AANTEKENEN _ _
Postbus 6001, 4330 LA Middelburg.
Sint Oedenrode, 26 juli 1999. Tevens verstuurd per fax 050 - 3164933 op 20 november 1998. Ons kenmerk: RB/provNbr/26079.
Aanvraag om onder oplegging van een last onder dwangsom alle bedrijven, die binnen uw provincie afvalhout shredderen, dat vrijkomt als bouw- en sloopafval, te dwingen daarmee onmiddellijk te laten stoppen.
Namens R.M. Brockhus, wonende aan de Westkade 227, te 1273 RJ Huizen, hierna te noemen: cliënt, richt ondergetekende aan u het verzoek om onder oplegging van een last onder dwangsom alle bedrijven die binnen uw provincie afvalhout shredderen, dat vrijkomt als bouw- en sloopafval, te dwingen daarmee onmiddellijk te stoppen.
Verduurzaamd hout dat vrijkomt als bouw- en sloopafval moet worden verwijderd en verwerkt als gevaarlijk afval. Voor de feitelijke onderbouw verwijzen wij u naar onze aanvraag van 29 augustus 1998, kenmerk: RB/prov Nbr/29088, aan Gedeputeerde Staten van de provincie Noord Brabant. Betreffende aanvraag van 29 augustus 1998 vindt u bijgevoegd (bijlage 1). Wij verzoeken u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als woordelijk herhaald en ingelast te beschouwen. Uit die inhoud kunt u opmaken dat de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bij bindende uitspraak no's F03.98.0171, F03.98.0179, F03.98.0180, F03.98.0181, F03.98.0182, F03.98.0183 en F03.98.0184 van 19 augustus 1998 heeft beslist dat verduurzaamd hout visueel niet te onderscheiden valt van onbehandeld hout dat vrijkomt als bouw- en sloopafval en dat om die reden al het hout dat vrijkomt als bouw- en sloopafval niet meer mag worden vershredderd. Uit die inhoud kunt u tevens opmaken dat verduurzaamd hout dat vrijkomt als bouw- en sloopafval ingevolge artikel 1, lid 4, van richtlijn 91/689/EEG (pb EG L356) moet worden verwijderd en verwerkt als gevaarlijk afval.
Vanwege het feit dat verduurzaamd hout, dat vrijkomt als bouw- en sloopafval, visueel niet te onderscheiden valt van niet-verduurzaamd hout, dat vrijkomt als bouw- en sloopafval, betekent dat daarmee al het hout dat vrijkomt als bouw- en sloopafval moet worden verwijderd en verwerkt als gevaarlijk afval. Het verdunnen van verduurzaamd hout (gevaarlijk afval) met niet verduurzaamd hout (niet-gevaarlijk afval) door het gezamenlijk in één installatie te shredderen is namelijk wettelijk verboden. Met vorenstaande is vast komen te staan dat voor het shredderen van afvalhout, dat vrijkomt als bouw- en sloopafval, een vergunning is vereist voor het bewerken en verwerken van gevaarlijk afval. Ingevolge artikel 8:1, eerste lid, van de Wet milieubeheer is het verboden zonder daartoe verleende vergunning een inrichting in werking te hebben. Onder inrichting dient ingevolge artikel 1.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer te worden verstaan; elke door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid die binnen een zekere begrenzing pleegt te worden verricht, waaronder het bewerken en verwerken van gevaarlijke afvalstoffen. In het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer zijn categorieën van inrichtingen aangewezen die nadelige gevolgen voor het milieu kunnen veroorzaken en waarvoor een vergunning ingevolge de Wet milieubeheer is vereist. In categorie 28, onderdeel 28.4, onder c.20, van bijlage I bij dat besluit zijn vermeld de inrichtingen die van buiten de inrichting afkomstige gevaarlijke afvalstoffen bewerken, verwerken of vernietigen. Gebleken is dat de bedrijven die binnen uw provincie afvalhout, dat vrijkomt als bouw- en sloopafval, shredderen niet beschikken over een daarvoor vereiste vergunning om gevaarlijk afval te mogen bewerken, verwerken en verwijderen. Nu in categorie 28, onder 28.4 onder c.20, van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer onder meer inrichtingen, die gevaarlijke afvalstoffen bewerken en verwerken dat afkomstig is van buiten de inrichting, zijn vermeld is voor het in werking hebben van deze inrichtingen ingevolge de Wet milieubeheer een vergunning vereist. De bedrijven binnen uw provincie die afvalhout, dat vrijkomt als bouw- en sloopafval, shredderen hebben hun inrichting in werking zonder te beschikken over een daarvoor krachtens de Wet milieubeheer verleende vergunning. U bent derhalve bevoegd tegen deze overtreding op te treden door het krachtens artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht opleggen van een last onder dwangsom. Mede gelet op het feit dat door het shredderen van afvalhout, dat vrijkomt als bouw- en sloopafval, jaarlijks zo'n 300.000 kg. arseenverbindingen en zo'n 600.000 kg chroom VI verbindingen, zijnde zwarte lijststoffen, diffuus in ons milieu worden gebracht en de milieu- en gezondheidsschade als gevolg daarvan voor ons allen catastrofaal zal zijn, verzoeken wij u om over te gaan tot het opleggen van een last onder dwangsom van f.100.000,- per dag met een maximum van f.100.000.000,- in geval de binnen uw provincie aanwezige bedrijven doorgaan met het shredderen van afvalhout, dat vrijkomt als bouw- en sloopafval, zonder een daartoe vereiste vergunning voor het bewerken en verwerken van gevaarlijke afvalstoffen. De volmacht van cliënt vindt u bijgevoegd. (bijlage 2).
Ecologisch Kennis Centrum BV
ing. A.M.L. van Rooij, Bijlage:
Website adres: http://www.sdnl.nl/ekc/ekc-gs28.htm
SDN
|