Oproep tot burgerlijke ongehoorzaamheid
S.O.R.
Stichting Onderzoek naar de
Nederlandse Rechtspleging in familiezaken
Postbus 1051
8200 BB Lelystad
Kinderrechters, Raden voor de Kinderbescherming en Voogdij-instellingen verplichten ouder en minderjarige kinderen zich te onderwerpen aan onderzoeken, te verrichten door medewerk(st)ers van het Psychiatrisch Pedagogisch Adviesbureau Randstad (PPPAR)
Rechtszekerheid
Wetgever en bestuurders behoren burgers (ouder en minderjarigen) - in het bijzonder bij het opleggen van verplichtingen - niet nodeloos in het onzekere te laten, door het (zonder goede redenen) toekennen van discretionaire bevoegdheden aan overheidsorganen of derden, zoals particuliere instellingen, waartoe gerekend het verstrekken van een algemene justitiële blanco volmacht zonder enige voorwaarde ter financiering van opdrachten verricht door PPPAR-medewerk(st)ers en gelijksoortige instellingen.
Uit vorenstaande blijkt, da burgers worden onderworpen aan PPPAR-onderzoeken, zonder enige rechtsbescherming, vergelijkbaar met de situaties in Nazi-Duitsland (Gestapo), alsmede de communistische landen (K.G.B.) De S.O.R. heeft de Tweede Kamer der Staten-Generaal hieromtrent uitgebreid rapport uitgebracht, waaraan kamerbreed de nodige aandacht werd geschonken.
POLITIEK EN WETGEVING
Geachte donateur(trice)
Op 5 november 1991 riep de S.O.R. de bevolking op tot burgerlijke ongehoorzaamheid t.a.v. gedwongen psychologisch onderzoek op verzoek van kinderrechters, Raden voor de Kinderbescherming en Voogdij-instellingen, zonder enige rechtsbescherming. Voornoemde oproep gaf de Tweede Kamer der Staten-Generaal aanleiding tot het stellen van 12 vragen aan de Staatssecretaris van Justitie, Mr. a. Kosto, naar aanleiding van een S.O.R.-rapport d.d. 1 november 1991.
De discussie in de Kamer duurde enkele jaren waarbij de S.O.R. een grote inbreng heeft gehad door middel van het indienen van een aantal rapporten op grond waarvan de Tweede Kamerleden de Staatssecretaris en het Ministerie van Justitie onder vuur namen. Dit leidde uiteindelijk op verzoek van de Kamer tot het instellen van de werkgroep Externe Deskundigenbureaus bij het Ministerie van Justitie (Commissie Dekker)
"Bij besluit van 19 april stelde de toenmalige staatssecretaris van Justitie, mr. A, Kosto, de Werkgroep Externe deskundigen Bureaus in, met de opdracht richtlijnen te ontwikkelen, die door de Raden voor de Kinderbescherming en de instellingen voor (gezins)voogdij moeten worden gehanteerd bij het inschakelen van extern(e) deskundige(n) bureaus. Tevens zou de werkgroep richtlijnen formuleren die leidraad dienen te zijn bij het doen van extern onderzoek."
Op 10 oktober 1994 werd de S.O.R. en overige cliënten organisaties door de Commissie gehoord. Uit de inhoudsopgave van nu voorgeschreven richtlijnen voor het (laten) verrichten van 'extern onderzoek' is duidelijk rekening gehouden met de eisen van de S.O.R.
P.s.: Een gevecht dat 4,5 jaren duurde!
bank: 599403160 | De S.O.R. doet onderzoek naar de Nederlandse rechtspleging
bankgiro: 953047 | in familie- en jeugdzaken in de bestuurlijke beleidsvorming binnen de Justitiële Kinderbescherming, de Vrijwillige Jeugdhulpverlening, alsmede de uitvoering van de Algemene Bijstandswet (Partij Politiek onafhankelijk). Ingeschreven in het Stichtingsregister te Amersfoort onder nummer S 1888953.
Kinderdieven | Wetteloze praktijken |
Andere tijden | Hoe wordt het raadsrapport geschreven? |
De zaak Admiraal/Vermaas | De zaak J. Zander |
De zaak Jansen/Vermeulen | De zaak J. Hop |