provinsje Fryslân stuurt ontwerpbeschikking over shredderen afvalhout


EuroStaete . . EKC . . Klokkenluiders <===> SDN . . Wolmanzouten . . English



Aan de heer R.M. Brockhus
Westkade 227
1273 RJ HUIZEN



Leeuwarden  : 8 januari 1999
Ons kenmerk : MO/98-91153 B4
Afdeling    : milieuvergunningen
Tst.        : .... 840/mw. T. Jeltema
IS-VUP nr.  : 10923
Bijlagen    : kennisgeving, ontwerpbeschikking

onderwerp   : Toepassing Wet milieubeheer.

Hierbij zenden wij u een exemplaar van de ontwerpbeschikking welke is opgesteld aan de hand van ons voornemen, op grond van het bepaalde in artikel 8.25, eerste lid onder a, van de Wet milieubeheer, niet te voldoen aan het namens u door het Ecologisch Kennis Centrum te Sint Oedenrode ingediende verzoek om de aan Fa. Van der Galiën te Wouterswoude bij beschikking d.d. 2 oktober 1996, kenmerk MO/96-63834 verleende vergunning ingevolge deze wet (gedeeltelijk) in te trekken. De vergunning is verleend ten behoeve van een inrichting voor het composteren van groenafval en het bewerken (verkleinen) van afvalhout. De gedeeltelijke intrekking betreft het onderdeel shredderen van afvalhout dat vrijkomt bij bouw- en sloopafval. De inrichting is gelegen aan de Broeklaan te Wouterswoude.

Het voornemen is u op 23 oktober 1998 toegezonden.

Tevens zenden wij u een exemplaar van de kennisgeving.

Gedeputeerde Staten van Fryslân,




voorzitter,




loco-griffier















Fa. Van der Galiën
Voorweg 75
9113 PC WOUTERSWOUDE




Leeuwarden,


Ons kenmerk  :  MO/98-91153 B4
Afdeling     :  Milieuvergunningen
Toestel      :  840/T.Jeltema/K
Uw kenmerk   :  -
ISVUPno      :  10923
Bijlage(n)   :  -
Onderwerp:
Verzoek om intrekking vergunning
ingevolge de Wet milieubeheer

ONTWERPBESCHIKKING


WEERGAVE VAN DE FEITEN:

Op 29 augustus 1998 hebben wij van het Ecologisch Kenniscentrum B.V. te Sint Oedenrode gelet op artikel 8.25, eerste lid, onder a van de Wet milieubeheer een verzoek ontvangen om de aan u bij beschikking van 2 oktober 1996, kenmerk MO/96-63834, verleende vergunning ingevolge de Wet milieubeheer (gedeeltelijk) in te trekken. De gedeeltelijke intrekking betreft het onderdeel shredderen van afvalhout dat vrijkomt bij bouw- en sloopafval.

De vergunning is verleend voor een inrichting voor het composteren van groenafval en het bewerken (verkleinen) van afvalhout. De inrichting is gelegen op het perceel kadastraal bekend gemeente Akkerwoude, sectie M, nummers 533, 543, 535 en 536 (gedeeltelijk), plaatselijk bekend Broeklaan ongenummerd te Wouterswoude.

Wij zijn niet van plan aan dit verzoek te voldoen. ingevolge het bepaalde in de Wet milieubeheer en de Algemene wet bestuursrecht hebben wij bij brief van 23 oktober 1998 u, verzoeker en andere betrokken bestuursorganen (nl. b. en w. van de gemeente Dantumadeel, de Inspectie Milieuhygiëne Noord de gelegenheid moeten geven adviezen c.q. zienswijze over ons voornemen kenbaar te maken. In deze brief hebben wij tevens vermeld welke procedure gevolgd moet worden,;nl. die van paragraaf 3.5.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en uit welke onderdelen die procedure bestaat. Deze procedure bestaat uit een voornemengedeelte, het maken van een ontwerpbeschikking en het maken van de beschikking. Van de gelegenheid adviezen c.q. zienswijze kenbaar te maken omtrent ons voornemen om geen gevolg aan het intrekkingsverzoek is zowel door b en w van de gemeente Dantumadeel en verzoeker gebruik gemaakt.

OVERWEGINGEN TEN AANZIEN VAN DE AANVRAAG.

Gedeputeerde Staten zijn op basis van artikel 8.25, derde lid, van de Wet milieubeheer bevoegd op de aanvraag te beslissen.


Inhoudelijke beoordeling.

Wij kunnen tot intrekking van de vergunning overgaan, indien de inrichting ontoelaatbaar nadelige gevolgen voor het milieu veroorzaakt. Voorts moet bij de beoordeling het bepaalde in de artikelen 8.8 en 8.9 van de Wet milieubeheer in acht worden genomen. Artikel 8.8 bevat criteria waaraan de aanvraag getoetst moet worden, terwijl artikel 8.9 vermeldt dat bij de beslissing op de aanvraag ervoor gezorgd moet worden dat er geen strijd ontstaat met de in dit artikellid genoemde wettelijke regels die met betrekking tot de inrichting gelden.

In de onderhavige situatie is niet sprake van een inrichting die ontoelaatbaar nadelige gevolgen voor het milieu veroorzaakt.

De ontstane situatie is niet op te lossen door beperkingen waaronder de nu vigerende vergunning is verleend of voorschriften die daaraan zijn verbonden, te wijzigen, aan te vullen of in te trekken, dan wel door alsnog beperkingen aan de vergunning te brengen of voorschriften aan de vergunning te verbinden.

De ingediende adviezen/zienswijze op ons voornemen om de vergunning (gedeeltelijk) in te trekken houden het volgende in.

B. en w. van de gemeente Dantumadeel delen mee, onze motivatie, om niet te voldoen aan het verzoek uw vergunning (gedeeltelijk) in te trekken, volledig te ondersteunen. Zij geven aan dat wanneer al het hout dat vrijkomt als bouw- en sloopafval moet worden ingezameld en verwerkt als gevaarlijk afval, de consequenties hiervan op dit moment niet te overzien zijn.

De vragen 1 en 2 van de zienswijze van verzoeker. Het Ecologisch Kennis Centrum, ingediend namens R.M. Brockhus, betreffen stappen in de procedure van paragraaf 3.5.6. van de Awb, die volgen op het gedeelte van de procedure dat betrekking heeft op het kenbaar maken van het voornemen.

Met betrekking tot deze vragen merken wij op dat wij bij brief van 23 oktober 1998 niet gevraagd hebben om de zienswijze kenbaar te maken op de ontwerpbeschikking, maar in die brief hebben wij gevraagd de zienswijze kenbaar te maken op ons voornemen. Gelet op de inhoud van onze brief van 23 oktober 1998 en de daarin verstrekte informatie over de te volgen procedure, nemen wij de overige opmerkingen voor kennisgeving aan.

Bij vraag 3 verzoekt u een bewijsstuk toe te zenden waaruit blijkt dat Provinciale Staten de afhandeling van uw aanvraag in handen hebben gesteld van Gedeputeerde Staten. Wij wijzen u er echter op dat de Wet milieubeheer, juncto het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer bepaald heeft dat niet Provinciale Staten maar Gedeputeerde Staten bevoegd zijn vergunningen ingevolge de wet milieubeheer te verlenen, te wijzigen of in te trekken. Een dergelijk verzoek zal dus niet gericht moeten worden aan Provinciale Staten, maar aan Gedeputeerde Staten. Het moeten overleggen van een bewijsstuk waaruit blijkt dat Provinciale staten de afhandeling van de aanvraag - die u in ieder geval ook aan ons gericht heeft - in onze handen hebben gesteld, is dus niet aan de orde.

De ingediende adviezen/zienswijzen geven ons geen aanleiding om ons voornemen niet door te zetten.


Inwerkingtreding besluit.

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dag waarop de beroepstermijn afloopt.

Gelet op het voorgaande en het bepaalde in de Wet milieubeheer alsmede paragraaf 3.5.6 van de Algemene wet bestuursrecht hebben wij

b e s l o t e n:

    de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van 2 oktober 1996 van Fa. Van der Galiën voor een inrichting voor het composteren van groenafval en het bewerken (verkleinen) van afvalhout aan Broeklaan ongenummerd te Wouterswoude niet in te trekken.

    Gedeputeerde Staten van Fryslân,

    
    
    
    voorzitter,
    
    
    
    
    loco-griffier
    
    
    
    
    
    
    

















KENNISGEVING ONTWERPBESCHIKKING BETREFFENDE
VERZOEK OM INTREKKING VERGUNNING V/D GALIEN

    Gedeputeerde Staten van Fryslân maken bekend, dat zij een verzoek hebben ontvangen de aan Fa. Van der Galiën te Wouterswoude op 2 oktober 1996 onder kenmerk MO/96-63834 verleende vergunning ingevolge de Wet milieubeheer (gedeeltelijk) in te trekken. De vergunning is op 2 oktober 1996, kenmerk MO/96-63834, door ons verleend voor een inrichting voor het composteren van groenafval en het bewerken (verkleinen) van afvalhout. De gedeeltelijke intrekking betreft het onderdeel shredderen van afvalhout dat vrijkomt bij bouw- en sloopafval. De inrichting is gelegen aan de Broeklaan te Wouterswoude. Gedeputeerde Staten zijn niet van plan aan dit verzoek te voldoen.


    U kunt de stukken inzien:

    Het voornemen, de ontwerpbeschikking en de daarbij behorende stukken liggen vanaf 18 januari 1999 tot het einde van de termijn waarbinnen beroep tegen de beschikking mogelijk is, ter visie:

    1. bij de sector Gemeentewerken van de gemeente Dantumadeel, bureau Milieu, Paardebloem 4 te Damwoude, van 09.00 tot 12.00 uur en is 's middags (met uitzondering van de vrijdagmiddag uitsluitend na telefonische afspraak. Bovendien in de openbare bibliotheek, Nieuweweg 1a te Damwoude, op woensdagavond van 18.30 tot 20.30 uur;

    2. in het provinciehuis, Tweebaksmarkt 52 te Leeuwarden, bij de afdeling milieuvergunningen, kamer 083, op werkdagen van 09.00 tot 12.00 uur en van 14.00 tot 16.00 uur (telefoonnummer (058) 2925128).

    Hebt u bedenkingen?

    Naar aanleiding van het voornemen/de ontwerpbeschikking;

    • kan iedereen tot en met 1 februari 1999 bij Gedeputeerde Staten van Fryslân, Postbus 20120, 8900 HM Leeuwarden, schriftelijk gemotiveerde bedenkingen inbrengen. Als de indiener van de bedenkingen niet wil dat zijn of haar persoonlijke gegevens bekend worden gemaakt, dan kan hij of zij daarom verzoeken;

    • is het mogelijk uiterlijk tot en met dezelfde datum een gedachtewisseling te houden met een vertegenwoordiging van Gedeputeerde Staten van Fryslân en de aanvrager. Hiertoe kan bij Gedeputeerde Staten een verzoek worden ingediend. Tijdens deze gedachtewisseling kunnen ook mondelinge bedenkingen worden ingebracht.

    Informatie:

    Hiervoor, en ook voor andere inlichtingen over deze procedure. kunt u contact opnemen met mevrouw T. Jeltema, afdeling Milieuvergunningen, telefoonnummer (058) 2925840.

    
    
    
    

    T.a.v. Hemmen & Solarz:

      te plaatsen in de Nieuwe Dockumer Courant, woensdag 13 januari 1999
      de Staatscourant, dinsdag 12 januari 1999