5491 XD Sint Oedenrode Tel. 0413-490387 Fax. 0413-490386
AANTEKENEN Voorzitter van de Raad van State,
Sint Oedenrode, 25 juli 1998. Tevens verstuurd per fax 070 - 3651380 op 25 juli 1999. Ons kenmerk: RB/provU/25079/VV.
Verzoek om het treffen van voorlopige voorziening c.q. schorsing van het fictieve besluit tegen de weigering om te beschikken op onze aanvraag van 29 augustus 1998, kenmerk RB/provU/29088, door Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht.
Namens de heer R.M. Brockhus, wonende aan de Westkade 227, te 1273 RH Huizen, hierna te noemen: appellant, richt ondergetekende hierbij aan u het verzoek om schorsing van bovengenoemd fictief besluit tegen de weigering om te beschikken op onze aanvraag van 29 augustus 1998, kenmerk RB/provU/29088, door Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht. Van onze aanvraag van 29 augustus 1998 vindt u een kopie bijgevoegd. (zie bijlage 1 achter bijbehorend beroepschrift).
De gronden van dit schorsingsverzoek zijn gelijk aan de gronden in bijbehorend beroepsschrift van 25 juli 1999, kenmerk: RB/provU/25079/B. Bijbehorend beroepschrift vindt u bijgevoegd (zie bijlage). De inhoud daarvan dient u hier als woordelijk herhaald en ingelast te beschouwen. Op grond van vorenstaande feitelijke gegevens verzoeken wij u deze weigering om te beschikken (fictieve beschikking) te schorsen en Gedeputeerde Staten te verplichten tot het nemen van een besluit binnen 4 weken na verzending van uw uitspraak. Voor jurisprudentie verwijzen wij u naar uitspraak F03.99.0269 van 23 juli 1999 van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Op grond van vorenstaande feitelijke gegevens kunt u tevens opmaken dat het gehele Nederlandse volk er zeer groot belang bij heeft dat dit verzoek met de hoogste spoed wordt behandeld. Wij richten daarom aan u het verzoek deze zaak middels een spoedprocedure in behandeling te nemen en ondergetekende hierover in ieder geval te horen. Het liefst op een dinsdag of donderdag in afstemming met de drukke agenda van ondergetekende. Tevens verzoeken wij u Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht te veroordelen in de proceskosten overeenkomstig het puntensysteem zoals dat staat opgenomen in het Besluit proceskosten bestuursrecht. (stb.763 - 1993). De volmacht van appellant vindt u bijgevoegd (bijlage 2 achter bijbehorend beroepschrift). Bijgevoegd vindt u verder:
Ecologisch Kennis Centrum BV
ing. A.M.L. van Rooij, Bijlage:
Bijbehorend beroepschrift van 25 juli 1999,
5491 XD Sint Oedenrode Tel. 0413-490387 Fax. 0413-490386
AANTEKENEN Raad van State,
Sint Oedenrode, 25 juli 1998. Tevens verstuurd per fax 070 - 3651380 op 25 juli 1999. Ons kenmerk: RB/provU/25079/B.
Beroepschrift tegen de weigering om te beschikken op onze aanvraag van 29 augustus 1998, kenmerk RB/provU/29088, door Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht.
Namens de heer R.M. Brockhus, wonende aan de Westkade 227, te 1273 RH Huizen, hierna te noemen: appellant, tekent ondergetekende beroep aan tegen de weigering om te beschikken (fictieve beschikking) op onze aanvraag van 29 augustus 1998, kenmerk: RB/provU/29088 door Gedeputeerde Staten van Utrecht.
De inhoud van ons beroepschrift is gelijk aan de inhoud van onze aanvraag van 29 augustus 1998, waarin wij Gedeputeerde Staten hebben verzocht om onmiddellijke intrekking van alle binnen de provincie Utrecht verleende milieuvergunningen voor het shredderen van afvalhout dat vrijkomt als bouw- en sloopafval. Van onze aanvraag van 29 augustus 1998, kenmerk: RB/provU/29088, vindt u een kopie bijgevoegd (bijlage 1). Wij verzoeken u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als woordelijk herhaald en ingelast te beschouwen. Betreffende aanvraag van 29 augustus 1998 hebben wij op 31 augustus 1998 aangetekend verstuurd. Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht hebben die aanvraag op 1 september 1998 ontvangen. Artikel 4:13 Awb regelt wanneer Gedeputeerde Staten een beschikking op onze aanvraag 29 augustus 1998 hadden moeten geven. De redelijke termijn is in ieder geval verstreken wanneer het bestuursorgaan binnen 8 weken geen beschikking heeft gegeven of op grond van artikel 4:14 Awb aan de aanvrager geen kennisgeving heeft gestuurd over het tijdstip waarop de beschikking tegemoet kan worden gezien. Heden 25 juli 1999, 38 weken na het overschrijden van de wettelijke termijn, hebben Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht nog steeds geen beschikking gegeven op onze aanvraag van 29 augustus 1998 en hebben wij van hen ook geen kennisgeving mogen ontvangen over het tijdstip waarop de beschikking tegemoet kan worden gezien. Hier is zeer nadrukkelijk sprake van een fictieve beschikking waartegen beroep kan worden ingediend. Op grond van vorenstaande feitelijke gegevens verzoeken wij u deze weigering om te beschikken (fictieve beschikking) te vernietigen en Gedeputeerde Staten te verplichten tot het nemen van een besluit binnen 4 weken na verzending van uw uitspraak. Voor jurisprudentie verwijzen wij u naar uitspraak F03.99.0269 van 23 juli 1999 van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Wij verzoeken u ons hierover in ieder geval te horen. Het liefst op een dinsdag of donderdag in afstemming met de drukke agenda van ondergetekende. Tevens verzoeken wij u Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht te veroordelen in de proceskosten overeenkomstig het puntensysteem zoals dat staat opgenomen in het Besluit proceskosten bestuursrecht (stb.763, 1993). De volmacht van appellant vindt u bijgevoegd (bijlage 2). Bijgevoegd vindt u verder:
Ecologisch Kennis Centrum BV
ing. A.M.L. van Rooij, Bijlage:
Website adres: http://www.sdnl.nl/ekc/ekc-gs20.htm
SDN
|