HOOFDSTUK
XI
blz.63
- 70
Toen
wij thuis kwamen, was Dr. Leete nog uit en Mevrouw Leete was in haar kamer. ~
,,Houdt u van muziek, Mijnheer West?' vroeg Edith. Ik verklaarde haar dat het
mijn halve leven was.
~ ,,Ik had het u eigenlijk niet
behoeven te vragen,' zeide zij, ,,het is geen vraag bij ons tegenwoordig. maar
ik heb gelezen dat in uw tijd, zelfs bij de beschaafde klasse, er waren die niet
van muziek hielden.'
~ ,,U moet ook niet vergeten,'
hernam ik, ,,dat wij somtijds heel rare muziek hadden.'
~ ,,Ja,' zeide zij, ,,dat weet ik,
en waarschijnlijk zou ik daar ook niet van gehouden hebben. Zoudt u de onze nu
eens willen hooren?'
~ ,,Niets zal mij aangenamer
zijn dan naar u te luisteren.
~ ,,Naar mij?' vroeg zij
lachende, ,,dacht u dat ik voor u zou gaan spelen of zingen?'
~ ,,Dat hoopte ik werkelijk,'
antwoordde ik.
Ziende dat ik eenigszins verlegen werd, bedwong zij haar vroolijkheid en gaf mij
de verklaring.
Natuurlijk zingen wij allemaal tegenwoordig als stem觔efening, en sommigen
leeren muziek voor hun eigen plezier; maar de muziek van de artisten is zooveel
beter dan iets van ons zeif en zoo gemakkelijk te krijgen, dat wij ons eigen
zingen of spelen geen muziek noemen. Al de werkelijke goede spelers en zangers
zijn in den muzikalen dienst en de anderen houden zich stil. Maar zou u
werkelijk iets willen hooren?'
Ik herhaalde mijne verzekering.
~ ,,Kom dan in de muziekkamer,'
zeide zij en ik volgde haar naar een vertrek zonder behangsel met houten
betimmering en een vloer van glimmend hout. Ik was voorbereid op nieuwe soorten
van instrumenten, maar ik zag niets in de kamer dat er eenigszins op geleek.
Mijne groote verbazing verschafte Edith veel genoegen.
~ ,,Wees zoo goed de muziek van
vandaag in te zien,' zeide zij en gaf mij een kaart; ,,zeg mij wat gij 't
liefste hebt. Het is nu vijf uur zooals u weet.'
Het biljet was gedateerd 12 September. 2000; en bevatte het langste programma,
dat ik ooit had gezien. Het was even afwisselend als uitgebreid, met een reeks
van vocale en instrumentale solo's, duetten, kwartetten en verschillende
stukken voor orkest. Ik stond verbluft door de ontzettende lijst, totdat de roze
vinger負op van het meisje een afdeeling aanwees waar de nummers waren aangeduid
met het teeken ,,5 uur 's avonds'; toen be衫erkte ik, dat dit uitgebreide
programma er een was voor den geheelen dag, verdeeld in vier en twintig stukken
naar de uren. Er waren eenige weinige nummers in het gedeelte voor 5 uur en ik
koos een orgelstuk.
~ ,,Ik hen heel blij. dat u van
orgel houdt,' zeide zij. ,,Ik geloof, dat er haast geen instrument is, dat
vaker bij mijn stem衫ing past.'
Zij gaf mij een gemakkelijken stoel, en aan den anderen kant van het vertrek,
zooveel ik zien kon, bewoog zij enkel een of twee schroeven, en onmiddellijk
werd de kamer gevuld door het geluid van een groot orgelconcert, gevuld, niet
overstroomd, want de afmetingen van het geluid waren op eenigerlei wijze beperkt
naar de grootte van het vertrek. Bijna zonder ademhalen luisterde Ik tot het
einde. Zulke volmaakte muziek had ik nooit gedacht te zullen hooren.
~ ,,Grootsch!' riep ik uit, toen de
laatste heerlijke golf brak en zacht vervloeide. ,,Bach zelf moet dat orgel
bespelen. maar waar staat het orgel?'
~ ,,Pardon, wacht even,' zeide
Edith. ,,Ik verzoek u nog te luisteren naar deze wals voordat u lets vraagt. Ik
vind het een heerlijke wals.' En een klank van violen stroomde in de kamer met
de bekoring van een zomernacht. Toen de wals uit was, zeide zij ~ ,,er is niets
geheimzinnigs met deze muziek, zooals u schijnt te denken. Zij wordt niet
gemaakt door feeën of geesten, maar door eerlijke en verbazend knappe
menschelijke handen. Wij hebben eenvoudig het denkbeeld van arbeidsbe貞paring
door samenwerking ook in de muziek toegepast. Er zijn een menigte concertzalen
in de stad, die met groote volmaakt虐eid voor alle soorten van muziek zijn
ingericht. Deze zalen zijn door telefoons verbonden met al de huizen van de
menschen, die een klein abonnement willen betalen en haast niemand, die dat niet
wil. Het muziekkorps dat in elk gebouw speelt is zoo groot, dat, ofschoon van de
medewerkers niemand heel lang bezig is, het programma voor een geheel etmaal
voldoende is. Op de kaart voor vandaag. zijn erI als u goed ziet,
vier verschillende lijsten, elk van verschillende soorten muziek, die
gelijktijdig uit茆evoerd worden, en elk van de vier stukken die nu gespeeld
worden, kunt gij hooren, door eenvoudig op den knop te druk虺en, die den
telefoondraad verbindt met de concertzaal, waar het vandaan komt. De programma's
zijn zoo opgemaakt, dat de stukken, die op eenig uur tegelijkertijd worden
gespeeld in de verschillende zalen, een goede verscheidenheid opleveren, niet
alleen vokaal en instrumentaal, maar ook van soorten van instrumenten, en
bovendien van vroolijke en ernstige fragmenten, zoodat ieders smaak en stemming
kan worden gediend.'
~ ,,Het schijnt mij
toe, juffrouw Leete,' zeide ik, ,,dat, als wij een schikking konden bedacht
hebben om iedereen muziek in huis te verschaffen, volmaakt in hare soort en
zooveel men wilde, voor elke stemming des gemoeds en precies wanneer men
begeerde, wij zouden gedacht hebben de grens van het mensche衍ijk geluk te
bereiken en niet langer naar andere verbeteringen hebben verlangd.'
~ ,,Ik weet wel, dat ik
mij nooit kon verbeelden, hoe de menschen, die vroeger van muziek hielden,'
antwoordde Edith, ,,het konden uithouden met de ouderwetsche manier om muziek te
maken. Muziek, die de moeite waard was, moet geheel buiten het bereik van de
groote menigte gebleven zijn en alleen toegankelijk voor de uitverkorenen, en
dan nog kort, met groote moeite en kosten, door iemand anders gekozen en
verbonden met allerlei ongewenschte omstandigheden. uwe concerten, bijvoorbeeld,
en uwe opera's! Het moet geweest zijn om razend te worden, ter wille van een of
twee stukkeri, die u bevielen, te moeten luisteren urenlang naar dingen, die u
niet konden schelen. Aan een diner kan iemand ten minste overslaan wat hem niet
bevalt! Wie zou ooit eten, als hij alles moest eten wat op tafel kwam? En ik ge衍oof
toch, dat ons gehoor even gevoelig is als onze smaak. Ik denk, dat het deze
bezwaren waren om goede muziek te krijgen, die u genoegen deden nemen met al dat
spelen en zingen in huis, door menschen, die er weinig van kenden.' ~
,,Ja', antwoordde ik, ,,die soort van muziek of in het ge虐eel geen,
dat was voor de meesten van ons de eenige keus.'
~ ,,Wel, wel,' zuchtte Edith, ,,als
men het goed bedenkt, is het niet vreemd, dat de menschen van uw tijd zoo
dikwijls niet van muziek hielden. Ik zou het ook niet hebben kunnen uitstaan.'
~ ,,Heb ik u goed verstaan,' vroeg
ik, ,,dat dit programma 24 uur duurt? Het schijnt zoo op het bujet, dat is zoo,
maar wie luistert er naar, laat ons zeggen, van middernacht tot den morgen?'
~ ,,O, veel menschen,' antwoordde
zij. ,,De verdeeling van nacht en dag is hier zoo strikt niet, maar indien het
voor geen anderen was, dan zou het nog zijn voor de zieken, de slapeloozen en de
stervenden. Al onze slaapkamers zijn telefonisch verbon苓en aan het hoofdeind
van het bed, zoodat iemand, die niet kan slapen, muziek kan krijgen, wanneer hij
het verkiest en van de soort, die overeenkomt met zijn humeur.'
~ ,,Is er zulk een verbinding in de
kamer die ik gekregen heb'?
~ ,,Wel zeker, en het was erg dom van
mij, u dat gisteren avond niet te vertellen. Vader zal het u wijzen voor u van
avond naar bed gaat, en met den knop bij uw oor, ben ik er zeker van dat gij
alle onaangename gevoelens zult tarten, als zij u weer mochten lastig vallen.'
Dien avond vroeg Dr. Leete ons naar ons bezoek aan het magazijn, en in den loop
van de vernietigende vergelijking van de instellingen van de negentiende eeuw
bij die van de twintigste kwam de kwestie van erfrecht ter sprake.
~ ,,Ik denk,' zeide ik, ,,dat het
erfrecht nu is afgeschaft.'
~ ,,Integendeel,' zeide
Dr. Leete, ,,daar is niets tegen gedaan. u zult in het algemeen ontdekken,
Mijnheer West, als u ons zult leeren kennen, dat er veel minder inbreuk op de
persoonlijke vrijheid bestaat bij ons dan bij u, in uw tijd. Wij hebben, wel is
waar, bij de wet geregeld. dat iedereen de natie zal dienen voor een bepaalde
periode, in plaats van den menschen de keus te laten zooals bij u, tusschen
werken, stelen en sterven. Met uit述ondering van deze grondwettige bepaling,
die in werkelijkheid niet anders is dan een formule voor de natuurwet, waardoor
de natuurwet voor iedereen gelijkelijk drukkend wordt gemaakt, berust ons
stelsel nergens op wetgeving, maar is geheel vrijwillig, het logische
uitvloeisel van de werking der menschelijke natuur onder redelijke
omstandigheden. De kwestie van het erfrecht is juist een goede illustratie
daarvan. Het feit, dat de natie de eenige kapitalist en landeigenaar is, beperkt
het bezit van het individu tot zijn jaarlijksch krediet en de persoonlijke of
huis虐oudelijke voorwerpen die hij zich daarmee heeft aangeschaft. Zijn krediet
houdt op als hij sterft, zooals vroeger een lijfrente, na aftrek van een zekere
vaste som voor begrafeniskosten. Zijn andere bezittingen laat hij na, zooals hij
verkiest.'
~ ,,Wat kon in den loop van den
tijd beletten, dat in handen van enkelen zulke kostbare goederen opgehoopt
werden, dat de gelijkheid van de ingezetenen in gevaar kwam?' vroeg ik.
~ ,,Dat schikt zich vanzelf,' was
het antwoord. ,,In de tegenwoordige samenstelling van de maatschappij, wordt de
aan茆roeiïng van persoonlijk bezit eenvoudig een last, zoodra zij niet meer
het ware comfort verhoogt. In uw tijd als iemand zijn huis vol had met gouden en
zilveren voorwerpen, kostbaar porselein, dure meubelen, en zulke dingen meer,
zou hij een rijk man zijn, want deze zaken hadden geldswaarde en konden ieder
oogenblik in geld worden omgezet. Nu zou iemand, die door honderd gelijktijdige
erfenissen in dien toestand raakte, vrij ongelukkig worden gevonden. Omdat de
voorwerpen niet verkoopbaar waren, zouden zij geen waarde voor hem hebben dan
voor gebruik of het genot van hun schoonheid. Aan den anderen kant, daar zijn
inkomen niet toenam, zou hij zijn krediet moeten besteden om pakhuishuur te
betalen en bovendien voor menschen, die er op pasten. u kunt er zeker van zijn,
dat zoo iemand onmid苓ellijk onder zijn kennissen zijn bezittingen zou
verdeelen, die hem enkel armer maakten, en dat geen van zijn kennissen meer zou
aannemen, dan hij gemakkelijk kon plaatsen en bewaren. u ziet dus, dat het
verbieden van erfenissen van persoonlijk bezit, teneinde groote ophoopingen te
voorkomen, een overbodige voorzorgsmaatregel zou zijn, ieder, persoonlijk, ziet
toe, dat hij zich geen overlast op den hals haalt. Zoo voorzichtig is hij in dit
opzicht, dat de familie gewoonlijk alle rechten op de nalaten貞chap Iaat varen
en maar enkele voorwerpen voor zich behoudt. De natie draagt zorg voor de
onbeheerde boedels en de dingen van waarde keeren naar de magazijnen terug.'
~ ,,U spraakt van de
diensten te betalen van personen, die op uw huizen passen,' zeide ik; ,,dat
brengt mij op een vraag die ik u al dikwijls had willen doen. Hoe is het gesteld
met de bediendenkwestie? Wie zijn bereid om bedienden te wezen in een staat,
waar iedereen maatschappelijk gelijk is? Bij ons was het al moeilijk hen te
knjgen, zelfs toen er weinig aanspraak op gelijkheid werd gemaakt.'
~ ,,Juist omdat wij
allen maatschappelijk gelijk zijn, en deze gelijkheid door niets wordt in gevaar
gebracht, en omdat het dienen eervol is in een samenleving met het
beginsel, dat allen bij beurten aan de anderen zullen ondergeschikt zijn, zouden
wij zonder eenige moeite een stel huisbedienden hebben kunnen krijgen, zoo
voortreffelijk als gij ooit gedroomd hebt, indien wij ze noodig hadden. Maar,
wij hebben ze niet noodig.'
~ ,,Wie doet dan het
huiswerk?' vroeg ik aan Mevrouw Leete.
~ ,,Er is geen
huiswerk,' hernam zij. ,,Het wasschen gebeurt in openbare inrichtingen tegen
een uiterst laag tarief, en het koken in openbare keukens. Het maken en
herstellen van al wat wij dragen geschiedt buitenshuis in openbare winkels.
Natuurlijk hebben wij electriciteit in plaats van vuur en licht. Wij nemen geen
grootere huizen dan wij noodig hebben, en ze worden zoo gemeubeld, dat ze met
zeer weinig moeite in orde te houden zijn. Wij hebben dus geen dienstboden
noodig.'
~ ,,De
omstandigheid,' voegde Dr. Leete er bij, ,,de omstan苓igheid dat gij in de
behoeftige klasse een onbeperkten voorraad slaven bezat, dien gij allerlei
verderfelijken en onaangenamen arbeid kondet opleggen, maakte u onverschillig
voor middelen om zulken arbeid overbodig te maken. Maar thans, nu wij allen bij
beurten datgene moeten verrichten, wat voor de maatschappij gedaan wordt, heeft
elk lid van de natie hetzelfde en een per貞oonlijk belang bij zulke middelen.
Daaruit is voortgesproten een verbazende ontwikkeling van werk-besparende
inrichtingen, waarvan weer het eerste gevolg was een maximum van gemak en een
minimum van moeite in het huishouden. In bijzondere omstandigheden, buitengewone
schoonmaak of vernieuwing of ziekte, kunnen wij altijd hulp krijgen van het
arbeidsleger.'
~ ,,Maar hoe worden die
helpers beloond, als gij geen geld hebt?'
~ ,,Wij betalen hen niet,
maar de staat betaalt hen. Hunne diensten zijn verkrijgbaar aan een bepaald
bureau en het bedrag wordt afgenomen van het krediet van den aanvrager.'
~ ,,Wat een paradijs
voor de vrouwen moet de wereld nu zijn!' riep ik uit. ,,In mijn tijd waren
rijkdom en een overgroot getal bedienden niet voldoende om hunne bezitsters van
huis虐oudelijk zorgen te ontlasten, terwijl de vrouwen van de ge趴one
welvarende en armere klassen hun geheele leven als martelaressen van het
huishouden doorbrachten.'
~ ,,Ja,' zeide
Mevrouw Leete, ,,daar heb ik van gelezen, genoeg om mij te overtuigen dat, hoe
slecht de mannen het hadden in uw tijd, zij toch beter af waren dan hun moeders
en vrouwen'.
~ ,,De breede rug van het
volk,' hervatte Dr. Leete,, ,draagt nu, zoo licht als een veer, den last
waaronder de vrouwen van uw eeuw gebukt gingen. Hun ellende, evenals al uwe
andere ellende, kwam voort uit die ongeschiktheid voor samenwerking die een
gevolg was van het individualisme, waarop het geheele stelsel van staat
berustte, uit uwe onbekwaamheid om in te zien dat gij tienmaal meer voordeel
zoudt plukken van het elkander-helpen dan van het elkander-bestrijden. Het
vreemde is, niet dat gij niet beter wist te leven, maar dat gij in 't geheel het
leven er bij hieldt, terwijl men er voor uitkwam, dat het uw doel was elkander
tot uw knechten te maken en beslag te leggen op elkanders eigendom.'
~ ,,Pas op, vader, pas
op,' zei Edith Leete lachende. ,,Als u zoo heftig wordt, zal Mijnheer West
denken, dat u hem een standje maakt.'
~ ,,Als gij een dokter
noodig hebt,' vroeg ik, ,,dan stuurt gij zeker naar een bepaald bureau en dan
wordt u iemand gezonden?'
~ ,,In dit geval zou de regel
niet goed wezen,' antwoordde Dr. Leete. ,,Wat een dokter doen kan, hangt
grootendeels af van zijne bekendheid met de konstitutioneele eigenaardigheid en
den algemeenen toestand van den patiënt. Daarom moet men vrij zijn een
bepaalden geneesheer te laten roepen, evenals bij u. Het eenige verschil is dat,
in plaats van zijn honorarium voor zich zelf in ontvangst te nemen, hij het
ontvangt voor rekening van de natie, door van de kredietkaart van den patiënt
volgens een tarief het bedrag af te knippen.'
~ ,,Ik kan mij
begrijpen,' zeide ik, ,,dat, als de belooning steeds gelijk is, en een dokter
geen patiënten mag afwijzen, dat dan de knappe medici veel en de minder knappe
in het geheel niets te doen zullen hebben.'
~ ,,In de eerste
plaats.' antwoordde mijn gastheer met een glimlach, ,,als ik het zelf als een
gewezen medicus zeggen mag, hebben wij geen slechte medici. Niet iedereen, die
maar wat geneeskundige termen in het hoofd heeft, laat men zooals vroeger, de
vrijheid om de lichamen van de burgerij te behan苓elen. Alleen studenten, die
de zware examens van de school hebben afgelegd en hunne geschiktheid duidelijk
hebben be趴ezen mogen praktiseeren. Dan moet u ook niet vergeten, dat er
tegenwoordig geen sprake van is, dat een dokter zijn praktijk tracht te vestigen
ten koste van andere doktoren. Daar zou geen reden voor zijn, aangezien ieder
een even groot aandeel geniet in de algemeene produktie als alle andere
ingezetenen. Overigens moet hij van zijn werk geregelde verslagen uitbrengen aan
het geneeskundig bureau, en als hij te weinig te doen heeft, wordt er bezigheid
voor hem gezocht.'
|
Overzicht van informatie bij de Bellamy Stichting
|