't Achterom 9a Afgegeven met
ontvangstbevestiging. Postbus 44, 5490 AA Sint-Oedenrode. Tevens, excl. bijlagen, verstuurd per fax 0413 - 478060.
Betreft: J.M.
van Rooij v/d Heijden, A.M. - Bedenkingen tegen de vanaf 4 maart 2004 ter inzage gelegde ontwerp-beschikking (art. 8.4 lid 1 Wet milieubeheer) op de op 25 november 2003 ingekomen aanvraag van houtbedrijf Gebr. van Aarle B.V., Ollandseweg 159 te Sint Oedenrode. - Tevens verzoek om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. - Tevens schadeaansprakelijkstelling. - Tevens oproep aan staatssecretaris P. van Geel van VROM om persoonlijk in te grijpen. - Tevens het wereldwijd openbaar maken van de hieronder beschreven vanuit het College van Procureurs Generaal aangestuurde zware georganiseerde milieucriminaliteit rondom dekmantelbedrijf Gebr. van Aarle B.V. Geacht college, Namens J.M. van Rooij v/d Heijden, A.M. Bedenking 1. Op blz. Het bestrijdingsmiddel Tanalith E 3485 is al vanaf 1 oktober 2001 niet meer toegelaten. Bij besluit van 14 september 2001 heeft het College voor de Toelating van Bestrijdingsmiddelen de door Hickson Garantor Nederland B.V. aangevraagde verlenging van het bestrijdingsmiddel Tanalith E 3485 afgewezen ( zie productie 1). Bij brief van 11 oktober 2001 heeft Arch Timber Protection B.V. te Wijchen (voorheen: Hickson Garantor Nederland B.V. te Nijmegen) daartegen bezwaar aangetekend bij het College voor de Toelating van Bestrijdingsmiddelen. Lopende de bezwarenprocedure is door Hickson Garantor Nederland B.V. niet tevens om voorlopige voorziening resp. schorsing verzocht bij het College van Beroep voor het Bedrijfsleven. Dit betekent dat vanaf 1 oktober 2001 het bestrijdingsmiddel Tanalith E 3485 niet meer is toegelaten en daarmee op. 1 oktober 2001 van rechtswege is beëindigt. Tegen dit op 1 oktober
2001 van rechtswege beëindigen van het bestrijdingsmiddel Tanalith
E 3485 kan geen bezwaar en beroep worden aangetekend. Het College voor de
Toelating van Bestrijdingsmiddelen heeft hiervan bij beschikking van 14
september 2001 mededeling gedaan in Hiermee is feitelijk komen vast te staan dat het bestrijdingsmiddel Tanalith E 3485 al vanaf 1 oktober 2001 niet meer is toegelaten. Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft dat in de overwegingen van haar uitspraak Awb 02/1506 van 26 juni 2003 niet meegenomen. Had het College van Beroep voor het Bedrijfsleven dat wel meegenomen in hun uitspraak Awb 02/1506 van 26 juni 2003 dan had moeten worden beslist dat de toelating van Tanalith E 3485 op 1 oktober 2001 van rechtswege is vervallen. Bedenking 2. Op blz. 4 t/m - koper(II)carbonaat (hydroxide) - boorzuur - tebuconazole - 2 amino-ethanol - di (2-ethyl hexyl)phtalaat U heeft zich daarbij gebaseerd op de op 25 november 2003 ingekomen
aanvraag van de Gebr. van Aarle B.V. opgesteld door MILON-milieu-onderzoek B.V. te Schijndel.
Milon milieu-onderzoek B.V.
heeft dat gebaseerd op het veiligheidsinformatieblad voor Tanalith
E 3485 van Arch Timber Protection B.V. (voorheen: Hickson
Garantor B.V.) die als bijlage 13 achter de aanvraag
is gevoegd. Daarin staan echter niet alle risicovolle componenten opgenomen die
Tanalith E 3485 bevat. Als feitelijk bewijs daarvoor vindt u bijgevoegd een kopie van het verslag chemisch
onderzoek van Tanalith 3485 van 22 februari 1993 van
de Keuringsdienst van Waren te Groningen (zie
productie 3). Wij verzoeken u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud
hier als herhaald en ingelast te beschouwen.
Uit die inhoud kunt u opmaken dat benevens de 3 actieve stoffen zo'n 6-tal andere stoffen met een dikke viltstift onzichtbaar zijn gemaakt, de methode van onderzoek deels onzichtbaar is gemaakt, een groot gedeelte van de opgegeven resultaten en het daarin bepaalde onzichtbaar zijn gemaakt. Dat hier sprake is van opzet en misdaad blijkt ook uit het feit
dat de naam van degene die binnen de Keuringsdienst van Waren dit chemisch
onderzoek heeft uitgevoerd onzichtbaar is gemaakt. Voor het kunnen doen van een
risicobeoordeling zullen wij alle onzichtbaar gemaakte stoffen moeten kennen. 1e verzoek om informatie. Wij verzoeken u ons een afschrift te laten toekomen van het originele verslag chemisch onderzoek van Tanalith 3485 van 22 februari 1993 van de Keuringsdienst van Waren te Groningen zonder dat daarop iets onzichtbaar is gemaakt. Ingevolge
artikel Nadat wij de hierboven verzochte informatie hebben ontvangen kunnen wij de risico's pas beoordelen. Wij verzoeken u ons daarvoor een nader termijn van vier weken te vergunnen na ontvangst van deze informatie en ondergetekende dat schriftelijk te bevestigen. Bedenking 3. Bijgevoegd vindt u het etiketteringadvies d.d. 14 september 1993
van Tanalith 3485 van de afdeling toxische stoffen
van het ministerie van Uit die inhoud kunt u opmaken dat met een dikke viltstift chemische stoffen, het kenmerk van de brief, de contactpersoon, het doorkiesnummer en de naam van de betreffende persoon die dit advies heeft uitgebracht onzichtbaar zijn gemaakt. Zover gaat de misdaad rondom dekmantelbedrijf Gebr. van Aarle B.V. Het moge u duidelijk zijn dat men dit doet omdat wat op de verpakking staat vermeld niet overeenkomt met wat erin zit. Het gaat hier dus om opzettelijk valse foutieve etikettering. Om te kunnen beoordelen hoe erg fout het is zullen wij de tekst achter de onzichtbare gedeelten moeten kennen. 2e verzoek om informatie. Wij verzoeken
u ons een afschrift te laten toekomen van het originele etiketteringadvies d.d.
14 september 1993 van het ministerie van Ingevolge
artikel Nadat wij de hierboven verzochte informatie hebben ontvangen kunnen wij pas beoordelen hoe fout het zit met deze valse etikettering. Wij verzoeken u ons daarvoor een nader termijn van vier weken te vergunnen na ontvangst van deze informatie en ondergetekende dat schriftelijk te bevestigen. Ook het huidige bestrijdingsmiddel Superwolmanzout-Co
van Hickson Garantor
Nederland B.V. (thans: Arch Timber
Protection B.V.) dat door de Gebr. van Aarle B.V. van meet af aan is gebruikt, is met toestemming
van het De landelijke en Europese politiek sprak er schande van. Tweede
Kamerlid
Arch Timber
Protection B.V. te Wijchen (voorheen: Hickson Garantor Nederland B.V.
te Nijmegen) en de Gebr. van Aarle B.V. gaan gewoon
door met het vervoeren en het gebruiken van dit foutief geëtiketteerde Superwolmanzout-Co. Niemand maar ook niemand treedt
daartegen op. Hiermee hebben wij toch echt bewezen dat de Gebr. van Aarle B.V. samen met Arch Timber Protection B.V. in Voor hen geldt geen enkele wet. Zij hebben zich daarmee boven alle ministers, de Eerste en Tweede
Kamer, Hoe erg deze doofpot is en hoever die gaat kunt u o.a. lezen in
mijn bijgevoegd artikel 'Politieke doofpot kent geen grenzen' in Wij verzoeken u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als herhaald en ingelast te beschouwen. In betreffend artikel staat letterlijk de volgende tekst: ===========================================================================
POLITIEKE DOOFPOT KENT GEEN GRENZEN Hickson Garantor B.V. te Nijmegen (thans: Arch Timber Protection B.V. te Wijchen) mag van verantwoordelijk minister drs. K.M.H. Peijs van Verkeer en Waterstaat (CDA) tot de zomer van dit jaar doorgaan met het vervoeren van het foutief geëtiketteerde bestrijdingsmiddel superwolmanzout-Co naar o.a. houtimpregneerbedrijf Gebr. van Aarle B.V. te Sint Oedenrode. Heeft Arch Timber Protection B.V. deze CDA-minister volledig aan de leiband? Door In mijn vorige artikel 'Justitie helpt georganiseerde
misdaad' uit Ook staat daarin geschreven dat ik van deze foutieve etikettering al op 21 januari 1996 aangifte heb gedaan bij politiebeambte H. Valkis van de politie Brabant Zuid-Oost. Bij brief van 23 januari 1996 heeft de heer Valkis deze aangifte ter afhandeling doorgestuurd naar mr. A.M. Fransen milieuofficier van Justitie te Amsterdam. Deze mr. A.M. Fransen heeft, ondanks mijn continue aandringen daartoe, steeds geweigerd om op deze aangifte een beslissing te nemen waarmee ik al acht jaar lang ben geblokkeerd in mijn beklagmogelijkheden bij het Gerechtshof te Amsterdam. Wanneer officier van Justitie mr. A.M. Fransen mij toen
niet had geblokkeerd in mijn beklagmogelijkheden bij het Gerechtshof te
Amsterdam dan was het in Op dezelfde dag als dat Arseenpentoxide is al geen lekker goedje, maar bij arseenzuur moeten alle
seinen ogenblikkelijk op rood, aldus deskundigen in Twee Vandaag. Na deze
openbaring via de landelijke televisie zou men toch verwachten: nu gaat Justitie
in Amsterdam mijn aangifte van 23 januari 1996 hierover tegen Hickson Garantor B.V. (thans: Arch Timber Protection B.V.) na acht jaar toch echt in
behandeling nemen. Nee dus; dit door Hickson Garantor B.V. ernstig gepleegde strafbare feit wordt
door Justitie van Vandaag 11 februari 2004 las ik bij Omroep Brabant op teletekst dat de Gebr. van Aarle B.V. van staatssecretaris P. van Geel van VROM (CDA) nog tot de zomer mag doorgaan met het impregneren van hout met het Superwolmanzout-Co van Arch Timber Protection B.V. Dit betekent dat Gebr. van Aarle B.V. van verantwoordelijk minister Peijs van Verkeer en Waterstaat (CDA) nog een half jaar lang deze foutief geëtiketteerde vaten Superwolmanzout-Co over de weg mag (laten) vervoeren. Dit verklaart de opzettelijke onjuiste voorlichting over de inhoud van die vaten door het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Naar de inhoud van de recent door een Ethiopische schip verloren vaten in de Noordzee heeft TNO onderzoek verricht. TNO heeft het ministerie van Verkeer en Waterstaat over de uitkomst van dat onderzoek geïnformeerd met de berichtgeving dat die vaten inderdaad arseenzuur bevatten. Ondanks deze wetenschap laat het ministerie van Verkeer en Waterstaat een persbericht uitgaan dat onderzoek bij TNO heeft uitgewezen dat in die vaten alleen arseenpentoxide is gevonden. Dat is een aperte leugen. Het ANP neemt dit leugenachtige persbericht van het ministerie van Verkeer en Waterstaat klakkeloos over in hun ANP-bericht dat naar alle Nederlandse kranten wordt verstuurd. Op deze wijze worden alle kranten door het ministerie van Verkeer en Waterstaat opzettelijk voorgelogen over de inhoud van die gifvaten en werken de Nederlandse media, zonder dat te beseffen, mee aan deze vernietigende misdaad tegen de mensheid. In 1) of voorzitter mr. J. van Nieuwenhoven van de Tweede Kamer heeft mijn brief
van 13 april 2001 voor alle 150 Kamerleden, waaronder
In beide gevallen hebben wij een politiek schandaal waarbij
16 miljoen Nederlanders eisen om hierover juist te worden voorgelicht. Het gaat
namelijk om hun eigen gezondheid en dat van hun nageslacht. Van wat ik hierboven
over Mocht ondanks dit artikel in In het geval dat Tweede Kamerlid Marijke Vos van Groen
Links de verantwoordelijke minister Peijs van het ministerie van Verkeer en Waterstaat
niet dwingt om het vervoer over de weg van het foutief geëtiketteerde Superwolmanzout-Co in opdracht van
Arch Timber Protection B.V. naar o.a. houtimpregneerbedrijf Gebr. van Aarle B.V. te Sint Oedenrode onmiddellijk te laten beëindigen, dan is
voor mij daarmee het ware gezicht van ( =========================================================================== Met
dit nieuwe aangevraagde bestrijdingsmiddel Tanalith E 3485 gaan de Gebr. van Aarle B.V. samen met Arch Timber Protection B.V. gewoon door met hun valse foutieve
etikettering. Zij kunnen dat ook gerust doen, want deze twee bedrijven maken in
Nederland en Europa immers toch Bedenking 4 Bij uitspraak Awb 02/1506 van 26 juni 2003 heeft het college van Beroep voor het Bedrijfsleven beslist dat bij de Toelating van Tanalith E 3485 geen onderzoek is verricht naar de te verwachten gevolgen in latere stadia in de levenscyclus, waaronder: a. Het werken met dit bestrijdingsmiddel Tanalith E 3485 door de werknemers van Gebr. van Aarle B.V. De Arbeidsomstandighedenwet verplicht het bedrijf de Gebr. van Aarle B.V. tot het laten uitvoeren van een risico-inventarisatie en evaluatie door een gecertificeerde Arbo-deskundige. Ondergetekende is zo'n deskundige (zie productie 6). Een dergelijke risico-inventarisatie en evaluatie kan nooit worden gedaan omdat een groot gedeelte van de chemische stoffen wordt verzwegen. Dit betekent dat als u toch overgaat tot verlening van de aangevraagde Wm-vergunning u daarmee groen licht geeft voor het overtreden van de Arbeidsomstandighedenwet door de Gebr. van Aarle B.V. b. Het via de lucht verspreiden van de chemische stoffen uit dit bestrijdingsmiddel Tanalith E 3485 vanuit de inrichting naar de omgeving. In de zeer nabije omgeving (rondom het bedrijf) worden agrarische producten geteeld voor de menselijke en dierlijke consumptie. Het via de lucht overgieten van deze agrarische producten met onbekende hoeveelheden deels onbekende chemische stoffen lijkt mij niet bevorderlijk voor de consumerende mensen en dieren. c. Ook lijkt mij het dagelijks inademen en via de huid binnenkrijgen van die deels onbekende chemische stoffen door omwonenden, waaronder kinderen en bejaarden, rondom het bedrijf Gebr. van Aarle B.V. niet zo bevorderlijk voor hun gezondheid. Een risico-inventarisatie en evaluatie hiervan had onderdeel moeten uitmaken van de aanvraag. d. Het bewerken (zagen, schaven, boren, schuren) van het door de Gebr. van Aarle B.V. met Tanalith E 3485 geïmpregneerde hout door derden bedrijven, waaronder bouwbedrijven en doe het zelvers. Ook deze bedrijven moeten op grond van de Arbeidsomstandighedenwet een risico-inventarisatie en evaluatie laten uitvoeren. Een dergelijke risico- inventarisatie en evaluatie kan nooit worden gedaan omdat een groot gedeelte van de chemische stoffen wordt verzwegen. Dit betekent dat als u toch overgaat tot verlening van de aangevraagde Wm-vergunning u daarmee groen licht geeft voor het overtreden van de Arbeidsomstandighedenwet door alle derden bedrijven waaraan de Gebr. van Aarle B.V. het met Tanalith E 3485 geïmpregneerde hout verkoopt. e. Het aanraken van dit hout, vooral door kinderen, die op met Tanalith E 3485 geïmpregneerde kinderspeeltoestellen spelen. Deze kinderspeeltoestellen worden ook geplaatst binnen scholen, kinderopvangcentra, e.d. Ook deze instellingen moeten op grond van de Arbeidsomstandighedenwet een risico-inventarisatie en evaluatie laten uitvoeren. Een dergelijke risico-inventarisatie en evaluatie kan nooit worden gedaan omdat een groot gedeelte van de chemische stoffen wordt verzwegen. Dit betekent dat als u toch overgaat tot verlening van de aangevraagde Wm-vergunning u daarmee groen licht geeft voor het overtreden van de Arbeidsomstandighedenwet door scholen, kinderopvangcentra e.d. waaraan de Gebr. van Aarle B.V. de met Tanalith E3485 geïmpregneerde kinderspeeltoestellen verkoopt. f. Het opstoken van het met Tanalith E 3485 geïmpregneerde hout in houtkachels, open haarden, in elektriciteitscentrales of op brandstapels buiten. Wanneer men niet weet welke chemische stoffen er allemaal in zitten kan dit uitstoot van levensgevaarlijke stoffen tot gevolg hebben, explosies veroorzaken e.d. Ook kan de vrijkomende as levensgevaarlijke componenten bevatten. Ook hiernaar behoort een risico-inventarisatie en evaluatie te worden gemaakt. Dit is echter onmogelijk omdat een groot gedeelte van de in Tanalith E 3485 aanwezige chemische stoffen voor iedereen wordt verzwegen. Bij
uitspraak Awb 02/1506 van 26 juni
2003 heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven het volgende beslist.
De Rmnl (Regeling
milieutoelatingseisen niet-landbouwbestrijdingsmiddelen) is op 26 juni 1997
genotificeerd op basis van richtlijn 83/189/EEG van de Raad van 28 maart 1983
betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische
voorschriften (Pb Blijkens de toelichting op artikel 2.1 Rmnl dienen milieueffecten in de gebruiksfase te worden betrokken in de besluitvorming omtrent de toelaatbaarheid van niet-landbouwbestrijdingsmiddelen, evenals de milieueffecten van met deze middelen behandelde producten. Artikel 2.1 Rmnl is niet in strijd met de Bmw (Bestrijdingsmiddelenwet). Een dergelijke wettelijk verplichte risicobeoordeling heeft bij Tanalith E 3485 niet plaatsgevonden. Daarom heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven in haar uitspraak Awb 02/1506 van 26 juni 2003 beslist dat de toelaatbaarheid van Tanalith E 3485 op grond van de Bmw slechts adequaat kan worden beoordeeld nadat het College voor de Toelating van Bestrijdingsmiddelen zich een beeld heeft gevormd van de concrete milieueffecten van met deze middelen behandeld hout, op grond van een door Arch Timber Protection B.V. te verrichten nader wetenschappelijk onderzoek. Zolang Arch Timber Protection B.V. weigeren hiernaar een nader wetenschappelijk onderzoek te verrichten kan het College voor de Toelating van Bestrijdingsmiddelen (CTB) daarop geen besluit nemen. Zolang de CTB hierop geen besluit kan nemen kunnen ook burgemeester en wethouders van Sint Oedenrode daarop geen besluit nemen. Bedenking 5. Om de werkvloeistof in optimale conditie te houden wordt zo'n 0,05 % tanagard 3755 aan de werkvloeistof Tanalith E-3485 toegevoegd (zie blz. 7 en bijlage 13 aanvraag). Volgens het veiligheidsinformatieblad van Arch Timber Protection B.V. bevat Tanagard 3755 de volgende chemische stoffen in de volgende gewichtsconcentratie: - 6% w/w aan 2-octyl-2H-isothiazol-3-one (CAS-nummer 26530-20-1)
-
3% w/w aan
5-chloro-2-methyl-4-isothiazolen-3-one/2-methyl-4-isothiazolin-3-one(3:1).
De
overblijvende 91 % w/w aan chemische stoffen die in Tanagard 3755 zitten mag niemand weten. Op deze
manier raakt Arch Timber Protection B.V. via de Gebr. van Aarle B.V. als dekmantel mogelijk toch
Voor een risicobeoordeling, waartoe men wettelijk verplicht is, zullen wij de 100 % w/w samenstelling van Tanagard 3755 moeten kennen. 3e informatieverzoek. Wij verzoeken u ons een afschrift te laten toekomen van een veiligheidsinformatieblad van Tanagard 3755 waarop de 100 % w/w samenstelling staat aangegeven.
Ingevolge artikel Bedenking 6. Voor de nabehandeling van met Tanalith E 3485 verduurzaamd hout wordt handmatig END-SEAL+ aangebracht als verduurzaamd hout nadien mechanisch wordt bewerkt (zie bijlage 13 aanvraag). Volgens het veiligheids informatieblad van Arch Timber Protection B.V. bevat END-SEAL+ de volgende chemische stoffen in de volgende concentratie: - 29,7 g/l koper (II)carbonaat - 6,5 g/l boorzuur - 0,7 g/l tebuconazole De overblijvende 963 (?) g/l aan chemische stoffen die in END-SEAL+ zitten mag niemand weten. Er is geen enkele gecertificeerde Arbo-deskundige, waaronder ondergetekende, die op het handmatige gebruik van dit middel door werknemers van de Gebr. van Aarle B.V. de vanuit de Arbeidsomstandighedenwet verplichte risico-inventarisatie en evaluatie kan uitvoeren. Hiervoor moeten wij de 100% samenstelling kennen. 4e informatieverzoek. Wij verzoeken u ons een afschrift te laten toekomen van een veiligheidsinformatieblad van END-SEAL+ waarop de 100 % w/w samenstelling staat aangegeven.
Ingevolge artikel Bedenking 7. Voor de behandeling van onbehandeld en verduurzaamd hout wordt door de Gebr. van Aarle B.V. ecoleum gebruikt (zie bijlage 13 aanvraag). Volgens het informatieblad van P.K. Koopmans lakfabrieken B.V. bevat deze ecoleum o.a. zuivere lijnolie en alkydhars. Wat er o.a. allemaal nog meer aan chemische stoffen in zit wordt verzwegen. 5e informatieverzoek Wij verzoeken u ons een afschrift te laten toekomen van een veiligheidsinformatieblad van Ecoleum waarop de 100% samenstelling staat aangegeven.
Ingevolge artikel Bedenking 8. Projectleider R. van Heeswijk van het gecertificeerde bureau MILON-milieu-onderzoek B.V. te Schijndel heeft, ondanks het feit dat hij geen kennis heeft over de volledige chemische samenstelling van Tanalith E 3485 en Tanagard 3755 (zie bedenkingen 2 t/m 5), toch kunnen beoordelen dat het aannemelijk is, dat de emissie naar de lucht niet relevant is, het terugdringen ervan niet echt zinvol is en de NeR hier niet van toepassing is. Met enkel en alleen de wetenschap dat Tanalith E 3485 zo'n 45% w/w 2 aminoethanol (monoethanolamine) bevat en met dit middel behandeld hout wordt nabehandeld met stoom van een temperatuur van 110 ºC had bij R. van Heeswijk het alarm af moeten gaan. Omdat het vlampunt van monoethanolamine (casnummer: 141-43-5) 85 ºC bedraagt, kan niet anders worden geoordeeld dan dat er grote hoeveelheden van die stof zal uitdampen naar de lucht. Monoethanolamine damp mengt zich goed met lucht. Monoethanolamine is een sterke base, reageert heftig met zuren en is corrosief (bijtend) o.a. ten opzichte van aluminium en zink. De stof ontleedt bij verhitting of bij verbranding onder vorming van giftige gassen. Reageert heftig met oxidatiemiddelen. Reageert boven 60 ºC met aluminium onder vorming van waterstof. Tast koper, koperlegeringen alsmede rubber aan. De stof kan worden opgenomen in het lichaam door inademing en inslikken. Een voor de gezondheid gevaarlijke concentratie in de lucht zal bij verhitting zeer snel worden bereikt. De stof werkt irriterend op de ogen, de huid en de ademhalingsorganen. De stof werkt op het zenuwstelsel. De stof kan in hoge concentraties aanleiding geven tot bewustzijnsverlaging. Bij intensief huidcontact, zoals bij kinderspeeltoestellen, kunnen huidaandoeningen ontstaan. Het gebruik van alcoholische dranken versterkt de schadelijke werking. De geur waarschuwt onvoldoende bij overschrijding van de MAC-waarde. Op grond van de Nederlandse Emissierichtlijnen (NeR) en de Duitse TA-Luft dienen emissies van monoethanolamine naar de lucht zo laag mogelijk te worden gehouden. Hiermee praten we nog eens niet over alle andere onbekende levensgevaarlijke chemische stoffen die in Tanalith E 3485 zitten en waarvan niemand mag weten wat het is. Wanneer de heer Van Heeswijk met zijn deskundig bureau MILON milieu-onderzoek B.V. zelf pal naast het bedrijf Gebr. van Aarle B.V. zou zijn gevestigd dan was daar gegarandeerd een ander deskundigenadvies uitgekomen. Ondergetekende vindt het onvoorstelbaar dat de heer Van Heeswijk omwille van geld zich hiervoor laat lenen. Op grond van deze feiten had de aanvraag vergezeld moeten gaan van een uitgebreid onderzoekrapport over emissies naar de lucht van alle in Tanalith E 3485 en Tanagrad 3755 aanwezige chemische stoffen. Een dergelijk onderzoekrapport dient er alsnog te komen alvorens hierop positief kan worden beslist. Bedenking 9.
Op
blz. 3 van de ontwerp-beschikking
staat geschreven dat de inrichting geen afvalwater loost zoals bedoeld in
artikel Uitgaande van het gemiddelde aantal charges van 1,5 per dag heeft ambtenaar H.J.W. Vugts met de losse pols het volgende beslist: =================================================================================== Houtbedrijf Gebr. van Aarle B.V. Ollandseweg 159 5491 XB Sint Oedenrode Boxtel : 11 februari 2003 behandeld door : H. Vugts ons kenmerk : 03.01148 doorkiesnummer : 0411 - 618254 uw kenmerk : e-mail adres : hvugts@dommel.nl onderwerp : aanvraag Wvo-vergunning bijlagen verzonden : 13 februari 2003 Geachte heer van Aarle, Vanwege de aanstaande revisie van de vergunning in het kader van de Wet milieubeheer is het Houtbedrijf Gebr. van Aarle B.V. te Sint Oedenrode op 10 februari 2003 bezocht om een eventuele vergunningplicht in het kader van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren vast te stellen. Hierbij is het volgende geconstateerd. Houtimpregneerproces. Dagelijks wordt één charge hout bewerkt in de impregneer-/fixatieketel. Gedurende het impregneer en fixatieproces tijdens de avond- en nachturen blijft de ketel gesloten. Bij aanvang van de werkzaamheden 's morgens wordt de ketel geopend. Eventueel vrijkomende stoom wordt hierbij opgevangen en condenseert in de gesloten bedrijfshal. Na enkele uren is geen stoom meer in de bedrijfshal waarneembaar en hierna wordt het stoomgefixeerde hout naar buiten gereden en gestald op een buitenterrein met een vloeistofdichte vloer. Conclusie: ter voorkoming van stoomemissie naar de buitenomgeving zijn bronmaatregelen getroffen middels stoomopvang in de gesloten bedrijfshal; als gevolg van deze maatregel wordt er geen stoom geëmitteerd naar de buitenomgeving. Regenwatervoorzieningen.
Het regenwater van het buitenterrein met vloeistofdichte
vloer wordt opgevangen in een hemelwaterbassin met een overstortdrempel naar een calamiteitenbuffer. Om
alle regenwater- ook tijdens extreme weersomstandigheden - te kunnen bergen zijn
nog 2 extra stalen hemelwaterbassins met een totale opslagcapaciteit van
Conclusie: het potentieel-verontreinigd regenwater wordt niet geloosd op de riolering of op oppervlaktewater, maar opgevangen in bassins en hergebruikt als proceswater ten behoeve van het impregneerproces; het niet-verontreinigde regenwater wordt normaliter verzonken in de bodem of incidenteel geloosd op oppervlaktewater; in het kader van vergunningplicht op grond van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren is de lozing van schoon regenwater op oppervlaktewater vrijgesteld. Huishoudelijk afvalwater. Het sanitaire afvalwater wordt afgevoerd op de drukriolering van de gemeente Sint Oedenrode. Gelet op de hiervoor beschreven wijze van verwerking van het regenwater en de genomen maatregelen ter voorkoming van stoomemissie is geen vergunning in het kader van de Wet verontreiniging oppervlaktewater vereist. Hoogachtend,
H.J.W. Vugts medewerker afdeling vergunningen en handhaving.
Afschrift naar afdeling Milieuzaken van de gemeente Sint Oedenrode =========================================================================== Ondergenoemde feiten maken duidelijk dat, na kennis te hebben genomen van de bovengenoemde 8-tal bedenkingen, hier sprake is van samenspannende organisatiecriminaliteit tussen houtbedrijf Gebr. van Aarle B.V., H.J.W. Vugts medewerker bij de afdeling vergunningen en handhaving van het waterschap De Dommel, R. van Heeswijk van MILON milieu-onderzoek B.V. en de gemeente Sint Oedenrode.
Het betreffen de volgende feiten: Feit A: Dit advies heeft H.J.W. Vugts op persoonlijke titel uitgebracht aan het bedrijf Gebr. van Aarle B.V. en de heer R. van Heeswijk van het bureau MILON milieu-onderzoek B.V. die in opdracht van de Gebr. van Aarle B.V. de milieuvergunningaanvraag heeft opgesteld en ingediend. Hiermee hebben betreffende personen in ernstige mate gehandeld in strijd met de Wet milieubeheer. Niet door ambtenaar H.J.W. Vugts op persoonlijke titel en niet aan de Gebr. van Aarle B.V. had hierover advies moeten worden uitgebracht. Er had door het dagelijks bestuur van het waterschap De Dommel, of namens het dagelijks bestuur van het waterschap de Dommel, hierover advies aan Burgemeester en wethouders van Sint Oedenrode moeten worden uitgebracht. Feit B: Voor de beoordeling of al dan niet een Wvo-vergunning is vereist moet niet worden uitgegaan van het gemiddelde aantal charges per dag die door de Gebr. van Aarle B.V. (volgens eigen zeggen) zullen worden gedaan maar van het maximaal aantal charges waarvoor milieuvergunning is aangevraagd. De definitieve aanvraag om een milieuvergunning voorziet in maximaal zes charges per dag. Op dit maximale aantal van 6 charges per dag had het dagelijks bestuur van het waterschap De Dommel advies moeten uitbrengen. Feit C: Voor bedrijven die hout impregneren is het besluit van 4 november 1983 (stb 577) houdende aanwijzing van soorten van inrichtingen als bedoeld in de artikelen 1, tweede lid, en 31, vierde lid, van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Stb 1981, 573) van kracht. Dit betekent dat ook voor het lozen van proces(afval)water in het gemeenteriool, dat vervolgens terecht komt en een zuiveringstechnisch werk onder beheer van het waterschap De Dommel, een Wvo-vergunning van het dagelijks bestuur van het waterschap De Dommel is vereist. Ingevolge voorschrift 3.1.1. uit de ontwerp-beschikking mag bedrijfsafvalwater worden geloosd op het openbaar riool. Hiervoor is een Wvo-vergunning vereist. Om te kunnen beoordelen van waaruit binnen het bedrijf overal proces(afval)water op het gemeenteriool kan worden geloosd zal men moeten beschikken over een adequate rioleringstekening. Een dergelijke rioleringstekening maakt geen onderdeel uit van de in geding zijnde aanvraag. Feit D: Ambtenaar H.J.W. Vugts van het waterschap De Dommel oordeelt op persoonlijke titel in zijn advies aan de Gebr. van Aarle B.V. als volgt: 'Conclusie: ter voorkoming van stoomemissie naar de buitenomgeving zijn bronmaatregelen getroffen middels stoomopvang in de gesloten bedrijfshal; als gevolg van deze maatregel wordt er geen stoom geëmitteerd naar de buitenomgeving'. Als dat zo is dan had dit opgenomen moeten zijn in de bij de ontwerp-beschikking behorende voorschriften. In deze voorschriften staan deze door de heer Vugts verzonnen bronmaatregelen geheel niet voorgeschreven. Dergelijke door de heer Vugts verzonnen bronmaatregelen zullen burgemeester en wethouders de Gebr. van Aarle B.V. ook nooit kunnen voorschrijven omdat de Gebr. van Aarle B.V. daarmee dan wettelijk wordt verplicht haar eigen werknemers in korte tijd te vergiftigen in strijd met de Arbeidsomstandighedenwet. Feit E: Ambtenaar H.J.W. Vugts van het waterschap De Dommel oordeelt verder op persoonlijke titel als volgt:
'Het
regenwater van het buitenterrein met vloeistofdichte vloer wordt opgevangen in
een hemelwaterbassin met een overstortdrempel naar een calamiteitenbuffer. Om
alle regenwater ook tijdens extreme weersomstandigheden te kunnen bergen zijn
nog 2 extra stalen hemelwater opslagbassins met een totale opslagcapaciteit van
Om dit alles te kunnen beweren moet hij toch wel beschikken over bovenaardse krachten. Dit omdat: - van een vloeistofdichte vloer geen sprake kan zijn. De Gebr. van Aarle B.V. heeft van burgemeester en wethouders betreffende vloer mogen bouwen zonder een vereiste bouwvergunning.
-
Voorafgaande aan de bouw ervan is door burgemeester en
wethouders van Sint Oedenrode dus
geen enkele eis gesteld met betrekking tot constructie, ondergrond en gebruik
van materialen e.d. met betrekking tot de blijvende vloeistofdichtheid van die
vloer. Dit - gesproken wordt van een overstortdrempel. Deze overstortdrempel kan nooit overstorten op de twee extra stalen hemelwaterbassins. Dit omdat deze twee hemelwaterbassins boven de grond staan. Omhoog overstorten is namelijk niet mogelijk.
-
gesteld wordt dat al het regenwater ook tijdens extreme
weersomstandigheden kan worden geborgen in de twee extra stalen
hemelwaterbassins met een totale opslagcapaciteit van
De heer Vugts durft dat te stellen ondanks het feit dat in
bijlage Door ondanks deze wetenschap toch nog te stellen dat er nooit op het riool en/of oppervlakte zal worden geloosd maakt duidelijk dat er voor de heer Vugts andere persoonlijke belangen meetellen. Feit F: Ambtenaar H.J.W. Vugts stelt onder persoonlijke titel verder dat het regenwater dat op het terrein en de daken van het bedrijf van de Gebr. van Aarle B.V. valt, dat op het omliggende oppervlaktewater valt, dat op daken wegen en verharde terreinen in de omgeving van het bedrijf valt, hetgeen allemaal direct of indirect op het oppervlaktewater wordt geloosd, niet is verontreinigd als gevolg van het door de Gebr. van Aarle B.V. aangevraagde impregneer- en stoomfixeerproces. De Gebr. van Aarle B.V. impregneert en stoomfixeert zijn hout met deels bekende en deels onbekende vluchtige organische stoffen die dag in dag uit, mede vanwege het grote dampende oppervlak van stapels vers geïmpregneerd hout, in grote hoeveelheden zullen worden uitgestoten naar de lucht. In geval van regenweer zullen deze verontreinigde stoffen:
-
met het regenwater mee deels vallen op de daken en het
verharde terrein van de Gebr. van
Aarle B.V. zelf en worden geloosd
in het oppervlaktewater. Het lozen ervan in de bodem is namelijk op grond van de
voorschriften uit hoofdstuk - met het regenwater mee deels vallen op daken, verharde wegen en verharde terreinen in de omgeving van het bedrijf en worden geloosd in het oppervlaktewater. - met het regenwater mee rechtstreeks vallen op het oppervlaktewater in de omgeving. Dat ook voor deze lozingen via de lucht het bedrijf Gebr. van Aarle B.V. Wvo-plichtig is heeft het Europese Hof van Justitie te Luxemburg bij arrest C-231/97 op 29 september 1999 beslist. Als feitelijk bewijs daarvoor vindt u bijgevoegd:
-
het arrest van het Europese Hof van Justitie in zaak
C-231/97 van 29 september
-
het artikel 'Giftige stoffen lozen via de lucht mag niet
meer' uit
-
het artikel 'Vergunning voor spuiten met gif' uit
Wij verzoeken u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als herhaald en ingelast te beschouwen. Met die inhoud is bij Europees arrest C-231/97 van 29 september 1999 komen vast te staan dat ook voor deze lozingen van verontreinigde stoffen via de lucht op het oppervlaktewater een Wvo-vergunning van het waterschap De Dommel is vereist. Dat zowel de Gebr. van Aarle B.V., de gemeente Sint Oedenrode en het waterschap De Dommel al vanaf 29 september 1999 weigeren uitvoering te geven aan dit Europese arrest maakt dat niet anders. Dit maakt alleen maar duidelijk hoe diep de georganiseerde misdaad zit rondom dekmantelbedrijf Gebr. van Aarle B.V. Met bovengenoemde feiten is onomstotelijk komen vast te staan dat in coördinatie met de aangevraagde Wm-revisievergunning, een Wvo-vergunning van het dagelijks bestuur van het waterschap De Dommel is vereist. Ingevolge artikel 8:30, eerste lid, Wet milieubeheer had tegelijk met de op 25 november 2003 ingekomen aanvraag om een Wm-revisievergunning een aanvraag om Wvo-vergunning bij het dagelijks bestuur van het waterschap De Dommel moeten worden ingediend.
Ingevolge artikel 8:30, tweede lid, Wet milieubeheer, en de
hierop betrekking hebbende vaste jurisprudentie van de Afdeling
bestuursrechtspraak van 6e informatieverzoek. Om te kunnen beoordelen van waaruit het bedrijf Gebr. van Aarle B.V. haar proces(afval)water loost zult u moeten beschikken over een tekening waarop alle rioleringen zijn ingetekend. Omdat voor het aanleggen van deze rioleringen hoge eisen als blijvende vloeistofdichtheid zijn gesteld, betekent dat de Gebr. van Aarle B.V. daarvoor in het verleden bij u een of meerdere bouwvergunningen moet hebben aangevraagd. Wij verzoeken u ons van deze door u bij bouwvergunning(en) verleende rioleringstekeningen op grond van de Wet openbaarheid van bestuur een kopie te laten toekomen. Mocht nu blijken dat de Gebr. van Aarle B.V. van u alle ondergrondse rioleringen heeft mogen aanleggen zonder een daarvoor vereiste bouwvergunning, zonder enige eis van vloeistofdichtheid, dan verzoeken wij u ons een kopie te laten toekomen van een tekening waarop alle door de Gebr. van Aarle B.V. illegaal aangelegde rioleringen zijn ingetekend en waarop zichtbaar is aangegeven waarop die zijn aangesloten.
Ingevolge artikel Bedenking 10. Op blz. 3 van de ontwerp-beschikking schrijft Mw. S.M. van de Moosdijk namens burgemeester en wethouders letterlijk het volgende: 'Als gevolg van de gevraagde bouwkundige uitbreiding en verbouwing van hal II is tevens een bouwvergunning vereist. De coördinatieregels uit de Woningwet en de Wet milieubeheer zijn van toepassing'. Hiermee heeft mw. S.M. van de Moosdijk valsheid in geschrift gepleegd. Uit navraag bij ambtenaar Van Dijk van de gemeente Sint Oedenrode is namelijk gebleken dat de Gebr. van Aarle B.V. voor de uitbreiding van hal II tot op heden nog steeds geen bouwvergunning heeft aangevraagd. Een ontwerp-beschikking die is gebaseerd op valsheid in geschrift kan nooit in stand blijven. Bedenking 11.
Begin juni 2003 hebben cliënten geconstateerd dat de Gebr.
van Aarle B.V. zonder een
daarvoor vereiste bouwvergunning in strijd met zijn
milieuvergunningvoorschriften enorme bouwwerken, zijnde stellingen voor de
opslag van hout, van zo'n Om die reden hebben cliënten daarover staatssecretaris P. van Geel van VROM aangeschreven. Bij brief van 13 november 2003, kenmerk: VI/Z13667/NP/JM, bericht de regionaal inspecteur van VROM drs. J.C. van Scherpenzeel daarop (zie productie 11): 'Uit onderzoek bij de gemeente is genbleken dat nu stappen worden ondernomen de bedoelde stellingen door middel van bestuursdwang te verwijderen dan wel de aanwezigheid van deze stellingen door het verlenen van bouwvergunning te legaliseren'.
Ook
deze belofte jegens de regionaal inspecteur van VROM komen burgemeester en
wethouders al ruim 4 maanden lang niet na. Uit navraag bij de ambtenaar Van Dijk
van de Afdeling bouwzaken van de gemeente Sint Oedenrode is komen vast te staan dat de Gebr. van
Aarle B.V. hiervoor nog steeds
geen bouwvergunning heeft aangevraagd en dat u na maar liefst 9 maanden nog
steeds blijft weigeren te beschikken op ons handhavingsverzoek van 15 juni In dat geval zal op uw kosten tegen uw weigering om te beschikken (fictief besluit) bezwaar worden ingediend bij u als bevoegd gezag en de President van de rechtbank te 's-Hertogenbosch om voorlopige voorziening worden verzocht. Daarbij zal een afschrift van deze bedenkingen worden overlegd. Dit des te meer betreffende illegaal gebouwde stellingen nooit kunnen worden gelegaliseerd op grond van de volgende feiten: - de in geding zijnde stellingen zijn begin juni 2003 gebouwd in strijd met de toen (en nog steeds) van kracht zijnde milieuvergunning met bijbehorende voorschriften. - de stellingen zij niet voorzien van aanrijdbeveiligingen, opschriften van maximaal toelaatbare gewichtsbelasting per compartiment, jaarlijkse keuringsrapporten, waartoe de Gebr. van Aarle B.V. op grond van de Arbeidsomstandighedenwet wettelijk verplicht is. Deze stellingen zullen door de arbeidsinspectie nooit worden goedgekeurd. Jaarlijks gebeuren veel arbeidsongevallen met dergelijke stellingen. In geval er een dergelijk bedrijfsongeval bij de Gebr. van Aarle B.V. gebeurd dan bent u als bevoegd gezag mede verantwoordelijk en aansprakelijk voor de schade aan werknemers of bezoekers van de Gebr. van Aarle B.V. Dit omdat u betreffende illegale gebouwde steigers, zonder enige constructieberekening, laat staan en u daartegen al vanaf 15 juni 2003 weigert handhavend op te treden. 7e informatieverzoek. Wij verzoeken u ons een afschrift te laten toekomen van de wetsartikelen, met bijbehorende jurisprudentie, waarin staat verwoord dat de Gebr. van Aarle B.V. zijn vanaf begin juni 2003 illegaal gebouwde stellingen (bouwwerken) mag laten staan zonder een daarvoor vereiste bouwvergunning en dat u daarbij mag blijven weigeren te beslissen op ons handhavingsverzoek van 15 juni 2003, kenmerk: Aar/15063/vz.
Ingevolge artikel Bedenking 12. Op blz. 8 t/m 9 van de ontwerp-beschikking schrijft u dat gezien de vigerende geluidsnormen de richtwaarden voor het betreffende gebied, alsmede de uitgevoerde referentiemeting een norm kan worden gesteld op: - 45, 40 en 30 Db(A) gedurende respectievelijk de dag - avond - en nachtperiode voor de dichtbijgelegen woningen aan de Ollandseweg. - 40, 38 en 30 Db(A) gedurende respectievelijk de dag - avond - en nachtperiode voor dichtstbijzijnde woningen aan 't Achterom.
U
heeft zich daarbij gebaseerd op het akoestische rapport van 21 januari 2004, nr.
3070/4, van ing. P.J.
Leugens van de Gebr. van Aarle B.V. waarop ing. P.J.
Leugen a. In
het akoestische onderzoeksrapport gaat de heer Klomp uit van het feit dat Hal II
is uitgebreid met een grote nieuwe hal. Voor deze uitbreiding heeft de Gebr. van
Aarle B.V.
Leugen b. In
het akoestische onderzoeksrapport gaat de heer Klomp uit van het feit dat het
personeel via 't Achterom met personenauto's op het bedrijventerrein van de
Gebr. van Aarle B.V. binnenrijden
en daar gaan parkeren. Wanneer hij de tekeningen van bijbehorende op 25 november
2003 ingekomen aanvraag had bekeken dan had hij moeten zien dat daar geen in- of
uitrit is ingetekend. Die inrit- of uitrit mag daar ook nooit komen. Daarover
heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van Leugen c. In het akoestische onderzoeksrapport gaat de heer Klomp uit van de aanwezige stellingen met houtopslag. Deze stellingen heeft de Gebr. van Aarle B.V. van burgemeester en wethouders zonder een daarvoor vereiste bouwvergunning, in strijd met de van kracht zijnde milieuvergunning en in strijd met de Arbeidsomstandighedenwet mogen bouwen en mogen laten staan. Ondanks het feit dat de georganiseerde misdaad rondom dekmantelbedrijf Gebr. van Aarle B.V. reeds een ongekende omvang heeft aangenomen zullen deze stellingen (bouwwerken) toch moeten verdwijnen. Als feitelijk bewijs daarvoor zie bedenking 11. Deze illegale bouwwerken had de heer Klomp nooit mogen meenemen in de berekening.
Leugen d. Het
bedrijf Gebr. van Aarle B.V. mag
op grond van de verleende en aangevraagde milieuvergunning detailhandel plegen.
Hij heeft van zijn aan te bieden producten een showopstelling staan van zo'n
Leugen e. Het bedrijf Gebr. van Aarle B.V. mag op grond van de voorschriften uit de in geding zijnde ontwerp-beschikking buiten op het bedrijventerrein onbeperkt hout zagen met een of meerdere motorkettingzagen. De voorschriften stellen hieraan geen enkele beperking. De Gebr. van Aarle B.V. zegt tegen de heer Klomp dat hij hooguit 3 minuten per dag tijdens de dagperiode een kettingzaag gebruikt. Iedereen die een bezoek brengt aan betreffend bedrijf en/of daar jarenlang als buurman heeft gewoond weet wel beter. In drie minuten tijd heb je een kettingzaag amper opgestart. Voor het zo weinig zagen met een kettingzaag behoef je zelf toch ook geen eigen slijpmachine voor kettingzagen te hebben, waarover de Gebr. van Aarle B.V. beschikt. Deze leugens van de Gebr. van Aarle B.V. worden door de heer Klomp gewoonweg blindelings geloofd en overgenomen in zijn berekeningen. Leugen f. Om de bedrijfsduurcorrectieterm te bepalen moeten de stationaire geluidsbronnen per gebouw in kaart gebracht worden, waarin ook de bedrijfsduur per periode (dagperiode/avondperiode/nachtperiode) zijn aangegeven. Deze gegevens heeft de heer Klomp uit zijn akoestisch onderzoeksrapport van 28 januari 2004 gehouden, zodat daarmee kan worden gesjoemeld. Leugen g. Ook de invoergegevens van geluidsbronnen, met daarin aangegeven de bron, omschrijving bron, x en y coördinaten van de bron, mvld, hoogte, refl, demp, richtingsindex, lwr31, lwr63, lwr250, lwr500, lwr 1k, lwr 2k, lwr 4k, lwr 8k, lwr-dBa, cb(D), cb(A) en cb(N), heeft de heer Klomp uit zijn akoestisch onderzoeksrapport van 28 januari 2004 gehouden, zodat daarmee kan worden gesjoemeld. Leugen h. Ook de invoergegevens van het aantal vervoersbewegingen van vrachtauto's en personenauto's per dag met de routebeschrijvingen in de dag en avondperiode heeft de heer Klomp niet eenduidig in het akoestische onderzoeksrapport opgenomen, zodat ook daarmee kan worden gesjoemeld. Leugen i. Ook de x en y coördinaten (afstanden) van de naastliggende burgerwoningen Ollandseweg 150, 161, 161A, 148 155 en 't Achterom 5 + 5a (5a bestaat niet), 't Achterom 9 (9a bestaat wel maar is vergeten) heeft de heer Klomp niet opgenomen in zijn akoestisch onderzoeksrapport, zodat daarmee kan worden gesjoemeld. Opmerkelijk is ook dat de zeer dicht aan het bedrijf gelegen twee burgerwoningen op het adres Ollandseweg 153 niet zijn meegenomen, terwijl juist daar de hoogste geluidsbelasting te verwachten valt. Met bovenstaande leugens a t/m i is onomstotelijk komen vast te staan dat degene die dit akoestisch onderzoeksrapport heeft betaald (de Gebr. van Aarle B.V.) ook heeft bepaald wat de uitkomst moet zijn. Een dergelijk onderzoeksrapport is absoluut niet onafhankelijk maar beïnvloed door de georganiseerde misdaad die het bedrijf Gebr. van Aarle B.V. gebruikt als dekmantelbedrijf. Om te kunnen beoordelen wat het daadwerkelijke geluidsniveau (db(A)) zal zijn op de gevels van alle omliggende woningen zullen wij over de volgende gegevens moeten beschikken. 8e informatieverzoek.
Wij
verzoeken u ons een afschrift te laten toekomen van een overzicht van de door
ing. P.J.
Ingevolge
artikel 9e informatieverzoek
Wij
verzoeken u ons een afschrift te laten toekomen van een overzicht van alle door
ing. P.J.
Ingevolge artikel 10e informatieverzoek.
Wij
verzoeken u ons een afschrift te laten toekomen van een overzicht van het aantal
vervoersbewegingen van vrachtauto's en personenauto's per dag met de daarin
aangegeven routebeschrijvingen in de dag en avondperiode, zoals die door ing.
P.J.
Ingevolge artikel 11e informatieverzoek.
Om
te kunnen bepalen dat de afstanden van aanliggende woningen door ing. P.J.
Ingevolge artikel Bedenking 13
Op
grond van de op 25 november 2003 ingekomen aanvraag en de in geding zijnde ontwerp-beschikking mag het bedrijf
Gebr. van Aarle B.V. onbeperkt
loonwerk-impregneren voor derden.
Het vigerende bestemmingsplan 'Buitengebied Bedenking 14. In de op 11 december 1990 ingekomen aanvraag, waarop u bij besluit van 19 november 1991 aan de Gebr. van Aarle B.V. milieuvergunning hebt verleend, staat over luchtverontreiniging letterlijk het volgende geschreven: 'Van het impregneerproces is expiratie van impregneermiddel zowel via impregneervloeistof als gereed product mede door de procesvoering naar het compartiment lucht uitgesloten'. Hiermee is feitelijk komen vast te staan dat de Gebr. van Aarle B.V. op grond van zijn op 11 december 1990 aangevraagde en op 19 november 1991 verleende milieuvergunning 'nul, nul' impregneervloeistof naar de lucht mag uitstoten. De in geding zijnde aanvraag van 15 november 2003 (zie bijlage 15 aanvraag) staat onbeperkte hoeveelheden van deels bekende en deels onbekende chemische stoffen naar de lucht toe. Als onderbouw daarvoor verwijzen wij u naar de inhoud van bedenking 4 t/m 8. Wij verzoeken u die hier als herhaald en ingelast te beschouwen. Het bedrijf Gebr. van Aarle B.V. is gelegen in het kritische Dommeldalgebied waar de overheid grote bedragen subsidies verstrekt aan degenen die geen agrarische bestrijdingsmiddelen toepassen. Het verlenen van een Wm-vergunning aan de Gebr van Aarle B.V., waarbij de emissies naar de lucht van 'nul, nul' worden verhoogd naar onbekende hoeveelheden deels bekende en deels onbekend chemische stoffen, in hetzelfde kritische Dommeldalgebied is in strijd met het overheidsbeleid ter plaatse. Hieraan kan absoluut niet worden getornd. Bedenking 15.
Op
blz. 11 van de ontwerp-beschikking en voorschriften 11.2.1 die
onderdeel uitmaakt van die ontwerpbeschikking staat geschreven dat de overige
gevaarlijke (afval)stoffen (totaal 12e informatieverzoek. Aan bouwkundige kasten, die moeten voldoen aan de bouwvoorschriften van de CPR 15-1 richtlijn zijn zware bouweisen opgelegd. Daarvoor is een bouwvergunning vereist. Wij verzoeken u ons een afschrift van de door de Gebr. van Aarle B.V. aangevraagde en door u verleende bouwvergunning te laten toekomen van deze bouwkundige kast in hal II.
Ingevolge artikel Bedenking 16.
Op
blz. 11 van de ontwerp-beschikking en voorschrift 11.2.2. die
onderdeel uitmaakt van de ontwerp-beschikking staat geschreven dat de volgende
gevaarlijke stoffen in emballage: tanalith E 3485 ( 13e informatieverzoek. Aan kluizen die moeten voldoen aan de bouwvoorschriften van de CPR 15-1 richtlijn zijn zware bouweisen opgelegd. Daarvoor is een bouwvergunning vereist. Wij verzoeken u ons een afschrift van de door de Gebr. van Aarle B.V. aangevraagde en door u verleende bouwvergunning te laten toekomen van deze kluis (nr. 41) in Hal I.
Ingevolge artikel Bedenking 17. In
voorschrift 11.1.3 behorende bij de ontwerp-beschikking schrijft u dat de verpakkingen
van gevaarlijke stoffen moeten zijn geëtiketteerd overeenkomstig de bepalingen
van het Besluit verpakking en aanduiding milieugevaarlijke stoffen (Stb. 1987 nr. 516) dan wel op een
andere wijze zijn voorzien van een duidelijk opschrift waaruit de stofnaam
blijkt en op grond waarvan de WMS-categorie van de stof is vast te stellen.
Hiermee kunnen wij het niet eens zijn. De etikettering moet
zijn uitgevoerd overeenkomstig de op dit moment van toepassing zijnde wet- en
regelgeving. Dat wat aan gevaarlijke stoffen staat vernoemd op het etiket moet
overeenkomen met hetgeen er aan gevaarlijke stoffen in de verpakking, vat of IBC
zit. De mogelijkheid van valse etikettering, zoals staat verwoord in de
bedenkingen 2 en 3, moet te allen tijde worden uitgesloten. Bedenking 18. Ter
voorkoming van visuele hinder hebben Burgemeester en Wethouders ingevolge
voorschriften 14.4 van de op 19 november 1991 verleende milieuvergunning nadien
een beplantingsplan vastgesteld, waarin zij achteraf tevens stiekem een in- en
uitrit aan 't Achterom voor de Gebr. van Aarle B.V. hebben willen realiseren. Die stiekem
achteraf gecreëerde in- en uitrit aan 't Achterom heeft de Afdeling
bestuursrechtspraak van Op
de tekening nummer 22610, die deel uitmaakt van de op 25 november 2003 ingekomen
aanvraag, is deze beplantingsstrook langs 't Achterom deels verdwenen. Daarvoor
zijn 6 parkeerplaatsen voor auto's in de plaats gekomen. De beplantingsstrook
dient daar te blijven. Deze parkeerplaatsen moeten daar weg. Dit omdat aan 't
Achterom geen in- en uitrit voor auto's is en daar ook niet mag komen. Hierover
heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van Bedenking 19. Langs de openbare weg 't Achterom is een beplantingsstrook
van zo'n drie meter breedte aangebracht. De houtopslag vindt plaats pal tegen
tot in die beplantingsstrook; zie tekeningnummer 22610 behorende bij de
aanvraag. Op 't Achterom rijden vaak fietsers of lopen wandelaars al dan niet
met een brandende sigaret in de hand. Onder deze beplanting liggen vooral in de
herfst veel dorre bladeren die ook afkomstig zijn van de vele andere grote
populieren langs 't Achterom. Er behoeft maar door een persoon een brandende
sigaret in die bladeren onder die beplanting te worden gegooid door iemand die
over 't Achterom loopt of fietst en het gehele bedrijf van de Gebr. van Aarle B.V. kan daarmee volledig in
brand komen te staan. Om dat te voorkomen moet de afstand tussen de opslag van
hout en de erfbeplanting minstens Bedenking 20. Ter
voorkoming van brandgevaar en in geval van brand moeten gebouwen voldoende
bereikbaar zijn voor brandweer, hulpdiensten e.d. Op
grond van voorschrift 14.8 uit de op 19 november 1991 verleende milieuvergunning
moet de opslag van hout op het open terrein tenminste op een afstand van
Bedenking 21. Met
het Indicatief Meerjarenprogramma Milieubeheer1986-1990, vergaderjaar 1985-1986,
nummer 19204, heeft de Tweede Kamer der Staten-Generaal het milieubeleid met
betrekking tot zwarte lijststoffen, waaronder arseen en chroom VI, vastgesteld. Voor deze zwarte
lijststoffen arseen en chroom VI geldt vanaf 1986, vanwege hun
stofeigenschappen, zoals giftigheid- waaronder carcinogeniteit, mutageniteit en teratogenioteit- afbreekbaarheid en (bio)accumulatie, die een ernstig risico
inhouden, een maximale brongerichte aanpak. Dit betekent dat deze zwarte
lijststoffen al vanaf 1986 via een maximale brongerichte aanpak met de
best bestaande techniek uit het milieu hadden moeten worden geweerd (zie productie
20). Met
uw bij besluit van 19 november 1991 verleende milieuvergunning aan de Gebr. van
Aarle B.V. heeft u aan dit door
de Tweede Kamer vastgestelde beleid opzettelijk geen uitvoering gegeven en de
gebruiks- en afvalfase van het
door de Gebr. van Aarle B.V. met
arseen- en chroom VI geïmpregneerde hout opzettelijk niet meegenomen in de
vergunningverlening. Ter
onderbouwing vindt u aan stukken bijgevoegd: · Blz.
3 uit het rapport ' Duurzaam hout Goed Fout' van voormalig SP-Tweede Kamerlid Remi Poppe (zie productie
12). · Persoonlijk overhandigde brief d.d. 10 augustus 1998 van
voormalig Tweede Kamerlid Th.J. · Brief d.d. 10 april 1996, nummer: 96/1807 HPK/HPK, van het college voor de toelating
van bestrijdingsmiddelen aan A.M. · Brief d.d. 2 september 1996, kenmerk: GZB/C&O/963400,
van de staatssecretaris van VWS, Erica Terpstra (zie productie 15). · Mijn
pleitnotitie d.d. 8 april · Brief van 30 maart 2003, met bijlagen, van
A.M. Wij verzoeken u kennis te
nemen van de inhoud en die inhoud hier als herhaald en ingelast te beschouwen.
Uit
die inhoud kunt u niet anders concluderen dan: -
dat het bestrijdingsmiddel superwolmanzout-Co van Hickson Garantor is samengesteld uit hoogproblematisch
gevaarlijk afval van de metaalindustrie en ertssmelterijen (Billiton/Shell). -
dat het bestrijdingsmiddel superwolmanzout-Co van Hickson Garantor zeer hoge concentraties arseen en chroom VI
bevat. -
dat in het milieu brengen van de zwarte lijststoffen arseen
en chroom VI in internationaal verband met de best bestaande techniek via een
maximaal brongerichte aanpak moet worden vermeden. -
dat de Bestrijdingsmiddelenwet geen rekening houdt met de
afvalfase van het geïmpregneerde hout. Dit is ook niet nodig; niet Hickson Garantor, maar de Gebr. van Aarle B.V. is de producent van het geïmpregneerde
hout. Daarvoor heeft u als bevoegd gezag bij besluit van
19 november 1991 milieuvergunning verleend. Bijgevoegd vindt u: · De
brief van 21 februari 1995, kenmerk: 170295007/GM/MdB, van dr. H.A.M.A. de Vries, regionaal inspecteur voor de
hygiëne van het milieu voor Noord Brabant aan houtimpregneerbedrijf C. Tissen te Luyksgestel (zie productie 18). Wij verzoeken u kennis te
nemen van de inhoud en die inhoud hier als herhaald en ingelast te beschouwen.
In die brief schrijft de regionaal inspecteur letterlijk het
volgende: =========================================================================== Bedrijfsmilieuplan. Geachte heer Tissen, Hierbij bevestig ik de ontvangst van uw brief van 21
december 1994 aan de minister van VROM, die zoals u is bericht op 24 januari jl. ter
beantwoording naar mij is doorgestuurd, en van uw brief van 28 januari jl, waarin u mij nogmaals verzoekt de
vraagtekens in uw bedrijfsmilieuplan nader in te vullen. Deze laatste brief
stuurde u eveneens aan de minister van VROM en aan de heer ing. C.M. Moons, hoofd van de Afdeling Industrie en overige
bedrijfstakken van het ministerie. Met deze brief reageer ik, mede op verzoek
van de minister en de heer ing. C.M. Moons, op al uw bovengenoemde brieven. Op uw verzoek om uw bedrijfsmilieuplan nader in te vullen
kan ik geen gehoor geven. Bevoegd gezag bij het opstellen en beoordelen van
bedrijfsmilieuplannen is immers de gemeente. Dit betekent dat u zich met uw
vragen over de invulling van het bedrijfsmilieuplan tot uw gemeente
dient te wenden. Om die reden heb ik uw brief van 21 december jl. met het
bedrijfsmilieuplan ter behandeling naar de gemeente Luyksgestel gestuurd. Van de door u gestelde aansprakelijkheid van het
sprake zijn, daar de gevolgen die optreden in het kader van
het door u geproduceerde geïmpregneerde hout, voor rekening van de producent en
derhalve voor uw rekening komen. Voor het overige geven uw brieven mij geen
aanleiding tot opmerkingen. Ik beschouw uw brieven als afdoende beantwoord. De Regionaal inspecteur van de Volksgezondheid voor de
milieuhygiëne, Dr. H.A.M.A.
de Vries. ============================================================== Hiermee heeft de regionaal inspecteur van de
volksgezondheid voor de milieuhygiëne voor Noord Brabant beslist dat niet Hickson Garantor (de producent van het bestrijdingsmiddel
superwolmanzout-Co) maar houtimpregneerbedrijf Gebr. van Aarle B.V. ( de producent van het met
superwolmanzout-Co geïmpregneerde
hout) aansprakelijk is voor alle milieu- en gezondheidsschade die gedurende
gebruiks- en afvalfase van het
geïmpregneerde hout optreden. Bijgevoegd vindt u verder: · De
brief van 19 augustus 1996, kenmerk: IBP96040460, van de minister van
Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer VROM aan houtimpregneerbedrijf Carl Tissen Import Export B.V. (zie productie
19) Wij
verzoeken u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als herhaald en
ingelast te beschouwen. In die brief schrijft de minister van VROM letterlijk
het volgende: =========================================================================== Productaansprakelijkheid Geachte heer Tissen In uw brief van 6 juli jl. verzoekt u mij aan te geven op
welke grondslag ik u op 21 februari 1995 heb doen berichten dat de aansprakelijkheid voor geproduceerde producten in
casu geïmpregneerd hout, berust bij de producent. Dienaangaande kan ik u als
volgt berichten. Met de zinsnede over productaansprakelijkheid in de brief
aan u van 21 februari 1995 werd niets anders bedoeld dan een verwijzing naar de
civielrechtelijke productaansprakelijkheid. Op grond van
boek 6 van het Nieuw Burgeerlijk Wetboek bestaat er immers een civielrechtelijke
(risico)-aansprakelijkheid van de producent ten gevolge van een gebrek in een
door hem geproduceerd product (artikelen 185 t/m 193). Bovendien geldt op grond
van de artikel 175 en 176 een risicoaansprakelijkheid voor producenten met
betrekking tot gevaarlijke stoffen en verontreiniging van lucht, water en
bodem. Hoogachtend, De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Margaretha de Boer ============================================================== Hiermee heeft ook de minister van VROM beslist dat niet
Hickson Garantor (de producent van het bestrijdingsmiddel
superwolmanzout-Co) maar houtimpregneerbedrijf Gebr. van Aarle B.V. (de producent van het met
superwolmanzout-Co geïmpregneerde
hout) op grond van artikel 175, 176 en 185 t/m 193 uit boek 6 van het Nieuw
Burgerlijk Wetboek aansprakelijk is voor alle (milieu en gezondheids)schade die
dit geïmpregneerde hout gedurende de gebruiks- en in afvalfase aan derden aanricht. Met
uw bij besluit van 19 november 1991 verleende Hinderwetvergunning
(Milieuvergunning) heeft u aan het bedrijf Gebr. van Aarle B.V. toestemming gegeven om zoveel bronnen
'geïmpregneerd hout' te produceren dat daarmee jaarlijks zo'n
Bijgevoegd vindt u: · Het
van toepassing zijnde gedeelte blz. 3, 52 en 53 uit het Indicatief
Meerjarenprogramma Milieubeheer 1986-1990, nr. 19204, nrs. 1 - Wij verzoeken u kennis te
nemen van de inhoud en die inhoud hier als herhaald en ingelast te beschouwen.
Uit
die inhoud kunt u niet anders concluderen dat arseen een zwarte lijststof is voor water, bodem en lucht en dat chroom
VI een zwarte lijststof is voor lucht en dat deze stoffen vanwege de
stofeigenschappen zoals giftigheid - waaronder carcinogeniteit, mutageniteit en teratogeniteit -, afbreekbaarheid en (bio)accumulatie, zo gevaarlijk zijn
voor mens, dier en milieu dat het in water, bodem en lucht brengen ervan via een
maximaal brongerichte aanpak met de best bestaande techniek moet worden
voorkomen. U
als bevoegd gezag bent eraan gehouden om aan dit door de Tweede Kamer der
Staten-Generaal goedgekeurde indicatief meerjarenprogramma milieubeheer 1986 -
1990 uitvoering te geven. Dat
het bedrijf 'Gebr. van Aarle
B.V.' door u wordt gebruikt als dekmantelbedrijf om het hoogproblematisch
gevaarlijk afval van de metaalindustrie en ertssmelterijen bij de Nederlandse
burgers in de tuin te dumpen, om daarmee o.a. Shell/Billiton onrechtmatig te bevoordelen, mag hierop
geen invloed hebben. Een
ding staat als een paal boven water en dat zijn de volgende feiten: Het
superwolmanzout-Co waarmee het
bedrijf Gebr. van Aarle B.V. van
u het hout mag volpersen bevat: -
374 g/l arseenzuur -
532 g/l chroomtrioxide (chroom VI zuur) -
188 g/l koperIIoxide Wat
zijn de kenmerken van arseenzuur en chroomtrioxide: -
arseenzuur (arseen) is een zwarte lijststof voor water,
bodem en lucht -
chroomtrioxide
(chroom VI) is een zwarte lijststof voor lucht Deze
zwarte lijststoffen zijn zo gevaarlijk dat in
internationaal verband is besloten dat in het milieu brengen ervan gezien
van stofeigenschappen, zoals giftigheid - waaronder carcinogeniteit, mutageniteit en teratogeniteit - afbreekbaarheid en (bio)accumulatie, die een ernstig risico
inhouden, via een maximaal brongerichte aanpak met de
best bestaande techniek moet worden voorkomen. Arseenzuur en chroomtrioxide (en hun zouten daarvan) zijn de meest
kwalijke kankerverwekkende verbindingen die wij kennen. Er
zijn 4- klassen aan kankerverwekkende stoffen. Arseenzuur en chroomtrioxide vallen in de zwaarste klasse, de
klasse 1 van kankerverwekkende stoffen. Chroomtrioxide is ook nog genotoxisch hetgeen inhoudt dat deze stof geen veilige drempel
kent. Het eenmaal in je leven binnenkrijgen van één
molecuul chroomtrioxide kan
op termijn al kanker veroorzaken. Arseenzuur en chroomtrioxide zijn ook nog verdacht reprotoxisch,
hetgeen inhoudt dat het toxische effecten (o.a. impotentie, fertiliteitsproblemen, menstruatiestoornissen,
testiskanker) en/of toxische effecten op het geslacht via vrouwen en/of mannen
(o.a. miskramen, ontwikkelingsstoornissen, doodgeboorte) en afwijkingen op het
nageslacht als gevolg kunnen hebben. Arseenzuur en chroomtrioxide lossen goed op in water en kunnen ons
lichaam via een drietal routes binnendringen -
via de lucht (ademhaling) -
via de huid (aanraking) -
via het maagdarmkanaal (besmette voeding) en
zijn daarom levensgevaarlijk. Asbest is een bagatel vergeleken met deze
stoffen. Enkel en alleen door het bedrijf Gebr. van Aarle B.V. wordt jaarlijks al
Al in 1986 heeft de Tweede Kamer der Staten-Generaal
beslist dat arseen en chroom VI 'zwarte lijststoffen' zijn, waarvoor in
internationaal verband is afgesproken dat die zo gevaarlijk zijn voor mens, dier en milieu dat in het
milieu brengen ervan via een maximaal brongerichte aanpak met de best bestaande
techniek moet worden voorkomen. Zie hiervoor bijgevoegd Indicatief
Meerjarenprogramma Milieubeheer 1986 - 1990. ( zie bijlage IX ). Met de door u
op 19 november 1991 aan de Gebr
van Aarle B.V. verleende
Milieuvergunning heeft u precies het tegenovergestelde beslist. Begrijpt u
Vroeg of laat komt al het arseen en chroom VI dat tijdelijk in dit geïmpregneerde hout zit opgeborgen in opgeloste vorm als arseenzuur en chroomtrioxide vrij en in ons oppervlaktewater,
grondwater en drinkwater terecht. Gewolmaniseerd hout bevat zo'n: -
2000 mg/kg arseen. -
4000 mg/kg chroom VI. Per
m3 hout ( -
1.000.000 mg = 1.0000.000.000 µg arseen -
2.000.000 mg = 2.000.000.000 µg chroom. Het
grondwater is ernstig verontreinigd als het boven de
interventiewaarde zit. De interventiewaarde bedraagt voor resp. arseen en
chroom -
arseen 60 µg/l -
chroom 30 µg/l Een
kuub gewolmaniseerd hout verontreinigd dus op termijn: -
-
Op
grond van de verleende milieuvergunning mag de Gebr. van Aarle B.V. jaarlijks Dit
betekent dat op grond van deze door u verleende milieuvergunning het bedrijf
Gebr. van Aarle B.V. van u dagelijks: -
233 miljoen liter toekomstig water mag vergiftigen met
arseen boven de interventiewaarde. -
en 904
miljoen liter toekomstig water mag vergiftigen met chroom boven de
interventiewaarde. Zo'n
25% van betreffend arseen en chroom trekt op termijn de grond in en
verontreinigt het grondwater en later ons toekomstig drinkwater. Zo'n
75% van betreffend arseen en chroom VI komt op termijn in opgeloste vorm in
sloten, beken, De Dommel, Rijn, Maas en vervolgens de Noordzee terecht.
Nu
al bevatten mede hierdoor sommige vissoorten in de Noordzee zo'n hoge
concentratie aan arseen dat het als gevaarlijk afval bestempeld moet
worden. Betreffend arseen, chroom VI e.d. hoopt zich nog veel meer
op in de organen van de vis dan in het visvlees. Betreffende organen gaan in de
vorm van visafval naar de vismeelindustrie. Deze maakt daar vismeel van. Dit
vismeel wordt vervolgens toegevoegd aan veevoer, varkensvoer, kippenvoer,
kattenvoer en door deze dieren opgegeten. Het vlees van betreffende vee, varkens
en kippen wordt door ons weer geconsumeerd. De mest afkomstig van betreffend
vee, varkens, kippen wordt weer uitgereden over het land. Daarop grazen weer
koeien, schapen, e.d. De melk van die koeien wordt door ons weer geconsumeerd.
Ook het daarop geteelde groente en fruit wordt door ons geconsumeerd.
Hiermee is de spiraal van een
steeds verdere totale verkankering van de gehele Nederlandse Gemeenschap een
feit geworden. De boeren krijgen de schuld van dit alles en de milieucriminelen,
die hieraan heel veel geld hebben verdiend, gaan vrijuit. Ondanks het feit dat wij u hierover al jarenlang (met
steekwagens vol brieven) hebben geïnformeerd blijft u
totaal blind en stokdoof en schrijft u in uw afwijzend besluit van 25
februari 2003 doodleuk 'Gelet op het vorenstaande bestaat er naar onze mening geen aanleiding om de
vergunning te actualiseren dan wel handhavend op te treden. Wij wijzen uw
verzoek om handhaving dan ook af'. Dit alles zonder ook maar enige
motivering. Hiermee heeft u niet voldaan aan de motiveringsplicht zoals artikel
3:46 van de Algemene wet bestuursrecht u dat oplegt. Bijgevoegd vindt u verder: · De
Verordening (EG) nr 142/97 van 27
januari 1997 van Wij
verzoeken u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als herhaald en
ingelast te beschouwen. Uit
die inhoud kunt u het volgende opmaken: Arseenzuur staat onder nummer 6 genoemd in de bijlage van
deze EG- verordening nr. 142/97, betreffende de verstrekking van informatie over
bepaalde bestaande stoffen krachtens verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad.
Deze verordening is op 27 januari Deze
verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke
lidstaat. Onder artikel 1 van deze Verordening staat letterlijk de
volgend tekst: Art. 1. De fabrikant(en) en importeur(s) van de in de
bijlage van deze verordening vermelde stoffen verstrekken De
informatie over de blootstelling heeft betrekking op de emissie van die stof of
de blootstelling van menselijke populaties of milieucompartimenten aan die stof
tijdens verschillende fasen van de levenscyclus van de stof overeenkomstig
artikel 3, lid 3, en bijlage I, deel A, van Verordening (EG) nr. 1488/94,
met: -
als
menselijke populaties: werknemers, consumenten en via het milieu blootgestelde
personen; -
als
milieucompartimenten: lucht, water en bodem met inbegrip van informatie over de
lotgevallen van de stof in afvalwaterzuiverings-installaties en de accumulatie
van de stof in de voedselketen; -
als levenscyclus van de stof: de vervaardiging,
het vervoer, de opslag, de formulering in preparaten of andere vormen van
verwerking, gebruik en verwijdering of terugwinning. Op
grond van de door u op 19 november 1991 verleende milieuvergunning moet de Gebr.
van Aarle B.V. het Superwolmanzout-Co van Hickson Garantor verdunnen met water in een 4%-ige oplossing, alvorens het daarmee in
het hout kan worden geperst. Van
deze 4%-ige oplossing is de Gebr.
van Aarle B.V. de
fabrikant. Alvorens de Gebr. van Aarle B.V. deze 4%-ige oplossing in het hout had mogen persen had dit
bedrijf overeenkomstig bovengenoemde EG-verordening nr. 142/97 alle beschikbare
informatie over de blootstelling van mens en milieu aan arseenzuur (of zouten
daarvan) rechtstreeks moeten melden aan Hiermee is vast komen te staan dat de Gebr. van Aarle B.V. op grond van de door u op 19 november
1991 verleende milieuvergunning al vanaf 27 januari 1997 de Europese verordening
nr. 142/97 moet overtreden.
Bijgevoegd vindt u verder: · Het
artikel 'Europa verbiedt geïmpregneerd hout'uit Wij
verzoeken u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als herhaald en
ingelast te beschouwen. Uit
de inhoud van dat artikel kunt u niet anders concluderen dan dat Ook
aan deze door Ondanks deze wetenschap mag tot op de dag van vandaag het
bedrijf Gebr. van Aarle B.V. van
u doorgaan met het impregneren van hout met arseen, chroom VI en koper en mag de
Gebr. van Aarle B.V. daarvan nog
steeds tuinhuisjes, tuinschuttingen, pergola's en zelfs picknicktafels en
kinderspeeltoestellen maken en vrij verkopen aan de inwoners van Sint Oedenrode en buiten Sint Oedenrode. U
hebt dit gedaan om de georganiseerde misdaad, die het bedrijf Gebr. van Aarle B.V. gebruiken als dekmantel, met
winst levensgevaarlijk chemisch afval van Billiton/Shell te kunnen laten dumpen in de tuinen
van de bewust onjuist voorgelichte consumenten. Dat
hier sprake is van opzet en samenspannende overheidsmisdaad, waarin burgemeester
P. Schriek, voormalig wethouder
H. van Dijk-Eerhardt, huidig
wethouder M. Thijssen en huidig
ambtenaar ing. C.A.M. Kerstholt (hoofd van de afdeling bouwen
en milieu) een hoofdrol speelden kunt u lezen in ons Wob-verzoek d.d. 4 maart 2004 (incl. bijlagen),
kenmerk: VRo/04034/vz, aan burgemeester en wethouders van
Sint Oedenrode (zie productie
23). Wij verzoeken u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als
herhaald en ingelast te beschouwen. Als gevolg daarvan zullen duizenden mensen
ziek worden totdat de vreselijke kankerdood erop volgt. Dit alles heeft u op uw
geweten. Hoe
groot deze georganiseerde misdaad is, die het bedrijf Gebr. van Aarle B.V. van meet af aan als
dekmantelbedrijf hebben gebruikt, kunt u lezen in bijgevoegd artikel 'Aan de 13 miljoen kilo
arsenicum en die 30 miljoen kilo chroom VI kan het niet gelegen hebben' van 19 januari 2004
van Pamela Hemelrijk (zie productie 24). Wij verzoeken u kennis te nemen van
de inhoud en die inhoud hier als herhaald en ingelast te beschouwen. Betreffend artikel kunt u ook lezen op internetadres:
http://www.libertarian.nl/NL/archives/001138.php
Vergeet daarbij de onder dit artikel aangegeven doorkliks aan onderbouw niet te lezen.
Die kunt u lezen op de volgende adressen: wolmanzouten.htm en nvvk_bestanden/frame.htm en http://www.biomassa.polie.nl en http://www.biomassa.polie.nl/blokschema.htm Wij
verzoeken u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als herhaald en
ingelast te beschouwen. Vanaf augustus 1992 tot op heden heeft de Gebr. van
Aarle B.V. met uw hulp maar
liefst zo'n In
de afvalfase moet dit CCA-afvalhout ingevolge de Eural als gevaarlijk afval door betreffende
consumenten worden verwijderd en verwerkt. Als
feitelijke onderbouw daarvoor vindt u bijgevoegd: -
de circulaire inwerkingtreding Eural-regelgeving, SAS/2001144547, van 2001 van de
minister van VROM aan de colleges van Gedeputeerde Staten van de provincies en
de colleges van Burgmeester en Wethouders van de gemeenten (zie productie
25). -
een 9-tal van toepassing zijnde pagina's uit de handreiking
Eural van augustus 2001 van het
Ik
verzoek u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als herhaald en
ingelast te beschouwen. Uit
de inhoud van 'productie Uit
de inhoud van 'productie Dit
betekent dat overeenkomstig genoemde circulaire van de minister van VROM al het
vrijkomende CCA-afvalhout dat
vrijkomt als bouw- en sloopafval of uit de tuinen van particulieren ingevolge de
Eural onder de codenummers
170204* of 200137* zal moeten worden verwijderd en verwerkt als gevaarlijk
afval. Uit onderzoek is gebleken dat u geen uitvoering geeft aan deze circulaire
inwerkingtreding Eural-regelgeving, SAS/2001144547, van 2001 van de
minister van VROM. Dit
om daarmee bovengenoemde organisatiecriminaliteit, die de Gebr. van Aarle B.V. gebruiken als
dekmantelbedrijf, behulpzaam te zijn. Vandaar onze volgende informatieverzoeken
hierover. 14e
informatieverzoek. Wij
verzoeken u ons een afschrift te laten toekomen van de wet- en regelgeving
waarop u heeft beslist dat het door de Gebr. van Aarle B.V. geproduceerde en aan Ingevolge artikel 15e
informatieverzoek. Ook
de gemeentewerf in Sint Oedenrode
verzamelt dit door de Gebr. van Aarle B.V. geproduceerde aan Ingevolge artikel 16e
informatieverzoek. De
minister van VROM heeft beslist dat op grond van boek 6 van het Nieuw Burgerlijk
wetboek de Gebr. van Aarle B.V.
ingevolge de artikelen 175 en 176 en 185 t/m 193, civielrechtelijk
(risico-)aansprakelijk is voor de schade aangericht bij consumenten als gevolg
van het verzwijgen van bovengenoemde gebreken over de door hen geleverde
producten van CCA-hout. Het
gebrek dat de consumenten betreffend CCA-hout in de afvalfase moeten verwijderen
als gevaarlijk afval hebben de Gebr. van Aarle B.V. al die jaren voor betreffende consumenten
opzettelijk verzwegen. Het
bedrijf Gebr. van Aarle B.V.
heeft vanaf 1992 tot op heden zo'n Het
milieuverantwoord laten verwijderen en verwerken van deze Ingevolge artikel Bedenking 22. Met
de in geding zijnde op 25 november 2004 ingekomen aanvraag en door u daarop
afgegeven ontwerp-beschikking
wordt wederom geen rekening gehouden met de gebruiks/ en afvalfase van het door de Gebr. van
Aarle B.V. geproduceerde
geïmpregneerde hout en houten producten daarvan. Een
vaststaand feit is dat alle chemische stoffen die het bedrijf Gebr. van Aarle B.V. in het hout perst met dat
hout mee aan consumenten verkoopt. Een vaststaand feit is eveneens dat al die
gevaarlijke stoffen nooit meer bij het bedrijf Gebr. van Aarle B.V. terugkomen. Dit betekent dat al die
chemische stoffen vroeg of laat volledig in het milieu (water, bodem, lucht)
terecht zullen komen. Een
vaststaand feit is ook dat de Gebr. van Aarle B.V. product- en risico-aansprakelijk is voor de schade die
betreffende (deels onbekende) chemische stoffen aan mens, dier en milieu zullen
aanrichten. Omdat u aan de Gebr. van Aarle B.V. milieuvergunning wilt verlenen die geen
rekening houdt met de gebruiks-
en afvalfase van het door de Gebr. van Aarle B.V. geproduceerde geïmpregneerde hout,
betekent dat ook u product- en risico aansprakelijk bent voor de schade die
betreffende, deels onbekende chemische stoffen aan mens, dier en milieu zullen
aanrichten. Om
te kunnen beoordelen hoe groot die schade is die u, in geval van
vergunningverlening, bij de bewust onjuist voorgelichte consumenten aanricht
dienen wij over de volgende informatie te beschikken: 17e
informatieverzoek. Wij
verzoeken u ons de volgende informatie te laten toekomen: a. Een
afschrift van een veiligheidsinformatieblad waarop voor 100% de chemische
samenstelling van Tanalith E 3485
staat vermeld, vergezeld met een onderzoeksrapport van een sterlaboratorium. b. een
afschrift van een veiligheidsinformatieblad waarop voor 100% de chemische
samenstelling van Tanagrad 3755
staat vermeld, vergezeld met een onderzoeksrapport van een sterlaboratorium. c. Een
afschrift van alle reeds beschikbare onderzoekrapporten naar uitloging van dit
met Tanalith E 3485
geïmpregneerde hout gedurende de gebruiks- en afvalfase. d. een
afschrift van alle reeds beschikbare onderzoekrapporten naar de schadelijke
gevolgen van dat hout voor kinderen als het wordt gebruikt voor
kinderspeeltoestellen. e. Een
afschrift van alle reeds beschikbare onderzoekrapporten naar de schadelijke
gevolgen van dat hout als het door f. Een
afschrift van alle reeds beschikbare onderzoekrapporten naar de schadelijke
gevolgen van dit hout als het tezamen met zo´n 30.000 tot 100.000 andere
onbekende chemische stoffen wordt bijgestookt in kolengestookte
elektriciteitscentrales. Ingevolge artikel Bedenking 23. Met
betrekking tot de bodemverontreiniging van het bedrijventerrein van de Gebr. van
Aarle B.V. wordt u door de heer
R. van Heeswijk van MILON milieu-onderzoek B.V., die namens de
Gebr. van Aarle B.V. op 25
november 2003 de Wm-aanvraag bij
heeft ingediend, op blz. 19 en bijlage 2 t/m 4 van die aanvraag onvolledig en
onjuist voorgelicht. Op deze onvolledige en onjuiste informatie heeft u de ontwerp-beschikking gebaseerd. De
feitelijke juiste informatie met betrekking tot de bodemverontreiniging van het
bedrijventerrein van de Gebr. van Aarle B.V., en van de omliggende gronden van derden
waaronder die van cliënten, is als volgt: Uit
het oriënterend onderzoeksrapport NB/505/00 van mei 1989, betaald door de
provincie Noord Brabant, blijkt dat ruim 2/3 deel van het bedrijventerrein van
de Gebr. van Aarle B.V. is
verontreinigd met (zie
productie 27): - 700 mg/kg arseen -
11 mg/kg cadmium -
6300 mg/kg koper -
32000 mg/kg zink Deze
verontreiniging is door de Gebr. van Aarle B.V. veroorzaakt: -
door het opbrengen van zinkassen als erfverharding. -
door het vanaf 1983 tot 1988 illegaal impregneren van hout
in open dompelbaden en open goten op het bedrijventerrein met het
bestrijdingsmiddel superwolmanzout-D van Hickson Garantor Nederland B.V. te Nijmegen. Deze lekkende
en met regenwater overlopende dompelbaden, als ook de vele stapels uitlogend
vers geïmpregneerd hout, dan wel verbranding van geïmpregneerd afvalhout en met
wolmanzouten vergiftigde plastic e.d. op het bedrijventerrein, hebben 5 jaar
lang de bodem en daarmee de zinkslakken ter plaatse sterk verontreinigd met
arseenhoudende wolmanzouten. Deze illegale houtimpregneeraktiviteiten in dompelbaden en het
opstoken van met impregneermiddelen gevaarlijk afval op het bedrijventerrein
heeft de gemeente Sint Oedenrode
al die jaren oogluikend toegestaan. In
het programma bodemsanering en waterbodemsanering 1992/1993 heeft de provincie
Noord Brabant deze bodemsanering opgenomen onder nummer IBS-code 505/008. Ollandseweg. Als feitelijk bewijs daarvoor vindt u
bijgevoegd bijlage 3e, blz. 9 uit betreffend programma bodemsanering van de
provincie Noord Brabant (zie productie 28). De
resultaten in dit oriënterend onderzoek vindt u bijgevoegd in bijlage 7 blz. 27
en bijlage 5 blz. 13 uit betreffend programma bodemsanering van de provincie
Noord Brabant (zie
productie 28). Daarin staat letterlijk het volgende geschreven: IBS-code
505/008 -
In 1989 heeft er een oriënterend onderzoek plaatsgevonden.
Kosten f. 15.000,-
door de provincie Noord Brabant betaald. De
verontreinigingdiepte is Gevonden verontreinigingen: -
arseen (135) groter dan C-waarde (saneringswaarde) -
zink (130) groter dan C-waarde (saneringswaarde) -
koper (125) groter dan C-waarde (saneringswaarde) -
chroom (110) tussen A en B waarde Deze
onderzoeksresultaten waren al in 1989 bekend bij zowel de provincie Noord
Brabant als wel de gemeente Sint Oedenrode. Zij hebben namelijk zelf de
onderzoekskosten betaald. De Gebr. van Aarle B.V., zijnde de vervuiler, heeft die
onderzoekskosten dus niet behoeven te betalen. Zeer opmerkelijk ? Naar
aanleiding van deze onderzoekresultaten schrijft de Regionaal inspecteur van de
volksgezondheid voor de hygiëne van het milieu dr.
H.A.M.A. de Vries mij bij brief
van 5 september 1989, kenmerk: 2589012/vdl, mij letterlijk het volgende (zie productie
29): - Alvorens met de bouw van een houtimpregneerinstallatie kan worden begonnen dient
eerst het terrein gesaneerd te zijn. - Verder is mijn standpunt, ten aanzien van het eventueel
verlenen van een bouwvergunning u bekend. Ik acht verlening
hiervan in strijd met het vigerende bestemmingsplan. Van
dit schrijven hebben burgemeester en wethouders van Sint Oedenrode een afschrift ontvangen. Dit
betekent dat, voorafgaande aan de bouw van de houtimpregneer-installatie, ingevolge de Wet
bodembescherming, eerst het bedrijventerrein van de Gebr. van Aarle B.V. en de aanliggende verontreinigde gronden
gesaneerd hadden moeten worden. De
provincie Noord Brabant en de gemeente Sint Oedenrode hadden hierop de Gebr. van Aarle, ingevolge de Wet
bodembescherming (Interimwet
bodemsanering), dan ook moeten verplichten: a. tot
het doen van een of meerdere nader onderzoeken om daarmee de horizontale en
verticale verspreiding van de verontreiniging, ook buiten het terrein, in kaart
te brengen. b. tot
het doen van een saneringsonderzoek. c. tot
het laten opstellen van een saneringsplan. Dit
alles onder goedkeuring van Gedeputeerde Staten van Noor Brabant. Samenspannende georganiseerde misdaad, zoals staat
beschreven in bovengenoemd 22-tal bedenkingen, is er de oorzaak van geweest dat
alvorens een saneringsonderzoek is uitgevoerd en zonder dat er een saneringsplan
is opgesteld de Gebr. van Aarle
B.V. met oogluikende toestemming van burgemeester en wethouders van Sint Oedenrode zijn houtimpregneerinstallatie heeft kunnen
bouwen: - op sterk verontreinigde grond - zonder een vooraf vereiste bouwvergunning. Nadien hebben de Gebr van Aarle B.V. met deze verontreinigde grond veel
frauduleuze handelingen verricht. Dit alles met medeweten en medewerking van
belangenverstrengelde ambtenaren binnen de provincie Noord Brabant en de
gemeente Sint Oedenrode. Misdaad
ten top dus ! 18e
informatieverzoek. Wij
verzoeken u ons een afschrift te laten toekomen van het door Gedeputeerde Staten
van Noord Brabant goedgekeurde sanerings-onderzoekrapport en saneringsplan die de
Gebr. van Aarle B.V. op grond van
de Wet bodembescherming (Interimwet Bodemsanering) hadden moeten laten
opstellen. Ingevolge artikel GEORGANISEERDE MILIEUCRIMINALITEIT. Na
de inhoud van bovengenoemd 23-tal bedenkingen te hebben gelezen zult u zich het
volgende afvragen: Hoe is het in hemelsnaam mogelijk dat deze zware
georganiseerde misdaad rondom dekmantelbedrijf Gebr. van Aarle B.V. al 16 jaar lang heeft kunnen voortduren
zonder dat justitie daartegen optreedt ? Het
antwoord hierop is glashelder en die luidt: Het
openbaar Ministerie in Den Bosch staat zelf aan het hoofd van deze
samenspannende criminele organisatie die het bedrijf Gebr. van Aarle B.V. al die jaren hebben gebruikt
als dekmantelbedrijf. Als feitelijk bewijs daarvoor vindt u bijgevoegd het
verslag van een geheime bespreking, gehouden op 18 augustus 1992, op het parket
te 's-Hertogenbosch onder voorzitterschap van de officier van justitie mr. G.
Bos. In betreffend verslag staat letterlijk het volgende geschreven (zie productie
30) ============================================================== GEMEENTE SINT OEDENRODE Verslag van bespreking, gehouden op 18 augustus 1992, op
het parket te 's-Hertogenbosch. Onderwerp: Situatie houtverwerkend bedrijf Gebr. van Aarle en opstelling van de appellant
dhr. A.M.L. van Rooij. Aanwezigen: Paleis van justitie, officier van justitie,
dhr.
Parketsecretaris dhr. G. Broeren;
Kabinetnummer : 01/823/91. Milieuinspectie N-Brabant, het hoofd dhr.
Waterschap De Dommel,
hoofd algemene zaken dhr. V. Ditters. Rijkspolitie Sint-Oedenrode, wachtmeester I mevr. I. Valk
en
wachtmeester I dhr. M. Saris. Gemeente Sint Oedenrode, burgemeester dhr. P. Schriek.
wethouder mevr. H. van Dijk-Eerhart.
hoofd afdeling B&M, dhr. C. Kerstholt.
milieu-technisch medewerker, dhr. G.
van Aarle (notulist) Afwezig wegens vakantie : Provincie Noord Brabant, projectleider bodemsanering dhr.
M. Kerstholt. Korte samenvatting van de situatie. In Sint Oedenrode bevindt zich het houtverwerkend bedrijf
van de Gebr. van Aarle gelegen
aan Ollandseweg 159-161. tegen
het bedrijf in zijn algemeenheid en het impregneren in het bijzonder wordt
geageerd door A.M. De doelstelling van deze bijeenkomst is te komen tot
afstemming. Het bedrijf heeft Op pagina twee wordt een overzicht gegeven van de gemaakte
afspraken. Op pagina drie treft u een adressenlijst, inclusief de
telefoonnummers van de contactpersonen aan. Als bijlage is de beschikking van
De volgende afspraken zijn gemaakt: -
Het waterschap gaat niet in op het verzoek om op te treden
tegen eventuele vervuiling van het oppervlaktewater veroorzaakt door de
stoom. -
De gemeente richt een verzoek aan de milieu-inspectie,
inzake onderzoeksresultaten naar de mogelijke gevaarsaspecten van het, na het
impregneren vrijkomende, stoom. -
Op voorstel van dhr. de vries zal door de burgemeester, een
medisch milieukundige dhr Jans om
bijstand verzocht worden. Dhr. Jans zal de persoonlijke gevolgen voor zowel de
familie van Rooij als voor de familie van Aarle te gaan onderzoeken om hier zo mogelijk
aanbevelingen over te doen. -
De Provincie zegt prioriteitstoekenning toe inzake de
geconstateerde bodemvervuiling. Dhr. Artz geeft daarbij ook de knelpunten aan, om te
komen tot een oplossing. -
Dhr. Bos verzoekt om een afschrift van de H.W. vergunning. Tevens dringt hij aan
om afschriften van controlerapporten op te sturen naar de politie. Voorlopig
wordt het bedrijf twee maal per maand gecontroleerd, op termijn kan deze
controlefrequentie afnemen. In geval van constatering van strafbare feiten dient
er resoluut opgetreden te worden. -
Indien dhr. van Rooij aangifte wenst te doen bij de Politie
neemt zij vervolgens voor instructie's contact op met het O.M. Namens het O.M. is dhr. Bos of dhr. Broere de contactpersoon. -
Dhr. van Aarle (gemeente) zal de Gebr. van Aarle erop attenderen om in geval van bijzonderheden altijd en direct contact op te nemen
met gemeente en/of politie. -
Dhr. Ditters
vermeld dat het verzoek om W.V.O.-vergunning is ingetrokken. Mogelijk komt er
op termijn een nieuw verzoek om W.V.O.-vergunning. -
Vanuit de gemeente wordt aangegeven dat het bedrijf
(voorlopig) hemelwater wat mogelijk verontreinigd is op moet vangen omdat dit
niet geloosd mag worden. -
Indien sprake is van aanspannen van een kort geding tegen
Gebr. Van Aarle en de gemeente
wordt dhr. Bos hiervan in kennis gesteld. -
De aan dit overleg deelnemende instantie's ontvangen een afschrift van de uitspraak
gedaan op 14 augustus door de Raad van State. Sektor :
Grondzaken Afdeling : Bouwen &
Milieu
2 september 1992 G.
van Aarle ============================================================== Met
de inhoud van bovengenoemd verslag is komen vast te staan dat op initiatief van de
milieuofficier van Justitie mr. -
dhr.
-
dhr. G. Broeren (parketsecretaris) -
dhr. -
Dhr. H. Artz
(juridisch medewerker provincie Noord Brabant) -
dhr. V. Ditters (hoofd algemene zaken waterschap De
Dommel) -
Mevr. I. Valk (wachtmeester rijkspolitie Sint Oedenrode) -
Dhr. M. Saris (wachtmeester rijkspolitie Sint Oedenrode) -
dhr. P. Schriek (CDA)(burgemeester van Sint Oedenrode) -
Mevr. H. van Dijk-Eerhart (CDA)(wethouder milieu van Sint Oedenrode) -
Dhr. C. Kerstholt (hoofd afdeling bouwen en milieu bij de
gemeente Sint Oedenrode ) -
Dhr. G. van Aarle (milieu technisch medewerker bij de gemeente
Sint Oedenrode). -
dhr. M. Kerstholt (projectleider bodemsanering voor het
verontreinigde bedrijventerrein van Gebr. van Aarle B.V. was afwezig). Deze M. Kerstholt is een broer van C. Kerstholt hoofd afd. bouwen en milieu bij de
gemeente Sint Oedenrode. Betreffend overleg heeft de officier van justitie mr.
Op
voorstel van dhr. de Vries (milieu-inspecteur van VROM voor Noord Brabant) zal
door de burgemeester (P. Schriek)
een medisch milieukundige dhr. Jans om bijstand worden verzocht. Dhr. Jans zal de persoonlijke gevolgen voor
zowel de familie van Rooij als voor de familie van Aarle gaan onderzoeken om hier zo mogelijk
aanbevelingen over te doen. Deze
actie heeft de officier van justitie mr. Bijgevoegd vindt u verder het artikel 'Burgemeester
schakelt vertrouwensarts in' uit (zie productie 31).
Ik verzoek u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als herhaald en
ingelast te beschouwen. Met
die inhoud is vast komen te staan dat burgemeester P. Schriek (CDA) vertrouwensarts Henk Jans persoonlijk goed kende van zijn
voorzitterschap van de GGD in Breda. Bijgevoegd vindt u verder de brief van 3 september 1992,
nummer: Dir/MvB/SW/u92-4662, van M.A.J.M. van Bakel, arts directeur GGD Stadsgewest Breda, de baas
van Henk Jans (zie productie
32). Ik
verzoek u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als herhaald en
ingelast te beschouwen. In
die brief schrijft de heer van Bakel letterlijk het volgende: 'De
heer Jans heeft geheel op eigen
verantwoording, dus niet als functionaris van de GGD Stadsgewest Breda deze
actie ondernomen'. Hiermee is feitelijk vast komen te staan dat op initiatief van justitie (mr. Bovengenoemde samenspannende actie
in het geheim georganiseerd en gecoördineerd door de officier van justitie mr.
Toen
ik via via in november 1993 voor
het eerst aan betreffend geheim verslag van 18 augustus 1992 ben gekomen, heb ik
daarover op 28 november 1993 een brief gestuurd aan deze officier van justitie
mr. Ik
verzoek u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als herhaald en
ingelast te beschouwen. Een
vaststaand feit is dat mr. Toen
ik op vrijdagavond 21 augustus 1992 omstreeks 20.30 uur hierover, zonder enige
vooraankondiging, telefonisch voor het eerst werd benaderd door Henk Jans en de heer Jans mij vertelde dat hij vertrouwensarts was, en in
opdracht van burgemeester P. Schriek mij onder vier ogen wilde spreken, schrok ik
enorm. Toen hij vervolgens zei dat hij bevoegd is tot het inzien van mijn
medisch dossier bij mijn huisarts schrok ik nog meer. Naar aanleiding van dat
telefoongesprek heb ik dan ook prompt hierover op 25 augustus 1992 een brief
gestuurd aan Henk Jans, medisch
milieukundig arts, bij de GGD Noord Brabant/Zeeland. Bijgevoegd vindt u dan ook
mijn brief van 25 augustus 1992 aan H.W.A. Jans, arts medisch milieukundige Noord
Brabant/Zeeland, GGD Stadsgewest Breda (zie productie 34) Ik
verzoek u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als herhaald en
ingelast te beschouwen. Een
vaststaand feit is dat ook H.W.A.
Jans tot op heden, na ruim 11 jaar, nog steeds niet heeft gereageerd op
deze brief ondanks mijn vele verzoeken daarom.
Bijgevoegd vindt u verder blz. 1 en Ik
verzoek u kennis te nemen van die inhoud en die inhoud hier als herhaald en
ingelast te beschouwen. Uit
die inhoud kunt u opmaken dat Hickson Garantor, de leverancier van het bestrijdingsmiddel
Superwolmanzout-Co, tezamen met
dezelfde GGD-arts Henk Jans achter hun bureau een rapport
hebben geschreven dat vanuit het bedrijf Gebr. van Aarle B.V. via de lucht geen arseen en chroom VI
wordt geëmitteerd naar buiten de inrichting. Dit rapport heeft ertoe geleid dat tot op heden ter plaatse bij het
houtimpregneerbedrijf Gebr. van
Aarle B.V. nog nooit
emissiemetingen van arseen en chroom VI (zwarte lijststoffen) lozingen naar de
lucht zijn verricht. Bijgevoegd vindt u verder het voorblad en bijlage 8 uit het
eindrapport 'Verkenning van preventietechnieken voor specifieke luchtemissies
inzake Weurt' van BECO Milieumanagement & Advies B.V. d.d.
juni Uit
die inhoud kunt u opmaken dat onderzoek bij houtimpregneerbedrijf Hickson Garantor B.V. te Nijmegen, waarvan de Gebr. van
Aarle B.V. het bestrijdingsmiddel
Superwolmanzout-Co betrekt, en
die met hetzelfde HIFIX proces werkt, er wel degelijk flinke emissies van de
zwarte lijststoffen arseen en chroom VI naar de lucht plaatsvinden. Met
vorenstaande gegevens heb ik feitelijk bewezen dat houtimpregneerbedrijf Gebr. van Aarle B.V. te Sint Oedenrode door de hierboven
criminele organisatie al ruim tien jaar lang wordt gebruikt als
dekmantelbedrijf. In die tien jaar De
Gebr. van Aarle B.V. overtreedt
hiermee dan ook zeer nadrukkelijk al ruim tien jaar
lang artikel 173a van het Wetboek van Strafrecht waarvoor een
gevangenisstraf van 12-15 jaar staat of een geldboete van de vijfde
categorie. Met vorenstaande gegevens heb ik tevens feitelijk bewezen
dat de officier van justitie mr. Deze mr. Als
feitelijk bewijs daarvoor vindt u bijgevoegd de brief van 21 juni 1993, kenmerk
A-22-89 FB/am van criminoloog
prof dr. F. Bovenkerk aan de hoofdofficier van justitie mr. Ficq van het arrondisementsparket 's-Hertogenbosch. Daarin
schrijft criminoloog prof. Bovenkerk letterlijk het volgende (zie productie
37): ============================================================= Aan: Datum Uw kenmerk
Onskenmerk
Doorkiesnummer
A-22-89 FB/am 21 juni 1993 Onderwerp: Geachte heer Ficq, . In deze brief wil
ik mijn instemming betuigen met het door U (vanaf 26 februari j.l. Uw kenmerk: Kab. 01/5068/93) voorgenomen onderzoek naar
aanleiding van hetgeen door Ing. A.M. De vraag waarmee van Rooij mij benaderde luidde: Het antwoord op
deze vraag hangt uiteraard af van de inhoud die we dit begrip willen geven. Als
we het systematisch gebruik van fysiek geweld als maatstaf nemen, nee: dan (nog)
niet. Als we letten op patronen van samenwerking tussen malafide ondernemers (of
ondernemers met een malafide sector) en de overheid, dan wel. Op grond van
enkele gesprekken en kennisname van onderdelen van diens zeer uitvoerige
dossier, kom ik tot de slotsom dat van Rooij met tenminste twee regelmatigheden
te maken heeft die ook in de literatuur blijken. De eerste heeft betrekking op
grote milieudelicten. Bij welhaast geen modern delict is de rol van bezorgde
burger zo belangrijk als hier. Erg ontwikkeld is die waakhondfunctie bij ons nog
niet, tenminste als we die vergelijken met de Verenigde Staten. In de literatuur (zie o.a. A.A. Block & F. Scarpitti: Poisoning for Profit. 1985) blijkt dat dit proces altijd begint
bij het hardnekkig drijven van nogal bijzondere eenlingen. Zij proberen
medestanders voor hun standpunten te winnen, maar ondervinden geduchte weerstand
van de bedrijven of de branche waarop zij zich richten. Ze worden genegeerd,
voor ondeskundig uitgemaakt, hun motieven worden verdacht gemaakt en ze worden
geïntimideerd. Uit zijn relaas maak ik op dat de heer van Rooij thans ook
ruimschoots met het laatste te maken heeft. De tweede herkenning geldt de houding van de overheid. Bij
georganiseerde misdaad denkt men vaak aan regelrechte omkoping of chantage van
ambtenaren. maar dat hoeft geenszins het geval te zijn. Vaak komt het voor dat
malafide bedrijven samengaan met de overheid omdat hun belangen parallel lopen
en een probleem wordt opgelost. In de criminologische literatuur wordt dat
verschijnsel collusie genoemd (zie dr Van Rooij's hypothese dat in het
onderhavige geval enkele bedrijven met het impregneren van hout een
milieudoelstelling van de overheid tegemoet kwamen en dat men onder de vorige
minister van VROM een convenant heeft gesloten; dat nu gebleken is dat het
impregneren in feite gevaar oplevert; dat men toch niet op de afspraak terugkomt
omdat er te veel aan goodwill en prestige is geïnvesteerd. Dit alles komt mij
voor als geloofwaardig. Ik word in dat geloof gesterkt door de categorische
afwijzing van eerst minister Alders en nu minister Hirsch Ballin om op van Rooij's brieven in te gaan en wel zonder argumenten.
Begrijpen kan men het wel. Van Rooij is uiterst vasthoudend en komt steeds met
nieuwe correspondentie. Naar de mate waarin hij meer gelijk heeft is dat voor
degenen die zijn correspondentie beantwoorden des te vervelender. Een werkelijke
uitweg komt pas in zicht wanneer de kwestie serieus wordt onderzocht. Ter wille van de bestrijding van collusie is het goed dat
thans met zo'n onderzoek wordt
begonnen. Hoogachtend, Prof. dr. F.
Bovenkerk
C.c. Veld- en Milieupolitie te Boxtel, t.n. ============================================================== Op deze brief d.d. 21 juni 2003 van criminoloog prof dr. F.
Bovenkerk heeft mr. Ficq
nooit gereageerd. Opmerkelijk daarbij is dat mr. C.R.L.R.M. Ficq kort daarna een bliksemcarrière naar boven
heeft gemaakt. Mr. Ficq was na
het vertrek van Dostors van Leeuwen waarnemend voorzitter van het College van
Procureurs Generaal, het hoogste orgaan binnen het openbaar ministerie. Hij
had als Procureur Generaal de bestrijding van de zware georganiseerde
milieucriminaliteit in zijn portefeuille. In werkelijkheid heeft hij de
uitbreiding daarvan geholpen. Hij vervulde deze functie tot aan de benoeming
begin 1999 van mr. Voor zijn jarenlange hulp aan de hierboven beschreven
georganiseerde milieucriminaliteit ontving mr. Ficq op voordracht van de minister van justitie B.
Korthals op 13 november 1999 de hoge onderscheiding van officier in de Orde van
Oranje Nassau. Als
waardering voor dit alles werd hem een functie als raadsheer bij het gerechtshof
's-Hertogenbosch aangeboden waar hij vanaf januari 2000 werkzaam is. Ook vanuit
deze positie draagt hij zijn invloed uit, waardoor de zware georganiseerde
misdaad rondom dekmantelbedrijf Gebr. van Aarle B.V. ongelimiteerd kan blijven doorgaan. Diverse brieven over deze zware georganiseerde misdaad aan
de huidige voorzitter mr. SCHADE-AANSPRAKELIJKSTELLING. Als
gevolg van uw 16-jaar lange onafgebroken hulp aan de Gebr. van Aarle B.V., met misbruik van miljoenen
euro's aan Roois gemeenschapsgeld
om daarmee de inwoners van Sint Oedenrode te vergiftigen totdat de vreselijke
(kanker)dood daarop volgt, hebben cliënten miljoenen euro's aan materiele en
immateriële schade geleden. Deze schade zouden cliënten niet hebben gehad als u
al die jaren uw macht niet had misbruikt ten dienste van de zware georganiseerde
milieucriminaliteit die het bedrijf Gebr. van Aarle B.V. gebruiken als dekmantel. Cliënten stellen
u hierbij dan ook volledig verantwoordelijk en aansprakelijk voor al deze
geleden materiele en immateriële schade die u bij hen hebt aangericht. Met
nadruk verzoeken wij u deze schade volledig te vergoeden en ondergetekende dat
schriftelijk te bevestigen. OPROEP AAN STAATSSECRETARIS P. VAN GEEL OM PERSOONLIJK IN
TE GRIJPEN. Staatssecretaris P. van Geel van VROM heeft op 12 januari
2004 op -
Het artikel 'Van Geel wil verbod op impregneren' uit
-
Het artikel 'Succesje in kruistocht tegen het giftige hout'
uit Wij
verzoeken u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als herhaald en
ingelast te beschouwen. Uit die inhoud kunt u opmaken dat ik, na een 16 jaar lange
kruistocht, openlijke steun van verantwoordelijk staatssecretaris P. van Geel
van VROM heb gekregen. Ondanks deze wetenschap hebben burgemeester en wethouders
van Sint Oedenrode heden toch nog
een positieve ontwerp-beschikking
afgegeven op de aanvraag van de Gebr. van Aarle B.V. voor een nieuwe
milieuvergunning voor het impregneren van hout met het koperhoudende
bestrijdingsmiddel Tanalith E
3485 van Arch Timber Protection B.V. te Wijchen (voorheen: Hickson Garantor B.V. te Nijmegen). De
onder bovengenoemde bedenkingen 1 t/m 23 beschreven zware georganiseerde
milieucriminaliteit stond voorheen onder leiding van de hoogste baas van het
College van Procureurs Generaal mr. C.R.L.R.M. Ficq. Huidig voorzitter mr. De
Gebr. van Aarle B.V. behoeft
nergens voor te vrezen. Dit bedrijf mag al 16
jaar lang alle wetten overtreden. Justitie zal daartegen niet strafrechtelijk
optreden. Justitie en de misdaadorganisatie die het bedrijf Gebr. van Aarle B.V. gebruiken als
dekmantelbedrijf zijn immers dezelfde organisatie. Zo ver is het mis in
Nederland ! In
Nederland moet justitie onderzoek verrichten naar de zware georganiseerde
milieucriminaliteit. Niemand anders mag dat. Nu ik hierboven feitelijk heb bewezen dat justitie zelf aan
het hoofd staat van deze zware georganiseerde milieucriminaliteit, verklaart ook
dat staatssecretaris P. van Geel van VROM tot op heden Op
grond van de feitelijke inhoud van bovengenoemd 23-tal ingediende bedenkingen
heeft P. van Geel, vanuit zijn verantwoordelijkheid als staatssecretaris van
VROM, echter een wapen in handen
gekregen waarmee hij het totale verbod van het koperhoudende houtimpregneermiddel Tanalith E 3485 van Arch Timber Protection B.V. direct kan afdwingen en het bedrijf
Gebr. van Aarle B.V. onmiddellijk
kan laten sluiten. Staatssecretaris P. van Geel zal daartoe dan ook worden
opgeroepen. Daarbij zal een afschrift van deze brief worden overlegd. WERELDWIJDE OPENBAARHEID. Omdat het College van Procureurs Generaal, door toedoen van
mr. Ficq, aan het hoofd van deze
zware georganiseerde misdaad staat (die het bedrijf Gebr. van Aarle B.V. gebruiken als dekmantel) en door hen
daartegen ook strafrechtelijk moet worden opgetreden, betekent dat de Gebr. van
Aarle B.V. kan blijven doen en
laten wat hij wil. Geen enkele instantie pakt namelijk zichzelf strafrechtelijk
aan. Er
komt aan deze vanuit het College van Procureurs-Generaal aangestuurde, georganiseerde en
gecontroleerde samenspannende milieucriminaliteit pas een einde als het gehele
Nederlandse volk is vergiftigd en milieucriminelen zich daaraan maximaal hebben
verrijkt. Of het moet zijn dat alle landen van buiten Nederland wakker worden en
hun krachten gaan bundelen tegen deze vanuit de Nederlandse justitie
georganiseerde samenspannende misdaad. Dit
omdat ook het buitenland vanuit Nederland daardoor massaal wordt vergiftigd.
Juist om die reden hebben wij deze bij burgemeester en wethouders van Sint Oedenrode ingediende bedenkingen
wereldwijd bekend gemaakt door ze bij de Het
besluit hierop van burgemeester en wethouders van Sint Oedenrode zal eveneens bij de SDN/EKC op internet worden geplaatst. SLOTCONCLUSIE. Op
grond van bovengenoemde feiten, met bijbehorende productie's, verzoeken wij u om niet langer de
georganiseerde milieucriminaliteit te helpen maar de wet te respecteren en
hierop: I.
Binnen het maximaal wettelijke termijn van twee weken een
besluit te nemen op ons bovengenoemd 17-tal verzoeken om informatie op grond van
de Wet openbaarheid van bestuur en ondergetekende daarna een termijn van ten
minste vier weken te vergunnen voor de nadere motivering van bovengenoemd 23-tal
bedenkingen. II.
De afgegeven ontwerp-beschikking volledig te vernietigen. III.
Te beslissen dat u alle door cliënten geleden materiele en
immateriële schade, die is ontstaan als gevolg van uw 16 jaar lange hulp aan de
georganiseerde milieucriminaliteit die het bedrijf Gebr. van Aarle B.V. gebruiken als dekmantelbedrijf, volledig
zult vergoeden. Tevens maken wij u hierbij kenbaar dat cliënten geen
gebruik zullen maken van de zogenaamde onafhankelijke Awb-commisie bezwaarschriften van de gemeente Sint
Oedenrode en wel om de volgende
reden: -
al 16 jaar lang in de reeds honderden eerder gevoerde
procedures tegen het bedrijf Gebr. van Aarle B.V. is door deze Awb-commissie, tegen beter weten in, altijd positief
geadviseerd ten gunste van het bedrijf Gebr. van Aarle B.V. Hiermee is feitelijk komen vast te staan dat de Awb-commissie bezwaarschriften van de
Gemeente Sint Oedenrode absoluut
niet onafhankelijk is maar juist de zware georganiseerde misdaad helpt die de
Gebr. van Aarle B.V. al 16 jaar lang gebruiken als
dekmantelbedrijf. Met
dergelijke personen wensen wij absoluut geen contact te hebben. Wij
vertrouwen erop dat u daarvoor begrip kunt opbrengen. Een
afschrift van deze bedenkingen hebben wij verstuurd aan de volgende deskundige
bureau's die de Gebr. van Aarle B.V. heeft ingeschakeld en die
zich hebben laten misbruiken door de hierboven beschreven georganiseerde
milieucriminaliteit: -
dhr. R. Van Heeswijk, MILON milieu-onderzoek b.v., Huygensweg 24, 5482 TG Schijndel, tel. 073 - 5477253, E-mail milieuzorg@milon.nl -
ing. P.J. De
volmacht van cliënten vindt u bijgevoegd (zie productie
41). Hoogachtend, Ecologisch Kennis Centrum B.V. voor
deze, Ing.
A.M. directeur. Bijlage: Aan bijlagen vindt u bijgevoegd de volgende producties: 2) 1 pagina
12)
1 pagina
22)
1 pagina
32) 1
pagina 3) 2 pagina's
13)
1 pagina
23) 13 pagina's
33) 3
pagina's 4) 2 pagina's
14)
5 pagina's
24)
7 pagina's
34) 2
pagina's 5) 1 pagina
15)
2 pagina's
25)
3 pagina's
35) 2
pagina's 6) 1 pagina
16)
7 pagina's
26)
9 pagina's
36) 3
pagina's 7) 10 pagina's
17) 43 pagina's
27)
2 pagina's
37) 2
pagina's 8) 1 pagina
18)
1 pagina
28)
5 pagina's
38) 1
pagina 9) 1 pagina
19)
1 pagina
29)
1 pagina
39) 1
pagina 10) 2 pagina's
20)
1 pagina
30)
2 pagina's
40) 1
pagina
|
SDN-rubrieken
Milieu-onderwerpen
Nuloptie van Edelchemie
Ecologisch Kennis Centrum
Oude stortplaatsen in Noord-Brabant
Raad van State verbiedt shredderen afvalhout
Falende handhaving van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
Zienswijze over milieueffecten van Groene stroom aan GS Limburg
Falende handhaving van de raad van de Gemeente Son en Breugel
Nuon Power Buggenum werkt zonder Wvo-vergunning, verzoek tot schorsing RvS
Voorz. van de Raad van State, Mr. van Dijk krijgt verantwoordelijkheid op z'n bord
Verzoek de jacht te openen op een van de grootste Brabantse vervuilers: Gebr. van Aarle BV
Staatsraad Boll klapte ooit uit de school met: Mijnheer van Rooij u kunt wel doorgaan met
procederen tegen houtimpregneerbedrijf gebr. van Aarle B.V., maar u wint dat nooit. Ik raad
u aan om hierover in overleg te treden met de commissaris van de koningin mr. F.J.M. Houben.
Stichting Sociale Databank Nederland
E-mailadres: sdn@planet.nl
Internet site:
http://www.sdnl.nl/ekc/ekc-bw66.htm
Westkade 227, 1273 RJ Huizen (NH)
Tel.: (31)-35-5244141