Ministerie van Justitie,
Raad voor de Kinderbescherming,
Landelijk Bureau,
Postbus 19202,
3501 DE Utrecht.
Ermelo, 11 december 1997.
Geachte heer Hooymans,
Vandaag ontving ik uw brief van 9 december 1997 m.b.t. zittingsvertegenwoordiging/ omgang en incest. In deze brief staat een duidelijke uitspraak van u waar burgers die met de Raad voor de Kinderbescherming te maken krijgen wat aan hebben namelijk:
"Wel zal ten aanzien van dit aspect (incest en omgang) altijd nagegaan worden of bevestiging of ontkenning van de juistheid van de bewering kan worden verkregen."
Ik constateer hiermee dat de Raad voor de Kinderbescherming bij "Incest en Omgang" wel aan waarheidsbevinding doet. N.a.v. uw schrijven van 9 december 1997 heb ik nog een paar vraagjes.
U schrijft mij dat er geen afzonderlijk protocol bestaat m.b.t. incestbeschuldigingen. De Raad voor de Kinderbescherming Vestiging Alkmaar beweert dat er wel een protocol bestaat m.b.t. incestbeschuldigingen. Wie zit hier nu te liegen? De algemeen directeur Hooymans van het Landelijk Bureau Utrecht of de Raad voor Kinderbescherming Vestiging Alkmaar?
U heeft het in uw brief van 09.12.97 over "Wat betreft uw vragen over incestbeschuldiging en omgangsregeling kan ik u meedelen dat daarop geen eenduidig antwoord te geven is aangezien de reactie op deze beschuldiging afhankelijk van de omstandigheden". Ik begrijp uw woordgebruik "afhankelijk van de omstandigheden" niet. Wilt u mij a.u.b. een overzicht van alle soorten van "omstandigheden" geven en de reactie van de Raad voor de Kinderbescherming op iedere gespecificeerde "omstandigheid"?
a. Waarom doet de Raad voor de Kinderbescherming bij onderzoek in het kader van omgangsregelingen zonder incest niet aan waarheidsbevinding?
Zie inleiding en vraag 3.
Als er met incest en omgang wel aan waarheidsbevinding wordt gedaan, zonder incest en omgang niet aan waarheidsbevinding wordt gedaan is er dan geen sprake van partijdig, vooringenomen en ongelijk behandelen van vaders door de Raad voor de Kinderbescherming bij raadsonderzoeken? Antwoord Ja of Nee is voldoende?
Als er geen bevestiging van de incestbeschuldiging tegen vader of moeder kan worden verkregen is het dan landelijk beleid van de Raad voor de Kinderbescherming dat onmiddellijk een omgangsregeling tussen de vals van incest beschuldigde ouder en haar\zijn kinderen door de Raad voor de Kinderbescherming wordt geadviseerd. Antwoord Ja is voldoende. Indien nee, waarom niet?
Is het mogelijk om op grond van de Wet Openbaarheid van Bestuur inzage te krijgen in "conclusies en adviezen in raadsrapporten" bij de Vestigingen van de Raad voor de Kinderbescherming waarbij de namen van ouders en kinderen anoniem gemaakt zijn. De namen van de betrokken raadsmedewerkers moeten er natuurlijk wel in staan. Antwoord Ja is voldoende. Indien nee, waarom niet?
U informeert mij dat intussen alle medewerkers die de raad ter zitting vertegenwoordigen zijn geïnformeerd over het LMT-standpunt ten aanzien van zittingen. Deze worden geacht zich daaraan te houden en zullen aan de afspraak herinnerd worden als blijkt dat dat niet het geval is.
Als er inderdaad eigenwijze raadsmedewerkers binnen uw organisatie werken die maling hebben aan het LMT en toch voor en na de zitting bij de rechter in de rechtszaal worden aangetroffen wordt dan Ja of Nee de betrokken raadsmedewerker, praktijkleider en unitmanager van de onderhavige zaak afgehaald? Antwoord Ja of Nee is voldoende.
Zie vraag 1.
Mag een vader zich nu wel of niet tegen een "valse" incest aanklacht verdedigen nu blijkt dat de Raad voor de Kinderbescherming in deze zaken wel aan waarheidsbevinding doet? Antwoord Ja of Nee is voldoende.
Zo ja, wilt u mij de Ontslag datum van het Koninklijk Besluit van deze raadsmedewerker(s) meedelen zodat ik gegevens waar nodig kan verwijderen en/of kan aanpassen? En/of: hebben de raadsmedewerkers vermeld onder A en B misschien ontslag genomen bij de Raad voor de Kinderbescherming Zo ja wie, want dan is deze kwestie natuurlijk ook netjes opgelost?
Kunt u mij de lijst van raadsmedewerkers toesturen die vanaf 01.01.97 als Rechtelijk Ambtenaar In Opleiding (RAIO) werkzaam zijn of zijn geweest en bij welk gerecht zij in opleiding zijn?
Gelet op de ernst van de onderhavige zaken en de grote aantallen vaders en kinderen die door raadsmedewerkers kapot worden gemaakt omdat gestoorde raadsmedewerkers durven te adviseren (met of zonder waarheidsbevinding in raadsrapporten) dat omgang tussen niet-gezagsouders en hun kinderen moet worden afgewezen omdat de Raad voor de Kinderbescherming en/of gezagsouder en/of kinderen rust nodig hebben verzoek ik u op alle vragen te reageren door zorgvuldig op deze vragen te antwoorden.
Met vriendelijke groet,
hoogachtend,
J. Hop
Joubertstraat 24
3851 DM Ermelo
E-mail johnhop@hetnet.nl
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |