In
het gymnastiekgebouw.
Edith
kwam bij ons op het dak van het huis zitten, om het einde van ons gesprek te
horen en zei tegen haar vader: "Ik vermoed dat je Julius verteld hebt over
het verschil van de tegenwoordige vrouwen en de vroegere, dus vraag ik me af of
het niet interessant voor hem zou zijn, vanmiddag het gymnastiekgebouw te
bezoeken, om te zien hoe wij ons oefenen? Er zullen wedstrijden zijn in
hardlopen, hoogspringen en andere dingen. Onze jaarklasse heeft vanmiddag het
gebruik van het gebouw en ik mag in geen geval verzuimen."
Ik
heb aan dit voorstel, dat gretig werd aangenomen, veel te danken gehad met het
oog op de interessante en leerrijke ervaringen van die eerste dagen, waarin ik
kennis maakte met de beschaving van het nieuwe millennium.
Bij
de deur van het gebouw verliet Edith ons, om zich bij haar klas te voegen in het
amfitheater.
'Zal
ze aan een wedstrijd meedoen?" vroeg ik.
'Iedereen, van haar leeftijd die in deze wijk woont zal er aan
deelnemen," zei de dokter.
'Welke
tak van sport wordt door Edith beoefend?" vroeg ik.
'Het komt niet veel voor," antwoordde de dokter, "dat iemand onder
ons een bijzondere tak van sport beoefent. Natuurlijk doet ieder voor zich wat
hij of zij wil, maar het doel van onze openbare oefeningen is niet een tak van
sport te beoefenen, maar om een evenredig ontwikkeld lichaam te krijgen. Wij
zorgen er in de eerste plaats voor om een zekere standaard van kracht en
afmetingen te bereiken in benen, dijen, armen, lenden, borst, schouders, hals,
enz. Deze standaard is niet de hoogste graad van volmaaktheid, niet voor wat het
lichaam betreft en niet voor wat er te bereiken valt. Het is slechts een
noodzakelijk minimum. Maar iedereen die dit heeft bereikt, wordt als een gezonde
man of vrouw beschouwd. Het wordt vervolgens aan hen zelf overgelaten zich in
bijzondere takken van sport verder te ontwikkelen."
'Hoe lang duurt deze lichamelijke opvoeding?"
'Zoals alle anderen is het verplicht totdat men lichamelijk volgroeid is; dus
tot het vierentwintigste jaar. Maar feitelijk onderhouden wij met deze
oefeningen ons lichaam ons leven lang. Het hangt er echter van af hoe men zich
voelt."
'Bedoelt u, dat ook u zich nog altijd oefent in een gymnastieklokaal?"
'Ja, waarom niet? Het is voor mij even belangrijk gezond te zijn op mijn
zestigste, als op mijn twintigste."
'Dokter," zei ik, "als ik me verbaas dan moet u zich bedenken dat
het in mijn tijd spreekwoordelijk was, dat een man van over de vijfenveertig
zich niet mocht veroorloven een wagen in te halen. En wat vrouwen betreft, die
hielden met hun vijftiende op hard te lopen. Haar lichaam werd in een
bankschroef geperst, haar benen werden in zakken gestopt, haar tenen in
duimschroeven gekneld en ze zei haar gezondheid vaarwel."
'Het is jullie niet gelukt een goed gebruik van het lichaam te maken,"
zei de dokter.
'De vrouwen sloegen er helemaal geen acht op en wat de mannen betreft, voor
zover ik er over kan oordelen, vergden zij tot hun veertigste jaar te veel van
hun lichaam en daarna vergde het lichaam te veel van hen, wat niet meer dan
billijk was. De lichamelijke ellende door zwakte en ziekte, die het gevolg was
van oorzaken die hadden kunnen worden vermeden, schijnt ons naast de morele kant
van deze zaak één van de grootste schadeposten te zijn geweest, die op
rekening van het systeem van economische ongelijkheid moet worden gezet. Want
van deze grondoorzaak uit zijn alle gevolgen direct of indirect af te leiden. De
mannen konden noch op ziel, noch op lichaam letten in hun dollen strijd om hun
bestaan, of om de roof van een ander zijn bestaan, terwijl het samengestelde
systeem van slavernij, waaronder de vrouwen werden gehouden, haar degenereerde
naar geest en lichaam. We mogen er ons over verbazen dat er nog een greintje
gezondheid bij vrouwen overbleef."
Toen we het amfitheater binnen gingen zagen wij aan een zijde van de arena
ongeveer driehonderd jonge mannen en vrouwen met elkaar praten en op en neer
wandelen. De dokter zei me dat het Edith's leeftijdsgenoten waren. Zodat ik
wist dat ze tweeëntwintig jaar moesten zijn, in deze stadswijk geboren of er
later zijn gaan wonen. Ik beschouwde met bewondering de gestalten van deze jonge
mensen, sterk en mooi als de goden en godinnen van de Olympus.
'Moet ik dit beschouwen als een eerlijk staaltje van de jeugd en niet als een
uitgezochte verzameling van de meer atletisch gebouwde jongeren? " vroeg
ik.
De dokter antwoordde: "Alle jongeren die op hun drieëntwintigste jaar in
deze stadswijk wonen, zijn vandaag hier bijeen. Misschien met enkele
uitzonderingen die om bijzondere redenen niet kunnen komen."
'Maar waar zijn de gehandicapten en invaliden?"
'Zie
je daarginds die jongen in een rolstoel met vele om hem heen?"
'Ach ja, daar is dan eindelijk een invalide."
'Ja,"
antwoordde mijn begeleider, "er is hem een ongeluk overkomen, zodat hij
nooit sterk zal kunnen worden. Hij is de enige ziekelijke van de klasse en je
ziet hoe de anderen veel notitie van hem nemen. Er waren zoveel verminkten en
zieken onder jullie dat het medelijden zelf moe en uitgeput raakte om nog tranen
te kunnen storten en het erbarmen afstompte, doordat men te veel moest
meevoelen. Bij ons is hun aantal zo gering, dat zij onze troetelkinderen en
lievelingen zijn."
Plotseling hoorde men op een horen blazen en ongeveer twintig jonge mannen en
vrouwen snelden ons voorbij in een wedstrijd voor hardlopen. Terwijl ze
renden werd er op de horen geblazen, wat hen in voortdurende spanning hield. Wat
me verwonderde was, dat ze bij het eindpunt bijna allemaal gelijk aankwamen en
dat terwijl de deelnemers helemaal niet voor
de wedstrijd hadden getraind. In een wedstrijd zoals deze, van niet uitgekozen
mededingers, zouden er in mijn tijd velen zijn uitgevallen en de meeste zouden
daarbij dichter bij de helft dan bij het eindpunt zijn geweest.
'Ik zie dat Edith als derde is aangekomen," zei de dokter, die dit van de
aankondiging aflas. "Ze zal blij zijn dat ze het er zo goed heeft
afgebracht, nu jij hier bent."
Wat er nu gebeurde was een verrassing. Ik had een groep jongeren opgemerkt op
een hoge stellage aan het einde van het amfitheater, die zich op het een of
ander voorbereidden en ik was benieuwd wat ze zouden gaan doen. Plotseling, toen
een trompet het sein gaf, zag ik hoe ze van de rand van de stellage afsprongen.
Ik slaakte onwillekeurig een kreet van ontzetting, want de afstand tot de grond
was heel groot.
'Het is in orde," lachte de dokter en het ogenblik daarop zag ik een
twintigtal jonge mannen en vrouwen door de lucht springen, vijftig voet boven de
renbaan. Toen volgde wedstrijden in balgooien en schijfschieten.
'Nu begrijp ik waar de moderne vrouwen hun prachtige borst en schouders
vandaan hebben."
'Zo, dat is je dus opgevallen!" riep de dokter uit.
'Zeker is het me opgevallen," was mijn antwoord, "dat de
tegenwoordige vrouwen boven hun middel krachtig ontwikkeld en gebouwd zijn. Dat
kwam in onze dagen maar zelden voor."
'Het zal je ongetwijfeld interesseren," zei de dokter, "deze indruk
met bewijzen gestaafd te zien. Hoe zou je het vinden, als we het amfitheater
even verlieten, om naar anatomische lokalen te gaan? Het is een buitenkansje
voor een geestdriftige anatomist als ik om een leerling te vinden, die het op
prijs weet te stellen en aan wie men de uitwerking kan tonen van ons beginsel
van maatschappelijke gelijkheid, waardoor aan iedereen de beste gelegenheid is
gegeven, zich zo goed mogelijk te ontwikkelen, zodat de menselijke gestalte over
het algemeen en de vrouwelijke in het bijzondere naar het volmaakte is
veranderd. Ik zeg de vrouwelijke gestalte in het bijzonder, want die was in jouw
tijd het meest bedorven door gebrek aan oefening, die het leven haar niet
toestond. Hier is een groep gipsbeelden gevormd volgens de opgave van
deskundigen van de laatste twintig jaar van de negentiende eeuw, waaraan we veel
te danken hebben. Je zult zien dat de gestalten, zoals je terecht opmerkte,
boven het middel een neiging hadden spilvormig toe te lopen en zich onvoldoende
te ontwikkelen en onder het middel overmatig uit te groeien. De figuur ziet er
uit als een suikerbrood in warm weer, dat zacht is geworden en uitgezakt. De
breedte van de heupen van voren gezien is groter dan de breedte van de schouders
en moest eigenlijk twee centimeter minder zijn. Dit werd nog overdreven door de
plooien van de kostuumstoffen, die dames daar aanbrachten."
Bij deze woorden hief ik mijn ogen op naar het steen en gezicht van het
vrouwelijk beeld, waarvan de bekoorlijkheden door de dokter zo waren
neergehaald. Het leek wel of de blinde ogen me vol verwijt aankeken en mijn hart
erkende het recht dat ze daartoe had. Ik was de tijdgenoot geweest van dit
vrouwelijk type en was aan het licht van haar ogen alles verschuldigd wat het
leven waard maakte om te leven. Hoe volmaakt misschien ook de moderne standaard
van schoonheid mocht zijn, door haar had ik de waarde van het eeuwig vrouwelijke
leren kennen en was ik een ingewijde geworden in de heilige mysteriën van de
natuur.
Deze stenen ogen hadden het recht me te verwijten dat ik gezwegen had, toen een
man van een ander tijdperk haar bekoorlijkheden minachtte, waaraan ik zoveel had
te danken.
'Stil
dokter," zei ik. "U hebt natuurlijk gelijk, maar ik kan deze dingen
niet aanhoren."
Ik
kon geen woorden vinden om uit te drukken wat er in mij omging. Maar dat was ook
niet nodig, de dokter begreep het. In zijn scherpe grijze ogen kwam een glans
toen hij zijn hand op mijn schouder legde.
'Je hebt gelijk jongen en Edith zou er je
des te liever om hebben. Want tegenwoordig trekken de vrouwen partij voor elkaar
en houden elkaar's eer hoog wat naar mijn oordeel vroeger niet het geval was.
Maar aan de anderen kant, als er nu geesten van vrouwen uit jouw tijd in deze
lokalen aanwezig zouden zijn, dan zouden zij zich meer dan anderen verheugen in
de ruimere tempels, die de vrijheid gebouwd heeft en waarin de zielen van haar
dochters wonen.
'Zie eens," voegde hij er aan toe, terwijl hij een ander beeld aanwees.
"Dit is het type van de tegenwoordige trouw. De lijnen zijn nog niet
volmaakt, maar zijn gebaseerd op de gemiddelde verhoudingen met het doel ze
wetenschappelijk te kunnen vergelijken. Ten eerste is het beeld een paar cm.
groter dan het andere. Let op de schouders, die in verhouding tot de heupen twee
cm. in breedte zijn toegenomen, vergeleken met het beeld dat we zo juist hebben
bekeken. Aan de anderen kant is de omvang van de heupen groter, omdat de spieren
machtiger zijn ontwikkeld. De borstkas is meer dan twee cm. ruimer, terwijl ze
naar de buikholte toe meer dan twee cm. heeft gewonnen. Deze toegenomen
ontwikkeling moet gevoegd worden bij de toegenomen grootte van de gestalte. Wat
de ontwikkeling van het spierenstelsel betreft, dit kan eenvoudig niet met het
andere beeld worden vergeleken."
'Wat is daarvan de oorzaak?"
'Eenvoudig de uitwerking op de vrouwen van het volle onbelemmerde fysieke
leven, waartoe hun economische onafhankelijkheid de weg heeft geopend. Om de
schouders, armen, borstkas, lendenen, benen en het lichaam in het algemeen te
ontwikkelen is oefening nodig. Geen slappe of zachte oefening, maar krachtige en
voortdurende inspanning, die niet zo nu en dan, maar geregeld wordt gedaan. De
voorzienigheid zal aan vrouwen geen lichamelijke ontwikkeling geven op andere
voorwaarden, dan ze het mannen heeft gegeven. Er bestaat nu eenmaal in dat
opzicht geen vrijstelling voor haar. Maar daarvoor bestond voor vrouwen in jouw
tijd geen gelegenheid. Hun werk was toen al eeuwen beperkt tot kleine taken:
hand en peuterwerkjes, die lichaam en geest uitputten, maar van een soort dat
niet de gezonde reactie van de vitale krachten opwekten, die de gebruikte delen
opbouwt en ontwikkelt. Sinds eeuwen gingen de jongentjes er met hun vader op uit
om te spitten of te jagen of zich met andere jongentjes te meten in wedstrijden,
terwijl de meisjes thuis bleven om
te spinnen en te koken. Tot haar vijftiende jaar mocht een meisje wel eens met
haar broertje een paar flauwe spelletjes doen, maar met het begin van haar
vrouwelijke staat kwam er een einde aan alle lichaamsbeweging buitenshuis. Wat
kon men anders verwachten, dan wat daaruit voortkwam: een in de groei belemmerd,
verzwakt lichaam en een half ziekelijk bestaan. Het is alleen al een wonder, dat
de vrouwelijke gestalte na zo'n lange tijd van onderdrukking en slecht gebruik
van het lichaam, in zo'n korte tijd met zo'n grote verbetering reageerde op het
vrije bestaan, dat voor hen in de laatste eeuw mogelijk werd."
'Wij hadden anders veel mooie vrouwen, die lichamelijk volmaakt waren. Ten
minste zo dachten wij er over."
'Het was heel natuurlijk, dat jullie er zo over dachten en waarschijnlijk
waren ze de volmaakte typen, waarvoor ze gehouden werden. Maar zij toonden
alleen aan, wat de natuur voor had met het hele vrouwelijke geslacht. Want heb
ik ongelijk te geloven, dat de vrouwen uit jouw tijd over het algemeen een
slechte gezondheid hadden? Uit de overleveringen is dat af te leiden en als men
ze mag geloven, dan namen de vrouwen vier vijfden van de doktersvisites in
beslag. En toch scheen het niet te helpen, al mag ik mijn eigen beroepsgenoten
niet afvallen door dit te zeggen.
Het was echter een feit, dat ze niets konden doen, zolang de maatschappelijke
gewoonten voor de vrouwen onveranderd bleven."
'Natuurlijk hebt u gelijk, wat de
ziekelijke toestand van vrouwen aangaat en het is een feit dat een groot
schrijver openbaar heeft gemaakt, wat een aangenomen waarheid was onder de
geneesheren, namelijk dat ziekelijkheid de normalen toestand van een vrouw
was."
'Ja,
ik herinner me dat gezegde. Wat een bekentenis was het van de ellendige
mislukking van de toenmalige beschaving, dat men niet eens in staat was, een
oplossing te vinden voor de principiële voorwaarde voor het geluk van de helft
van de mensheid. De ziekelijkheid van jullie vrouwen was één van de grootste
tragedies van de vroegere civilisatie. Hun lichamelijk herstel alleen al, vormde
één van de vele oorzaken, die het geluk van de mensheid bevorderd heeft, door
het tot stand komen van de economische gelijkheid. Ga eens na wat er allemaal
opgesloten ligt in de verandering van de vrouwenwereld van zuchten, tranen en
lijden, zoals je die gekend hebt, tot de vrouwenwereld van heden, met haar
atmosfeer van vrolijkheid en vreugde en overvloeiend van kracht en
levenslust."
'Maar…"
zei ik, "één ding is me niet helemaal duidelijk. Zonder een geneesheer te
zijn heb ik toch begrepen dat over het algemeen de zwakte en teerheid van de
lichamelijke toestand van vrouwen veroorzaakt werd door een zeker natuurlijk
onvermogen van haar sekse."
'Ja,
ik weet dat men over het algemeen in jouw tijd dacht, dat de lichamelijke
gesteldheid van vrouwen met zich meebracht, dat zij
veroordeeld waren zich ziek, ellendig en ongelukkig te voelen. Een schandelijker
belastering van de natuur is er nooit uitgesproken. Geen natuurlijke functie mag
ooit voortdurend lijden en ziekte veroorzaken en als dat toch gebeurt, dan kan
men er uit opmaken, dat er iets in de omstandigheden niet in orde is. De
oosterlingen verzonnen de mythe van Eva en de appel en de vloek die over haar
werd uitgesproken om de smarten en zwakheden van haar sekse te verklaren, die in
werkelijkheid een gevolg was, niet van Gods wraak, maar van toestanden door
mensen geschapen. Als je eenmaal aanneemt, dat deze smarten en zwakheden van
nature onafscheidelijk aan de vrouwelijke constitutie verbonden zijn, dan is er
geen andere logische verklaring voor dan te geloven dat de mythe een historisch
feit is. Zelfs in jouw dagen waren er echter overvloedige voorbeelden van het
verschil in lichaamsgesteldheid van vrouwen onder verschillende omstandigheden
en andere maatschappelijke toestanden, om onbevooroordeelde geesten te
overtuigen, dat door en door gezonde toestanden gedurende tijdperken, die lang
genoeg zijn, zouden leiden naar een lichamelijk herstel van vrouwen, waardoor de
eer van de Schepper van de onverdiende smaad zou worden gezuiverd."
'Moet ik daaruit opmaken, dat het moederschap nu niet meer gepaard gaat met
gevaar of lijden ?"
'Nu
is het een voorval, dat niet meer als hachelijk beschouwd wordt, noch wanneer
het plaats heeft, noch in zijn gevolgen. En wat die andere zogenaamde
natuurlijke zwakheid betreft, waarin uw wijsgeren een verontschuldiging meenden
gevonden te hebben om vrouwen in een economische onderworpenheid te houden, die
heeft opgehouden lichamelijke storingen te veroorzaken. En het einde van deze
lichamelijke wederopbouw van de vrouw is nog niet in zicht. Terwijl de mannen,
wat lichamelijke kracht betreft, in sommige opzichten nog steeds de baas zijn,
geloven wij toch, dat de seksen eens op een peil zullen staan van absoluut
gelijke fysieke kracht, alleen met individuele verschillen."
'Er
is één vraag," zei ik, "die deze wonderlijke lichamelijke
wedergeboorte van de vrouw doet rijzen. U zegt, dat ze lichamelijk bijna de
gelijke is van de man en dat uw fysiologen verwachten, dat ze na een paar
generaties in alle opzichten zijn lichamelijk gelijke is. Dat wil dus zeggen,
dat zij normaal en latent altijd lichamelijk zijn gelijke was en alleen
ongunstige omstandigheden en toestanden haar zo ver beneden hem hebben
gebracht."
'Zeker."
'Hoe verklaart u dan het feit, dat zij in
alle eeuwen en landen sinds historische tijden, behoudens een paar
twijfelachtige voorbijgaande uitzonderingen, lichamelijk aan hem onderworpen en
zijn slavin is geweest. Als zij ooit zijn gelijke is geweest, waarom heeft zij
dan opgehouden door de algemene wet van het recht der sterke het te blijven? Als
haar minderwaardigheid sinds historische tijden moet worden toegeschreven aan
ongunstige, door mannen in het leven geroepen toestanden, waarom heeft ze het
dan, als ze zijn gelijke was, lijdzaam aangezien
dat haar zulke toestanden werden opgedrongen? Een wijsgerige theorie voor het
eindigen van een toestand moet een redelijke oorzaak vooropstellen."
'Dat
is in elk geval waar," antwoordde de dokter. "Dat is een praktische
vraag. Stel dat man en vrouw in het verre verleden lichamelijk gelijken waren,
dan blijft er toch nog een radicaal verschil in hun verhouding als seksen,
namelijk dat een man in zijn hartstocht zich een vrouw kan toeëigenen tegen
haar wil, als het hem lukt haar te overweldigen. Maar al is een vrouw veel
sterker dan zal het haar, al wil ze het, toch niet lukken, behalve met zijn
volle instemming, zich van een man meester te maken. Ik heb dikwijls nagedacht
over de reden van dit radicale verschil, waarin tirannie over de vrouw wortelt
in het verleden en wat nu gelukkig voor altijd vervangen is door saamhorigheid.
Het leek me soms, dat het een voorzorgsmaatregel van de natuur was, om de
mensheid in stand te houden in tijden van evolutie, toen het leven niet waard
was om geleefd te worden, als het niet was ter wille van een ver verwijderd
nageslacht. Dit doel werd door haar listig verzekerd, door die sekse toe te
rusten met de overweldigende en overmeesterende macht in de sekseverhouding, die
het minst de gevolgen te dragen had van hun paring. We kunnen dit oogmerk van de
natuur laag vinden, maar het was goed berekend om het beoogde doel te bereiken.
Alleen al door de natuurlijke en begrijpelijke afkeer van de sekse, die het kind
moest dragen en de bitteren last moest aanvaarden, die zo weinig aangenaams
bracht, zou het mensengeslacht anders gemakkelijk gevaar hebben gelopen
gedurende de donkere tijden van zijn opwaartse ontwikkeling helemaal uit te
sterven.
'Maar laat ons terugkeren tot het bijzondere geval, dat wij bespraken. Stel,
dat man en vrouw in een of ander vroeger tijdperk gelijken waren, dan waren er
toch wel individuele verschillen. Van beide seksen zouden er enkelen sterker
zijn dan de anderen. Welnu, wij weten dat het zelfs in historische tijden de
gewoonte van wilde volken was, met geweld vrouwen te veroveren. Wij mogen daarom
met recht veronderstellen, dat men in nog primitiever tijden van nog meer geweld
gebruik maakte. Nu zou een sterke vrouw nooit van plan zijn, en er bovendien
niets bij winnen, een zwakkere man voor het seksuele doel te overweldigen en zou
hem daarom niet achtervolgen. Omgekeerd zouden sterke mannen er meer voor
voelen, vrouwen zwakker dan zij te veroveren en haar voor zich te behouden. Als
de mannen erop uit gingen om vrouwen te veroveren, dan zouden ze vanzelf de
sterkeren vermijden, die hun meer moeite zouden geven om te bedwingen en de
voorkeur geven aan de zwakkeren, die minder in staat waren zich tegen hun wil te
verzetten. Aan de andere kant zouden zwakke mannen het moeilijk vinden een vrouw
te veroveren en deze zouden daarom minder nakomelingen achterlaten. Begrijp je
wat daaruit volgt?"
'Ja,
dat is volkomen duidelijk," antwoordde ik. "U wilt daarmee zeggen, dat
sterkere vrouwen en zwakkere mannen beiden zouden worden vermeden en de typen,
die overleefden, zouden de sterkere man en de zwakkere vrouw zijn."
'Juist.
Neem nu aan, dat een verschil in lichaamskracht tussen de seksen in de
prehistorische tijden voor deze omstandigheid geheel tot stand is gekomen,
voordat enige beschaving bestond. Wat dan volgt is heel natuurlijk. Het nu als
heersend erkende geslacht wilde er vanzelfsprekend voor zorgen, zijn
heerschappij te bevestigen en te vergroten. De sekse, die nu was onderworpen
ging langzamerhand de minderwaardigheid waarin ze was geboren, als natuurlijk en
onvermijdelijk beschouwen en door de Hemel verordend. En zo ging het verder tot
het ontwaken van de wereld aan het einde van de negentiende eeuw voor de
noodzakelijkheid en de mogelijkheid een hervorming van de maatschappij op een
morele basis, waarvan het eerste grondbeginsel is de gelijke vrijheid en
waardigheid van alle mensen. Sindsdien zijn de vrouwen begonnen hun vroegere
lichaamskracht, die gelijk was aan de manlijke, te heroveren en zij zullen
daarin ten slotte slagen."
'Ik krijg daar juist een idee dat me zeer verontrust," zei ik. "Wat
zou u er van denken, als de vrouw ten slotte niet alleen de gelijke van de man
werd in lichamelijke en geestelijke kracht, maar hem daarin voorbij streefde?
Zou ze er even gemeen gebruik van maken als de man het heeft gedaan ?"
De dokter lachte. "Ik geloof dat je niet bang hoeft te zijn dat zo'n
superioriteit, zelfs als ze werd bereikt, zou worden misbruikt. Niet dat vrouwen
als zodanig meer te vertrouwen zouden zijn dan mannen, maar omdat de mensheid
bezig is te stijgen naar een hoger plan en dit plan gedeeltelijk al heeft
bereikt, waar geestelijke krachten alle andere dingen zullen beheersen en
kwesties als lichaamskracht zullen ophouden belangrijk te zijn in menselijke
verhoudingen. De beheersing en leiding van de mensheid komen nu reeds voor een
groot deel en zullen weldra geheel komen in handen van de grootste zielen, d.w.z.
van hen die het meest deel hebben aan het hoger zelf. Die toestand is op
zichzelf reeds de grootste waarborg, dat krachten voor zelfzuchtige doeleinden
niet worden misbruikt. Want door zo'n misbruik zouden ze haar macht verloren
hebben."
'Wat bedoelt u met het hoger zelf? Wat betekent dat?" vroeg ik.
'Dat is een van de namen waarmee we de ziel en God aanduiden," antwoordde
de dokter. "Maar dit onderwerp omvat te veel om daar nu op in te kunnen
gaan."