Hoewel op dit moment een omgangsregeling afdwingen slecht voor de kinderen geacht moet worden omdat verwacht kan worden dat dan de thuissituatie van de kinderen op zijn minst zéér onrustig zou worden, is beslist niet gezegd dat vader de actor van die spanning t.o.v. de kinderen is. Het is erg frappant dat de kinderen geen negatieve reacties hebben vertoond toen zij, destijds georganiseerd en recent kennelijk ongeorganiseerd contacten met vader hebben gehad. Bovendien is het vreemd dat moeder de Raad laat weten dat er géén contact tussen vader en kinderen mag plaatsvinden en er ondertussen wél contacten plaatsvinden, waarvan moeder wel moet weten dat die contacten met vader gaan plaatsvinden. Zij laat de kinderen nl. naar opa en oma vaderszijde toe gaan, heeft dat zelf gestimuleerd, terwijl zij weet dat deze mensen zeer regelmatige contacten met vader hebben. Ook stelt de RIAGG niet dat de kinderen geen contacten met vader zouden mogen hebben. Gesteld wordt dat die contacten de onrust en instabiliteit in het gezin van moeder zouden veroorzaken. Mijn conclusie kan alleen maar zijn dat ook moeder actor of minstens mede-actor kan zijn van de spanningen die ontstaat bij het aangaan van een omgangsregeling tussen vader en kinderen. Tot nu toe is vader het meest in beeld geweest als degene die de actor van alle problemen rond de kinderen is. Vader kan kennelijk wél goed met de kinderen omgaan in een rustige situatie waarbij moeder niet betrokken is, en de kinderen reageren daar niet merkbaar op. Al moet zo'n stiekem contact hen ook in een dilemma brengen. Hoewel de Raad op dit moment niet de door het Hof gevraagde omgangsregeling kan uitvoeren omdat moeder dat weigert omdat dat slecht voor de kinderen zou zijn, neigt de Raad toch naar een doorzetten van een omgangsregeling. Daarvoor zou de grote weerstand van moeder doorbroken moeten worden zodat zij de kinderen de ruimte kan geven voor en kan helpen bij een omgangsregeling, zoals dat van elke ouder verwacht mag worden. Het is de vraag of moeder over voldoende mogelijkheden beschikt om dat op eigen kracht te realiseren. Het is verstandig dat zij hierbij hulp van de RIAGG heeft gevraagd, maar tegelijk óók of de daarvoor gewenste rust in het gezin opnieuw reden mag zijn voor verder uitstel van de formele omgangsregeling. Raad voor de Kinderbescherming Zutphen Advies Op dit moment geen omgangsregeling afdwingen. In het kader van een ondertoezichtstelling, die door de Raad gevraagd zal worden, kan worden bezien hoe en wanneer een omgangsregeling kan worden begonnen. F. de Vree maatschappelijk werker
De conclusies van de Raad zijn een schijnvertoning. Uitstel blijkt afstel. Vader heeft zijn kinderen nooit meer teruggezien.
De Kinderbescherming is dus niet te vertrouwen. (20-02-98)
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |