Betreft: Onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming te Assen in de Zaak H. Püper, in de periode 1985-1987, naar aanleiding van een verzoek om de voogdijtoewijzing c.q. een omgangsregeling na echtscheiding.
Het betreft hier hoofdzakelijk de gedragingen van de directeur dhr. Kelder, het unit-hoofd Mevr. R. de Boer en de maatschappelijk werkster Mevr. Jedema en haar collega (teamgenoot) dhr. Graafland.
Rechter O.W. Berg, de Nationale Ombudsman en het Ministerie van Justitie hebben de betreffende gedragingen mogelijk gemaakt, er medewerking aan verleend of zo nodig "er het zwijgen toe gedaan".
Hier volgen enige citaten uit de ONDERZOEKSGESPREKKEN die de BASIS vormen van HET RAADSRAPPORT waarop de rechter O.W.J. BERG -arrondissementsrechtbank Assen- zijn BESLISSING STOELDE.
Mevr. Jedema nodigde mij uit voor een gesprek met haar op het bureau van de Raad te Assen om met mijn kinderen -5 jongens- te komen praten over hun wensen t.a.v. het woonverblijf en de school. Dhr. Graafland die bij het gesprek aanwezig zei al direct: "Kinderen hebben niets te willen, kinderen vragen wij niets, kinderen hebben niets te zeggen en Püper, jij houdt je mond dicht !"
Na 10 minuten ben ik weggegaan, het bleek onmogelijk een gesprek te voeren met deze 2 "onderzoekers van de Raad". De kinderen voelden als het ware het harteloze gedrag van deze individuen en schreeuwden en huilden dat ze bij pappa wilden blijven.
Mevr. Jedema nodigde mij daarna opnieuw uit voor een gesprek. Direct heb ik haar gezegd dat ik niet akkoord kon gaan als het gesprek het verloop van het eerste gesprek zou krijgen en herinnerde haar tevens aan haar eigen woorden dat de kinderen hun wensen kenbaar mochten maken.
Mevr. Jedema deed de toezegging dat de kinderen nu zelf mochten vertellen over de school en hun woonverblijf...
Eenmaal bij de Raad Assen begon dhr. Graafland meteen weer met zijn eerdere uitspattingen over kinderen die niets te zeggen hebben en dat ik opnieuw mijn mond moest houden...
Dreigend en met opgestoken vinger voegde hij hieraan toe: "Als je niet doet wat de Raad wil, dan gaan de kinderen naar een tehuis !" Alle vijf de kinderen lieten in paniek toch weten bij pappa te willen blijven wonen. Na ongeveer 15 minuten heb ik - voor de tweede keer - het gesprek voortijdig beëindigd omdat de kinderen door de dreigementen van Graafland weer over hun toeren raakte.
Ik heb de Raad zowel persoonlijk mondeling als telefonisch en schriftelijk gevraagd, beleefd verzocht en gesmeekt om informatie in te winnen over de kinderen bij de school, de jeugdarts, kleuterbureau-arts, huisarts en de maatschappelijk werkster. De Raad Assen weigerde pertinent aan mijn verzoek te voldoen maar de nieuwe vriend van mijn ex.- werd wel uitvoerig gehoord.
Dit gesprek vond plaats bij de moeder die inmiddels in Assen woonde. Mevr. Jedema en dhr. Graafland en de moeder en de vijf kinderen waren nu bij elkaar. Wat tijdens deze bespreking heeft plaats gevonden heb ik van mijn oudste zoons moeten vernemen. Het is tot een hooglopende ruzie gekomen tussen moeder en mijn oudste zoon.
Graafland en Jedema kozen partij voor de moeder en mijn kinderen kwamen allen huilend en totaal overstuur thuis. Zij waren door Graafland teruggebracht en ongeveer 60 meter van mijn huis afgezet. De volgende dag belde ik met de Raad en vroeg Graafland waarom hij er op uit was de kinderen kapot te maken. Hij zei: "Ja, het liep niet zoals wij gewild hadden, maar dat heeft je zoon je zeker al verteld..."
Ik vroeg afschrift van dit onderzoek waarin vermeld zou zijn wat die middag was voorgevallen, wat hij wel heeft toegezegd maar welke toezegging hij nooit is nagekomen.
Alle vijf de kinderen geven bij herhaling aan "bij pappa te willen blijven wonen en bij hun vriendjes op de school te willen blijven" De drie jongste vonden pappa "onze liefste knuffelbeer" de twee oudsten vroegen "waarom niets werd opgeschreven van wat ze te vertellen hadden, daar waren ze toch voor gekomen ?"
Jedema zei:" Ik onthoud het wel", Graafland zei :"Ik hoor niets" en vroeg alleen of de kinderen "Lego" hadden. Er werd niets genoteerd en ook in het raadsrapport was van dit "ONDERZOEKS-GESPREK" later niets terug te vinden.
Mevr. Jedema wil gesprek 2 oudste zoons. Maatschappelijk werkster van gemeente Diever was al bij mij thuis aanwezig. Mevr. Jedema begon bij binnenkomst direct te schreeuwen dat ze niet met de maatschappelijk werkster wenste te praten maar alleen met de 2 oudste jongens. De 2 oudsten begonnen direct over het (derde) gesprek bij moeder.
Jedema gaf toe dat dit niet eerlijk was geweest. Het was een partij "3 tegen 1" geweest (Jedema, Graafland en moeder tegen Stephan). Jedema drong in het gesprek aan op keuze door de 2 oudsten voor wonen bij de moeder omdat - dreigend ! - het huis verkocht werd (Hiervan was totaal geen sprake !) .
Het gesprek tussen Jedema en de 2 jongens vond plaats in een andere kamer waarbij ik niet aanwezig mocht zijn bij mij thuis. Jedema vroeg herhaaldelijk of de deur wel gesloten was omdat zij bang was dat ik iets van het gesprek zou horen. Niettemin heb ik het gehele gesprek kunnen volgen. (De twee oudsten waren al door de rechter gehoord en hadden aangegeven bij de vader te willen blijven).
Na beëindiging van het gesprek tussen Jedema en de twee oudste zoons vroeg ik aan Jedema: "hoe komt Mevr. de Boer erbij om bij het 'horen' van de twee oudsten door de rechter te verklaren dat 'de kinderen graag naar de moeder gaan' ?"
Jedema antwoordde letterlijk: "Ja, daar zat Mevr. de Boer later ook wel mee, want dit was niet zo" Ook haar stelde ik de vraag: "Waarom ze erop uit waren de kinderen kapot te maken?" en zei haar "dat ze met weinig moeite had kunnen achterhalen hoe belangrijk ik voor deze kinderen ben en ik ze alle vijf bij elkaar kon houden en voor hun kon zorgen wat ik al jarenlang alleen had gedaan en dat ze daar van overtuigd had kunnen worden als ze informatie had ingewonnen bij de genoemde artsen en leraren..."
Zij (Jedema) begon te schreeuwen en te tieren en met haar handen op de tafel te slaan en adviseerde mij met een bus met al mijn zusters en nog een bus te huren om huisarts, schooljuf en kleuterarts naar de rechtbank te gaan... Jedema - nu volledig buiten zinnen - sloeg zich daarbij op de borst onder het uitschreeuwen van: "Ik maak mijn rapportje wel !" wat ze dan ook werkelijk heeft gedaan.....
Over bovenstaande gedraging van Mevr. Jedema heb ik een klacht ingediend bij dr directeur dhr. Kelder, welke de klacht "ongegrond" verklaarde. De Klachtencommissie beoordeelde deze klacht als "gegrond". Andere klachten ingediend bij dhr. Kelder o.a. dat met Mevr. Jedema en dhr. Graafland niet te praten viel en ik hierom om andere onderzoekers verzocht, was dhr. Kelder kort: "Die krijg je niet, dat beslis ik".
Over het weigeren van inzage in mijn dossier door mij en mijn zwager en later ook aan mijn advocaat, heeft klagen geen effect gehad bij dhr. Kelder wat later door het Ministerie van Justitie. wel werd toegestaan, maar toen waren alle beslissing door de Raad al genomen door traineren van de Raad Assen. Dhr. Kelder heb ik gevraagd 'waarom er niet naar de kinderen geluisterd wordt' het is toch belangrijk om 'te weten wat ze willen'. Dhr. Kelder antwoordde letterlijk: "Nou ja, wij van de Raad horen wel wat kinderen willen, maar wij schrijven wat wij willen, de raad hoeft aan niemand verantwoording af te leggen..."
Jedema heeft in haar rapport vermeldt dat er een klacht tegen haar was ingediend. Omdat de beslissing "GEGROND" van de Klachtencommissie door toedoen van dhr. Kelder pas na de rechtszitting werd gegeven kon de rechter makkelijk aan dit gegeven voorbij gaan.
Tijdens het lezen van het rapport heb ik tegen de regels in op alle pagina's van het rapport zowel in de marge als tussen de regels op- en aanmerkingen geplaatst met een ballpoint welke bestonden uit: verbeteringen, aanvullingen, opmerkingen over vermeldde onjuistheden of aanvullingen met juiste of door de onderzoekers weggelaten informatie.
Tijdens het lezen kwamen Jedema en Graafland om de 5 minuten vragen of we al klaar waren. Toen ik om uitleg vroeg over wat in het rapport stond begon Jedema te schreeuwen en met haar handen te wapperen en brulde daarbij dat: "over het rapport niet wordt gediscussieerd!" De twee oudste waren duidelijk hiervan geschrokken en bang. Graafland lag intussen, af en toe geeuwend, met zijn hoofd op zijn armen op tafel.
Mijn ex. - en haar advocaat krijgen ruim de tijd om mij door de modder te trekken. Na lange tijd leugen en laster van mijn ex. - en haar advocaat aangehoord te hebben vroeg ik: "Mijnheer de Rechter, mag ik ook wat zeggen ?" de rechter zei: "hou je mond dicht" sloeg met de hamer op tafel waarmee rechter O.W. Berg "de zaak voor gesloten" verklaarde.
Tot 1992 is mij inzage geweigerd. Zelfs mijn advocaat mocht mijn dossier niet inzien. Klagen bij de Nationale Ombudsman heeft geen zin daar deze woordblind is. N.O. vraagt aan Minister over status van rapport, de minister antwoordt: "het is het eindrapport". De producent van het rapport, Mevr. Jedema, verklaarde bij de N.O. dat het concept-rapport is. Het unit-hoofd Mevr. R. de Boer dat het concept-rapport is wat ik gelezen heb en dat dit naar de rechter is gegaan maar daarin bevinden zich niet mijn aantekeningen. Dhr. Buiskool schrijft namens het Ministerie van Justitie dat het concept-rapport is vernietigd. De stukken tonen aan dat er een geschreven rapport, een getypt rapport, een concept rapport met mijn aantekeningen en een eindrapport bestaan...
Alle onderzoeksgegevens, telefoon- en spreekkamernotities bij de Raad voor de Kinderbescherming te Assen zijn weg...(?)
Schriftelijke vragen worden niet beantwoordt door de Rv/dK te Assen en al evenmin door het Ministerie van Justitie.
H. Püper,
Hanso Mollstraat 1
8607 CA Sneek.
0515 430770
Klik Bijbanenregister Assen (
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |