't Achterom 9a
Sint Oedenrode, 1 december 2003 Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State,- mr. M.G.J. Parkins-de Vin - mr. P.A. Offers - mr. J.F.M. Polak Postbus 20019, 2500 EA 's-Gravenhage. PLEITNOTITIE Ons kenmerk: NBJ/27053/HB Uw nummer: 200303449/1/H3
Appellant: tegen:
Verweerder
Met betrekking tot deze zaak heeft u van ons ontvangen:
Wij verzoeken u de inhoud, inclusief bijlagen, van bovengenoemde stukken hier als herhaald en ingelast te beschouwen en volledig te betrekken in uw beslissing op deze zaak.
Alle in het dossier zittende stukken en in het bijzonder de bij brief van 19 november 2003 toegestuurde nadere stukken hebben de context van deze zaak gegeven. Mijn pleitnotitie kan dan ook redelijk kort zijn, omdat ik niet al te zeer in herhaling hoef te vervallen. Het huidige kabinet proclameert transparantie, doorzichtigheid. Als de Minister van Financiën in casu openheid had betracht, was de zitting van vandaag niet nodig geweest. Waar gaat het eigenlijk om?
De Rechtbank te Den Haag.
De "Drie van Arnhem"
Het lijkt een open deur te constateren dat het gedrag van Mw. Mr. M.C.M. de Kroon verregaand in strijd is met eisen van onkreukbaarheid, betrouwbaarheid en integriteit zoals die te stellen zijn aan een rechter, en al helemaal aan een te benoemen raadsheer. Totale openheid over haar verleden is geboden, in het belang van iedere Nederlander, maar de Minister van Financiën heeft de toegang tot relevante documenten stelselmatig en jarenlang geblokkeerd met het zogenaamde argument "Privacy". Dit is zonneklaar een misbruikt pseudo-argument, omdat het helemaal niet gaat om de private sfeer, maar om een benoeming tot Raadsheer, duidelijk een functie met zware publieke verantwoordelijkheid. In dat kader zijn optreden in valse hoedanigheid in bancair verkeer, verduistering, belastingontduiking, misbruik van positie voor private doeleinden en dergelijke uitermate relevant voor een benoeming tot Raadsheer, en volstrekt niet af te dekken met het magische toverwoord "Privacy". Voor de 3 genoemde juristen geldt de vraag van betrokkenheid onder de Minister van Financiën Drs. G. Zalm bij een geheimzinnige projectgroep, die in het diepste geheim het financieel/fiscaal/declaratoir gedrag onderzocht van minstens een tiental politici en bestuurders van hoog niveau, zoals Mw. Leemhuis-Stout, Dhr. Peper, Dhr. Lubbers enz., die zelf zeker al niet à priori perfect zuiver op de graat zijn. Ik verwijs naar de brief d.d. 17 augustus 2000 van de werkgroep "Omgangsonrecht".
De benoeming van deze "Drie van Arnhem" lijkt neer te komen op zwijggeld. Dat de minister van Financiën Drs. G. Zalm eigen bevoegdheden benut om deze kwestie met het pseudo-argument van "Privacy" onder het kleed te houden, lijkt neer te komen op een vorm van machtsgebruik die niet past in een democratische rechtsstaat. Daarbij moge ik ook verwijzen naar de brief d.d. 17 juli 2003 van Dhr. Burhoven Jaspers aan de Minister-President mr. J.P. Balkenende. Ik ben van mening dat volledige openheid betracht moet worden over de genoemde projectgroep, de betrokkenheid daarbij van de 3 juristen De Kroon, Valk en Kooijmans en hun gelijktijdige benoeming tot Raadsheer in het Gerechtshof te Arnhem. Zeker dient ook volledige en onbelemmerde openheid van zaken te worden gegeven ten aanzien van Mw. Mr. M.C.M. de Kroon wat betreft haar benoeming bij het Ministerie van Financiën, haar gedrag, haar langdurige schorsing, het onderzoek dat de FIOD naar haar handelen instelde, haar ontslag enz. enz. Minder dan volledige opening van zaken impliceert verraad aan de belangen van de Nederlandse burger. Met een beroep op de Wet Openbaarheid Bestuur vraag ik u dan ook de Minister van Financiën op te dragen in casu onverwijld alsnog totale opening van zaken te geven. De gevraagde informatie is van wezenlijk belang voor nog lopende procedures. Het lijkt mij dat de fundamentele vraag die zich hier opdringt, de vraagstelling is of en in hoeverre wij in dit land nog te maken hebben met een democratische rechtsstaat gebaseerd op wet, feit en rechtsbeginsel of met een de facto totalitair bewind waarin een Minister eigen bevoegdheden en macht kan gebruiken om eigen verantwoordelijkheid te ontlopen, c.q. een kwestie onder het spreekwoordelijke kleed te schuiven en te houden. En dat dan met dekking door de Rechtbank 's-Gravenhage. Deze vraag is natuurlijk ook zeer relevant binnen het kader van de EU. Mr. L.P. Bosma van de rechtbank 's-Gravenhage gaat daarin zelfs zover dat hij opzettelijk essentiële stukken uit het dossier heeft laten verdwijnen waarop de in geding zijnde uitspraak Awb 01/17WOB van 14 april 2003 is gebaseerd. Hiermee heeft hij valsheid in geschrift gepleegd. In het " Ontstaan en loop van het geding" van de uitspraak zijn niet opgenomen:
Met vorenstaande feiten is onomstotelijk komen vast te staan dat de uitspraak van 15 april 2002 is aangehouden totdat op 7 april 2003 op betreffend verzoek tot wraking is beslist hetgeen ook door de griffier bij brief van 23 april 2002 aan ons kenbaar is gemaakt. (zie bijlage 9). Dit betekent dat mr. L.P. Bosma in zijn in geding zijnde beslissing van 14 april 2003 ook alle in geding stukken tot 8 april 2003, inclusief de uitspraak tot wraking van 7 april 2003, had moeten meenemen. Nu hij dat niet heeft gedaan is daarmee de niet onafhankelijke positie van mr. L.P. Bosma in zijn eigen uitspraak van 19 april 2003 feitelijk bewezen. Immers: van een rechter mag toch verwacht worden hiervan op de hoogte te zijn. Op grond van bovengenoemde feiten kan de in geding zijnde uitspraak nooit in stand blijven. Wij verzoeken u hierop dan ook:
Met nadruk maken wij u hierbij kenbaar dat als door u op grond van bovengenoemde feiten niet tot vernietiging van de aangevallen uitspraak wordt overgegaan, appellant deze zaak met name op grond van artikel 6 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens zal voorleggen bij het Europese Hof in Straatsburg. Daarbij zal ook een afschrift van deze pleitnotitie worden overlegd. Voor dat geval verzoeken wij u nu reeds een afschrift van het proces-verbaal van de zitting met uw uitspraak mee te verzenden. Zonodig zal deze zaak ook worden voorgelegd aan de Europese Unie.
Ecologisch Kennis Centrum BV
Ing. A.M.L. van Rooij,
C.c.: Stichting Sociale Databank Nederland ( www.sdnl.nl )
|
5491 XD Sint Oedenrode Tel. 0413-490387 Fax. 0413-490386
Uw nummer: 200301493/1/M1
APPELANTEN.
-
Stichting tot
behoud leefmilieu Buggenum, Haelen, Horn, Nunhem en naaste omgeving, Holstraat
17, 6082 BA Buggenum.
-
J. Hoebers,
Haelenerweg 9, 6082 AA Buggenum.
-
J. Rulkens,
Dorpsstraat 94, 6082 AR Buggenum.
-
P. Topeeters, Neel
Doffstraat 18, 6082 AE Buggenum.
-
H. Slabbers,
Galgenberg 35, 6082 AZ Buggenum.
-
L.G.G.M. Mom,
Bergstraat 13, 6082 AJ Buggenum.
-
H.P.J. Vissers,
Holstraat 6, 6082 BC Buggenum.
-
A.M. Schreuder,
Thorbeckestraat 24, 6042 CR Roermond.
-
J. Schuermans,
Roermondseweg 92, 6081 NW Haelen.
-
C.J. Schreuder,
Eikendreef 23, 6081 EA Haelen.
-
C.J.M. Wijers,
Poelakkerweg 3, 6082 NC Buggenum.
VERWEERDER.
Tijdstip hoorzitting 15 december 2003 om 11.00 uur. Geacht college, Ongeacht uw uitspraak wil ik u hierbij kenbaar maken dat ik deze zaak, met het proces verbaal van deze zitting, als aanvulling op mijn klacht tegen de Staat der Nederlanden (zie: http://www.biomassa.polie.nl/blokschema.htm ) naar de Europese Commissie zal verzenden. Ik verzoek u daarom mij benevens de uitspraak ook een kopie van het proces-verbaal van deze zitting te laten toekomen. Op hetzelfde tijdstip heeft u de zaak met als nummer 200301420/1/M1 laten inplannen. Ik sta een gevoegde behandeling met die zaak niet toe.Ik verzoek u mij voorafgaande aan de
behandeling dan ook te bevestigen dat u beide zaken apart zult behandelen en
apart zult uitspreken.
Met betrekking tot deze zaak heeft u de
volgende stukken ontvangen:
A.
Ons
beroepschrift van 9 maart 2003, kenmerk: SBL/09033/B, aan de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State (85 pagina's) .
B.
Onze bij
brief van 7 april 2003, kenmerk SBL/09033/B, toegezonden nadere motivering op
bovengenoemd beroepschrift d.d. 9 maart 2003
(31 pagina's) .
Toelichtende
onderbouw.
-
minister
J.G.M. Alders namens het ministerie van VROM.
-
minister dr.
J.E. Andriessen namens het ministerie van EZ.
-
minister
J.R.H. Maij-Weggen namens het ministerie van V en W.
-
de heer D.
Sonneveld namens het Interprovinciaal Overleg.
-
drs. P.Ph.
Dordregter namens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.
-
dr. ir. J.
IJff en mr. C. Th.
Smit
namens de Unie van Waterschappen.
-
ir. O.H.A.
van Royen namens de stichting Basismetaalindustrie en
Milieu
Hiervoor moest dus een wereldwijd grote markt worden gecreëerd. Ook daarvoor heeft voormalig minister van VROM J.G.M. Alders gezorgd. In juni 1992 heeft het Kabinet Lubbers III, onder voorzitterschap van voormalig minister Alders van VROM, het 'Rio de Janeiro protocol' tot stand gebracht en ondertekend. Onder de dekmantel van behoud van de regenwouden heeft Alders verduurzaamd hout als geschikt alternatief aangeprezen. De door minister Alders gesubsidieerde milieuorganisaties waaronder Vereniging milieudefensie, Stichting Natuur en Milieu en het Wereld Natuurfonds volgden minister Alders van VROM daarin blindelings, anders werd hun subsidie ingetrokken. Landelijke milieucampagnes, en de enorme publiciteit hierover hebben in Nederland geleid tot een werkelijke rage. Deze campagnes stimuleerde de aanschaf door de consument. Coniferen en beukenhagen werden veelal gerooid en nauwelijks nog gebruikt als erfafscheiding. Geïmpregneerd hout kwam daarvoor in de plaats. Tegels en klinkers in de tuin werden vervangen door tegels van geïmpregneerd hout. Zelfs kinderspeeltoestellen, picknicktafels vlonders, beschoeiingen, huizen en zelfs gehele woonwijken werden gebouwd van geïmpregneerd hout. Dat hiermee onze regenwouden werden behouden heb ik nooit begrepen en is ook nooit aangetoond. Wel is het zo dat Billiton/Budelco/Shell op deze wijze haar levensgevaarlijk afval, met de hulp van het Kabinet Lubbers III, jaarlijks met miljoenen kilogrammen in het milieu hebben kunnen dumpen. Het gehele kabinet Lubbers III heeft op de hierboven beschreven wijze Billiton (Budelco/Shell) geholpen om via de dekmantelbedrijven Hickson Garantor B.V. en houtimpregneerbedrijven, waaronder de Gebr. van Aarle B.V., jaarlijks miljoenen kilogrammen arseen, chroom VI en koper met het geïmpregneerde hout mee in water, bodem en lucht te dumpen. Dit alles in strijd met hun eigen beleid zoals dat door de Tweede Kamer der Staten Generaal is vastgelegd in het Indicatief Meerjarenprogramma Milieubeheer 1986-1990 waarin zowel arseen als chroom VI staan opgenomen als zwarte lijsstof en waarvoor in Internationaal verband is besloten dat in het milieu brengen van deze stoffen, gezien hun gevaarlijke eigenschappen, via een maximaal brongerichte aanpak met de best bestaande techniek moet worden voorkomen (zie bijlage 1). Onder milieuschadelijkheid wordt verstaan: stofeigenschappen zoals giftigheid - waaronder carcinogeniteit, mutageniteit en teratogeniteit of afbreekbaarheid -, en (bio)accumulatie, die een ernstig risico inhouden. Op grond hiervan hadden de hout-impregneerbedrijven betreffend arseen en chroom VI nooit in het hout mogen persen om er geïmpregneerd hout van te maken en nooit als geïmpregneerde houten producten aan de consumenten mogen verkopen.Ondanks de wetenschap bij alle leden van kabinet Lubbers III dat door hen daarmee alle Nationale- en Internationale wetten met voeten werden getreden, hebben zij toch besloten dit alles zwaar te subsidiëren. Via de Vereniging van Houtimpregneerinrichtingen in Nederland (VHN) heeft minister Alders van VROM grote bedragen subsidie gegeven aan de houtimpregneerbedrijven in Nederland, waaronder de Gebr. van Aarle B.V., voor de invoering van een milieuzorgsysteem en heeft het ministerie van VROM via deze houtimpregneerbedrijven 25 tot 75 % subsidie gegeven aan consumenten die dit geïmpregneerde hout met 'Komo-keur' kochten. Dit alles met de wetenschap dat 'Komo-gekeurd' geïmpregneerd hout juist het maximum aan arseen en chroom VI bevat ( zie bijlage 2 en 3 ).Dit al jarenlang voortdurende en door de overheid gedoogde proces heeft intussen al ons sloophout en RWZI-slib sterk vergiftigd met betreffende levensgevaarlijke afval van de metaalindustrie en ertssmelterijen. De minister van VROM is verantwoordelijk en aansprakelijk voor een niet meer te betalen milieu- en gezondheidsschade als gevolg daarvan. Voormalig minister-president Kok en milieuminister Pronk moeten gedacht hebben; we kunnen deze truc nog wel een keer uithalen maar nu met 'groene stroom'. Onder de dekmantel van 'CO2 reductie' noemen wij dit sterk vergiftigd sloophout en RWZI-slib 'biomassa' voor de opwekking van 'groene stroom'. Onder leiding van milieuminister Pronk is het Kyoto-protocol tot stand gebracht en ondertekend. Wij zorgen er vervolgens voor dat milieu-organisaties, als Vereniging Milieudefensie en het Wereld Natuur Fonds, weer landelijke campagnes gaan voeren. Deze landelijke campagnes, en de enorme publiciteit erover, heeft in Nederland wederom geleid tot een werkelijke rage. Iedereen moet groene stroom inkopen anders ben je verdacht. In werkelijkheid worden jaarlijks miljoenen kilogrammen levensgevaarlijke zware metalen, als arseen en chroom VI, in sloophout en RWZI-slib verder verspreidt via uitstoot naar de lucht vanuit de k olengestookte elektriciteitscentrales en via het vrijkomende vliegas in de cement, beton en asfalt. Dit omdat men zware metalen niet kan verbranden. Onder de dekmantel van 'CO2 reductie' wordt ook hier weer door onze ministers van EZ en VROM miljoenen guldens aan gemeenschapgeld uitgegeven in de vorm MEP-subsidie van terugbetaling REB-belasting. Minister Brinkhorst van EZ gaat daarbij zelfs zover dat hij bij ministeriële regeling 'Wijziging regeling groencertificaten Electriciteitswet 1998', gepubliceerd in de staatscourant van 20 juni 2003, vanaf 1 juli 2003 bovengenoemd met arseen en chroom VI geïmpregneerde hout en het daarmee sterk vergiftigde RWZI-slib heeft omgedoopt tot 'schone zuivere biomassa' waarop groencertificaten kunnen worden afgegeven. Dit ondanks het feit dat minister Brinkhorst weet heeft van het feit dat geïmpregneerd hout en het met impregneermiddelen en agrarische bestrijdingsmiddelen vergiftigde RWZI-slib op grond van de Europese EURAL als gevaarlijk afval moet worden verwijderd en verwerkt (zie bijlage 4 en 5).Waar dit alles
in Nederland toe heeft geleid kunt u perfect lezen in onze bij brieven van 8
november 2003 toegezonden nadere stukken en bij de stichting Sociale Databank
Nederland (SDN) op internet, webpagina's:
www.sdnl.nl/column30.htm
en
www.sdnl.nl/column20.htm
en
www.sdnl.nl/ekc-rs120.htm
en
www.sdnl.nl/ekc-rs119.htm
In deze zaak mag niet onvermeld blijven dat voormalig commissaris van de Koningin mr. F.J.M. Houben van Noord Brabant voorheen burgemeester van de gemeente Luyksgestel is geweest en dat houthandelaar C. Tissen op 29 oktober 1973 van deze mr. F.J.M. Houben een verklaring heeft moeten tekenen met daarin letterlijk de volgende tekst: ==============================================================
GEMEENTE
LUYKSGESTEL
VERKLARING
De ondergetekende C. Tissen,
houthandelaar, wonende Koperteutenstraat 8, te Luyksgestel;
v e r k l a a r
t:
dat hij voor het conserveren van hout, door middel van zijn aan de Lommelsedijk gelegen conserveringsinrichting, alleen gebruik zal maken van een conserveringsmiddel op wolmanzoutbasis en dat hij, wanneer hij zonder schriftelijke toestemming van Burgemeester en Wethouders, gebruik zal maken van een ander conserveringsmiddel, op eerste vordering van de gemeente, zonder verdere ingebrekestelling, aan de gemeente een boete verbeurt van f 1.000,- (duizend gulden) voor iedere dag dat genoemde inrichting
een ander conserveringsmiddel, als
bovenbedoeld, bevat.
Luyksgestel, 29.10.1973
Koningin Wilhelminafonds voor de Nederlandse
Kankerbestrijding.
Het op de
hierboven beschreven wijze dumpen van jaarlijks miljoenen kilogrammen sterk
kankerverwekkende stoffen als arseenzuur en chroomtrioxide (chroom VI),
hetgeen jaar in jaar uit blijft doorgaan en steeds grootschaliger wordt, zal
de komende 40 jaar bij miljoenen onschuldige burgers de vreselijke kankerdood
tot gevolg hebben, voorafgegaan door een lange lijdensweg.
Al ruim 10 jaar
geleden beschikte ik over voldoende kennis om mij daar grote zorgen over te
maken. Ik dacht toen; ik ga hierover een brief schrijven aan de voorzitter van
het Koningin Wilhelminafonds van de Nederlandse Kankerbestrijding. De reactie
die ik toen daarop kreeg kwam erop neer dat het Wilhelmina kankerfonds niet
werkte aan het voorkomen van het krijgen van kanker maar er juist was voor het
ontwikkelen van medicijnen voor de mensen die al kanker hadden.
Dit betekent dat
het door de Nederlanders gegeven geld voor het Wilhelmina kankerfonds wordt
uitgegeven aan de chemische industrie om daarmee nog meer kankerverwekkende
stoffen in het milieu brengen.
Voorzitter
mr.dr. M. Oosting van de meervoudige Kamer die deze zaak behandeld is tevens
huidig voorzitter van het Koningin Wilhelminafonds voor de Nederlandse
Kankerbestrijding. Ik ben daarmee erg blij. Uit zijn beslissing in deze zaak
zal blijken of hij het tij wil laten keren.
DE FEITEN.
De ingediende aanvraag vormt onderdeel van de verleende milieuvergunning. Met het toesturen van nadere stukken, 13 dagen voor deze zitting, kan dat niet meer worden veranderd. Daarvoor zal door Essent Milieu B.V. een nieuwe Wm-vergunning moeten worden ingediend bij
Gedeputeerde Staten van Limburg.
Gemeente
Buggenum, sectie C
Gemeente Haelen,
sectie F
Dit klopt totaal
niet met de werkelijke kadastrale gegevens die op 2 april 2002 van kracht
waren . Om u daarvan te overtuigen heb ik dat voor de perceelnummer C1214 en
C1216 uitgezocht. De werkelijke kadastrale situatie van deze twee percelen op 2 april 2002 is als volgt .
Perceel C 1214.
Dit perceel is gesplitst in twee stukken, t.w.
A.
Perceel C 1214 gedeeltelijk.
Afmetingen: 8
ha, 3 a, 96 ca.
Eigenaar: PMG
Milieu Services B.V.
Burg Mollaan
80,
Waalre
Zakelijk recht als bedoeld in artikel 5, lid 3, onder B, van de Belemm. Wet Privaatrecht op gedeelte van het perceel .
Burg Mollaan 80,
Waalre
Burg Mollaan 80, Waalre
Opstalrecht Nutsvoorzieningen
.
Burg Mollaan 80, Waalre
B.
Perceel C 1214 gedeeltelijk.
Eigendom belast met recht
van opstal.
Eigenaar: PMG
Milieu Services B.V.
Burg Mollaan
80
Waalre
Recht van opstal:
Essent
Kabelcom B.V.
Winschoterdiep 60
Groningen
Zakelijk recht als bedoeld in artikel 5, lid 3, onder B,
van de Belemm. Wet Privaatrecht op gedeelte van het perceel
.
Burg Mollaan 80, Waalre
Burg Mollaan 80,
Waalre
Opstalrecht Nutsvoorzieningen
.
Burg Mollaan 80,
Waalre
Inzake dit perceel bestaat een besluit als bedoeld in
art. 55 wet Bodembescherming.
Perceel C 1216.
A.
Perceel C 1216 gedeeltelijk.
Afmetingen: niet
bij het kadaster bekend.
Zakelijk recht als bedoeld in artikel 5, lid 3, onder B,
van de Belemm. Wet Privaatrecht op gedeelte van het perceel
.
Burg Mollaan 80,
Waalre
Burg Mollaan 80,
Waalre
Opstalrecht Nutsvoorzieningen
.
Burg Mollaan 80,
Waalre
Inzake dit
perceel bestaat een besluit als bedoeld in art. 55 wet Bodembescherming.
B.
Perceel C 1216 gedeeltelijk.
Eigendom belast met recht
van opstal.
Recht van opstal:
Postbus
4035, Haelen.
Zakelijk recht als bedoeld in artikel 5, lid 3, onder B,
van de Belemm. Wet Privaatrecht op gedeelte van het perceel
.
Burg Mollaan 80,
Waalre
Burg Mollaan 80,
Waalre
Opstalrecht Nutsvoorzieningen
.
Burg Mollaan 80,
Waalre
Inzake dit perceel bestaat een besluit als bedoeld in
art. 55 wet Bodembescherming.
6. Op de percelen gemeente Haelen Buggenum, sectie C, nummer 1225 en gemeente Haelen sectie F, nummer 56, rusten drie verschillende vergunningen/besluiten, verleend aan drie verschillende rechtspersonen te weten: Essent Milieu B.V., Nuon Power Buggenum B.V. en REO B.V. Voor de feitelijke onderbouw verwijs ik u naar uw dossier in zaak nummer
200305166/2/M2.
Gezien het vorenoverwogene en gelet op de bepalingen van de Algemene Wet bestuursrecht en de Wet bodembescherming wordt besloten:
I. De bestreden beschikking van 11 januari 2000, verzonden 1 3 januari 2000, kenmerk 2000/486W, onverkort te handhaven ten aanzien van het vaststellen van de ernst van de verontreinigingen, de urgentie van de bodemsanering en het instemmen met het saneringsplan. REO B.V. geldt als enige eindverantwoordelijke voor de uitvoering en de nazorg.
Gedeputeerde Staten van
Limburg weigeren al jarenlang uitvoering te
geven aan dit besluit van
henzelf.
REO B.V. als enige
eindverantwoordelijke heeft nog steeds geen
saneringsplan ingediend.
Er is dus nog niet
gesaneerd en geen uitvoering gegeven aan de
nazorg. Dit
saneringsbesluit zal eerst op kosten van REO B.V. moeten
worden uitgevoerd voordat
er op deze locatie überhaupt ooit
milieuvergunning aan
Essent Milieu B.V. of enig ander bedrijf kan
worden
verleend.
-
dat
het mee te vergassen sloophout uit bouw- en sloopafval
ingevolge
de Eural veel onzichtbaar gevaarlijk afval bevat,
waaronder
overgeschilderd geïmpregneerd hout, dat wettelijk niet
mag
worden verdund door het met ander sloophout te
vershredderen.
-
dat
het mee te vergassen RWZI-slib ingevolge de Eural veel
onzichtbaar
gevaarlijk afval bevat dat wettelijk niet mag worden
verdund
door vermenging. Elke binnenkomende vrachtauto dient
overeenkomstig
de NVN 5740 norm uit de Wet bodembescherming
te
zijn voorzien
van een onderzoekrapport waaruit kan worden
vastgesteld
of het afval of gevaarlijk afval is.
CONCLUSIE.
Op grond van
bovengenoemd 8-tal feiten kan het in geding zijnde besluit nooit in stand
blijven.
Wij verzoeken u
dan ook hierop:
1.
Het in geding
zijnde besluit te vernietigen.
2.
Gedeputeerde
Staten van Limburg te veroordelen in de proceskosten.
Ecologisch Kennis Centrum B.V. voor deze,
ing. A.M.L. van Rooij, Bijlage: Deze pleitnotitie bevat een 9 tal bijlagen bestaande uit 9 pagina's. |
SDN-rubrieken
Milieu-onderwerpen
Nuloptie van Edelchemie
Ecologisch Kennis Centrum
Raad van State verbiedt shredderen afvalhout
Falende handhaving van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
Zienswijze over milieueffecten van Groene stroom aan GS Limburg
Falende handhaving van de raad van de Gemeente Son en Breugel
Nuon Power Buggenum werkt zonder Wvo-vergunning, verzoek tot schorsing RvS
Voorz. van de Raad van State, Mr. van Dijk krijgt verantwoordelijkheid op z'n bord
Verzoek de jacht te openen op een van de grootste Brabantse vervuilers: Gebr. van Aarle BV
Staatsraad Boll klapte ooit uit de school met: Mijnheer van Rooij u kunt wel doorgaan met
procederen tegen houtimpregneerbedrijf gebr. van Aarle B.V., maar u wint dat nooit. Ik raad
u aan om hierover in overleg te treden met de commissaris van de koningin mr. F.J.M. Houben.