't Achterom 9a
Voorzitter van de Raad van State, Sint Oedenrode, 8 juli 1999. PleitnotitieR.M. Brockhus appellant
Tegen: Uw nummer: F03990269/1/G6I. Tijdstip hoorzitting: 8 juli 1999 om 12.15 uur.
Met betrekking tot deze zaak heeft u de volgende stukken ontvangen:
Wij verzoeken u de inhoud van bovengenoemde stukken volledig te betrekken in uw beslissing.
Gedeputeerde Staten van de provincie Limburg (hierna: verweerder) hebben onze aanvraag van 29 augustus 1998, kenmerk RB/ProvL.29088, op 1 september 1998 ontvangen. Heden 8 juli 1999, 44 weken na ontvangst van onze aanvraag, heeft verweerder nog steeds geen besluit genomen op onze aanvraag van 29 augustus 1998. Uit de artikelen 4:13 en 4:14 van de Algemene wet bestuursrecht volgt dat, indien het bestuursorgaan acht weken na de ontvangst van het verzoek geen definitief besluit heeft genomen en evenmin een kennisgeving van een voornemen of mededeling van een ontwerpbesluit heeft gedaan, er sprake is van het niet tijdig nemen van een besluit, tenzij binnen deze termijn de besluitvorming op grond van artikel 4:14 van de Algemene wet bestuursrecht met een redelijke termijn is verdaagd. Voor jurisprudentie verwijzen wij u naar uitspraak F03.99.0204 van 28 april 1999 van de voorzitter van de Raad van State, waarvan u een afschrift achter deze pleitnotitie vindt gevoegd (bijlage 1). Uit vorenstaande kan worden opgemaakt dat verweerder de wettelijke termijn, waarbinnen zij hadden moeten beschikken, reeds met maar liefst 36 weken heeft overschreden.
Uit de inhoud van onze bij brief van 6 juli 1999 nader toegezonden stukken kunt u opmaken dat verweerder, in haar bekendmaking van het ontwerpbesluit van 24 juni 1999 tot en met 7 juli 1999 via de media heeft kenbaar gemaakt dat A.M.L. van Rooij heeft verzocht tot het intrekken van de verleende
Wm-vergunningen voor het shredderen van afvalhout afkomstig van bouw- en sloopafval binnen de provincie Limburg. Dit is volstrekt onjuist.
Vanwege het feit dat betreffende bekendmaking is opgesteld door Ing. E.W. Steynebrugh, het hoofd van de afdeling vergunningen van de hoofdgroep milieu van de provincie Limburg, en wij hem een half jaar geleden in een persoonlijk gesprek van deze problematiek op de hoogte hebben gebracht, kunnen wij niet anders dan concluderen dat hier sprake is van opzet. Voor nadere onderbouw verwijzen wij u naar de volgende bijgevoegde stukken:
Uit de inhoud van die stukken kan niet anders dan worden geconcludeerd dat verweerder opzettelijk de maximale wettelijke termijn van 8 weken, waarbinnen zij een besluit hadden moeten nemen op onze aanvraag van 29 augustus 1998, met maar liefst 36 weken hebben overschreden. Uit die inhoud kan eveneens niet anders dan worden geconcludeerd dat verweerder opzettelijk haar bevoegdheden misbruikt voor het bedenken van juridische trucks om de maximale wettelijke termijn, waarbinnen zij hadden moeten beschikken, met nog veel meer jaren te verlengen. Dit alles met de bedoeling de gehele provincie Limburg te kunnen vergiftigen met de meest kwalijke kankerverwekkende verbindingen, waaronder arseenzuur en chroomtrioxide. Aan deze collusie "poisoning for profit" dient onmiddellijk een einde te komen. Mede gezien het feit dat deze opzettelijke vertragingstechnieken van verweerder er enkel en alleen op is gericht om geheel Limburg te vergiftigen, ter bevoordeling van enkelen. Dit rechtvaardigt dwangmaatregelen. Wij richten aan u daarom het nadrukkelijke verzoek de voorlopige voorziening te treffen dat verweerder vóór 1 augustus 1999 een besluit moet nemen op onze aanvraag van 29 augustus 1998. Tevens verzoeken wij u verweerders te veroordelen in de proceskosten overeenkomstig het puntensysteem zoals dat staat opgenomen in het besluit proceskosten bestuursrecht. Het ingevuld proceskostenformulier vindt u bijgevoegd.
Ecologisch Kennis Centrum BV
ing. A.M.L. van Rooij,
Bijlage: Deze pleitnotitie bevat een 4-tal bijlagen bestaande uit 12 pagina's. |
Columns
SDN-rubrieken
Milieu-onderwerpen
Nuloptie van Edelchemie
Ecologisch Kennis Centrum
Raad van State verbiedt shredderen afvalhout
Falende handhaving van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
Zienswijze over milieueffecten van Groene stroom aan GS Limburg
Falende handhaving van de raad van de Gemeente Son en Breugel
Nuon Power Buggenum werkt zonder Wvo-vergunning, verzoek tot schorsing RvS
Voorz. van de Raad van State, Mr. van Dijk krijgt verantwoordelijkheid op z'n bord
Verzoek de jacht te openen op een van de grootste Brabantse vervuilers: Gebr. van Aarle BV
Staatsraad Boll klapte ooit uit de school met: Mijnheer van Rooij u kunt wel doorgaan met
procederen tegen houtimpregneerbedrijf gebr. van Aarle B.V., maar u wint dat nooit. Ik raad
u aan om hierover in overleg te treden met de commissaris van de koningin mr. F.J.M. Houben.