't Achterom 9a
Aan de Raad van State,
Aantekenen. Sint Oedenrode, 4 oktober 1999. Tevens, excl. bijlagen, incl. machtiging, verstuurd per fax 070 - 3651380 op 4 oktober 1999. Ons kenmerk: EC/Zuiv/04109/B. Betreft:
Namens de heer ir. L.M.M Nevels, directeur van Edelchemie Panheel B.V., gevestigd aan het adres St. Antoniusstraat 15 te 6097 ND Panheel, hierna te noemen: appellant, tekent ondergetekende hierbij beroep aan tegen bovenvermeld besluit van 26 augustus 1999, kenmerk V&H/Jn/1999.13989, van het dagelijks bestuur van het Zuiveringschap Limburg. Van het bestreden besluit vindt u een kopie bijgevoegd (bijlage A)(7 pagina's).
Het kernpunt van dit geschil zit hem in het volgende feit: Voorzitter mr. P.J. Boukema heeft op dezelfde dag (26 januari 1999) uitspraak gedaan in zowel de voorlopige voorzieningsprocedure (F03.98.1070/p50) alswel de hoofdzaak (E03.98.1703/p10) zonder ondergetekende te hebben gehoord ondanks ons nadrukkelijk verzoek daarom.
De cruciale vraag hierbij is:
Antwoord Zuiveringschap Limburg.
Antwoord ondergetekende namens appellant.
In artikel 36, eerste lid, van de Wet op de Raad van State staat letterlijk de volgende tekst.
1. Indien bij de Afdeling beroep kan worden ingesteld, is hoofdstuk 8 van de Algemene wet bestuursrecht, met uitzondering van de artikelen 8:1, eerste en tweede lid, 8:4, 8:5, 8:6, eerste lid, 8:7, 8:8, 8:9, 8:10 en 8:13, van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat artikel 8:86, eerste lid, slechts kan worden toegepast indien partijen daarvoor toestemming hebben gegeven. Ook hierop worden partijen in de uitnodiging, bedoeld in artikel 8:83, eerste lid, gewezen. Wij verzoeken u kennis te nemen van de inhoud van bovengenoemde artikelen en die inhoud hier als woordelijk herhaald en ingelast te beschouwen. Uit die inhoud kunt u opmaken dat alvorens voorzitter mr. P.J. Boukema een 'kortsluitende' uitspraak had mogen doen in zowel de voorlopige voorzieningsprocedure (F03.98.1070/p50) en de hoofdzaak (E03.98.1703/p10) hij ingevolge artikel 36, eerste lid van de Wet op de Raad van State, juncto artikel 8:86 en 8:83, eerste lid, Algemene wet bestuursrecht daarvoor toestemming had moeten hebben van appellant en daarop partijen in de uitnodiging voor de hoorzitting, bedoeld in artikel 8:83, eerste lid, had moeten wijzen. Een vaststaand feit is dat appellant aan mr. P.J. Boukema geen toestemming heeft gegeven tot het doen van een 'kortsluitende uitspraak' in zowel de voorlopige voorzieningsprocedure (F03.98.1070/p50) en de hoofdzaak (E03.98.1703/p10) en dat mr. P.J. Boukema partijen daar in zijn uitnodiging voor de hoorzitting ook niet op heeft gewezen.Voorzitter mr. P.J. Boukema heeft zijn "kortsluitende" uitspraken zelfs gedaan zonder hoorzitting ondanks het feit dat appellant zeer nadrukkelijk om een hoorzitting heeft verzocht. Op grond van vorenstaande feitelijke informatie is komen vast te staan dat voorzitter mr. P.J. Boukema zijn 'kortsluitende' uitspraak in zowel de voorlopige voorzieningsprocedure (F03.98.1070/p50) en de hoofdzaak (E03.98.1703/p10) tot stand heeft laten komen in strijd met artikel 36, eerste lid van de Wet op de Raad van State, juncto artikel 8:86 en 8:83 , eerste lid, Algemene wet bestuursrecht. Betreffende 'kortsluitende' uitspraken zijn daarom onrechtmatig tot stand gekomen. Hieruit kunnen om die reden voor appellant geen nadelige rechtsgevolgen worden ontleend. Op grond van vorenstaande feitelijke informatie kan het bestreden besluit van het dagelijks bestuur van het Zuiveringschap Limburg nooit in stand blijven. Wij verzoeken u daarom hierop:
Mocht U ondanks vorenstaande feitelijke informatie niet overgaan tot vernietiging van het bestreden besluit, dan verzoeken wij u in deze zaak de volgende prejudiciële vraag voor te leggen aan het Europese Hof van Justitie, zoals bedoeld in artikel 177 van het EEG-verdrag, inhoudende: Vraag aan Europese Hof van Justitie.
Tenslotte verzoeken wij u ondergetekende in ieder geval te horen op een dinsdag of donderdag. Dit vanwege het feit dat ondergetekende op de andere dagen verplichtingen elders heeft. Expliciet maken wij u kenbaar dat de verschuldigde griffierechten ten laste van de rekening-courant, nummer 705-151R, gebracht moeten worden. De volmacht van appellant vindt u bijgevoegd. (Bijlage E)(1 pagina). Bijgevoegd vindt u verder:
C.c. Europese Hof van Justitie.
Website adres: http://www.sdnl.nl/ekc/ekc-rs22.htm
|
SDN-rubrieken
Milieu-onderwerpen
Nuloptie van Edelchemie
Ecologisch Kennis Centrum
Raad van State verbiedt shredderen afvalhout
Falende handhaving van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
Zienswijze over milieueffecten van Groene stroom aan GS Limburg
Falende handhaving van de raad van de Gemeente Son en Breugel
Nuon Power Buggenum werkt zonder Wvo-vergunning, verzoek tot schorsing RvS
Voorz. van de Raad van State, Mr. van Dijk krijgt verantwoordelijkheid op z'n bord
Verzoek de jacht te openen op een van de grootste Brabantse vervuilers: Gebr. van Aarle BV
Staatsraad Boll klapte ooit uit de school met: Mijnheer van Rooij u kunt wel doorgaan met
procederen tegen houtimpregneerbedrijf gebr. van Aarle B.V., maar u wint dat nooit. Ik raad
u aan om hierover in overleg te treden met de commissaris van de koningin mr. F.J.M. Houben.
Stichting Sociale Databank Nederland
E-mailadres: sdn@planet.nl
Internet site:
http://www.sdnl.nl/ekc/ekc-rs22.htm
Westkade 227, 1273 RJ Huizen (NH)
Tel.: (31)-35-5244141