijeenkomst van de Soroptemistenclub, je weet toch dat ik daarvan de President ben?
O ja? Ja, we hadden daar een bespreking hoe we de belangen van vrouwen nog meer kunnen bevorderen en bevoordelen.
Laten we de zaken bespreken.
Zaak 2 is een verzoek om een omgangsregeling tussen vader en zijn kinderen.
De kinderrechter: "Die vaders toch, die vechten ook altijd om hun kinderen en nu zitten wij er mee. Hoe hebt u deze zaak kunnen oplossen meneer van de Kinderbescherming?"
De raadsmedewerker:"Nou we hebben valsheid in geschrift gepleegd in onze raadsrapporten en allerlei valse gegevens gebruikt, en beweerd dat de kinderen tussen oktober 1993 en november 1994 niets meer met vader te maken willen hebben met allerlei laster en smaad, en voor alle zekerheid hebben we tijdens onderzoek 2 niet met vader gesproken. Dat blijkt ook, want u vindt in rapport 2 niets over een gesprek tijdens onderzoek 2 tussen de kinderbescherming en de vader; maar dat helpt niet in deze zaak."
De kinderrechter: "Waarom niet?"
De raadsmedewerker: "De vader heeft klachten tegen de Raad ingediend."
De kinderrechter: "Ik zal dat gelijk geel aanstrepen. "Vader heeft klachten tegen de Raad van de Kinderbescherming ingediend". "Wat hebt u nog meer gedaan?"
De raadsmedewerker:"Onze directeur heeft vader bedreigd, geïntimideerd en geschreven dat de (klacht)gesprekken en de (klacht)correspondentie contraproductief werken m.b.t. het gewenste herstel: 'contact van vader met zijn kinderen'".
Ook heeft onze directeur bij de Klachtencommissie van de Kinderbescherming - u kent de voorzitter toch, 'n rechtercollega van u uit hetzelfde arrondissement - vader gezegd: "Dat klagen over de Kinderbescherming slecht is voor de rust van de Kinderbescherming; en derhalve slecht voor de rust van de kinderen."
De kinderrechter: "En toen?"
De raadsmedewerker:"Vader is toen naar de Nationale Ombudsman gegaan".
De kinderrechter: "En toen?"
De raadsmedewerker: "U weet toch dat de substituut Ombudsman ook drie rechterfuncties heeft !"
De kinderrechter: "Dan moet dat toch geen probleem zijn want die mag toch geen kritiek op de Kinderbescherming hebben."
De raadsmedewerker: "Nou we hadden toch wel even een probleem."
De kinderrechter: "Wat dan?"
De raadsmedewerker:"De Nationale Ombudsman vroeg ons hoe het mogelijk was dat wij beweerden dat er geen omgang was geweest tussen vader en kinderen tussen oktober 1993 en november 1994, omdat vader bewijzen had overlegd van goede omgang in die periode; namelijk NO30-52."
De kinderrechter: "En toen?"
De raadsmedewerker:"Nou toen zijn we bijna door de mand gevallen en was onze valsheid in geschrift en valse gegevens opgemerkt".
De kinderrechter: "En toen?"
De raadsmedewerker:"Nou toen heeft onze directeur de Nationale Ombudsman een brief geschreven dat de klachtbehandeling aan de directeur en zijn organisatie te veel tijd kost".
De kinderrechter: "En toen?"
De raadsmedewerker:"Nou we hebben de klachtprocedure anderhalf jaar kunnen rekken."
De kinderrechter: "En toen?"
De raadsmedewerker:"Toen hebben we de Nationale Ombudsman geschreven dat we de bewijsstukken van vader NO30-52 wel kenden, maar dat deze stukken alleen bewijzen dat er omgang met de kinderen heeft plaatsgehad tussen oktober 1993 en november 1994."
De kinderrechter: "En toen?"
De raadsmedewerker:"Nou toen hebben we de Nationale Ombudsman geschreven dat deze stukken juist bewijzen dat vader ongeschikt is om met zijn kinderen om te gaan."
De kinderrechter: "Welke bewijzen zijn er tussen oktober 1993 en november 1994?"
De raadsmedewerker:"Ze zitten in uw dossier."
- Brieven met data die de kinderen aan vader hebben geschreven.
- Brieven die bewijzen dat de kinderen bij vader met een vriendinnetje aan de deur komen.
- Valentijnskaarten die de kinderen vader stuurden.
- Bewijzen dat de kinderen met vader meegingen op ziekenhuisbezoek.
- Bewijzen dat de kinderen met vader mee gingen naar de dokter.
- Foto's van een barbecue bij vader samen met oma en opa.
- Brieven die de kinderen aan vader hebben geschreven hoe hun vakantie is geweest.
- Een kaart waaruit blijkt dat bij school de kinderen hun naam op een kaartje hebben gezet omdat oma in het ziekenhuis ligt.
- Foto's bij de manege waar vader samen met zijn kinderen opstaat.
De kinderrechter: "En toen?"
De raadsmedewerker:"Nou we hebben gezegd dat vader voor deze feiten naar een hulpverlener moet gaan en dat hij hiervoor volgens de Kinderbescherming ongeschikt is om met kinderen om te gaan."
De kinderrechter: "En toen?"
De raadsmedewerker:"De Nationale Ombudsman heeft ons verhaal keurig netjes overgenomen. U weet toch dat de Nationale Ombudsman zich moet onthouden van kritiek op datgene waarop de beslissing van de rechter steunt!?"
De kinderrechter: "Dat hebben jullie goed gedaan zo. Ik zal jullie verder helpen en in alle stukken van de moeder en de kinderbescherming ongeveer driehonderd maal passages en zinsneden geel aanstrepen, om aan te geven waarom vader ongeschikt is om met zijn kinderen om te gaan. De vader komt daar toch nooit achter, want ik heb hem een week geleden al bij de rechtbank weg laten sturen omdat hij inzage wilde hebben in zijn dossier. Wat een dwingende houding heeft deze vader toch. Waarom wil hij per se zijn recht halen?"
De raadsmedewerker:"Vader moet maar een advocaat nemen om zich te verdedigen, wij zijn er voor de kinderen."
De kinderrechter: "Wat zegt de moeder van al die bewijsstukken van vader over oktober 1993 t/m november 1994?"
De raadsmedewerker:"Tijdens de zitting van de klachtencommissie is dit ook aan de orde geweest."
De kinderrechter: "O ja?"
De raadsmedewerker:"Ja, uw griffier mevrouw Hoefijzer die naast u zit kan dat bevestigen want zij was namelijk ook de secretaris van de Klachtencommissie."
De kinderrechter: "En toen?"
De raadsmedewerker:"Onze directeur heeft eerst gezegd dat de raadsmedewerker contact met moeder had opgenomen over deze bewijsstukken NO30-52. Bij de zitting van de Klachtencommissie heeft onze directeur toen gezegd dat volgens moeder deze stukken NO30-52 bewijzen waren van illegale contacten tussen de kinderen en hun vader die de moeder hen had verboden."
De kinderrechter: "En toen?"
De raadsmedewerker:Toen begonnen alle aanwezigen te lachen, omdat mijn directeur had gezegd: "dat contacten tussen de kinderen en hun vader illegaal zijn, omdat de moeder die had verboden."
De raadsmedewerker:"Toen bleek later, dat een misverstand tussen de raadsmedewerker en de moeder te zijn."
De kinderrechter: "O ja?"
De raadsmedewerker:"Ja, moeder beweerde dat alle brieven na april 1995 geschreven waren op verzoek van de kinderrechter."
De kinderrechter: "Maar de kinderen wilden toch helemaal niets met vader te maken hebben. U hebt als raadsmedewerker toch gerapporteerd "dat de kinderen al volkomen overstuur raakten als er over vader werd gesproken, en dat daarom zelfs het brieven schrijven onmogelijk was !!"
"En hoe zit het met de data op de brieven?"
De raadsmedewerker:"Ach daar let toch niemand op en u bent toch ook niet verplicht om gegevens op juistheid te onderzoeken, of na te gaan of de moeder iets te verwijten valt."
De kinderrechter: "Nee dat is zo. Maar kunnen we toch nog iets voor de vader doen, anders heeft hij helemaal niets, en hij raakt al tienduizenden guldens kwijt aan proceskosten."
De raadsmedewerker:"Nou wij hebben in rapport 1 toch geadviseerd dat hij een prima vader was en dat er onmiddellijk een omgangsregeling moest worden opgelegd."
De kinderrechter: "O ja, maar rapport 2 dan?"
De raadsmedewerker:"Daar staat in dat hij volkomen ongeschikt is als vader met ontzeggingsgrond B."
De kinderrechter: "O ja? Nou weet je wat, dan maak ik er ontzeggingsgrond D van, geen omgang vanwege zwaarwegende belangen voor de kinderen, daar kunnen ze me toch nooit op pakken."
De raadsmedewerker:"Dan is dat prima geregeld zo."
De kinderrechter: "Omgang afwijzen ontzeggingsgrond D."
De kinderrechter: "Bode laat de partijen maar binnen komen."
De zitting
De rechter in het midden, de griffier rechts en de raadsmedewerker links aan dezelfde tafel.
De zitting was een schijnvertoning. Alles was al voor de zitting geregeld. Een paar vervelende uitspraken van vader, die wijzen op de valsheid in geschrift van de de raadsmedewerker, heeft de griffier per ongeluk in de notulen opgeschreven, maar die werden later verdraaid weergegeven in het proces verbaal en helemaal weggelaten. (Vervelend is dat de vader zowel een kopie van de geschreven notulen als het proces verbaal bezit, maar dat wordt door andere justitiemedewerkers wel weer weggepoetst.)
De behandeling van zaak 1 voor de zitting buiten partijen om.
De kinderrechter: "Bode wilt u onmiddellijk de deur dicht doen want de volgende partijen proberen binnen te komen en we moeten eerst nog over deze zaak overleggen."
De raadsmedewerker:"Wat hoor ik nu dan?"
De kinderrechter: "O dat zijn de partijen van deze zaak die tegen elkaar aan botsen vanwege de deur die door de bode wordt dichtgeslagen. Dat gebeurt wel vaker."
De raadsmedewerker:"Laten we ter zake komen."
De kinderrechter: "Wat lees ik nu dan?"
"Zingt deze vader liedjes met zijn kind en fiets hij met zijn kind door de stad?"
"Maar dat kan toch helemaal niet !!"
De raadsmedewerker:"Nee dat hebben we hem ook gezegd, en in ons rapport staat dan ook dat hij voor deze feiten in therapie moet gaan bij het RIAGG."
De kinderrechter: "Kan vader niet uit zichzelf begrijpen dat hij geen liedjes moet zingen of met zijn kind door de stad moet gaan fietsen?"
De raadsmedewerker:"Nee dat kan hij niet, hij heeft zelfs klachten tegen de Kinderbescherming ingediend."
De kinderrechter: "Al die vaders toch, die vechten maar om hun kinderen."
De kinderrechter: "Omgang afwijzen ontzeggingsgrond D. Laat partijen nu maar binnenkomen".
Kinderdieven | Wetteloze praktijken |
Andere tijden | Hoe wordt het raadsrapport geschreven? |
De zaak Admiraal/Vermaas | De zaak J. Zander |
De zaak Jansen/Vermeulen | De zaak J. Hop |