Algemeen dagblad van 16 november 1998
stelt de vakgroep Huisartsengeneeskunde in Utrecht
Arts zwijgt over mishandeling. Vertrouwen in kinderbescherming ontbreekt!
UTRECHT- Artsen blijken hun vermoedens over fatale gevolgen van kindermishandeling nauwelijks te melden bij de kinderbescherming of de vertrouwensartsen. Dat blijkt uit een onderzoek van de vakgroep Huisartsengeneeskunde in Utrecht.
In 1996 zijn naar schatting 40 kinderen overleden als gevolg van kindermishandeling. dat is meer dan op grond van eerdere schattingen werd gedacht, maar relatief weinig in vergelijking met de schattingen in anderen Europese landen en in de Verenigde Staten. De cijfers over de fatale gevolgen van kindermishandeling in ons land liepen tot nu toe ver uiteen.
Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek overleden in 1994 slechts 2 kinderen aan de gevolgen van mishandeling, het Bureau Vertrouwensartsen ging uit van 14. Het meldpunt kindermishandeling, ingesteld door de ministeries van Volksgezondheid en Justitie, moest proberen achter de werkelijke omvang van het probleem te komen. Uit de opmerkingen van de artsen bleek dat er een algemeen wantrouwen is ten opzichte van de Raad voor de Kinderbescherming en de Bureaus Vertrouwensartsen.
De artsen hebben de indruk dat deze instanties ver af staan van de dagelijkse praktijk en zij twijfelen aan het nut van meldingen. Ook zou de bewijsvoering moeilijk zijn en zouden politie en justitie te weinig ondernemen. Tenslotte zouden artsen de relatie met het gezin dat zij behandelen, niet in de waagschaal willen stellen. Het vermoeden van artsen dat er kindermishandeling in het spel is, is vaak gebaseerd op het feit dat het verhaal niet klopt. Bij negen gevallen werd aangegeven dat het overlijden door een betere begeleiding of door adequater handelen te voorkomen was geweest.
Ongeveer tweederde van de kinderen was 2 jaar of jonger. In ongeveer de helft van de gevallen ging het duidelijk waarneembare doodsoorzaken als geweld, verstikking, verbranding en ongelukken. In de anderen gevallen ging het om moeilijker vast te stellen doodsoorzaken als wiegendood of vergiftiging met geneesmiddelen. Soms was er sprake van grove nalatigheid of verwaarlozing. In twee gevallen was een kind gestikt, na in slaap te zijn gevallen bij een dronken vader.
Een kinderarts meldde het overlijden van drie kinderen uit een gezin. In het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde van deze week pleit de onderzoeksgroep voor bijscholing van huisartsen, zodat zij kindermishandeling sneller kunnen ontdekken. Ook een verplichte lijkschouwing bij onverwacht overlijden van kinderen zou een mogelijkheid kunnen zijn meer inzicht te krijgen op de omvang van het probleem. Consultatiebureaus en de Raad voor de Kinderbescherming zouden alerter moeten zijn op verwaarlozing en kindermishandeling, vooral bij zeer jonge kinderen.
Kinderdieven | Wetteloze praktijken |
Andere tijden | Hoe wordt het raadsrapport geschreven? |
De zaak Admiraal/Vermaas | De zaak J. Zander |
De zaak Jansen/Vermeulen | De zaak J. Hop |