AMSTERDAM,
zaterdag
'Mijnheer
De Werd, u heeft zeer hooggeplaatste personen onherstelbaar
beschadigd. Ik moet u dringend verzoeken hiermee te stoppen.' Zo
verzocht een inspecteur van de Criminele Recherche
Inlichtingendienst op 31 juli in café ´t Sluisje aan de
Nieuwendammerdijk in Amsterdam-Noord beleefd aan Karel de Werd zijn
smaadcampagne op internet te staken. Op 16 juli had De Werd de twee
hoogste justitiële autoriteiten van Nederland, minister van Justitie
P.H. Donner en de voorzitter van het college van procureurs-generaal
J.L. de Wijkerslooth, als Adolf Hitler afgebeeld op zijn
internetsite, begeleid door een uiterst grof
smaadschrift.
Justitie ondernam verder niets. De Werd werd niet gearresteerd en
dat terwijl hij de eerste exemplaren van zijn smaadcampagne
rechtstreeks aan beide prominente slachtoffers zond met vermelding
van zijn volledige adres.
'Het enige dat
gebeurde was het gesprek tussen die inspecteur en mij', zegt De Werd
(60), die in 1975 zijn florerende aannemersbedrijf in Amsterdam
failliet zag gaan na een onterechte staking die door de vakbonden
bij zijn bedrijf was uitgeroepen. Er volgden tientallen rechtszaken
en meer dan zeventig rechters bogen zich over de onverkwikkelijke
affaire. Het gerechtshof in Amsterdam eiste van justitie tot
driemaal toe de vervolging van twee vakbondsleiders wegens meineed,
maar justitie stopte deze bevelen rechtstreeks in de doofpot. Door
de meinedige verklaringen van de vakbondsmensen verloor De Werd
indertijd zijn processen tegen de
bonden.
Sindsdien
vecht Karel de Werd een hopeloze strijd, waarin hij op 23 augustus
nog eens een schadeclaim van 12 miljoen euro bij de Staat der
Nederlanden deponeerde via een brief aan minister-president Jan
Peter Balkenende.
Toen de man van de CRI op 31 juli met zijn vriendelijke verzoek kwam
in café ´t Sluisje, had Karel de Werd voor alle zekerheid twee
getuigen mee genomen. Een van hen was Rob Brockhus uit Huizen, die
met zijn Sociale Databank op internet tal van schrijnende zaken in
Nederland aan de kaak stelt. Brockhus is een voormalig drogist, die
nu in de bijstand rit. Hij zegt over de opmerkelijke bijeenkomst:
'De politieman was een keurige heer. Maar toen hij zei dat de
minister en de voorzitter van de procureurs-generaal met de
smaadcampagne onherstelbare schade werd toegebracht, antwoordde
Karel: ´En wat denkt u dat er met mij gebeurd is? Ik heb nooit mijn
enorme schade kunnen verhalen. Mijn leven is door justitie
verwoest.´'
Volgens
Brockhus was de inspecteur duidelijk een afgezant van de minister.
Hij zegt: 'Hij vroeg naar de voorwaarden waaronder de foto´s van
internet zouden worden gehaald.' Karel de Werd: 'Ik heb toen gezegd:
´Ze gaan er af zodra er 12.020.000 euro is overgemaakt op mijn
postgiro rekening.´ En dat aanbod geldt nog
steeds.'
Het
gevecht tussen De Werd en de minister van Justitie en het College
van procureurs-generaal escaleerde volledig nadat minister Donner op
2 april van dit jaar aan de Nationale ombudsman liet weten dat wat
hem betreft de discussie met De Werd was gesloten. De minister had
op vragen van de ombudsman betoogd dat er grote twijfel heerste over
de stelling van De Werd dat drie bevelen tot vervolging wegens
meineed van twee vakbondsmensen door justitie waren genegeerd. Dit
onder het motto dat er in de archieven van justitie in Amsterdam
niets over te vinden was. Maar op 23 juli - een week nadat De Werd
met zijn smaadcampagne op internet was begonnen - viel er plotseling
toch aanvullende informatie op de mat van de ombudsman.
De brief sloeg bij de
Amsterdamse ex-aannemer in als een bom, want de ambtenaren hadden
plotseling het gezochte materiaal gevonden. Minister Donner erkende
nu dat de officier van justitie indertijd ver buiten zijn boekje was
gegaan.
Hij schreef:
´Uit het dossier blijkt dat tegen een van de vakbondsmannen een
gerechtelijk vooronderzoek is geopend en dat na sluiting hiervan aan
hem een kennisge ving van vervolging is uitgebracht. Uit het dossier
kan evenwel niet worden afgeleid dat tegen hem ook daadwerkelijk is
gedagvaard. In zoverre moet de eerder in de brief van het College
van procureurs-generaal aan klager van 16 oktober 2002 en mijn brief
aan u van 20 maart 2003 geopperde mogelijkheid dat de betrokkene wel
is vervolgd, thans worden
uitgesloten.´
Minister Donner haalde in deze brief ook een serie gesprekken,
notities en een telegram aan tussen justitie en De Werd, waarin deze
eind 1987 te kennen had gegeven na twaalf jaar strijd van verdere
actie tegen de betrokken vakbondsman De L. af te zien.