van 13 april 2000.
Door Jolande Westdorp.
Rotterdam, donderdag - Justitie grijpt ernstig in bij Raden voor Kinderbescherming in ons land. Nog deze week worden de regels bij de Raden aangescherpt en volgen drastische maatregelen waardoor nieuwe fouten in de toekomst moeten worden voorkomen. Het ministerie tolereert geen onzorgvuldigheid of laksheid meer waardoor zaken van langdurige mishandeling of verwaarlozing van kinderen maar op de plank blijven liggen, zoals bij een zaak die begin van dit jaar aan het licht kwam. Daarom worden drastische maatregelen die in voorbereiding waren, versneld doorgevoerd. De inspectie Jeugdhulpverlening en Jeugdbescherming van het ministerie eist dat medewerkers van de Raden voor Kinderbescherming elkaar gaan controleren. Daartoe wordt bij de beoordeling van iedere aangebrachte zaak voortaan een tweede medewerker ingezet.
Fout op fout.
Ook bij het constateren van een fout moet een tweede medewerker worden ingeschakeld. De inspectie wil verder dat fouten intern worden gemeld. Bovendien moeten de Raden hun automatiseringssystemen, waarin meldingen van mishandeling worden geregistreerd, aanzienlijk verbeteren. Nog deze week worden de landelijke regels aangescherpt, bevestigt adjunct-directeur drs.mr. E. Haffmans van de Raad voor kinderbescherming in ressort Zuid-West." De eerste stap is dat medewerkers van het landelijk bureau alle vestigingen afgaan om steekproefsgewijs de computersystemen te controleren. Er wordt onder meer gekeken of de juiste persoon de juiste gegevens heeft ingevoerd. Die gegevens moeten overeenstemmen met de onderzoeksdossiers"
De aanleiding van het ingrijpen door justitie vormt een gruwelijk geval van stelselmatige kindermishandeling dat de Telegraaf begin dit jaar aan de kaak stelde. De slachtoffertjes waren de 6-jarige zusjes Sara en Mara en hun ernstig gehandicapte broertje Kevin (8). Het drietal werd langdurig door de moeder en stiefvader geslagen en geschopt. De Raad voor de Kinderbescherming te Middelburg was van de stuitende situatie op de hoogte maar verzuimde jarenlang om in te grijpen.
Minister Korthals van Justitie gaf zijn inspecteurs destijds opdracht de kwestie diepgaand te onderzoeken. In een vernietigend rapport dat gisteren openbaar werd, stelt de inspectie dat de betreffende kinderbeschermers echter fout op fout stapelden. Uit het onderzoek blijkt dat de Middelburgse kinderbescherming al in juli 1994 over de mishandelingen van de drie kinderen was getipt. Toen hulpverleners door de ouders buiten de deur werden gezet, eisten zij een onderzoek. Deze melding werd in 1997 echter niet in het registratiesysteem opgenomen waardoor en nooit een onderzoek kwam en de mishandelingen voortduurden. De inspectie spreekt van "verwijtbaar nalatig handelen".
NALATIGHEID
Toen de fout bijna een jaar later werd ontdekt greep de met de zaak belaste praktijkleider nog steeds niet in. Ook dat vindt de inspectie "verwijtbare nalatigheid" Boven dien sloot de leider zonder duidelijke redenen het dossier in 1999. Volgens adjunct-directeur Haffmans zijn alle betrokkenen inmiddels nadrukkelijk op hun fouten aangesproken. "We zijn vreselijk geschrokken van deze zaak. Dit mag natuurlijk nooit meer gebeuren. Daarom heeft de Middelburg-affaire in samenspraak met justitie deze verstrekkende gevolgen op landelijk niveau gekregen."
De biologische vader van de drie mishandelde kinderen Fred Candel (40) is verheugd over de drastische aanpak: "Ik heb mijn kinderen jaren niet mogen zien en heb tien jaar lang moeten bidden en smeken om een aanpak. Het is vreselijk dat mijn kinderen dit jarenlang hebben moeten doormaken voor de ernst van de zaak werd ingezien."
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |