Brief aan de voorzitter van Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State met
verzoek om voorlopige voorziening en een dwangsom t.a.v. Zuiveringschap Limburg


EuroStaete . . EKC . . Klokkenluiders <===> SDN . . Wolmanzouten . . English

Henry George (1839-1897): De Aarde behoort toe aan alle levende wezens

't Achterom 9a
5491 XD
Sint Oedenrode
Tel. 0413-490387
Fax. 0413-490386

Aantekenen

Voorzitter van de Raad van State,
Afdeling bestuursrechtspraak
Postbus 20019,
2500 EA 's-Gravenhage.

Sint Oedenrode, 31 januari 2000.

    OPEN BRIEF

Tevens, excl. bijlagen, incl. machtiging, verstuurd per fax 070 - 3651380 op 31 januari 2000.

Ons kenmerk: SGW/provNbr/31010/B.

Betreft: Stichting Groen Wonen Bakel/Beroepschrift tegen het op 24 december 1999 verzonden besluit van 21 december 1989, nummer: 656154, van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord Brabant, inzake Helmondsestraat 60, code NB/195/0006.


Geacht college,

Namens Stichting Groen Wonen Bakel, gevestigd aan de Helmondsestraat 50, 5761 CT Bakel, hierna te noemen appellant, tekent ondergetekende beroep aan tegen bovengenoemd besluit van 21 december 1999, nummer 656154, van Gedeputeerde Staten van de Provincie Noord Brabant. Van het bestreden besluit vindt u een kopie bijgevoegd (Bijlage AA)(6 pagina's). Wij verzoeken u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als woordelijk herhaald in ingelast te beschouwen.

    Motivering beroepschrift.

In beginsel zijn de bezwaargronden van appellant gelijk aan ons eerder bij aangetekende brief van 26 september 1999, kenmerk SGW/ProvNbr/26099, ingediend beroepschrift bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, nader gemotiveerd bij brief van 21 oktober 1999. Ons beroepschrift van 26 september 1999, kenmerk: SGW/ProvNbr/26099, vindt u bijgevoegd (bijlage BB)(37 pagina's). Wij verzoeken u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als woordelijk herhaald en ingelast te beschouwen.

Bij brief van 30 september 1999, nummer 199902386/1/G3I, heeft de secretaris van de Raad van State de ontvangst van ons beroepschrift van 26 september 1999 schriftelijk bevestigd en ons kenbaar gemaakt dat wij tot en met 28 oktober 1999 in de gelegenheid zijn om betreffend beroepschrift nader te motiveren. (bijlage CC)(1 pagina).

Betreffend beroepschrift heeft u op 26 september 1999 per fax ontvangen (bijlage DD)
(1 pagina) en is op 27 september 1999 per aangetekende brief verstuurd (bijlage EE)
(1 pagina) en derhalve ruim binnen het wettelijke termijn van 6 weken.

Bij brief van 21 oktober 1999 hebben wij ons beroepschrift van 26 september 1999 nader gemotiveerd. Betreffende nadere motivering van 21 oktober 1999 vindt u bijgevoegd (Bijlage FF) (52 pagina's). Wij verzoeken u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als woordelijk herhaald en ingelast te beschouwen.

Deze nadere motivering van 21 oktober 1999 heeft u op 21 oktober 1999 per fax ontvangen (bijlage GG)(1 pagina) en is op 21 oktober 1999 per aangetekende brief verstuurd (bijlage HH)(1 pagina) en derhalve ruim vóór 28 oktober 1999 komen. U heeft derhalve zowel ons beroepschrift van 26 september 1999 als wel onze nadere motivering van 21 oktober 1999 ruimschoots op tijd ontvangen.

    Wat is er vervolgens gebeurd.

Uw behandeld ambtenaar I. Feis heeft ons beroepschrift van 26 september 1999 vanaf 26 september 1999 tot 6 oktober 1999 (11 dagen lang) op haar bureau laten liggen alvorens het door te sturen aan Gedeputeerde Staten voor Noord Brabant om het daar te laten behandelen als bezwaarschrift.

Uw behandelend ambtenaar I. Feis heeft hiermee zeer nadrukkelijk gehandeld in strijd met artikel 6:15 Algemene wet bestuursrecht. Daarin staat namelijk letterlijk de volgende tekst:

Art. 6:15.

  1. Indien het bezwaar- of beroepschrift wordt ingediend bij een onbevoegd bestuursorgaan of bij een onbevoegde administratieve rechter, wordt het, nadat daarop de datum van ontvangst is aangetekend, zo spoedig mogelijk doorgezonden aan het bevoegde orgaan, onder gelijktijdige mededeling hiervan aan de afzender.
  2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing indien in plaats van een bezwaarschrift een beroepschrift is ingediend of omgekeerd.
  3. Het tijdstip van indiening bij het onbevoegde orgaan is bepalend voor de vraag of het bezwaar- of beroepschrift tijdig is ingediend indien:
    • geen juiste toepassing aan artikel 3:45 of artikel 6:23 is gegeven,
    • het bezwaar of beroep is gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit, of
    • de onbevoegdheid van het orgaan voor de indiener van het geschrift op een andere grond onduidelijk kon zijn.

Ingevolge artikel 6:15 lid 3 van de Algemene wet bestuursrecht is het tijdstip van indiening bij het onbevoegde orgaan bepalend voor de vraag of het bezwaar- of beroepschrift tijdig is ingediend en niet het tijdstip wanneer het uw behandeld ambtenaar I. Feis heeft doorgezonden aan Gedeputeerde Staten van Noord Brabant.

Ook dit hebben wij Gedeputeerde Staten van Noord Brabant bij brief van 20 november 1999 ingediende nadere stukken zeer nadrukkelijk laten weten. Betreffende brief van 20 november 1999 vindt u bijgevoegd (bijlage II)(17 pagina's). Wij verzoeken u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als woordelijk herhaald en ingelast te beschouwen.

Ondanks het feit dat Gedeputeerde Staten van Noord Brabant over vorenstaande feitelijke informatie beschikken verklaren zij appellant in zijn bezwaarschrift toch niet-ontvankelijk en blijft inhoudelijke behandeling van de bezwaren achterwege. Als een paal boven water staat dat uw behandelend ambtenaar I. Feis ons bezwaarschrift op 26 september 1999 heeft ontvangen.

Ook staat als een paal boven water dat wanneer uw behandelend ambtenaar I. Feis ons beroepschrift vóór 1 oktober 1999 had doorgezonden (hetgeen zij wettelijk verplicht was) aan Gedeputeerde Staten van Noord Brabant dan hadden zij het op tijd ontvangen en hadden zij ons bezwaarschrift ontvankelijk moeten verklaren.

27, 28, 29 en 30 september betreffen vier volledige werkdagen. Uw behandelend ambtenaar I. Feis heeft derhalve vier volledige werkdagen de tijd gehad om ons beroepschrift van 26 september 1999 tijdig door te sturen aan Gedeputeerde Staten van Noord Brabant. Zij heeft dit nagelaten en derhalve gehandeld in strijd met "zo spoedig mogelijk" uit artikel 6:15 Algemene wet bestuursrecht.

Op grond van vorenstaande feitelijke informatie kan het bestreden besluit nooit in stand blijven. Wij richten aan u het nadrukkelijke verzoek om hierop:

  • Het bestreden besluit te vernietigen.
  • Ons namens appellant ingediende bezwaarschrift van 26 september 1998, kenmerk SGW/provNbr/26099, gegrond te verklaren.
  • Het besluit van 18 augustus 1999, kenmerk: 631496, van Gedeputeerde Staten te vernietigen.

    Gaat u op grond van vorenstaande feitelijke informatie niet over tot vernietiging van het bestreden besluit dan laat u hierbij jurisprudentie ontstaan dat voortaan uw behandelend ambtenaren kunnen beslissen of een bezwaarschrift al dan niet ontvankelijk wordt verklaard.

    Wij vertrouwen erop dat u een dergelijke jurisprudentie niet laat ontstaan. Temeer omdat juist deze handelwijze ertoe heeft geleid dat het college van Gedeputeerde Staten van Noord Brabant zich is gaan gedragen als een schepper naast God.

    Als bewijs daarvoor vindt u bijgevoegd:

    1. de brief van 26 november 1999, kenmerk 647255, van Gedeputeerde Staten van Noord Brabant aan Bogaerts en Groenen Advocaten te Boxtel (Bijlage JJ)(2 pagina's).
    2. het persbericht met als kop "college GS Brabant is als een schepper naast God" van 30 januari 2000 van R.M. Brockhus te Huizen. (Bijlage KK)(1 pagina). Wij verzoeken u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als woordelijk herhaald en ingelast te beschouwen.

    Het op deze manier misbruiken van bevoegdheden heeft appellant veel geld gekost aan juridische bijstand gedurende de bezwaarfase. Bij arrest van 17 december 1999 heeft de Hoge Raad uitgesproken dat Gedeputeerde Staten deze kosten moet vergoeden (Bijlage LL)(1 pagina).

    Wij richten aan u daarom het verzoek om Gedeputeerde Staten van Noord Brabant te veroordelen in:

  • De kosten van juridische bijstand die appellant gedurende de bezwaren procedure heeft moeten maken.
  • De proceskosten van dit beroep.
  • De beroepskosten van dit beroep.

Tenslotte verzoeken wij u ondergetekende in ieder geval te horen op een dinsdag of donderdag. Dit vanwege het feit dat ondergetekende op die andere dagen verplichtingen elders heeft.

Expliciet maken wij u kenbaar dat de griffierechten ten laste van de rekening-courant, nummer 705-151R gebracht moeten worden.

De volmacht van appellant vindt u bijgevoegd (Bijlage MM)(1 pagina).

Bijgevoegd vindt u verder:

  • uittreksel KvK, met dossiernummer 17101880, van Stichting Groen Wonen Bakel (Bijlage NN)(2 pagina's).
  • uittreksel KvK, met dossiernummer 16090111, van het Ecologisch Kennis Centrum B.V. (Bijlage OO)(2 pagina's).
  • uittreksel KvK, met dossiernummer 17102683 van Van Rooij Holding B.V. (Bijlage PP) (2 pagina's).

In afwachting van uw bericht, tekenen wij,

    Hoogachtend,

ing.A.M.L. van Rooij, veiligheids- en milieudeskundige

    Ecologisch Kennis Centrum BV
    Voor deze

    Ing. A.M.L. van Rooij,
    directeur.


Bijlage: Dit beroepschrift bevat de bijlagen AA t/m PP bestaande uit 127 pagina's.

Website adres: http://www.sdnl.nl/ekc/ekc-rs42.htm




      E-mail; Bank: ABN-AMRO Sint Oedenrode - Rekeningnr,: 50.68.32.015 K.v.K nr.: 16019111
      Op al onze leveringen - betalingen en/of transacties zijn van toepassing de
      algemene voorwaarden zoals gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel Oost - Brabant