Falende handhaving van de raad van de Gemeente Son en Breugel. Voorz. van de Raad van State, Mr. van Dijk krijgt verantwoordelijkheid op z'n bord (collusie)
5491 XD Sint Oedenrode Tel. 0413-490387 Fax. 0413-490386 Aantekenen/fax 040 - 2460902
VROM-Inspectie Regio Zuid, Sint Oedenrode, 13 juni 2002.
Betreft:
Verzoek om na 14 jaar falen handhavend op te treden tegen de al 14 jaar lang voortdurende wetsovertredende houtimpregneeractiviteiten bij de Gebr. van Aarle B.V., Ollandseweg 159 te Sint Oedenrode.
Namens ondergetekende als natuurlijk rechtspersoon bericht ik u als volgt: Uw handhavend optreden jegens houtimpregneerbedrijf Gebr. van Aarle B.V. heeft 14 jaar lang gefaald. Wat de redenen van dit 14 jaar lang falen van uw inspectie ook geweest moge zijn; dit betekent nog niet dat u daarmee kunt blijven doorgaan. Uw 14 jaar lang falende handhaving jegens houtimpregneerbedrijf Gebr. van Aarle B.V. te Sint Oedenrode zal ik hieronder met keihard feitelijk bewijsmateriaal duidelijk maken. 1. Eerste feitelijke bewijs van uw falende handhaving. Bijgevoegd vindt u uw brief van 12 december 1988, kenmerk 16N8020/vdl, aan ondergetekende (zie bijlage 1). Daarin schrijft u letterlijk het volgende: Het gaat hier mijns inziens om een houtzagerij annex een inrichting voor het verduurzamen van hout. Er is hier geen sprake van een houtzagerij waarbij als nevenactiviteit af en toe hout wordt verduurzaamd. De opzet van het bedrijf is om in de toekomst op professionele, dat wil zeggen grote schaal hout te kunnen verduurzamen. De installatie van een impregneerketel met een capaciteit van duizenden kubieke meters hout per jaar, wijst hierop. Blijkens brochure nr. 80 van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) getiteld: "Bedrijven en Milieuzonering" wordt in de uitgave van 1986 op bladzijde 66 ingegaan op de hout- en meubelindustrie. Houtzagerijen worden daarbij tot categorie 4-bedrijven gerekend. Houtconserveringsbedrijven vallen echter onder milieucategorie 5. De conclusie is mijns inziens evident. Het oprichten van een inrichting voor het conserveren van hout is naar mijn mening in strijd met het vigerende gemeentelijke bestemmingsplan. Hieruit kunt u niet anders concluderen dan dat uzelf al in 1988 hebt geconcludeerd dat de oprichting van een houtimpregneerinstallatie op het bedrijventerrein van de Gebr. van Aarle B.V. in strijd is met het vigerende gemeentelijke bestemmingsplan. Ondanks deze heldere conclusie van uzelf heeft de Gebr. van Aarle B.V. betreffende houtimpregneerinstallatie van u toch mogen bouwen in strijd met het vigerende gemeentelijke bestemmingsplan zonder dat u zich daartegen op maar enige wijze hebt verzet. Door hiertegen geen verzet aan te tekenen hebt u feitelijk gedoogd dat de Gebr. van Aarle B.V. toentertijd in strijd met het vigerende bestemmingsplan van een milieucategorie-4 bedrijf een milieucategorie-5 bedrijf heeft gemaakt. Dit met de wetenschap dat er in een straal van 100 meter rondom betreffend bedrijf meer dan 10 burgerwoningen zijn gelegen en betreffend bedrijf is gelegen in het kritische Dommeldal van Sint Oedenrode. Hiermee heb ik het eerste feitelijke bewijs geleverd van uw falende handhaving. Bijgevoegd vindt u uw brief van 5 september 1989, kenmerk 2589012/vdl, aan ondergetekende (zie bijlage 2). Daarin schrijft u letterlijk het volgende:
Dezerzijds is aan het bestuur van de gemeente Sint-Oedenrode duidelijk geadviseerd dat: Ik acht verlening hiervan in strijd met het vigerende bestemmingsplan. Hieruit kunt u niet anders concluderen dan dat u nogmaals het standpunt hebt ingenomen dat het verlenen van een bouwvergunning voor de houtimpregneerinstallatie in strijd is met het vigerende bestemmingsplan en dat pas met de bouw ervan kan worden begonnen als eerst het terrein gesaneerd is. Dit omdat uit oriënterend onderzoek was gebleken dat het bedrijventerrein van de Gebr. van Aarle B.V. sterk was verontreinigd als gevolg van de illegale houtimpregneeractiviteiten in het verleden in lekkende dompelbakken, oude goten e.d. Ondanks dit helder standpunt van uzelf heeft de Gebr. van Aarle B.V. betreffende houtimpregneerinstallatie van u toch mogen bouwen zonder dat eerst het sterk verontreinigde terrein is gesaneerd. Hiertegen heeft u toentertijd niet handhavend opgetreden. Hiermee heb ik het tweede feitelijke bewijs geleverd van uw falende handhaving.
Bijgevoegd vindt u: Hieruit kunt u niet anders concluderen dan dat hier sprake is van foutieve classificatie en etikettering van het bestrijdingsmiddel superwolmanzout-Co, toel.nr. 8228N, van Hickson Garantor B.V. te Nijmegen. Op het etiket en bijbehorend Veiligheids Informatie Formulier schrijft Hickson Garantor B.V. dat superwolmanzout-Co 304 g/l arseenpentoxide bevat. Uit chemisch onderzoek verricht door de Keuringsdienst van Waren is vast komen te staan dat superwolmanzout-Co in werkelijkheid 374 g/l arseenzuur bevat. Maar arseenzuur is zeer veel gevaarlijker dan arseenpentoxide. Het VN-nummer van arseenpentoxide is 1559, dat van arseenzuur is 1553. In geval van ongevalsbestrijding zijn de veiligheidsvoorschriften voor arseenpentoxide en arseenzuur grotendeels afwijkend.
Enkele belangrijke verschillen zijn:
Het enorme verschil in gevaar moge duidelijk zijn. Met dit foutief geëtiketteerde bestrijdingsmiddel impregneert de gebr. van Aarle B.V. jaarlijks 5000 m3 hout. Hiervan was u van meet af aan op de hoogte. Ondanks dat weigert u daartegen al 9 jaar lang handhavend op te treden. Hiermee heb ik het derde feitelijke bewijs geleverd van uw falende handhaving. Bijgevoegd vindt u de Verordening (EG) nr. 142/97 van 27 januari 1997 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen (zie bijlage 5). In deze vanuit de EU aan lidstaat Nederland rechtstreeks opgelegde verordening staat letterlijk het volgende voorgeschreven. Art. 1. De fabrikant(en) en importeur(s) van de in de bijlage van deze verordening vermelde stoffen, waaronder arseenzuur, verstrekken de Commissie binnen vier maanden na de inwerkingtreding van deze verordening alle relevante en beschikbare informatie over de blootstelling van mens en milieu aan deze stoffen. De informatie over de blootstelling heeft betrekking op de emissie van die stof of de blootstelling van menselijke populaties of milieucompartimenten aan die stof tijdens de verschillende fasen van de levenscyclus van de stof overeenkomstig artikel 3, lid 3, en bijlage I, deel A, van Verordening (EG) nr. 1488/94, met: U was van meet af aan op de hoogte van de onder 'punt 3' beschreven foutieve classificatie en etikettering. Ook was u van meet af aan op de hoogte dat deze foutieve etikettering bewust is aangebracht om daarmee Hickson Garantor B.V.(de fabrikant van superwolmanzout-Co) en houtimpregneerbedrijf Gebr. van Aarle B.V. behulpzaam te zijn met het ontduiken van de vanuit de EU bij verordening opgelegde bindende voorschriften. Hiermee heb ik het vierde feitelijke bewijs geleverd van uw falende handhaving.
Bijgevoegd vindt u nogmaals mijn brief van 13 juni 2002 aan u persoonlijk (zie bijlage 6) met als bijlagen: Motivering verzoek Bijgevoegd vindt u blz. 4 uit de op 11 december 1990 door de Gebr. van Aarle B.V. ingediende aanvraag milieuvergunning. Daarin staat letterlijk het volgende: Luchtverontreiniging: van het impregneerproces is expiratie van impregneermiddel zowel van impregneervloeistof als gereed product of componenten hiervan mede door de procesvoering naar het compartiment lucht uitgesloten. Op deze aanvraag van 11 december 1990 heeft u bij besluit van 19 november 1991 aan het bedrijf gebr. van Aarle B.V. milieuvergunning verleend. Dit betekent dat op grond van de aan gebr. van Aarle verleende milieuvergunning als gevolg van het impregneerproces geen gevaarlijke stoffen en zeker geen genotoxische carcinogene zwarte lijststoffen naar de lucht mogen worden geëmitteerd. De gebr. van Aarle B.V. impregneert het hout met hetzelfde bestrijdingsmiddel superwolmanzout-Co van Hickson Garantor B.V. te Nijmegen op een gelijke wijze als Hickson Garantor B.V. dat zelf doet (deed) binnen haar eigen bedrijf in Nijmegen. Bijgevoegd vindt u het voorblad en bijlage 8 uit het eindrapport "Verkenning van preventietechnieken voor specifieke luchtemissies inzake Weurt" van BECO Milieumanagement & Advies B.V. d.d. juni 1997. Wij verzoeken u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als geheel herhaald en ingelast te beschouwen en aan u gericht. In betreffend rapport staan bij het houtimpregneerbedrijf Hickson Garantor B.V. te Nijmegen de bronnen en oorzaken van "arseen" en "chroom" emissies naar de lucht aangegeven. Dit zijn: Bij een impregneercapaciteit van maximaal 14.000 m3 hout per jaar bedraagt de hoeveelheid emissie chroom VI (chroomtrioxide) 350 mg/uur (500 uur per jaar). Voor arseen is de emissie onbekend omdat die niet is gemeten. De vergunde impregneercapaciteit bij de gebr. van Aarle B.V. is maximaal 5.000 m3 hout per jaar. De hoeveelheid emissie chroom VI (chroomtrioxide) bedraagt dus zo'n 125 mg/uur (500 uur per jaar). De hoeveelheid emissie arseen (arseenzuur) is onbekend omdat daarop niet is gemeten. Chroomtrioxide is een genotoxische carcinogene stof, hetgeen betekent dat als je eenmaal in je leven daarvan één molecuul via de ademhaling in je lichaam krijgt dat op termijn (na 5 tot 30 jaar) al kanker kan veroorzaken. Deze stof is echt een sluipmoordenaar. Juist om die reden heeft de gebr. van Aarle B.V. op grond van de Arbeidsomstandighedenwet de wettelijke plicht ervoor te zorgen dat elke blootstelling hieraan, hoe gering ook, aan henzelf aan hun werknemers en aan alle bezoekers, vanwege hun verkopen aan derden op het bedrijventerrein, wordt voorkomen. Juist om die reden staan "chroomtrioxide" maar ook "arseenzuur" boven op de lijst van beroepskankers. Aan uw op 19 november 1991 verleende milieuvergunning zijn voorschriften verbonden. Met deze door u opgelegde voorschriften verplicht u de Gebr. van Aarle B.V. zijn bedrijf zodanig te voeren dat hun werknemers en derden, die op grond van de door u verleende milieuvergunning op betreffend bedrijventerrein producten mogen kopen, de genotoxische carcinogene stof "chroomtrioxide" en "arseenzuur" moeten inademen. Daarmee verplicht u de gebr. van Aarle B.V. tot handelen in strijd met de Arbeidsomstandighedenwet. Daarmee creëert u zo goed als zeker op termijn (tussen 10 en 30 jaar na de eerste blootstelling) bij de Gebr. van Aarle B.V. zelf, hun werknemers en degenen die daar regelmatig producten hebben gekocht en gaan kopen meerdere beroepskankers. Voor deze schade bent u aansprakelijk omdat u de Gebr. van Aarle B.V. met het opleggen van deze Wm-voorschriften tot dit handelen hebt verplicht. U als bevoegd gezag bent wettelijk verplicht om bovengenoemde met onderzoek vastgestelde emissies van de zwarte lijststoffen chroom VI (chroomtrioxide) en arseen (arseenzuur) naar de lucht bij de Gebr. van Aarle B.V. onmiddellijk te laten beëindigen. Dit omdat de Gebr. van Aarle B.V. niet over een daarvoor vereiste milieuvergunning beschikt. Wij richten aan u daarom het nadrukkelijke verzoek om onder oplegging van een last onder dwangsom van 50.000 euro per dag tot een maximum van 5.000.000 euro het bedrijf de gebr. van Aarle B.V. te dwingen tot onmiddellijke stillegging van alle houtimpregneeractiviteiten ter plaatse. Op grond van artikel 18:16 Wet milieubeheer waren burgemeester en wethouders van Sint Oedenrode wettelijk verplicht om binnen vier weken na ontvangst van bovengenoemd verzoekschrift daarop een besluit te nemen. Deze vier weken waren op 5 februari 2002 al verstreken. Hiermee heb ik het feitelijke bewijs geleverd dat burgemeester en wethouders van Sint Oedenrode al ruim 5 maanden lang hun bevoegdheden misbruiken om daarmee houtimpregneerbedrijf Gebr. van Aarle B.V. behulpzaam te zijn met het vergiftigen van onze woon- en leefomgeving met de kankerverwekkende stoffen arseenzuur en chroomtrioxide zonder dat dit bedrijf beschikt over een daarvoor vereiste milieuvergunning. Opmerkelijk hierbij is dat de verantwoordelijk milieuwethouder E. Huybregts (tel: 0413-476341) en milieuwethouder van de gemeente Sint Oedenrode is en daarnaast ook nog een betaalde functie als milieuambtenaar bij de provincie Noord Brabant heeft. Bij brief van 13 juni 2002 heb ik u van dit alles op de hoogte gebracht met het verzoek hiertegen handhavend op te treden. Heden een maand later heb ik op dit handhavingsverzoek van u nog geen enkele reactie mogen ontvangen. Hiermee heb ik het vijfde feitelijke bewijs geleverd van uw falende handhaving.
Op grond van de verleende milieuvergunning mag de gebr. van Aarle B.V. jaarlijks 5000 kuub hout impregneren met het foutief geclassificeerde en geëtiketteerde bestrijdingsmiddel superwolmanzout-Co van Hickson Garantor B.V. Bijgevoegd vindt u het voorblad en blz. 21 t/m 24 uit de handreiking Eural van het ministerie van VROM (zie bijlage 9). Daarin schrijft het ministerie van VROM letterlijk het volgende: Conclusie. Op basis van de beschikbare informatie wordt geconcludeerd dat de afvalstof "CCA-afvalhout" als gevaarlijk afval moet worden ingedeeld conform de Eural. Afhankelijk van de herkomst van deze afvalstof kan de stroom worden gecodeerd als 170204* of 200137*. Hiermee heeft het ministerie van VROM zelf beslist dat het met koper, chroom VI en arseen (CCA) geïmpregneerde hout, dat als bouw- en sloopafval vrijkomt, moet worden afgevoerd, verwerkt en opgeslagen als gevaarlijk afval. De verwerkingskosten van dit met arseenzuur en chroomtrioxide vergiftigde gevaarlijke afval bedragen tussen de 500 en 1000 euro per kuub. Houtimpregneerbedrijf Gebr. van Aarle B.V. impregneert jaarlijks zo'n 5000 m3 hout met CCA-zouten. Dit bedrijf doet dat al vanaf augustus 1992 en dus al 10 jaar lang. Dit bedrijf heeft dus in die 10 jaar tijd zo'n 50.000 m3 hout geïmpregneerd met CCA-zouten en verkocht aan particulieren, voornamelijk in en rondom de gemeente Sint Oedenrode. Het onder de 'punten 3 en 4' genoemde gebrek heeft de gebr. van Aarle B.V. met medeweten van burgemeester en wethouders van Sint Oedenrode jegens haar eigen Rooise inwoners opzettelijk 10 jaar lang verzwegen. Vanwege het feit dat arseenzuur en chroomtrioxide de zwaarste klasse (de klasse 1) kankerverwekkende stoffen zijn en deze stoffen oplossen in water en moeiteloos via de huid het lichaam kunnen binnendringen betekent:
Al deze gebreken heeft de Gebr. van Aarle B.V. jegens de particulieren waaraan dit bedrijf hun CCA-geïmpregneerde hout hebben verkocht opzettelijk 10 jaar lang verzwegen. Ook burgemeester en wethouders van Sint Oedenrode hebben dit jegens haar eigen inwoners 10 jaar lang opzettelijk verzwegen. De kankerexplosie op termijn (5 tot 35 jaar na de eerste blootstelling) zal met name bij kinderen die veel op de met CCA-zouten geïmpregneerde kinderspeeltoestellen hebben gespeeld enorm zijn. De waardevermindering van de huizen waarin dit met CCA-geïmpregneerde hout zit verwerkt zal eveneens enorm zijn. Dit met CCA-zouten geïmpregneerde hout moet bij verwijdering uit de tuinen, woningen of schuren door desbetreffende particulieren worden verwijderd als gevaarlijk afval. De verwerkingskosten bedragen 500 tot 1000 euro per kuub. Voor de in het totaal 50.000 m3, die het houtimpregneerbedrijf Gebr. van Aarle B.V. bij de opzettelijk onjuist voorgelichte particulieren heeft uitgezet, komt dat neer op een totale schade van 25.000.000 euro tot 50.000.000 euro. Enkel en alleen al deze schade betekent het faillissement van houtimpregneerbedrijf van Aarle B.V. Ondanks deze wetenschap laten burgemeester en wethouders van de gemeente Sint Oedenrode dit houtimpregneerbedrijf Gebr. van Aarle B.V. al 10 jaar lang doordraaien in strijd met het vigerende bestemmingsplan zonder de daarvoor vereiste vergunningen en weigert u als inspecteur van VROM daartegen al die jaren handhavend op te treden. Bijgevoegd vindt u uw brief van 21 februari 1995, kenmerk: 170295007/GM/MdB, aan C. Tissen, directeur van houtimpregneerbedrijf Carl Tissen import export B.V. te Luyksgestel (zie bijlage 10). In de brief schrijft u letterlijk het volgende:
Hiermee heeft u zelf beslist dat de hierboven beschreven schade die houtimpregneerbedrijf gebr. Van Aarle B.V. bij de opzettelijk onjuist voorgelichte particulieren heeft aangericht voor zijn rekening komen. Bijgevoegd vindt u verder de brief van 19 augustus 1996, kenmerk IPB 96040460, van de Minister van VROM aan houtimpregneerbedrijf Carl Tissen import export B.V. te Luyksgestel (zie bijlage 11). In die brief schrijft de minister van VROM letterlijk het volgende:
Hiermee heeft de Minister van VROM met wetsartikelen onderbouwd dat de Gebr. van Aarle B.V. aansprakelijk is voor alle hierboven beschreven schade aan alle particulieren en bedrijven waaraan dit bedrijf CCA-geïmpregneerd hout heeft verkocht. Hiervan bent u al vanaf 1995 op de hoogte. Ondanks deze wetenschap heeft u dat naar buiten toe al die jaren opzettelijk verzwegen. Ook heeft u nog nooit gecontroleerd of het door de Gebr. van Aarle B.V. geproduceerde gewolmaniseerde hout, nadat de gebruiksfase bij derden was verstreken, op kosten van Gebr. van Aarle B.V. als gevaarlijk afval wordt verwijderd en verwerkt. Ik verzoek u mij feitelijk te verklaren hoe het mogelijk is geweest dat uw inspecteurs hiertegen nooit handhavend hebben opgetreden. Juist als gevolg van uw niet handhavend optreden daartegen is er vanuit Nederland een gecoördineerde internationale milieucriminaliteit ontstaan die zijn weerga niet kent. Hoe groot deze milieucriminaliteit is kunt u lezen bij de Sociale Databank Nederland op internet op de volgende webpagina's:
www.sdnl.nl/columns.htm www.sdnl.nl/ekc-gs66.htm www.sdnl.nl/epon-3.htm www.sdnl.nl/ekc-mail.htm www.sdnl.nl/ekc-aangifte.htm www.sdnl.nl/houtmot.htm www.sdnl.nl/ekc-persbericht.htm www.sdnl.nl/ekc.htm Ik verzoek u kennis te nemen van de inhoud met al haar doorkliks en die inhoud hier als herhaald en ingelast te beschouwen. Uw jarenlang niet handhavend optreden hiertegen heeft tot gevolg dat het door de Gebr. van Aarle B.V. geïmpregneerde gewolmaniseerde hout, dat bij de particulieren vrijkomt als (sloop)afval, niet wordt verwijderd en verwerkt als gevaarlijk afval, hetgeen op grond van de Eural wettelijk verplicht is, maar wordt verwijderd en verwerkt als niet gevaarlijk afval. Dit heeft weer tot gevolg dat betreffend gevaarlijk afval, zijnde sloophout, vermengt met ander sloophout wordt geshredderd tot houtspaanders. Met deze handeling 'shredderen' wordt het gevaarlijk afval, dat op kosten van de gebr. van Aarle B.V. als gevaarlijk afval had moeten worden verwijderd en verwerkt, verdund met niet gevaarlijk afval. Het verdunnen van gevaarlijk afval is bij de wet verboden. Ondanks deze wetenschap treedt u daartegen niet handhavend op. Dit heeft weer tot gevolg dat betreffende houtspaanders, met daarin het door o.a. de gebr. van Aarle B.V. geproduceerde CCA-afvalhout, wordt aangemerkt als 'biomassa' om het als secundaire brandstof mee te vergassen in de diverse kolengestookte elektriciteitscentrales in Nederland voor de opwekking van 'groene stroom'. Om de opwekking van deze 'groene stroom' te stimuleren wordt door onze landelijke overheid hiervoor jaarlijks 165 miljoen euro aan subsidie uitgegeven in de vorm van belastingvrijstelling door middel van terugbetaling van de REB-belasting (zie bijlage 12). Hiermee heb ik feitelijk bewezen dat houtimpregneerbedrijf Gebr. van Aarle B.V. op kosten van de gemeenschap zijn gevaarlijk afval als 'biomassa' laat verwijderen en verwerken voor de opwekking van 'groene stroom'. Ondanks deze wetenschap treedt u daartegen niet handhavend op. Waar dat allemaal toe leidt kunt u lezen in mijn bij brief van 18 juni 2002 ingediende zienswijzen aan Gedeputeerde Staten van Limburg tegen het meevergassen van dit vergiftigde sloophout in de Willem Alexander Centrale te Haelen van NUON Power Buggenum B.V. Deze zienswijzen d.d. 18 juni 2002 aan Gedeputeerde Staten van Limburg kunt u vinden bij de Sociale Databank Nederland op internet webpagina www.sdnl.nl/ekc-gs66.htm Ik verzoek u de inhoud daarvan te lezen en hier als herhaald en ingelast te beschouwen. Opmerkelijk hierbij is dat het landelijk opslag- en distributiecentrum van o.a. deze bestrijdingsmiddelen voor het impregneren van hout is gelegen bij de firma Van den Anker B.V. in Son en dat deze firma betreffend bedrijf ter plaatse van u heeft mogen oprichten zonder de daartoe vereiste vergunningen, rampenbestrijdingsplan e.d. Nog opmerkelijker is dat bij een ramp of brand op het bedrijventerrein Van den Anker geheel Son, Breugel, Best, Nuenen, Lieshout, Sint Oedenrode en Eindhoven en delen van Stiphout, Geldrop en Oirschot van de kaart geveegd kunnen worden, als gevolg van de daarbij vrijkomende giftige stoffen. Dit is bij u bekend en toch heeft u alle inwoners en bedrijven binnen die gemeenten hierover niet voorgelicht. Dit ondanks het feit dat u op grond van de Rampenwet daartoe wettelijk verplicht bent. Nog opmerkelijker is dat Gedeputeerde Staten van Noord Brabant, met de Commissaris van de koningin F.J.M. Houben als voorzitter, die als bevoegd gezag moet toezien dat de Rampenwet wordt nageleefd, dit alles passief gedoogd. Dit met de wetenschap dat E. Huybregts benevens milieuwethouder van de gemeente Sint Oedenrode, ook een betaalde functie als milieuambtenaar bij de provincie Noord Brabant bekleedt. Dat maakt dit alles nog opmerkelijker. Het is hierbij tevens goed te weten dat bij Recycling Oost-Brabant B.V. te Son Essent groot aandeelhouder is (33,3%) en dat er een enorme grote hoop van dat gevaarlijke afval (geïmpregneerd sloophout) vermengt met niet gevaarlijk afval (niet geïmpregneerd sloophout) in de open lucht, waar langsstromend regenwater de bodem en het oppervlaktewater vergiftigen, pal naast het Wilhelminakanaal in Son ligt opgeslagen zonder een daartoe vereiste milieuvergunning van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant. Opmerkelijk hierbij is dat de Commissaris van de Koningin van Noord Brabant mr. F.J.M. Houben benevens voorzitter van Gedeputeerde Staten ook onderdeel uitmaakt van de Raad van Commissarissen van Essent. Belangenverstrengeling ten top dus. Ook tegen deze opslag van gevaarlijk afval zonder een daarvoor vereiste milieuvergunning wordt door u niet handhavend opgetreden. Hiermee heb ik het zesde feitelijke bewijs geleverd van uw falende handhaving.
Met vorenstaande feitelijk bewijsmateriaal, veelal van uzelf, heb ik bewezen dat uw controle op de handhaving rondom het bedrijf gebr. van Aarle B.V. al 14 jaar lang op alle fronten heeft gefaald. Hieraan moet nu een einde komen. Ik richt aan u dan ook het nadrukkelijke verzoek om de houtimpregneeractiviteiten bij de Gebr. van Aarle B.V. op grond van bovengenoemd feitelijk bewijsmateriaal binnen acht dagen na heden stil te leggen en naar deze al 14 jaar lang voortdurende gang van zaken een uitgebreid onderzoek te starten en ondergetekende dat schriftelijk te bevestigen. Mocht de verzochte schriftelijke bevestiging hiervan niet binnen acht dagen na heden in mijn bezit zijn, dan zal ik hiervan aangifte doen bij Regiopolitie Brabant-Noord te Sint Oedenrode. Daarbij zal een afschrift van dit handhavingsverzoek aan u worden overlegd. Om te voorkomen dat dit handhavingsverzoek aan u, zoals gewoonlijk bij u in het halfrond archief terecht komt, heb ik een afschrift hiervan laten plaatsen bij de stichting Sociale Databank Nederland op internet, webpagina:www.sdnl.nl/ekc-vr34.htm Uw beslissing hierop binnen acht dagen na heden, als wel het uitblijven van uw beslissing en het daaropvolgende proces-verbaal van aangifte, zal eveneens bij de stichting Sociale Databank Nederland op internet worden geplaatst. In afwachting van uw beslissing teken ik,
Ecologisch Kennis Centrum BV
Ing. A.M.L. van Rooij,
|
Falende handhaving van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
Zienswijze over milieueffecten van Groene stroom aan GS Limburg
Nuon Power Buggenum werkt zonder Wvo-vergunning, verzoek tot schorsing RvS
Falende handhaving van de raad van de Gemeente Son en Breugel
Voorz. van de Raad van State, Mr. van Dijk krijgt verantwoordelijkheid op z'n bord
Verzoek de jacht te openen op een van de grootste Brabantse vervuilers: Gebr. van Aarle BV
Staatsraad Boll klapte ooit uit de school met: Mijnheer van Rooij u kunt wel doorgaan met
procederen tegen houtimpregneerbedrijf gebr. van Aarle B.V., maar u wint dat nooit. Ik raad
u aan om hierover in overleg te treden met de commissaris van de koningin mr. F.J.M. Houben.