Van kwaliteitsverbetering naar waarborgen van kwaliteit
Was 1997 voor onze jonge Stichting het jaar waarin we overwogen van opbouw naar investering in kwaliteit hebben gemaakt. 1998 was het jaar waarin we de verworvenheden van de protocollering en professionalisering van het jeugdbeschermingzwerk hebben geprobeerd te verankeren.
Mede door een extra financiële impuls voor de sector konden we de werkdruk voor uitvoerende werkers naar een aanvaardbare niveau brengen. De aanhoudende groei baart zorgen, zowel in zijn maatschappelijke aspecten als in zijn organisatorische gevolgen.
Wij zijn tevreden dat we ook dit jaar weer een bijdrage hebben kunnen leveren aan de ontwikkelingskansen van de aan onze zorg toevertrouwde kinderen en hun ouders. Zonder de betrokkenheid en bezieling van alle medewerkers op zowel cliënten als op de zorg voor elkaar, was dit niet mogelijk geweest.
P.J.M. Hilhorst
Algemeen directeur
Overleg met kinderrechters
Eén a twee keer per jaar is er een overleg met de kinderrechters. Doel daar van dit overleg is van de kinderrechters te vernemen of de kwaliteit van de verrichte werkzaamheden voldoet aan de verwachtingen ten aanzien van de vorm en de inhoud van de rapportage, die de basis vormt voor de Juridische toetsing door kinderrechters.
De stichting Jeugd en Gezin Flevoland heeft in 1998 de missie en visie vastgelegd, zoals wij deze als instelling diensten uit te dragen Om hiervoor een zo groot mogelijk draagvlak te hoeden is het voornemen om deze begin 1999 met alle medewerkers wederom door te spreken.
Missie
Met inzet van de aan ons ter beschikking gestelde middelen trachten vanuit een kinderbeschermingsmaatregel, ouders en kinderen te helpen, te steunen en te dwingen om de bedreigende ontwikkelingssituatie om te buigen in een, zo mogelijk, gezonde opvoedingsituatie.
Daarnaast willen wij vanuit deskundige , die tijdens deze missie wordt op gedaan, een bijdrage leveren aan een gezonder maken van de Flevolandse samenleving als geheel en de situatie van kinderen en jeugdigen in het bijzonder.
Visie, van waaruit we bovenstaande willen bereiken
Wij gaan ervan uit dat kinderbeschermingsproblematiek in zijn algemeenheid twee aspecten kent: De maatschappelijke en de individuele.
Het maatschappelijke aspect:
Wij bezien onze Flevolandse maatschappij vanuit het beeld dat er sprake is van effecten van groei en stagnatie van groei. Dit naast de algeheel landelijk geldende heroriëntatie op normen en waarden en individualisering en de daaruit vloeiende opvoedingsonderzoek. Stagnatie van groei betekent meer werkeloosheid, voorzieningniveaus onder druk.
Extreme groei betekent veel aandacht voor infrastructuur, minder voor welzijn. Het betekent ook lossere sociale verbanden en minder betrokkenheid. Wij zullen er vanuit die visie niet ontkomen om ons meer dan gebruikelijk, zowel in de jeugdreclassering als in de (gezins)voogdij, te richten.
De klachtencommissie is in april 1998 haar werkzaamheden begonnen,alle cliënten zijn door de directie schriftelijk op de hoogte gebracht van het bestaan van zowel de klachtenregeling als van de klachtencommissie. Ook ontvangen alle cliënten bij aanvang van de maatregel een introductiefolder, waarin melding wordt gemaakt van het bestaan van het klachtregeling een introductiefolder, waarin melding wordt gemaakt van het bestaan van een klachtregeling en hoe men er het klachtrechtelement kan ontvangen.
Uiteraard verdient het de voorkeur dat onvrede over bepaalde gedraging in eerste instantie tussen de partijen (meestal gezinsvoogd en cliënt) wordt besproken en opgelost. Het is evenzo beleid dat, indien er fundamentele fricties blijven, een gesprek mogelijk is in het bijzijn van de betreffende teamlijder.
Vaak worden op een dergelijke wijze klachten afgehandeld en komen ze, indien besproken en opgelost op het niveau van de uitvoering, niet bij de klachtencommissie terecht. Klachtenafhandeling op het niveau van de uitvoering levert eerder een communicatie op die er op is gericht om tot een compromis te komen en tot verhouding die een verdere werkrelatie niet in de weg staan.
Het beleid van Stichting Jeugd en Geizin Flevoland is er dan ook op gericht om zoveel mogelijk klachten bespreekbaar te maken op het niveau van de uitvoering. Uiteraard sluit dit niet uit dat cliënten zich ( kunnen ) richten tot de klachtencommissie voor een formele afhandeling.
Vanaf de periode dat de klachtencommissie haar werk heeft aangevangen, zijn er in 1998 acht klachten bij de klachtencommissie binnengekomen:
In zes situaties werd overgegaan tot een bemiddelingsgesprek tussen de betrokkenen en de betreffende teamlijder, Een vijftal keren leiden dit tot een bevredigende oplossing en kon de klachtencommissie de betreffende klachten buiten behandeling laten klacht nummer zeven werd ingediend door een derde, deze werd door de klachtencommissie gewezen op het feit dat de klacht om deze reden niet ontvankelijk was klacht acht werd in de hoorzitting behandeld en betrof onder andere onduidelijkheden in afgegeven beschikking Cliënt had meerdere beschikkingen en zou had duidelijk vinden als op de later afgegeven beschikking zou staan dat deze de eerdere verving. Dit werd door de klachtencommissie ook als advies geformuleerd naar de directie.
De klachtencommissie acht zich kort werkzaam om nu al algemene aanbevelingen te doen. Wel zal er in de volgende jaren meer nadruk komen te liggen op tijdige terugrapportages van bemiddelingsgesprekken, zodat de commissie klager naar behoren kan informeren over de verdere afhandeling van de klacht of bevestiging dat de klacht als ingetrokken wordt beschouwd
Algemeen directeur De heer P.J.M. Hilhorst Staf unitleider De heer H.J. Hagen Teamleiders De heer W.G.M. Pallandt Mevrouw H.L.I.W. Muiser-Saes De heer N.E.W. Hielkema Mevrouw Venema-Kramer Projectleider kwaliteitszorg De heer H.M.P.G. van Oort Juridische medewerker De heer Mr.G.W. Milet de St.Aubin Personeelszaken Mevrouw B.M. Hanssns-Martucci Financiële administratie Mevrouw M.C.H. Bouquet Systeembeheer De heer W.G.M. Pallandt Secretariaat (inclusief receptionistes) Algemeen Mevrouw G. Bies-Broekhuizen Mevrouw M. Keuning Mevrouw M. L.Moes Mevrouw F. Post-Hollander Mevrouw E. Venema-Kramer Mevrouw W.H. Vlietsra-Van Dam Directiesecretariaat Mevrouw B.M. Hansessens-Martucci Gezinsvoogden De heer E.R. Aukema De heer H.W.J. Bakker Mevrouw S.G.J.R. Duikersloot Mevrouw H.M. Frenken Mevrouw E. Hage-Valk De heer M. Jadroun Mevrouw S. Jethoe De heer J. van Keulen Mevrouw S.L.C. Kranenedonk Mevrouw J.E. Miedema De heer P.E.P.M. Philipsen Mevrouw C.F. Piek Mevrouw W.M. Rebel Mevrouw P. van der De heer R. Schriemer Mevrouw T.J.E. Sieverts Mevrouw S. Simons-Visch De heer R.K. Swieringa De heer R.P. Tissink Mevrouw N. Varna De heer J.J.E Verdonk Mevrouw P.C.M.A. Verstegen Mevrouw A.J. Vrekken De heer C. Woortman
Jeugdreclassering De heer G.A. Boersma
Mevrouw K. Knopper
Mevrouw C.H. van Noord
De heer S. van Haitsma voorzitter Vacature plaatsvervangende voorzitter Mevrouw L. van Wingerden-Visser secretaris De heer W. Snip penningmeester De heer E.G. Soejoko lid De heer J.M. van Raaijen lid Vacature lid Directie De heer P.J.M. Hilhorst algemeen directeurPer november 1998 heeft de heer B.A.P. van Eeuwijk zijn bestuursfunctie neergelegd.
Kinderdieven | Wetteloze praktijken |
Andere tijden | Hoe wordt het raadsrapport geschreven? |
De zaak Admiraal/Vermaas | De zaak J. Zander |
De zaak Jansen/Vermeulen | De zaak J. Hop |