't Achterom 9a Aantekenen/Fax 070 - 3651380 Raad van State, Afdeling bestuursrechtspraak, Postbus 20019, 2500 EA 's-Gravenhage. Sint Oedenrode, 14 mei 2001. OPEN BRIEF
Betreft:
Hierbij wil ik u herinneren aan mijn volgende briefwisselingen:
Ik verzoek u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als geheel herhaald en ingelast te beschouwen. Uit die inhoud kunt u opmaken dat ik bij brief van 16 februari 1992 minister J.G.M. Alders van VROM letterlijk het volgende heb geschreven:
Bijgevoegd vindt u mijn verzoek om toepassing van politiedwang d.d. 16 februari 1992 aan Burgemeester en Wethouders en de Gemeenteraad van Sint Oedenrode. Ik verzoek u kennis te nemen van de inhoud. Dit alles is het gevolg van het milieuvernietigende beleid wat door het ministerie van VROM wordt gevoerd onder uw verantwoordelijkheid. Ik verzoek u dan ook zo spoedig mogelijk een einde te maken aan betreffende grootschalige milieucriminaliteit welke zich rondom het bedrijf van de Firma Van Aarle afspeelt en waarin de VROM een hoofdrol speelt. Ingeval U daartoe niet bereid bent dan verzoek ik u binnen 30 dagen antwoord te geven op mijn volgende vragen:
Zo nee, ga verder met vraag 5.
- U weet dat betreffend hout overal wordt gezaagd, geschaafd, geschuurd etc. zonder beschermende maatregelen. - U weet dat betreffend houtmot vermengd met ander houtmot wordt gebruikt voor
- U weet dat betreffend gewolmaniseerd hout, wat vaak niet meer te herkennen is, wordt opgestookt
- U weet dat al het arseenzuur en alle chroomtrioxide welke in het gewolmaniseerde hout wordt geperst op den duur in het grondwater terecht komt. Dit omdat het zware metaalzouten betreffen. Om die reden zijn betreffende arseenzouten en chroomzouten erg mobiel en zal ons toekomstig drinkwater daarmee worden vergiftigd.
Aan dit alles kunt u een einde maken.
Zo Nee, ga verder met vraag 12.
Zo nee, Dan ben ik blij dat u dit alles op uw geweten heeft en niet ik. Gezien de ernst van dit alles verzoek ik u onmiddellijk in te grijpen of vóór 20 maart 1992 mijn bovengenoemd 12 tal vragen te beantwoorden.
U toont al vele jaren een hoge mate van betrokkenheid bij het milieu. Ik waardeer het zeer, wanneer burgers blijk geven van hun bezorgdheid voor een beter milieu. Vooral wanneer op deze bezorgdheid ook een daadwerkelijk handelen in de persoonlijk sfeer volgt. Het gebruik van houtverduurzamingsmiddelen door de firma Van Aarle brengt u door middel van talrijke vragen veelvuldig onder mijn aandacht. Ook in uw brief van 16 februari stelt u mij wederom een groot aantal vragen, voortvloeiend uit uw visie hierop. U legt inmiddels een zeer groot tijdsbeslag op mijn medewerkers van het directoraat-generaal Milieubeheer, de Hoofdinspectie Milieuhygiëne en de Regionale Inspectie Milieuhygiëne. Ik ben van mening dat dit tijdsbeslag een thans niet meer te verantwoorden omvang is gaan aannemen. Dit te meer gezien de genoegzaam bekende wederzijdse standpunten en het feit dat uw brieven ons na serieuze bestudering geen nieuwe gezichtspunten opleveren. U noopt mij daarom thans een beslissing te nemen omtrent de behandeling van uw brief d.d. 16 februari j.l. en eventuele volgende brieven. Deze beslissing houdt in dat uw brieven voor kennisgeving zullen worden aangenomen. Een inhoudelijke beantwoording zal niet meer plaatsvinden.
Geachte voorzitter, Naar aanleiding van de brief, die de heer Van Rooij te Sint Oedenrode u op 25 februari 1992 stuurde en die u naar mij doorstuurde met het verzoek om een reactie, deel ik u het volgende mede: De heer Van Rooij woont naast het houtimpregneerbedrijf Van Aarle B.V. De heer Van Rooij maakt zich al geruime tijd erg bezorgd over de door de firma Van Aarle gebruikte houtverduurzamingsmiddelen, de werkwijze van het bedrijf en de consequenties van dit alles voor mens en milieu. Zijn zorg brengt hij tot uitdrukking door mij bij voortduring uitgebreide brieven, begeleid door talloze kopieën, te schrijven, waarin hij talrijke vragen over deze en aanverwante materie stelt. Brieven van gelijke inhoud of strekking stuurt de heer Van Rooij ook naar collega-ministers, de hoofdinspecteur voor de milieuhygiëne de regionaal inspecteur milieuhygiëne in Noord Brabant, de Nationale Ombudsman, de Raad van State en vele anderen. Om u een indruk te geven volgt in de bijlage een - niet uitputtend - overzicht van zijn correspondentie aan VROM/DGM en overige instanties. Ik waardeer het in hoge mate als burgers een grote betrokkenheid vertonen bij de milieuproblemen waarmee de Nederlandse samenleving wordt geconfronteerd. De wijze waarop de heer Van Rooij zijn betrokkenheid uit, legt echter een zeer groot tijdsbeslag op medewerkers van het directoraat-generaal Milieubeheer, de Hoofdinspectie Milieuhygiëne en de Regionale Inspectie Milieuhygiëne te Noord Brabant. Ik ben van mening dat dit tijdsbeslag, veroorzaakt door één burger, een thans niet meer te verantwoorden omvang is gaan aannemen. Dit te meer gezien de genoegzaam bekende wederzijdse standpunten en het feit dat zijn brieven ons na serieuze bestudering geen nieuwe gezichtspunten opleveren. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat de klachten worden ingegeven door het feit dat de heer Van Rooij niet het antwoord krijgt dat hij graag wil hebben. Dit heeft mij ertoe gebracht een beslissing te nemen omtrent de behandeling van brieven van de heer Van Rooij. Deze beslissing houdt in, dat zijn brieven voor kennisgeving zullen worden aangenomen. Een inhoudelijke beantwoording zal niet meer plaatsvinden. Naar aanleiding van een brief, die de heer Van Rooij mij op 16 februari j.l. stuurde, heb ik de heer Van Rooij op 12 maart j.l. een brief van hierboven genoemde strekking gestuurd. Een kopie heb ik voor uw informatie bijgevoegd. Overigens heb ik ook de Nationale Ombudsman, de heer mr.drs. M. Oosting, mijn beslissing meegedeeld. Inmiddels ontving ik verzoeken van het Kabinet der Koningin en de minister van Binnenlandse Zaken,aan wie de heer Van Rooij zijn brief d.d. 25 februari 1992 onder meer ook heeft gestuurd, tot behandeling van deze brief. Zowel de directeur van het Kabinet der Koningin, de heer drs. F.E.R. Rhodius, als de minister van Binnenlandse Zaken heb ik van mijn besluit op de hoogte gebracht.
Commentaar.Opvallend hierbij is dat minister Alders van VROM van deze brief aan de Tweede Kamer der Staten Generaal aan mij geen afschrift heeft verstuurd en ik mij daartegen niet heb kunnen verweren. Toevalligerwijze ben ik later, via iemand anders, aan deze brief gekomen anders had ik het nooit geweten. Nog opvallender is dat Minister Alders van VROM mijn onderliggende brief van 16 februari 1992 (bijlage A) voor alle leden van de Tweede Kamer heeft achtergehouden en derhalve heeft verzwegen. Het meest opvallend echter is dat mr. M. Oosting, vanuit zijn functie als Nationale Ombudsman, deze handelwijze van voormalig minister Alders van VROM volledig steunde.
Bijgevoegd vindt u verder:Het artikel "Ombudsman Oosting negeerde giffraude" in het Katholiek Nieuwsblad van 11 mei 2001 (1 pagina). Ik verzoek u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als geheel herhaald en ingelast te beschouwen. Uit die inhoud kunt u opmaken dat de milieumaffia het bedrijf gebr. Van Aarle B.V. jarenlang heeft gebruikt als dekmantel om jaarlijks vele duizenden kilogrammen arseenzuur en chroomtrioxide (zwarte lijststoffen) in het milieu te dumpen. Dit alles met de bedoeling deze milieumaffia er grof met te verrijken ten koste van het toekomstig leven van duizenden mensen. Uit die inhoud kunt u tevens opmaken dat het door de Gebr. van Aarle B.V. gebruikte bestrijdingsmiddel Superwolmanzout-Co van Hickson Garantor B.V. foutief is geclassificeerd en foutief is geëtiketteerd.Deze foutieve etikettering heeft producent Hickson Garantor BV in samenspanning met het ministerie van VWS en het college voor de Toelating van bestrijdingsmiddelen al vanaf 6 april 1992 opzettelijk aangebracht. Arseenpentoxide heeft als VN-nummer 1559 en is giftig bij inademing, opname door de mond. Arseenzuur heeft als VN-nummer 1553 en is zeer giftig en levensgevaarlijk bij inademing, opname door de mond of huidcontact. Zo gevaarlijk dat Hickson krachtens verordening EG 142/97 rechtstreeks aan de Europese commissie alle gegevens had moeten verstrekken over geïmporteerde dan wel geproduceerde producten waarin arseenzuur is verwerkt. Deze gegevens dienen als basis voor een Europese risicobeoordeling. Met deze opzettelijke foute etikettering heeft Hickson niet alleen de voorschriften overtreden maar ook de rechtstreeks vanuit de EU opgelegde risicobeoordeling weten te ontduiken. Van dit zware milieumisdrijf heb ik ruim vijf jaar geleden aangifte gedaan en bovendien mr. M. Oosting, als Nationale Ombudsman, op de hoogte gebracht. Er gebeurde echter niets. Opmerkelijk hierbij is dat bij de vuurwerkramp in Enschede ook sprake was van foutieve etikettering. In de verpakking zat namelijk veel zwaarder vuurwerk dan op het etiket stond. Nog opmerkelijker is dat de heer Bouwma hiervan diverse malen aangifte heeft gedaan, maar dat deze aangiften nu allemaal zoek zijn. Het meest opmerkelijk is echter dat de heer Oosting, die als Nationale Ombudsman niets aan de foute etikettering van dit Superwolmanzout-Co heeft gedaan, aangesteld is als voorzitter van de onderzoekscommissie naar de Enschederamp maar naar de foutieve vuurwerketikettering geen onderzoek heeft verricht. Op basis van bovengenoemde feiten plus de wetenschap dat Superwolmanzout-Co is samengesteld uit levensgevaarlijk afval van de metaalindustrie (Shell/Billiton), concludeer ik dat hier sprake is van georganiseerde milieumaffia. Het doel van houtverduurzaming is het hout tot aan de kern toe vol te persen met bovengenoemd uiterst gevaarlijk afval, zodat er per m3 hout maximaal gevaarlijk afval kan worden gedumpt en de milieumaffia er maximaal aan verdient, ten koste van het toekomstig leven van miljoenen mensen.
CONCLUSIEMet bovengenoemd feitelijk bewijsmateriaal aan onderbouw vraag ik mij eerlijkheidshalve af of dr. M. Oosting nog wel onafhankelijk genoeg kan zijn om als staatsraad bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State naar behoren te kunnen te functioneren. Om die reden stel ik aan u de volgende vraag:
Hoogachtend,
Ecologisch Kennis Centrum BV
Ing. A.M.L. van Rooij, Websiteadres: www.sdnl.nl/ekc-rs64.htm en www.rooi.org/ekc-rs64.html
Bijgevoegde referenties:
|