Deze pleitnotitie van mij inzake de Gebr. van Aarle BV is om op het net te zetten (zie bijlage) De voorzitter was Mr. Th G. Drupsteen. Bijbehorende uitspraak ook op het net zetten lees: https://www.raadvanstate.nl/verdicts/verdict_details.asp?verdict_id=5977 Dit tesamen met de uitspraak van het Gerechtshof te
's-Hertogenbosch nr. K1. 03.0006 van 12 november 2003 (stuur ik per fax), waarin is beslist dat het bedrijf Gebr. van Aarle BV voor de dumping van:
Maar ook dan men geen strafbare feiten pleegt. Dat betekent dat ik hiermee landelijke jurisprudentie heb dat alle 16 miljoen Nederlanders en alle bedrijven in Nederland zonder een vergunning onbeperkte hoeveelheden arseenzuur en chroomtrioxide (zwarte lijststoffen) in water, bodem en lucht mogen dumpen. De landelijke overheid (ministerie van VROM) is wettelijk verplicht om daarvoor honderden miljoenen aan subsidie uit te geven aan alle Nederlanders die dat ook (willen) daadwerkelijk doen.
De houtimpregneerbedrijven, waaronder de Gebr. van Aarle B.V., hebben deze enorme overheidssubsidie voor in het milieu brengen van miljoenen kilogrammen arseenzuur en chroomtrioxide ook ontvangen. Dus als u dat doet, is onze landelijke overheid op grond van het gelijkheidsbeginsel wettelijk verplicht om deze subsidie ook aan u te verstrekken.
Wanneer de Grote Media dit niet naar buiten brengt, dan is Nederland verloren en raad ik alle 16 miljoen Nederlanders aan om uit dit corrupte land zo snel mogelijk te vluchten voordat wij met zijn allen een kankerdood
tegemoet zullen gaan zien.
Advies: Neem een broodje arseen, jij krijgt van onze landelijke overheid dan een flinke subsidie.
Wie gebruikt nu daadwerkelijk chemische wapens tegen de eigen bevolking, was dat Sadam of is dat de Staat der Nederlanden?
Met vriendelijke groeten
Ad van Rooij
|
't Achterom 9a Sint Oedenrode, 2 december 2003.
Ongeacht uw uitspraak wil ik u hierbij kenbaar maken dat ik deze zaak, met het proces verbaal van deze zitting, als
aanvulling op mijn klacht tegen de Staat der Nederlanden (zie: http://www.biomassa.polie.nl/blokschema.htm ) naar de Europese Commissie zal verzenden. Ik verzoek u daarom mij benevens de
uitspraak ook een kopie van het proces-verbaal van deze zitting te laten
toekomen.
9 november 2003, kenmerk: Aar/091103/B (14 pagina's).
- minister J.G.M. Alders namens het ministerie van VROM. - minister dr. J.E. Andriessen namens het ministerie van EZ. - minister J.R.H. Maij-Weggen namens het ministerie van V en W. - de heer D. Sonneveld namens het Interprovinciaal Overleg. - drs. P.Ph. Dordregter namens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. -
dr. ir. J. IJff en mr. C. Th. Smit
namens de Unie van Waterschappen. - ir. O.H.A. van Royen namens de stichting Basismetaalindustrie en Milieu Bovengenoemde personen hebben hiermee op 10 maart 1992 een samenwerkingsovereenkomst afgesloten waarin is beslist dat de 220.000 ton jarosiet die Billiton (Budelco/Shell) jaarlijks aan gevaarlijk afval opslaat in het jaar 2000 moet zijn teruggebracht naar 11.000 ton en dat 209.000 ton daarvan moet worden hergebruikt (zie bijlage 1 blz. 14 en 15 overeenkomst). In deze overeenkomst is aan bovengenoemde deelnemers en de deelnemers uit de Overleggroep en taakgroepen een geheimhoudingsplicht opgelegd (zie bijlage 3, blz. 2 en 3 overeenkomst). Overeenkomstig die intentieverklaring moest de metaalindustrie (Billiton/Budelco/Shell) van het Kabinet Lubbers III het concentraat aan zware metalen (arseen, chroom VI, koper) uit jarosiet halen waarvoor de industrie (Hickson Garantor) veel belangstelling had. Hickson Garantor B.V. verwerkt dit concentraat aan zware metalen (feitelijk extreem gevaarlijk afval) in haar bestrijdingsmiddel superwolmanzout-Co en verkoopt betreffend bestrijdingsmiddel aan o.a. de houtimpregneerbedrijven in Nederland, waaronder mijn buurman Gebr. van Aarle B.V. Voor dit alles hebben de Ministers van VROM en EZ enorme bedragen aan overheidssubsidie (gemeenschapsgeld) uitgegeven en doen dat nog steeds. Het gaat om enorme hoeveelheden arseen, chroom VI en koper uit jarosiet (zinkafval) die Billiton (Budelco/Shell) wereldwijd via dekmantelbedrijf Hickson Garantor B.V. wil gaan verkopen om het vervolgens via de houtimpregneerbedrijven, waaronder mijn buurman Gebr. van Aarle B.V., bij de door minister J.G.M. Alders van VROM opzettelijk onjuist voorgelichte consumenten in de tuinen te dumpen. Hiervoor moest dus een wereldwijd grote markt worden gecreëerd. Ook daarvoor heeft voormalig minister van VROM J.G.M. Alders gezorgd. In juni 1992 heeft het Kabinet Lubbers III, onder voorzittersschap van voormalig minister Alders van VROM, het 'Rio de Janeiro protocol' tot stand gebracht en ondertekend. Onder de dekmantel van behoud van de regenwouden heeft Alders verduurzaamd hout als geschikt alternatief aangeprezen. De door minister Alders gesubsidieerde milieuorganisatie's waaronder Vereniging milieudefensie, Stichting Natuur en Milieu en het Wereld Natuurfonds volgden minister Alders van VROM daarin blindelings, anders werd hun subsidie ingetrokken. Landelijke milieucampagnes, en de enorme publiciteit hierover hebben in Nederland geleid tot een werkelijke rage. Deze campagnes stimuleerde de aanschaf door de consument. Coniferen en beukenhagen werden veelal gerooid en nauwelijks nog gebruikt als erfafscheiding. Geïmpregneerd hout kwam daarvoor in de plaats. Tegels en klinkers in de tuin werden vervangen door tegels van geïmpregneerd hout. Zelfs kinderspeeltoestellen, picknicktafels vlonders, beschoeiingen, huizen en zelfs gehele woonwijken werden gebouwd van geïmpregneerd hout. Dat hiermee onze regenwouden werden behouden heb ik nooit begrepen en is ook nooit aangetoond. Wel is het zo dat Billiton/Budelco/Shell op deze wijze haar levensgevaarlijk afval, met de hulp van het Kabinet Lubbers III, jaarlijks met miljoenen kilogrammen in het milieu hebben kunnen dumpen. Het gehele kabinet Lubbers III heeft op de hierboven beschreven wijze Billiton (Budelco/Shell) geholpen om via de dekmantelbedrijven Hickson Garantor B.V. en houtimpregneerbedrijven, waaronder de Gebr. van Aarle B.V., jaarlijks miljoenen kilogrammen arseen, chroom VI en koper met het geïmpregneerde hout mee in water, bodem en lucht te dumpen. Dit alles in strijd met hun eigen beleid zoals dat door de Tweede Kamer der Staten Generaal is vastgelegd in het Indicatief Meerjarenprogramma Milieubeheer 1986-1990 waarin zowel arseen als chroom VI staan opgenomen als zwarte lijsstof en waarvoor in Internationaal verband is besloten dat in het milieu brengen van deze stoffen, gezien hun gevaarlijke eigenschappen, via een maximaal brongerichte aanpak met de best bestaande techniek moet worden voorkomen. Onder milieuschadelijkheid wordt verstaan: stofeigenschappen zoals giftigheid - waaronder carcinogeniteit, mutageniteit en teratogeniteit of afbreekbaarheid -, en (bio)accumulatie, die een ernstig risico inhouden. Op grond hiervan had de Gebr. van Aarle B.V. betreffend arseen en chroom VI nooit in het hout mogen persen om er geïmpregneerd hout van te maken en nooit als geïmpregneerde houten producten aan de consumenten mogen verkopen. Ondanks de wetenschap bij alle leden van kabinet Lubbers III dat door hen daarmee alle Nationale- en Internationale wetten met voeten werden getreden, hebben zij toch besloten dit alles zwaar te subsidiëren. Via de Vereniging van Houtimpregneerinrichtingen in Nederland (VHN) heeft minister Alders van VROM grote bedragen subsidie gegeven aan de houtimpregneerbedrijven in Nederland, waaronder de Gebr. van Aarle B.V., voor de invoering van een milieuzorgsysteem en heeft het ministerie van VROM via deze houtimpregneerbedrijven 25 tot 75 % subsidie gegeven aan consumenten die dit geïmpregneerde hout met 'Komo-keur' kochten. Dit alles met de wetenschap dat 'Komo-gekeurd' geïmpregneerd hout juist het maximum aan arseen en chroom VI bevat (zie bijlage 1 en 2). DE FEITEN.
Aan hun
beslissing van 25 februari 2003 waarbij het verzoek van indieners is afgewezen,
ligt de opvatting van het college ten grondslag dat de milieuvergunning waarover
het bedrijf van Gebr. van Aarle beschikt zich niet uitstrekt tot de gebruiks-
en afvalfase. Hiermee hebben burgemeester en wethouders zelf beslist dat de door hen aan de Gebr. van Aarle B.V. verleende milieuvergunning zich niet uitstrekt tot het door Gebr. van Aarle B.V. geproduceerde geïmpregneerde hout of houten producten daarvan die worden verkocht aan de consumenten. Dit omdat daarmee betreffend geïmpregneerde hout of geïmpregneerde houten producten daarvan, in de gebruiks- en afvalfase worden gebracht. Door verkoop van geïmpregneerd hout aan de consument heeft de Gebr. van Aarle B.V. vanaf 11 augustus 1992 tot op heden maar liefst zo'n 62.150 kg arseen en 86.900 kg. chroom VI op een ongecontroleerde wijze in water, bodem en lucht gebracht zonder een daarvoor vereiste milieuvergunning. Elke dag dat de Gebr. van Aarle B.V. daarmee kan doorgaan komen er zo'n 15 kilogram arseen en 21 kilogram chroom VI bij.Arseen (arseenzuur) is al vanaf 1986 een zwarte lijststof is voor water, bodem en lucht en chroom VI (chroomtrioxide)is vanaf 1986 een zwarte lijststof is voor lucht. Deze zwarte lijststoffen zijn zo gevaarlijk dat al in 1986 in Internationaal verband is besloten dat in het milieu brengen ervan gezien de stofeigenschappen, zoals giftigheid- waaronder carcinogeniteit, mutageniteit en teratogeniteit - afbreekbaarheid en (bio)accumulatie, die een ernstig risico inhouden via een maximaal brongerichte aanpak met de best bestaande techniek moet worden vermeden. Dit Internationaal beleid heeft de Staat der Nederlanden met het door de Tweede Kamer der Staten-Generaal goedgekeurde Indicatieve meerjarenprogramma milieubeheer 1986 - 1990 overgenomen. Als feitelijk bewijs daarvoor zie blz. 1, 52, 53, 54 en 55 uit het Indicatief Meerjarenprogramma Milieubeheer 1986-1990 van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, vergaderjaar 1985-1986, 19204 nrs. 1-2( zie bijlage 4). In dit Indicatieve Meerjarenprogramma milieubeheer 1986-1990 staat letterlijk de volgende tekst:-
Arseen is een zwarte lijststof voor water, bodem en
lucht. -
chroom VI is een zwarte lijststof voor
lucht. -
in het milieu brengen van deze zwarte lijststoffen
dient gezien hun milieuschadelijke eigenschappen vermeden te
worden. -
onder milieuschadelijkheid wordt verstaan
stofeigenschappen, zoals giftigheid - waaronder carcinogeniteit, mutageniteit,
teratogeniteit, afbreekbaarheid en (bio)accumulatie, die een ernstig risico
inhouden. -
zwarte lijststoffen worden op grond van hun
eigenschappen geacht een bijzondere bedreiging te vormen voor de kwaliteit van
bodem, water (waaronder zeewater) en lucht. -
door intercompartimentaal transport kunnen deze stoffen
ook een schadelijke werking uitoefenen in een ander compartiment dan waarin de
emissie plaatsvindt. -
voor stoffen
van de lijst van zwarte stoffen wordt een maximale brongerichte aanpak
voorgestaan. - de lijst van zwarte lijststoffen voor het milieubeleid heeft een richtinggevende betekenis voor overheden (waaronder burgemeester en wethouders van Sint Oedenrode) beslast met de vergunningverlening en de betrokken bedrijven. Op grond van bovengenoemde tekst uit het Indicatief Meerjarenprogramma Milieubeheer 1986 - 1990 waren burgemeester en wethouders wettelijk verplicht om mijn bezwaarschrift gegrond te verklaren en met toepassing van bestuursdwang en dwangsom het bedrijf Gebr. van Aarle B.V. te dwingen de verkoop van met arseen en chroom VI geïmpregneerd hout, en houten producten daarvan, aan de consument met onmiddellijke ingang te verbieden. Dit omdat daarmee door de Gebr. van Aarle B.V. dagelijks zo'n 15 kilogram arseen en 21 kilogram chroom VI op een ongecontroleerde wijze in water, bodem en lucht worden gebracht, zonder te beschikken over een daarvoor vereiste milieuvergunning.
- de brief van 21 februari 1995 van de Regionaal Inspecteur van VROM voor Noord Brabant namens de minister van VROM aan houtimpregneerbedrijf C. Tissen te Luyksgestel (zie bijlage 5).
In die brief schrijft de minister van VROM letterlijk het volgende: Van de door u gestelde aansprakelijkheid van
het ministerie van VROM kan geen sprake zijn, daar de gevolgen die optreden in
het kader van het door u geproduceerde geïmpregneerde hout, voor rekening van de
producent (en derhalve voor uw rekening) komen.
Als tweede feitelijke bewijs daarvoor vindt u bijgevoegd: - de brief van 19 augustus 1996 van de minister van VROM Margaretha de Boer aan houtimpregneerbedrijf Carl Tissen import export B.V. te Luyksgestel (zie bijlage 6). In die brief schrijft de minister van VROM letterlijk het volgende:
Dit ondanks het feit dat bij u bekend is dat daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is. Hiervoor staat een gevangenisstraf van ten hoogste twee jaar. Als feitelijk bewijs daarvoor vindt u bijgevoegd Artikel 173b uit het Wetboek van Strafrecht (zie bijlage 7) In dat artikel staat letterlijk het volgende: Art. 173b. Hij
aan wiens schuld te wijten is, dat wederrechtelijk een stof op of in de bodem,
in de lucht of in het oppervlaktewater wordt gebracht, wordt
gestraft: 1º. met
gevangenisstraf of hechtenis van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde
categorie, indien de schuldige weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat
daarvan gevaar voor de openbare gezondheid of levensgevaar voor een ander te
duchten is; 2º. met gevangenisstraf van ten hoogste twee
jaren of geldboete van de vierde categorie, indien de schuldige weet of ernstige
reden heeft om te vermoeden dat daarvan levensgevaar voor een ander te duchten
is en het feit iemands dood ten gevolge heeft. (*1)(Sr 176, 429; Sv
160) Ingeval u ondanks deze wetenschap toch niet overgaat tot schorsing van het in geding zijnde besluit dan is er sprake van boze opzet. In dat geval
zal ik hiervan tegen u persoonlijk aangifte doen bij de hoofdofficier van
justitie in Den Haag. Daarbij zal een afschrift van deze pleitnotitie worden
overlegd.
criminoloog prof. dr. F. Bovenkerk aan mr. Ficq hoofdofficier van Jjustitie te 's- Hertogenbosch (zie bijlage 8). Ik verzoek u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als herhaald en ingelast te beschouwen. Onder verantwoordelijkheid en door toedoen van
voormalig minister van Justitie mr. E.M.H. Hirsch Ballin heeft mr. Ficq naar de
daarin beschreven organisatiecriminaliteit geen onderzoek mogen instellen.
Recent is dezelfde mr. E.M.H. Hirsch Ballin voorzitter van de Afdeling
bestuursrechtspraak aan de Raad van State geworden, namens wie u een besluit
moet nemen op dit schorsingsverzoek. Met
nadruk verzoek ik u hierbij om u uw uitspraak niet door voorzitter mr. E.M.H.
Hirsch Ballin te laten beïnvloeden. I. Het in geding zijnde besluit te schorsen II. Ons bezwaarschrift van 7 april 2003 gegrond te verklaren III. Het onderliggende besluit d.d. 25 februari 2003 te schorsen IV. Burgemeester en wethouders te verplichten uitvoering te geven aan ons bestuursdwangverzoek van 2 februari 2003. V. Burgemeester en wethouders te veroordelen in de proceskosten (ingevuld proceskostenformulier vindt u bijgevoegd) Hoogachtend |
SDN-rubrieken
Raad van State verbiedt shredderen afvalhout
Titanengevecht tegen gesubsidieerde milieuvergiftiging bijna gewonnen