Prof. dr. ir. Anton. F.P. van Putten verzette zich als klokkenkuider tegen de HBO-fraude bij de Fontys Hogeschool in Eindhoven en werd daarom op staande voet ontslagen toen hij dat meldde aan de Europese Commissie.
Hij ontdekte dat door het bestuur van Hogeschool Fontys met een valse handtekening van hem een aanvraag voor Europese subsidie was gedaan (buiten zijn medeweten) in het kader van het Copernicus-programma.
Belangenverstrengeling, vriendjespolitiek en afhankelijkheid van verplichte procesvertegenwoordiging noopten hem om een rechtvaardig oordeel over de wraakneming van het Fontys-bestuur bij de rechter af te dwingen. Fontys had het namelijk ook voor elkaar gekregen om twee rechtsongeldige arresten te laten betekenen en executeren, die niet ondertekend waren door de raadsheren en niet afgegeven voor eensluidend afschrift conform de minuutakte. De ondertekening geschiedde zelfs door een dame van de administratie. Dat is te gek voor woorden. Echt eenvoudig is het verkrijgen van echt recht zeker niet, daarom heeft hij voor donderdag 6 mei 2004 een uitnodiging gekregen van de president van het Gerechtshof mr. N.A.M. Schipper in Amsterdam om zaken die fout gingen in de rechtsgang te bespreken en een oplossing te vinden. Het probleem is dat in procedures rond uitspraken van rechtbanken en gerechtshoven, zoals dat wettelijk is vastgelegd, deze uitspraken niet volgens de wettelijke voorschriften worden ten uitvoer gelegd. De wet wordt al te vaak eenvoudigweg genegeerd. (Zie het protocol waaraan wat betreft de rechtsgeldigheid van uitspraken deze zouden moeten voldoen, dit op straffe van nietigheid bij het afwijken van het protocol.)
|