Gezamenlijk persbericht van de Zuid-Hollandse Milieufederatie en de Stichting Natuur en Milieu


EuroStaete . . EKC . . Klokkenluiders <===> SDN . . Wolmanzouten . . English

Gezamenlijk persbericht van de Zuid-Hollandse Milieufederatie en de Stichting Natuur en Milieu

Rotterdam, 6 oktober 1999

Europees Hof roept waterverontreiniging halt toe

Nederland moet regelgeving aanscherpen

Het Europese Hof van Justitie heeft op 29 september 1999 met twee verstrekkende uitspraken een belangrijk gat gedicht in de bescherming van het oppervlaktewater tegen verontreiniging. Het Hof stelt dat iedere handeling waarvan te voorzien is dat ze leidt tot verontreiniging van oppervlaktewater, een lozing is. Daarbij maakt het niet uit in welke vorm of op welke wijze verontreinigende stoffen in het water komen. Belangrijk is alleen of deze verontreiniging kan worden toegeschreven aan een handeling. Voor die handeling geldt een vergunningplicht. (zie het arrest van het Europese hof - red. SDN)

Met deze uitspraken is een Europees-rechtelijke interpretatie tot stand gekomen van het begrip lozen. Nationale maatregelen om waterverontreiniging terug te dringen zullen voortaan moeten voldoen aan de eisen die worden gesteld in de Europese richtlijn die het watermilieu beschermt (76/464/EEG). Deze richtlijn schrijft onder meer een vergunningplicht voor.

Dit dwingt de Nederlandse overheid om ook voor de aanpak van zogenaamde ĉdiffuse bronnen' van waterverontreiniging verdergaande maatregelen te treffen dan zij tot nu toe van plan was. Bij diffuse bronnen gaat het niet om directe lozing op het water (daarvoor bestaat al goede regelgeving), maar om handelingen die indirect leiden tot waterverontreiniging en om verontreinigingen die wordt veroorzaakt door een groot aantal kleine bronnen. Bekende voorbeelden hiervan zijn het gebruik van bestrijdingsmiddelen en meststoffen in de landbouw en het rondvaren van schepen die behandeld zijn met giftige stoffen bevattende aangroeiwerende verf.

Op dit ogenblik is het rondvaren van boten die behandeld zijn met giftige verf nog niet verboden, ondanks het feit dat de milieuschade die daardoor ontstaat als onaanvaardbaar wordt gezien en het verboden is zulke verf op een boot aan te brengen. Voor de waterverontreiniging die veroorzaakt wordt door het gebruik van bestrijdingsmiddelen en meststoffen door landbouwbedrijven, geldt vanaf 1 januari 2000 een algemene maatregel van bestuur (AMvB). De Zuid-Hollandse Milieufederatie en Stichting Natuur en Milieu hebben indertijd al protest aangetekend tegen deze voorgenomen AMvB omdat die geen regelingen trof voor juist belangrijke bronnen van verontreiniging in de landbouw zoals de uitspoeling van bestrijdingsmiddelen en meststoffen via het grondwater. Door de uitspraken van het Europese Hof is deze AMvB achterhaald voor zij is uitgevaardigd.

De plaats waar de verontreiniging plaatsvindt is niet relevant, stelt het Hof, behalve als daardoor aannemelijk is dat de waterverontreiniging volstrekt niet te voorzien was. Daardoor worden handelingen als het op het land brengen van meststoffen en bestrijdingsmiddelen (daarbij is waterverontreiniging te voorzien) onder de werkingssfeer van de vergunningplicht gebracht. De uitspraken van het Europese Hof van 29 september 1999 hadden in concreto betrekking op het plaatsen van met giftige stoffen (creosoot) verduurzaamd hout in oppervlaktewater en op het uitstoten van verontreinigde stoom, die neerslaat op het water. Al eerder heeft de Nederlandse Raad van State beslist dat zulke vormen van verontreiniging vallen onder de reikwijdte van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo) en niet zonder vergunning mogen plaatsvinden.

Deze jurisprudentie had destijds al ingrijpende gevolgen voor andere waterbedreigende activiteiten. De minister van Verkeer en Waterstaat zag zich daardoor in 1996 gedwongen eisen te gaan stellen aan het gebruik van bestrijdingsmiddelen door landbouwbedrijven. Vanwege de ingrijpende gevolgen van zijn jurisprudentie wilde de Raad van State ook een oordeel van de Europese rechter, die nu de opvatting van de Nederlandse Raad van State heeft bevestigd.

Voor meer informatie:

Zuid-Hollandse Milieufederatie, tel.010 - 476 53 55: Joost Rutteman of Mieke van Tankeren

Stichting Natuur en Milieu, tel. 030 - 233 13 28 : Marc Koene of Marijke Brunt



Commentaar:

Voor zover de kennis van de redactie van de SDN reikt is dit arrest het resultaat van ca dertien jaar juridische strijd. Ing. A.M.L. van Rooij, die deze zaak had aangespannen, is uiteindelijk in het gelijk gesteld, dat het diffuus verspreiden van giftige stoffen in producten en via verbranding of dumping grote gevaren met zich meebrengt voor het milieu en voor mens en dier. Zelfs al gebeurt dit met milieusubsidie onder geruststellende termen als "gifvrij", "ecologische", "groen stoom" en "biomassa".

Wie al dan niet op de achtergrond en naast de huidige directeur van het Ecologisch Kennis Centrum, ing. A.M.L. van Rooij, heeft gestreden om dit resultaat te bereiken, is niet helemaal duidelijk. Feit is dat met ups en downs het juridisch gevecht is gevoerd, waarvan komende generaties zullen profiteren. Wij feliciteren de heer van Rooij en zijn medewerkers met dit resultaat. Wij hopen dat ook de milieubewegingen en de industrie in eendracht het probleem van de diffuse vergiftiging weten aan te pakken.

Een belangrijke aanzet voor de oplossing van diffuse vervuiling - zo stelt ir. Nevels - is in principe geleverd door Edelchemie Panheel BV. De daar ontwikkelde Nuloptie-Technologie is vrijwel zeker de eerste realisering van de minimumstandaard voor duurzame verwerking van afval. Deze eco-optie is stellig voor perfectionering vatbaar. De Stichting Natuur en Milieu zou een bijdrage kunnen leveren door met name over die minimumstandaard voor milieubelasting een objectieve voorlichting te geven en over alles wat met afvalverwerking samenhangt. Vooral waar het gaat om inzicht in de totale milieubelasting van verwerkingsprocessen en de ontstane producten. Hierbij kan de Sociale Databank Nederland een rol spelen.

Het ministerie van VROM is - mogelijk op basis van informele informatie n.a.v. de conclusie van de Advocaat-generaal van het Europese Hof - omgegaan en zal op korte termijn het gebruik van wolmanzouten gaan verbieden, naast het beëindigen van de import van behandeld hout (zie die brief van minister Pronk aan R.M. Brockhus). Echter het ministerie van VROM heeft nog niet kenbaar gemaakt dat ook het exporteren van gifstoffen in producten als versnipperd hout voor de spaanplaatindustrie naar andere landen van Europa en daarbuiten verboden gaat worden. Een vergelijking met de BSE-ziekte bij koeien lijkt hier aan de orde. Verder moeten energiecentrales natuurlijk niet in staat gesteld worden om geprivatiseerd giftig afval te gaan bijstoken zoals nu de bedoeling is bij de kolencentrale Prins Willem Alexander in Healen in Limburg. Want dan wordt de diffuse verspreiding van giftige stoffen eerder vergroot in plaats van verminderd of opgeheven.