Per fax 070 - 3651380.
Sint Oedenrode, 12 oktober 2004.
Mr. Th. G. Drupsteen, (persoonlijk)
Ons kenmerk: SDN/04054/B Uw nummer: 200403689/1/M1. Betreft:
Eis tot het nemen van een besluit waarbij de behandeling van opgemelde zaak, ter zitting gepland op 14 oktober 2004 tot een nader te bepalen tijdstip wordt uitgesteld.
Namens de Stichting Sociale Databank Nederland, Gasthuislaan 22, 6883 JK te Arnhem, hierna te noemen: appellant, bericht ik u als volgt: Opgemelde zaak 200403689/1/M1 wordt door u als lid van de enkelvoudige kamer van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 14 oktober 2004 om 10.45 uur ter zitting behandeld. Bij brieven van 30 september 2004 en 3 oktober 2004 heb ik u in deze zaak op de 13e en 11e dag voor de zitting nadere stukken laten toekomen. In uw uitnodigingsbrief d.d. 6 september 2004 nummer 200403689/1/M1 schrijft u ons daarover letterlijk het volgende: "In dit geding kunt u nadere stukken indienen, mits deze uiterlijk op dezelfde dag van de zitting in het bezit zijn van de afdeling." Uw Afdeling heeft de door mij bij brieven van 30 september 2004 en 3 oktober 2004 verzonden stukken op 1 en 3 oktober ontvangen en derhalve tijdig. Als feitelijk bewijs daarvoor vindt u betreffende brieven, voorzien van een Raad van State stempel (zie bijlage 1 en 2) bijgesloten. Ik verzoek u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als herhaald en ingelast te beschouwen. Ondanks het feit dat u wettelijk verplicht bent om deze bij brieven van 30 september 2004 en 3 oktober 2004 toegezonden nadere stukken aan het procesdossier toe te voegen, krijg ik die bij brief van 5 oktober 2004 teruggestuurd van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak, voor deze ondertekend, door ambtenaar van staat mr. F.B. van der Maesen de Sombreff, met de mededeling dat deze stukken niet aan het dossier zullen worden toegevoegd (zie bijlage 3). De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is dr. E.M.H. Hirsch Ballin. Deze hoofdzaak wordt door u op 14 oktober 2004, als lid van de enkelvoudige kamer, behandeld. Om die reden werpen zich hier dan ook de volgende vragen op: Vraag 1. Hoewel niet aannemelijk: Heeft mr. F.B. van der Maesen de Sombreff mijn tijdig ingezonden nadere stukken inderdaad in opdracht van dr. E.M.H. Hirsch Ballin aan mij teruggezonden met de opzet deze uit het procesdossier te weren en de daarin vermelde feitelijke informatie buiten uw kennisname te houden? Vraag 2. Hoewel niet aannemelijk: Heeft mr. F.B. van der Maesen de Sombreff mijn tijdig ingezonden nadere stukken misschien in opdracht van u, zijnde mr Drupsteen, als lid van de enkelvoudige kamer die deze hoofdzaak behandeld, teruggestuurd met de opzet deze uit het procesdossier te weren zodat de daarin vermelde feitelijke informatie niet in uw oordeel behoeft te worden meegewogen? Vraag 3. Heeft mr. F.B. van der Maesen de Sombreff mijn tijdig ingezonden nadere stukken, zonder daarin mr. E.M.H. Hirsch Ballin, als voorzitter van de Afdeling en zonder mr. Th.G. Drupsteen, als lid van de enkelvoudige kamer, daarin te hebben gekend, misschien met opzet en uit eigen beweging genoemde tijdig ontvangen nadere stukken uit het procesdossier doen verwijderen ? Ingeval mr. F.B. van der Maesen mijn tijdig ingezonden nadere stukken, vergezeld van een door hem ondertekende brief van 5 oktober 2004 zelfstandig heeft teruggestuurd, betekent dit dat hij daarmee een strafbaar feit heeft gepleegd. Omdat er dan sprake is van opzet betekent dat hij daarmee ook een misdrijf heeft gepleegd. Gezien de ernst van dergelijk misdrijf heb ik mr. F.B. Maesen de Sombreff bij brief van 7 oktober 2004 verzocht om dit alles te corrigeren en deze wetsovertredingen ongedaan te maken. Betreffende brief van 7 oktober 2004 vindt u bijgevoegd (zie bijlage 4). Ik verzoek u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als herhaald en ingelast te beschouwen. In die brief staat letterlijk het volgende geschreven:
Tot op heden heeft mr. F.B. van der Maesen de Sombreff, zijnde degene, waarvan ik moet aannemen, die het strafbaar feit heeft gepleegd, nog steeds niet gereageerd op mijn bovengenoemde brief aan hem. Wel wordt mij daarop bij anoniem getekende brief van 8 oktober 2004 daarover letterlijk het volgende kenbaar gemaakt (zie bijlage 5):
Deze brief is ondertekend met een paraaf van een anonieme persoon namens de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Uit onderzoek is gebleken dat betreffende handtekening namelijk niet afkomstig is van de behandelend ambtenaar H. Wever. Hiermee wordt het zeer aannemelijk dat de behandelend ambtenaar H. Wever mijn brief van 7 oktober 2004, gericht aan mr. F.B. van der Maesen de Sombreff, voor hem opzettelijk heeft achtergehouden en heeft laten beantwoorden door een anoniem persoon namens de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak. Naar aanleiding daarvan werpen zich de volgende vragen op: Vraag 4. Heeft behandelend ambtenaar H. Wever betreffende anonieme brief van 8 oktober 2004, nummer 200403689/1/M1, laten uitgaan in opdracht van dr. E.M.H. Hirsch Ballin als voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak ? Vraag 5. Heeft behandelend ambtenaar H. Wever betreffende anonieme brief van 8 oktober 2004 laten uitgaan in opdracht van u, zijnde mr. Th.G. Drupsteen die als lid van de enkelvoudige kamer deze hoofdzaak op 14 oktober 2004 ter zitting behandeld? Met klem verzoek ik u mijn bovengenoemd 5-tal vragen binnen 24 uur na heden, een dag voor de zitting van 14 oktober 2004, feitelijk en helder te beantwoorden. Een vaststaand feit is dat het bedrijf Gebr. Smetsers evenals de Gebr. van Aarle B.V. te Sint Oedenrode al jarenlang wordt gebruikt als dekmantelbedrijf door de georganiseerde milieucriminaliteit waarin dr. E.M.H. Hirsch Ballin een hoofdrol speelt. Als feitelijk bewijs daarvoor vindt u bijgevoegd mijn bij brief van 10 oktober 2004 toegezonden nadere motivering op mijn verzoekschrift d.d. 28 september 2004 aan de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State inzake het bedrijf Gebr. van Aarle B.V. (zie bijlage 6 of www.sdnl.nl/ekc-bw73.htm). Ik verzoek u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als herhaald en ingelast te beschouwen. In betreffend verzoekschrift staat letterlijk het volgende geschreven, hetgeen met feitelijke bewijsstukken is onderbouwd:
Gezien bovengenoemd schrijven is, gezien bovenstaande, de kans groot dat zowel mr. F.B. van der Maesen de Sombreff, ambtenaar van staat, alswel behandelend ambtenaar H. Wever als zodanig hebben moeten handelen in opdracht van mr. E.M.H. Hirsch Ballin, als voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak. Van deze samenspannende misdaad zal in ieder geval aangifte worden gedaan bij de hoofdofficier van justitie in 's-Gravenhage. Daarbij zal een afschrift van deze brief worden overlegd. Hier werpt zich nu de volgende vraag op: Vraag 6. Bent u als behandelend staatsraad mr. Th. G. Drupsteen, die deze hoofdzaak op 14 oktober 2004, als lid van de enkelvoudige kamer ter zitting behandelt, hiervan op de hoogte ? Zo ja, dan zal ik hiervan ook van u persoonlijk aangifte doen bij de hoofdofficier van justitie in 's-Gravenhage. Daarmee is voor mij dan tevens aangetoond dat u in deze zaak niet onafhankelijk bent. Ik zal u daarop vóór de behandeling ter zitting op 14 oktober 2004 wraken. Daarbij zal een afschrift van deze brief aan de meervoudige kamer worden overlegd die mijn wrakingsverzoek in behandeling zal gaan nemen. Zo nee, dan verzoek ik u mij binnen 24 uur na heden schriftelijk kenbaar te maken dat u de behandeling ter zitting hierop voor onbepaalde tijd uitstelt zodat het dossier en de daarbij van kracht zijnde termijnen voor inzage hersteld kunnen worden. Behoudens uw schriftelijke bevestiging binnen 24 uur na heden, waarin u mij kenbaar maakt dat het dossier alsnog compleet wordt gemaakt en de behandeling ter zitting tot een nader te bepalen tijdstip wordt uitgesteld, zal ik van deze hoogst ernstige, en strafbare gang van zaken rechtstreeks aangifte doen bij de hoofdofficier van justitie in 's-Gravenhage. Daarbij zal ook een afschrift van deze brief worden overlegd. Wij hebben dit schrijven en uw onderliggende brieven van 5 en 8 oktober 2004, tezamen met onze brieven van 30 september 2004 en 3 oktober 2004 bij de Sociale Databank Nederland (SDN) op internet laten plaatsen op webpagina: www.sdnl.nl/ekc-rs138.htm Uw antwoord op dit schrijven, onze eventuele aangifte tegen dit door u gepleegde strafbare feit, onze volgende brieven hierover en de onherroepelijke uitspraak in deze zaak met als nummer 200403689/1 zullen eveneens bij de SDN op internet worden geplaatst. Hoogachtend,
Ecologisch Kennis Centrum BV
Ing. A.M.L. van Rooij,
Bijlage:
|
't Achterom 9a 5491 XD Sint Oedenrode Tel. 0413-490387 Fax. 0413-490386 Per Fax 040-2653030 Sint Oedenrode, 7 oktober 2004.
Per fax 070 - 3651380 Aan: Mr. F.B. van der Maesen de Sombreff (persoonlijk). Ambtenaar van Staat van de Raad van State Postbus 20019, 2500 EA 's-Gravenhage. Sint Oedenrode, 7 oktober 2004. Ons kenmerk: SDN/04054/B Uw nummer: 200403689/1/M1. Betreft: Stichting Sociale Databank Nederland (appellant)/ Eis tot het nemen van een besluit waarbij de behandeling van opgemelde zaak, ter zitting gepland op 14 oktober 2004 tot een nader te bepalen tijdstip wordt uitgesteld. Geachte heer van der Maesen de Sombreff, Namens de Stichting Sociale Databank Nederland, Gasthuislaan 22, 6883 JK te Arnhem, hierna te noemen: appellant, bericht ik u als volgt: Bij brieven van 30 september 2004 en 3 oktober 2004 heb ik u in opgemelde zaak nummer 200403689/1/M1 op de 13e en 11e dag vóór de zitting nadere stukken laten toekomen. Bij brief van 5 oktober 2004 stuurt u die stukken aan mij terug met de mededeling dat die niet toegespitst zijn op het onderhavige geschil en derhalve niet aan het dossier worden toegevoegd. Naar mijn mening betreft het hier wel degelijk voor dit geschil zeer essentiële informatie. Men kan hierover van mening verschillen, echter ik wijs u er op dat in de Algemene wet bestuursrecht nergens voorschriften opgenomen zijn ten aanzien van het op het geschil toegespitst dienen te zijn van nadere stukken, laat staan enige criteria waarmee dit toegespitst zijn door een behandelend ambtenaar, op voorhand in de plaats tredend van de bevoegde rechter, naar eigen inzicht nadere stukken uit een dossier kan verwijderen. Daarmee hebt u gehandeld in strijd met artikel 7:18, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht. Ingevolge artikel 7:18, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht is het beroepsorgaan wettelijk verplicht om het 'complete' dossier voorafgaand aan het horen gedurende tenminste een week voor belanghebbenden ter inzage te leggen. Met het terugsturen van de door mij bij brieven van 30 september 2004 en 3 oktober 2004 tijdig ingediende nadere stukken heeft u in strijd met artikel 7:18, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht op onwettige wijze voor belanghebbenden een niet compleet dossier ter inzage gelegd en daarmee voor hen zeer essentiële informatie achtergehouden. Met klem verzoek ik u dit alles te corrigeren binnen 24 uur na heden en ondergetekende dat schriftelijk te bevestigen. Deze correctie zal moeten inhouden:
Om aan de hierboven wettelijke verplichting te voldoen kunt u de behandeling ter zitting op 14 oktober 2004 om 10.45 uur niet laten doorgaan. Ik verzoek u daarom hierop deze zitting tot een nader te bepalen tijdstip uit te stellen en ondergetekende dat binnen 24 uur na heden schriftelijk te bevestigen. Behoudens uw schriftelijke bevestiging binnen 24 uur na heden, waarin u mij kenbaar maakt dat het dossier alsnog compleet wordt gemaakt en de behandeling ter zitting tot een nader te bepalen tijdstip wordt uitgesteld, zal ik van deze hoogst ernstige, en strafbare gang van zaken rechtstreeks aangifte doen bij de hoofdofficier van justitie in 's-Gravenhage. Daarbij zal ook een afschrift van deze brief worden overlegd. Wij hebben dit schrijven en uw onderliggende brief van 5 oktober 2004, tezamen met onze brieven van 30 september 2004 en 3 oktober 2004 bij de Sociale Databank Nederland (SDN) op internet laten plaatsen op webpagina: www.sdnl.nl/ekc-rs138.htm Uw antwoord op dit schrijven, onze eventuele aangifte tegen dit door u gepleegde strafbare feit, onze volgende brieven hierover en de onherroepelijke uitspraak in deze zaak met als nummer 200403689/1 zullen eveneens bij de SDN op internet worden geplaatst. Hoogachtend,
Ecologisch Kennis Centrum BV
Ing. A.M.L. van Rooij,
|
SDN-rubrieken
Raad van State verbiedt shredderen afvalhout
Titanengevecht tegen gesubsidieerde milieuvergiftiging bijna gewonnen