HANDLEIDING VOOR DE CODERING VAN NIET-CHEMISCHE AFVALSTOFFENI.A.V.M./L.W.C.A. RAPPORT NR. 24 LANDELIJKE WERKGROEP CHEMISCH AFVAL WAGENINGEN INTERUNIVERSITAIRE ADVIESCOMMISSIE SEPTEMBER 1991 VEILIGHEIDS- EN MILIEUWETGEVING HOOFDSTUK 1
INLEIDING
1. AlgemeenVanaf 1 november 1989 coderen vergunninghouders van de Wet chemische afvalstoffen (Wca) hun meldingen van chemische afvalstoffen met behulp van de chemische afvalstofcodelijst ("Handleiding Afvalstofcode"); in bijlage 4 is de hoofdindeling van deze lijst opgenomen. Als gevolg van de goede ervaringen met de codering van chemische afvalstoffen is behoefte aan een lijst met niet-chemische afvalstoffen ontstaan. Niet-chemische afvalstoffen zijn hier: afvalstoffen die vallen onder de Afvalstoffenwet, Destructiewet en de Meststoffenwet. Een systematische lijst vergemakkelijkt de verwijdering van deze afvalstoffen en stimuleert hergebruik. Overigens bestaan al lijsten met niet-chemische afvalstoffen: de Duitse Abfallkatalog en hiervan afgeleide lijsten. Maar een eenduidige en uitgebreide lijst van niet-chemische afvalstoffen ontbreekt tot nu toe. Daarom is deze lijst van niet-chemische afvalstoffen ontwikkeld door de Interuniversitaire Adviescommissie Veiligheids- en Milieuwetgeving (IAVM) en de Landelijke Werkgroep Chemisch Afval (LWCA). Het project is uitgevoerd door Adviesbureau BKH, met subsidie van het ministerie van VROM. Opmerkingen of suggesties over indeling en codering van de afvalstoffen in de hier gepresenteerde lijst, worden zeer gewaardeerd. U kunt deze kenbaar maken aan de Landelijke Werkgroep Chemisch Afval; zie bijlage 9 voor een retourkaart. Aan dit rapport kan geen rechtskracht worden ontleend met betrekking tot de indeling van afvalstoffen als chemisch of niet?chemisch afval. 1.2 Gebruikers van de lijst De lijst met niet-chemische afvalstoffen (de criteria en de systematiek van de indeling en codering worden verderop in de tekst toegelicht) is bedoeld als middel voor de registratie
U wilt de afvalstof cadmiumhoudende grond coderen. U zoekt in de alfabetische lijst bij "grond" Daar vindt u: grond, n. e. g. 12.23.199 grond, schoon 12.23.101 grond, verontreinigd 12.23.111 * grond, verontreinigd met, aardolieproducten 12.23.112 * grond, verontreinigd met zware metalen 12.23.113 * Om de cadmiumhoudende grond te kunnen indelen, moet een analyse uitwijzen of de grond, onder de Wet chemische afvalstoffen dan wel onder de Afvalstoffenwet valt. Als uit de analyse blijkt dat de concentratie cadmium bijvoorbeeld. 160 mg/kg droge stof bedraagt; valt de cadmiumhoudende grond onder de Wet chemische afvalstoffen volgens de Lijst van stoffen, bijlage II van het Besluit Aanwijzing Chemische Afvalstoffen (BAGA) In dit geval levert de lijst met chemische afvalstoffen de codering: "5.05.100 grond, verontreinigd met zware metalen". Wanneer de concentratie aan cadmium in de grond kleiner is dan 50 mg/kg droge stof, betreft. Het een niet-chemische afvalstof.. U kiest dan voor de niet-chemische. afvalstofcode. "12.23.113 grond, verontreinigd met zware metalen".
U zoekt de afvalstofcode voor houtafval. Wanneer u kijkt in de alfabetische codelijst, vindt u verschillende soorten houtafval. U weet dat uw houtafval behandeld is met een koper?chroom?arseen?zout (een wolmanzout).. U deelt daarom de afvalstof in onder de code: "14.15 602 houtafval, geconserveerd (wolmanzout)".
U zoekt de code voor de afvalstof "afgedankte koelkasten". In de lijst zijn geen specifieke productnamen opgenomen. Daarom vindt u de: afvalstof "koelkasten" niet in de alfabetische moet u in de systematische: lijst kijken. U weet dat koelkasten uit metalen bestaan en dat: metalen soms hergebruikt worden. In de categorie 12 "Reststoffen (geschikt maken voor hergebruik)" vindt u de hoofdgroep "non-ferrometalen" (12.17). De afgedankte koelkasten worden door u ingedeeld onder de code "12.17.702 witgoed". Categorie 14: Brandbare afvalstoffen (thermisch behandelen).
CODE AFVALSTOFNAAM HOUT, THERMISCH VERWERKEN houtafval, geconserveerd 14.15.601 houtafval, geconserveerd (creosoot) 14.15.602 houtafval, geconserveerd (wolmanzout) 14.15.699 houtafval, geconserveerd, n.e.g. DIERLIJK AFVAL EN DIERLICHAMEN, GEEN DESTRUCTIE dierlijk afval/dierlichamen 14,24.201 kadavers (besmet) 14,24.202 geïnfecteerde mest 14.24.299 dierlijk afval/dierlichamen, ongeschikt voor destructie, n.e.g. ORGANISCHE PROCESSLIBBEN organische processlibben 14.40,101 slib uit voedingsindustrie 14.40.102 zetmeelslib uit afscheiders 14.40.103 slib uit zoetwarenindustrie 14.40.104 slib uit stoken van alcohol 14.40.105 slib uit wijnbereiding 14.40.106 slib uit oliebereiding (plantaardige/dierlijke olie) 14.40.111 slib uit spaanderplaatproductie 14.40.112 slib uit cellulosefabricage 14.40.113 slib uit celstofproductie 14.40.114 alkalicellulose-afval 14.40.113 alkylcellulose-afval 14.40.131 slib uit papierbereiding 14.40.132 ontinktingsslib uit de papierrecycling 14.40,141 slib uit kunstzijdefabricage 14.40.142 slib uit doek?/lakenfabricage 14.40.143 wasserijslib 14.40.144 slib uit wolwasserijen 14.40.151 leerpolijstslib en leermeel 14.40.152 schraapslib van huiden 14.40,161 slib uit zeepziederijen 14.40.199 organische processlibben, n.e.g. MINERALE AFVALSTOFFEN, VERBRANDEN minerale afvalstoffen 14.41.101 grafietstof 14.41.102 grafietslib 14.41.103 actieve kool, voor adsorptie 14.41.104 kolenstof 14.41.199 minerale afvalstoffen, n.e.g.n.e.g. niet eerder genoemd dubbele codering (zie chemische code) BIJLAGE 7 SAMENSTELLING BEGELEIDINGS? EN TOETSINGSCOMMSSIE
de heer M.P.H. de Roos, Ministerie van VROM, Directie Afvalstoffen
de heer J.P. Schets, Interprovinciaal Overleg (IPO)
't Achterom 9a, 5491 XD Sint Oedenrode. tel. 04130 ? 76137. Aan:
S.P. Milieu-alarmteam.. Vijverhofstraat 65. 3032 SC Rotterdam. Sint Oedenrode, 26 december 1991. Beste Remi.Bijgevoegde documenten leveren het bewijs dat het Ministerie van VROM en de Gemeente Sint Oedenrode betrokken zijn bij het indirect lozen van sterk arseenhoudend chemisch afval van de BILLITON via het gewolmaniseerde hout zonder dat daarvoor Iemand strafrechtelijk kan worden aangepakt. De Firma Van Aarle B.V. wordt daarbij gebruikt als proefbedrijf. Bij dit bedrijf wil de VROM (adviseur beroepen) jurisprudentie opbouwen dat milleucategorie-5 impregneerbedrijven (chemische bedrijven, Seveso-bedrijven)) houtverwerkende bedrijven worden genoemd, welke qua gevaar, schade en hinder zonder problemen temidden van woningen in het ecologisch kerngebied van het Dommeldal kunnen worden opgericht. De VROM en de Gemeente Sint Oedenrode willen kost wat kost deze jurisprudentie opbouwen, want dan is het mogelijk om op duizenden plaatsen In Nederland chemische Impregneerbedrijven in kritische gebieden op te starten. Dit terwijl zo'n milieucategorie 5 bedrijf op nagenoeg geen enkel industrieterrein mag beginnen vanwege hun categorale indeling en het daarmee samenhangende gevaar. Wanneer op deze manier overal van die impregneerbedrijven kunnen worden opgericht dan ken er ook heel veel geïmpregneerd worden, zodat de BILLITON heel veel sterk arseenhoudend chemisch afval kan verkopen. Dit terwijl diezelfde VROM andere bedrijven voorschrijft dat zij arseenhoudend chemisch afval duur moeten afvoeren (concurrentievervalsing). opvallend hierbij is dat de BILLITON en de VROM in Leidschendam in een gebouw zijn gehuisvest. Hoe een en ander te werk gaat zal ik hieronder puntsgewijs beschrijven.
Postbus 20951, 2500 EZ 's-Gravenhage Telefoon (070) 26 42 01. van Alkemadelaan 85
Telex 34429 voro.nl fax.: 070-245475 Rond naar commissie
----------------------- | TWEEDE KAMER | Aan de voorzitter van de vaste | Der | Commissie van Milieubeheer | STATEN-GENERAAL | Tweede Kamer der Staten-Generaal | | Postbus 20018 | Datum: 2 APR. 1992 | 2500 EA 's-Gravenhage | | |DIENST: CS- MB-92-186 | | Nr. Uw brief van | ----------------------- Onderwerp: Brief van de heer van Rooij te Sint-Oedenrode Naar aanleiding van de brief, die de heer Van Rooij te Sint Oedenrode u op 25 februari 1992 stuurde en die u naar mij doorstuurde met het verzoek om een reactie, deel ik u het volgende mede. De heer Van Rooij woont naast het houtimpregneerbedrijf Van Aarle b.v. De heer van Rooij maakt zich al geruime tijd erg bezorgd over de door de firma Van Aarle gebruikte houtverduurzamingsmiddelen, de werkwijze van het bedrijf en de consequenties van dit alles voor mens en milieu. Zijn zorg brengt hij tot uitdrukking door mij bij voortduring uitgebreide brieven, begeleid door talloze kopieën, te schrijven, waarin hij talrijke vragen over deze en aanverwante materie stelt. Brieven van gelijke inhoud of strekking stuurt de heer Van Rooij ook naar collega-ministers, de hoofdinspecteur voor de milieuhygiëne, de regionaal inspecteur milieuhygiëne in Noord-Brabant, de Nationale Ombudsman, de Raad van State en vele anderen. Om u een indruk te geven volgt in de bijlagen een - niet uitputtend - overzicht van zijn correspondentie aan VROM/DGM en overige instanties. Ik waardeer het in hoge mate als burgers een grote betrokkenheid vertonen bij de milieuproblemen waarmee de Nederlandse samenleving wordt geconfronteerd. De wijze waarop de heer Van Rooij zijn betrokkenheid uit, legt echter een zeer groot tijdsbeslag op medewerkers van het directoraat-generaal Milieubeheer, de Hoofdinspectie Milieuhygiëne en de Regionale Inspectie Milieuhygiëne te Noord-Brabant. Ik ben van mening dat dit tijdsbeslag, veroorzaakt door een burger, een thans niet meer te verantwoorden omvang is gaan aannemen. Dit te meer gezien de genoegzaam bekende wederzijdse standpunten en het feit dat zijn brieven ons na serieuze bestudering geen nieuwe gezichtspunten opleveren. Ik kan mij niet een de indruk onttrekken dat de klachten worden ingegeven door het feit dat de heer Van Rooij niet het antwoord krijgt dat hij graag wil hebben, Dit heeft mij ertoe gebracht een beslissing te nemen omtrent de behandeling van brieven van de heer Van Rooij. Deze beslissing houdt in, dat zijn brieven voor kennisgeving zullen worden aangenomen. Een inhoudelijke beantwoording zal niet meer plaatsvinden. Naar aanleiding van een brief, die de heer van Rooij mij op 16 februari jl. stuurde, heb ik de heer Van Rooij op 12 maart jl. een brief van hierboven genoemde strekking gestuurd. Een kopie heb ik voor uw informatie bijgevoegd. Overigens heb ik ook de Nationale Ombudsman, de heer mr. drs. M. Oosting, mijn beslissing meegedeeld. Inmiddels ontving ik verzoeken van het Kabinet der koningin en de minister van Binnenlandse Zaken, aan wie de heer Van Rooij zijn brief d.d. 25 februari 1992 onder meer ook heeft gestuurd, tot behandeling Van deze brief. Zowel de directeur van het Kabinet der Koningin, de heer drs. F.E.R. Rhodius, als de minister van Binnenlandse Zaken heb ik van mijn besluit op de hoogte gebracht. Hoogachtend,
de Minister van Volkshuisvesting J.G.M. Alders
Bij lagen:
Februari 1992 Correspondentie van de heer Van Rooij te Sint Oedenrode
Correspondentie aan VROM/DGM: 09 mei 1989 11 juli 1990 13 augustus 1990 } 20 augustus 1990 } ons antwoord 19 november 1990 03 september 1990 } 10 september 1990 11 december 1990 } 10 januari 1991 } ons antwoord 06 maart 1991 03 maart 1991 ons antwoord 02 april 1991 05 mei 1991 ons antwoord 22 mei 1991 21 augustus 1991 } 22 augustus 1991 } ons antwoord 07 oktober 1991 na uitstelbrief 17 sept. 1991 23 augustus 1991 }De laatste correspondentie met de heer Van Rooij betreft onze reactie op zijn brieven van 6 april 1991 en 6 juli 1991 aan de minister van LNV. Beide brieven zijn eind januari 1992 ter beantwoording aan ons overgedragen. Ons antwoord dateert van 14 februari. Met de hoofdinspectie en de regionale inspectie Noord Brabant heeft de heer Van Rooij ook ? maar niet tot zijn tevredenheid ? veelvuldig schriftelijk en mondeling contact. Overige correspondentie aan overheidsinstanties, voor zover bekend bij DGM: 26 juni 1989 Commissaris van de Koningin Noord-Brabant 04 augustus 1989 Commissaris van de Koningin Noord-Brabant 30 oktober 1989 Commissaris van de Koningin Noord-Brabant 04 december 1989 Commissaris van de Koningin Noord-Brabant 20 februari 1990 Commissaris van de Koningin Noord-Brabant 26 maart 1990 Commissaris van de Koningin Noord-Brabant 23 april 1990 Tweede Kamer 01 mei 1990 Commissaris van de Koningin Noord-Brabant 03 mei 1990 Wethouder gemeente Sint Oedenrode 07 mei 1990 College B&W Sint Oedenrode 27 mot 1990 Commissaris van de Koningin Noord-Brabant 27 mei 1990 Hare Majesteit de Koningin 27 mei 1990 Minister-president 11 Juli 1990 Minister-president 10 september 1990 Minister van Justitie 10 september 1990 Arbeidsinspectie Maastricht 10 september 1990 College gedeputeerde Staten Noord-Brabant 15 november 1990 College gedeputeerde Staten Noord-Brabant 11 december 1990 Hare Majesteit de Koningin 11 december 1990 Minister V&W 11 december 1990 Minister LNV 16 december 1990 Directeur Afvalstoffen DGM 10 januari 1991 Hare Majesteit de Koningin 10 januari 1991 Minister V&W 10 januari 1991 Minister LNV 10 januari 1991 College B&W Sint Oedenrode 03 maart 1991 Minister V&W 29 maart 1991 Minister van Justitie 03 april 1991 Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 03 april 1991 Ministerie van sociale Zaken en Werkgelegenheid (DG-Arbeid) 06 april 1991 Minister LNV 21 april 1991 Officier van Justitie 's-Hertogenbosch 22 april 1991 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 03 meŁ 1991 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 05 mei 1991 Minister V&W 03 Juli 1991 Ministerie van sociale Zaken en Werkgelegenheid 06 Juli 1991 Minister LNV 20 augustus 1991 Tweede Kamer 20 augustus 1991 Ministerie Binnenlandse Zaken 25 augustus 1991 Tweede Kamer 28 september 1991 Minister LNV 28 september 1991 Tweede Kamerfractie Groen Links 03 november 1991 Minister LNV 27 december 1991 Minister LNVVan diverse brieven zijn kopieën gestuurd naar één of meerdere van de volgende personen of instanties: Hare Majesteit de Koningin, Minister-president, Minister LNV, Minister V&W, Minister Justitie, Tweede Kamer, OvJ 's-Hertogenbosch, politie Boxtel, directeur vuilnisstortplaats, Stadsgewest 's-Hertogenbosch, voorzitter van directeuren van de landelijke vuilnisstortplaatsen, SP-Milieualarmteam, SP-Statenlid voor Noord-Brabant, Vereniging voor natuurbehoud en milieubeheer in midden en Noord?Oost Brabant, regionaal inspecteur Noord Brabant, Provinciale Staten Noord Brabant, Milieudefensie, Stichting Natuur en milieu, Greenpeace, Brabantse Milleufederatie, De Kleine Aarde. Ook bij de Raad van State en de Nationale Ombudsman is de heer Van Rooij Inmiddels bekend. Bij belde Instanties heeft hij in de loop der tijd diverse malen beroep aangetekend dan wel een klacht ingediend. Eind 1990 had de heer Van Rooij na drie jaar naar eigen zeggen zo'n 600 briefwisselingen met allerlei overheidsinstanties gevoerd.
Postbus 20951, 2500 EZ 's-Gravenhage
DIRECTORAAT GENERAAL MILIEUBEHEER Ing. A.M.L. van Rooij Stafbureau Managementteam 't Achterom 9a 5491 XD Sint Oedenrode Uw kenmerk Uw brief kenmerk Datum 16 februari 1992 SBM/26292002 12 maart 1992Onderwerp: Uw brieven Geachte heer Van Rooij, U toont al vele jaren een hoge mate van betrokkenheid bij het milieu. Ik waardeer het zeer, wanneer burgers blijk geven van hun bezorgdheid voor een beter milieu. Vooral wanneer op deze bezorgdheid ook een daadwerkelijk handelen in de persoonlijke sfeer volgt. Het gebruik van houtverduurzamingsmiddelen door de firma Van Aarle brengt u door middel van talrijke vragen veelvuldig onder mijn aandacht. Ook in uw brief van 16 februari stelt u mij wederom een groot aantal vragen, voortvloeiend uit uw visie hierop. U legt inmiddels een zeer groot tijdbeslag op mijn medewerkers van het directoraat-generaal Milieubeheer, de Hoofdinspectie Milieuhygiëne en de Regionale Inspectie Milieuhygiëne. Ik ben van mening dat dit tijdbeslag een thans niet meer te verantwoorden omvang is gaan aannemen. Dit te meer gezien de genoegzaam bekende wederzijdse standpunten en het feit dat uw brieven ons na serieuze bestudering geen nieuwe gezichtspunten opleveren. u noopt mij daarom thans een beslissing te nemen omtrent de behandeling van uw brief d.d. 16 februari jl. en eventuele volgende brieven. Deze beslissing houdt in dat uw brieven voor kennisgeving zullen worden aangenomen. Een inhoudelijke beantwoording zal niet meer plaatsvinden. Hoogachtend, De Minister Ruimtelijke
Bijlagen
In verband met het regeringsbeleid om het aantal autokilometers terug te dringen wordt het zeer op prijs gesteld dat u bij bezoek aan een VROM-kantoor gebruik maakt van het openbaar vervoer.
Sint Oedenrode. 25 februari 1992. Ing. A.M.L. van Rooij,'t Achterom 9a, 5491 XD Sint Oedenrode.
Kopie: Zie lijst pag. 20.
Het Ministerie van VROM heeft subsidie gegeven voor het opstellen van een handleiding voor de codering van niet-chemische afvalstoffen. Daarom is zo'n lijst van niet-chemische afvalstoffen ontwikkeld door de interuniversitaire adviescommissie Veiligheids- en milieuwetgeving (IAVM) en de Landelijke Werkgroep Chemisch Afval (LWCA). Het is de bedoeling dat deze lijst binnenkort wordt geïmplementeerd in onze landelijke milieuwetgeving. Middels dit bezwaarschrift aan U. wil ik U kenbaar maken dat wanneer U toestaat dat deze lijst wordt geïmplementeerd in onze milieuwetgeving U verantwoordelijk bent voor;
Dit omdat met wolmanzout geconserveerd houtafval staat opgenomen als een niet chemische afvalstof onder codenummer 14.15.602 en verbranden (thermisch behandelen) van dat sterk chemisch afval wordt voorgesteld. (zie stuknr.1). Ik verzoek u strafrechtelijk tot op de bodem te laten uitzoeken hoe het mogelijk is dat leden van de begeleidings- en toetsingscommissie in hun handleiding voor de codering van niet chemische afvalstoffen, afval van gewolmaniseerd hout als niet chemisch afval onder codenummer 14.15.602 op de lijst hebben laten zetten.
------------------------------------------------------------------------------- Tenslotte vormt hout, dat met koper, chroom en arseen is verduurzaamd een probleem in de afvalfase. Immers de norm van 50 ppm. arseen voor indeling als chemisch afval wordt in zulk hout meer dan een factor 10 overschreden. In de afvalfase moeten wij dit hout dus inderdaad beschouwen als chemisch afval en als zodanig verwijderen. ------------------------------------------------------------------------------- Ditzelfde schrijft Minister Alders ook in zijn brief van 6 maart 1991. kenmerk DGM/SDG/28291002 en zijn brief van 2 april 1991, kenmerk DGM/SDG/25391002 aan ondergetekende. Ook in de brief van 1 mei 1991 kenmerk DGM/M/SR/13391008 aan de Directeur van Stichting Natuur en Milieu A.J.M. van de Biggelaar schrijft Minister Alders dit; want daarin wordt verwezen naar zijn brief van 21 januari 1991 aan de Soclalistiese Partij, Temeer omdat Minister Alders in zijn brief van 15 november 1990, kenmerk SR/1960251 aan de Voorzitter van de Vaste Commissie voor Milieubeheer van de Tweede Kamer schrijft: -------------------------------------------------------------------------------
Gewolmaniseerd hout dient te worden ingedeeld en verwijderd als chemisch afval op grond van een gehalte van meer dan 50 mg arseen per kg. hout. ------------------------------------------------------------------------------- Ditzelfde schrijft Minister Alders ook in zijn brief van 19 november 1990 kenmerk SR/1080252 aan ondergetekende en in zijn brief van 19 november 1990 aan de Minister President, Temeer omdat ik in mijn brief van 20 augustus 1091 aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken heb kenbaar gemaakt dat bij verbranding chroom 111 verbindingen zich omzetten in chroom VI verbindingen en dat mede daardoor het opstoken van 5 m3 gewolmaniseerd hout een milieubelasting geeft van 440 ton zand tot chemisch afval in de vorm van roetdeeltjes (as) welke met de rook mee diffuus over de omgeving worden verspreid. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken reageerde daarop in hun brief van 11 september 1991, kenmerk EB91/2374 met de mededeling dat zij in zijn algemeenheid met mij de zorg deelden met betrekking tot verbranding van gewolmaniseerd hout.
Op grond van bovengenoemde argumenten verzoek ik U afval van gewolmaniseerd hout codenummer 14.15.602 van de lijst te laten schrappen als niet chemisch afval en mij hierover schriftelijk te berichten. Omdat ik ook grote twijfels heb over sommige andere afvalstoffen welke de commissie als niet chemisch afval heeft ingedeeld verzoek ik U betreffende lijst te laten screenen door minimaal:
alvorens hem te implementeren in onze landelijke milieuwetgeving. Aangezien ik van mening ben dat dit alles het gevolg is van Infiltraties van moderne milieucriminelen binnen diverse overheidsinstanties zal ik hiervan een tipje van de sluier oplichten. Betreffend tipje van de sluier kunt U in ondergenoemd getal Punten lezen, waardoor U een beeld krijgt van ons milieu- en mensvernietigende beleid in Nederland, welke zich ook rond het bedrijf van de Firma Van Aarle in Sint Oedenrode afspeelt.
------------------------------------------------------------------------------- Met Superwolmanzout-Co geïmpregneerd bout mag gezaagd. geschaafd en geschuurd worden zonder dat medische controle uitgeoefend moet worden op de betreffende werknemers. Ook registratieplicht van betreffend houtmot en houtafvalstukken is niet nodig. ------------------------------------------------------------------------------- Hiermede heb ik het bewijs geleverd dat de Directeur Gezondheid handelt in strijd met het ministerieel besluit krachtens het VBF, art.188c. lid 4 en van VBR, art 60, lid 4. Hiermee pleegt hij een ernstig strafbaar telt. Ik verzoek U dan ook dit strafrechtelijk tot op de bodem te laten uitzoeken. Temeer omdat zowel het ministerie van VROM, alswel de Minister van Sociale Zaken weten dat betreffend bout wordt gebruikt voor
Temeer omdat zowel de Minister van VROM. alswel de Minister van Sociale Zaken weten dat betreffend bout overal wordt gezaagd, geschaafd, geschuurd etc, zonder beschermende maatregelen, Temeer omdat zowel de Minister van VROM. alswel de Minister van Sociale Zaken weten dat betreffend houtmot vermengd met ander houtmot wordt gebruikt voor:
Temeer omdat zowel de Minister van VROM, alswel de Minister van Sociale Zaken weten dat betreffend hout?, wat vaak niet meer te herkennen is. wordt opgestookt
en dat betreffend extreem giftig as gewoon met het blik wordt opgeschept zonder beschermende maatregelen om het vervolgens als humus voor de groentetuin te gebruiken. Temeer omdat zowel de Minister van VROM, alswel de Minister van Sociale Zaken weten dat al het arseenzuur en alle chroomtrioxide welke in het gewolmaniseerde hout wordt geperst op den duur In het grondwater terecht komt. Dit omdat het zware metaalzouten betreffen. Om die reden zijn betreffende arseenzouten en chroomzouten erg mobiel en zal ons toekomstig drinkwater daarmee worden vergiftigd.
In de brief van 6 maart 1991, kenmerk DGM/5DG/28291Q02 heeft Minister Alders beschikt op mijn bovengenoemd bezwaarschrift van 11 december 1990 wederom zonder inhoudelijk op mijn goed onderbouwde bezwaren te reageren. In diezelfde brief van 6 maart 1991, kenmerk DGM/SDG/28291002 heeft Minister Alders tegelijk antwoord gegeven op mijn brief van 10 januari 1991 (? geen bezwaarschrift). Dit is het werk van moderne milieucriminelen werkzaam binnen het Ministerie van VROM. Dit is bewust gedaan omdat betreffende brief van Minister Alders dan wettelijk gezien niet meer beschouwd behoeft te worden als beschikking op mijn bezwaarschrift van 11 december 1990 waartegen beroep mogelijk 15 bij de Raad van State. Om dit te bewijzen heb ik op grond van Artikel 34 van de Wet Chemische Afvalstoffen op 31 maart 1991 bij de Raad van State. Afdeling Geschillen van Bestuur toch beroep aangetekend op bovengenoemde beschikking van 6 maart 1991 van Minister Alders. Ik heb daarbij de Voorzitter tevens om schorsing verzocht. In de uitspraak van 4 Juni 1991 no's G05.91.0472.BZ3221,91 en B05.91.0305 heeft Voorzitter Veringa mijn beroepschrift niet ontvankelijk verklaard. Dit omdat de beschikking van 6 maart 1991 kenmerk DGM/SDG/28291002 van Minister Alders beschouwd moet worden als een brief ter informatie waartegen geen beroep mogelijk is. Op 19 juni 1991 heb ik verzet aangetekend tegen bovengenoemde uitspraak van Voorzitter Veringa. In de uitspraak van 3 oktober 1991 no. G05.91.0472/Y60 heeft Mr. P. van Dijk lid van de enkelvoudige kamer ook mijn verzet ongegrond verklaard. Om dubbel te bewijzen dat dit bewust is gedaan door eerder genoemde moderne milieucriminelen heb ik ook op grond van artikel 21 van de Grondwet op 31 Maart 1991 bij de Raad van State, Afdeling Rechtspraak beroep aangetekend op bovengenoemde beschikking van 6 maart 1991 van Minister Alders. Ik heb daarbij de Voorzitter tevens om schorsing verzocht. in de uitspraak van 30 mei 1991 no's R01.91.1022/p60 en S.01.91.0143/p60 heeft waarnemend Voorzitter Mr. C.J. van Zeben mijn beroepschrift niet ontvankelijk verklaard. Dit omdat de beschikking van 6 maart 1991, kenmerk DGM/SDG/28291002 van Minister Alders beschouwd moet worden als een verwijzing naar een brief die Minister Alders aan de Socialistiese Partij heeft verzonden ter informatie waartegen geen beroep mogelijk is, op 10 juni 1991 heb ik verzet aangetekend tegen bovengenoemde uitspraak van Voorzitter Mr. C.J. van Zeben. In de uitspraak van 2 december 1991 no. RO1.91.1022/y60 heeft Mr J.H. Blaauw lid van de Enkelvoudige Kamer ook mijn verzet ongegrond verklaard. Hiermede heb ik bewezen dat de moderne milieucriminelen werkzaam bij het Ministerie van VROM van achter hun bureau ervoor gezorgd hebben dat de BILLITON zijn sterk arseenhoudend chemisch afval ongestoord kan blijven omzetten in bestrijdingsmiddel "Superwolmanzout-Co" met als doel het indirect diffuus te lozen via het gewolmaniseerde hout zonder dat daarvoor iemand strafrechtelijk kan worden aangepakt. Dit is om zowel veiligheidsredenen, milieuredenen, economische redenen. danwel concurrentieredenen onaanvaardbaar, hetgeen ik hieronder zal toelichten. Op dit moment wordt volgens de brief van Stichting Natuur en Milieu van 5 februari 1991 aan Minister Alders, kenmerk AK/IK/910090 jaarlijks zo'n 600 ton hout geïmpregneerd met wolmanzouten wat voor 20 % uit arseenzouten bestaat. Dit betekent dat jaarlijks zo'n 120.000 kilogram zeer giftige arseenzouten op een ongecontroleerde en dus onveilige manier (op den duur) in ons oppervlaktewater wordt gebracht, want recycling van dat arseen is niet meer mogelijk. 50 mg/kg arseen is chemisch afval. Dus 50 gram arseen geeft een mi1ieubelasting van 1 m3 grond tot chemisch afval. Dus 1 kg. arseen geeft een mi1ieubelasting van 20 m3 grond tot chemisch afval. Dus 120.000 kg, arseen geeft een mi1ieubelasting van 2.400.000 m3 grond -2.400.000 ton grond tot chemisch afval. Tijdens de receptie van het 10??jarig jubileum van Nederland Gifvrij heb ik vernemen dat in 1990 over geheel Nederland 800.000 ton grond is gesaneerd (schoongemaakt). Door arseenzouten (? chemisch afval) in wolmanzouten niet te verbieden betekent dat alleen daardoor al onze bodem Jaarlijks
2.400.000 : 800.000 = 3 keer zo zwaar wordt belast als er in 1990 gesaneerd is. Dit terwijl arseenzouten in geïmpregneerd hout voor diezelfde duurzaamheid helemaal niet nodig zijn volgens A.J. Buys Voorzitter van de Nederlandse Bond van Fabrikanten en importeurs van houtbeschermingsmiddelen. Omdat het saneren achteraf. indien dat nog mogelijk is, zeer veel energie gaat kosten betekent dit dat we te maken gaan krijgen met een nog veel grotere mi1ieubelasting. De kans dat betreffende arseenzouten later nog gesaneerd kunnen worden is zeer klein vanwege de ongecontroleerde diffuse verspreiding en het feit betreffende arseenzouten zeer goed oplossen in water en erg mobiel zijn in de bodem en het telt in Groningen gebleken is dat met arseen verontreinigde grond met de huidige bekende technieken niet schoon te krijgen Is voor hergebruik. (zie artikel in Volkskrant d.d. 9 maart 1991). Ook uit concurrentieoverwegingen behoort arseen (? chemisch afval) In wolmanzouten direct verboden te worden. Dit omdat de metaalindustrie (BILLITON) op deze manier zijn sterk arseenhoudend chemisch afval kan verkopen, terwijl andere bedrijven er veel voor moeten betalen om het kwijt te kunnen. Daar komt nog bij dat juist die bedrijven die het netjes afvoeren, straks meer milleuheffing moeten gaan betalen om betreffende 2.4 miljoen ton aan met arseen verontreinigde grond uit de bodem te saneren. waar de metaalindustrie en impregneerbedrijven zich aan hebben verrijkt. Dit stimuleert de andere bedrijven dan ook niet om een goed milieubeleid te voeren. Ook uit economische overwegingen behoort arseen in wolmanzouten direct verboden te worden. 2,4 miljoen ton aan te saneren grond betekent op dit moment zo'n 2 miljard gulden aan saneringskosten, hetgeen over 20 Jaar wel het 5-voudige zal zijn. Dit betekent dat elk Jaar dat we doorgaan met het impregneren met arseenzouten onze economie over 20 jaar alleen daardoor al zo'n 10 miljard gulden per Jaar extra zal gaan kosten, wat door de ' vooraf foutief geïnformeerde Nederlandse burger zal Moeten worden betaald. Omdat de Minister van VROM sterk chemisch afval van de metallurgische industrie (BILLITON) vrij geeft als product "Superwolmanzout-Co" geeft hij hiermede de impregneerbedrijven een vrijbrief om betreffende zwarte lijststof "arseenzuur" met de best bestaande techniek via diffuse bronnen (hout) te lozen, zonder dat daarvoor iemand strafrechtelijk kan worden aangepakt. Dit terwijl bet Ministerie van VROM juist andere bedrijven voorschrijft dat zwarte lijststoffen met de best bestaande techniek uit ons aquatisch milieu moeten worden geweerd. Hiermede heb ik zelfs bewezen dat het Ministerie van VROM handelt in strijd met zijn eigen wetgeving. Hiermede heb Ik tevens bewezen dat de moderne milieucriminelen welke ook zijn geïnfiltreerd binnen het Ministerie van VROM in grove mate misbruik maken van onze gemeenschapsgelden (milieuheffingen) om daarmee een beperkt aantal mensen te verrijken. ons milieu te vernietigen en bij de niet geïnformeerde burgers die betreffende milieuheffingen moeten betalen veel schade aan te richten en mogelijk kanker te implementeren. In het bijzijn van een getuige heb ik op 16 oktober 1990 na de opname van het televisieprogramma. "De Kloof" Minister Alders persoonlijk hierover aangesproken. Hij vertelde mij dat hij dit alles wist maar dat hij hier niets aan kon doen. Hiermede heb ik dan ook tevens het bewijs geleverd dat de Minister van VROM ons milieu en onze burgers niet mag en niet kan beschermen maar dit overlaat aan de georganiseerde moderne milieucriminelen.
Dit omdat houtverwerkende bedrijven in het buitengebied niet categoriaal zijn ingedeeld. Onder het mom van uitbreiding "houtverwerkend bedrijf" kan men dan heel simpel In een agrarisch categorie?2 gebied een milieucategorie?5 impregneerbedrijf en zelfs SEVESO bedrijf oprichten. Het enige wat daarvoor nodig is is te zorgen voor geschikte adviseurs die de lokale en landelijke overheden, ons administratiefrechtelijk en strafrechtelijk rechtsapparaat kunnen beïnvloeden (intimideren) met enorme schadeclaims (miljarden) ten gevolge van hun jaren lang acteren in strijd met nagenoeg alle wettelijke bepalingen. Nu de Firma Van Aarle B.V. Ollandseweg 159 te Sint Oedenrode heeft mijns inziens in de Heer Mouwen en de Heer Leegwater zo'n adviseurs gevonden. Hoe via vertakte B.V. structuren betreffende relaties met het Ministerie van VROM en andere hooggeplaatste notabelen verstrengeld met eigen belangen tot stand zijn gebracht kunt U lezen In mijn brief van 28 december 1991 aan Remi Poppe van het SP-milieualarmteam (zie stuknr. 2) Dat de Firma Van Aarle B.V. (mijn buurman) vanwege verstrengelde politieke belangen vanwege het ter beschikking hebben van bovengenoemde adviseurs continue door mag handelen In strijd met nagenoeg alle wettelijke bepalingen en voorschriften en daardoor geheel onze omgeving mag verontreinigen met het sterk kankerverwekkende arseenzuur en chroomtrioxide zal Ik hieronder bewijzen.
Op 19 juli 19§8 vraagt de Firma Van Aarle B.V. bij Burgemeester en Wethouders van Sint Oedenrode een hinderwetvergunning aan voor het verduurzamen van hout in een impregneerketel van 23000 liter als uitbreidings/wijzigingsvergunning van een inrichting voor machinale houtbewerking. (klompenmakerij) waarvoor:
Zonder dat de Firma Van Aarle B.V. daarvoor hinderwetvergunning heeft aangevraagd.
Tevens hebben Burgemeester en Wethouders misbruik gemaakt van hun bevoegdheid door Voorschrift 2.18 stilzwijgend zodanig te veranderen t.o.v. de ontwerpbeschikking dat de Firma Van Aarle B.V. mag impregneren in een concentratie van een 6% oplossing Superwolmanzout-Co in plaats van een 4% oplossing. Dit betekent dat hierdoor het bedrijf van de Firma Van Aarle B.V. op 8 augustus 1909 voor het eerst EVR-plichtig is geworden op grond van het Besluit Risico's Zware ongevallen (SEVESO?richtlijn) vanwege het feit bij vanaf dat moment 792 kg. arseenzuur in verwerking mag hebben. Omdat het Besluit Risico's Zware Ongevallen op 15 november 1988 (4 jaar te laat) in werking is getreden betekent dat Burgemeester en Wethouders betreffende beschikking van 8 augustus 1989. vanwege de stilzwijgende concentratieverandering van 4% naar 6% tevens hadden moeten voorzien van een Extern Veiligheidsrapport om de omgeving tot op 500 meter afstand te beschermen tegen het gevaar van een ramp gelijk aan die van SEVESO.
Dit omdat ik er toevallig achter was gekomen dat de Regionale Inspecteur van de VROM Dr. H.A.M.A. de Vries in deze fase van de beroepsprocedure door misbruik te maken van zijn bevoegdheid zich het recht toe-eigent om in zijn brief van 3 mei 1990 kenmerk 025000ó/bl Burgemeester en Wethouders van Sint Oedenrode voor te stellen om de voorschriftnummers 2.18 en 3.1 door de Voorzitter van de Raad van State aan te laten passen om op die manier onder het extern veiligheidsrapport uit te kunnen komen. Hiermede heb ik dan ook zeer duidelijk de betrokkenheid van de Regionale Milieuinspecteur Dr. H.A.M.A. de Vries en dus de VROM bewezen.
Betreffend beroepscollege heeft beslist dat de Firma Van Aarle B.V. op grond van zijn onherroepelijk geworden hinderwetvergunning
Dit alles kan in Nederland als je maar de juiste adviseurs kiest. Dit alles bleek overigens nog niet genoeg te zijn. De Firma Van Aarle B.V. plaatste voordat deze hinderwetvergunning in beroep uitgesproken was een oude impregneerketel van 44.000 liter in plaats van 23.000 liter waarmee hij tevens met hete stoom kan snelfixeren. Hij deed dit zonder B&W daarvan op de hoogte stellen. Van Burgemeester en Wethouders van Sint Oedenrode had dit overigens gewoon gemogen, ware bet niet dat ik het ontdekte en bij de gemeente er schriftelijk op aandrong dat de Firma Van Aarle B.V. hiervoor een nieuwe hinderwetvergunning moest aanvragen. Op 11 december 1990 vraagt de Firma Van Aarle B.V. bij Burgemeester en Wethouders van Sint Oedenrode een nieuwe hinderwetvergunning een voor bet verduurzamen van hout in een impregneerketel van 44.000 liter en het stoomfixeren van hout In een stoom/snelfixeerketel van 44.000 liter als uitbreiding/wijzigingsvergunning van een machinale houtbewerkings- en houtverduurzamingsinrichting, waarvoor op 8 augustus 1989 hinderwetvergunning is verleend. Op 19 december 1990, 8 dagen later. hebben Burgemeester en Wethouders beschikt op bovengenoemde uitbreidings/wijzigingsvergunning
Op 22 Januari 1991 hebben buurtbewoners op bovengenoemde hinderwetaanvraag bezwaar aangetekend bij Burgemeester en Wethouders. Op 10 juli 1921 hebben Burgemeester en Wethouders beschikt op de hinderwetaanvraag welke de Firma Van Aarle op 19 november 1990 heeft ingediend door er met de pen "ontwerp" op te schrijven moest het een "ontwerpbeschikking" lijken op de hinderwetaanvraag welke de Firma Van Aarle B.V, op 11 november 1990 heeft ingediend. Dit is door Burgemeester en Wethouders zo bedacht om de bezwaarmakers te misleiden. Dit omdat de beschikking op de hinderwetaanvraag van 19 november 1990 was bedoeld als beschikking welke tot stand is gekomen overeenkomstig hoofdstuk 4 van de WABM en beroep bij de Raad van State moet worden Ingesteld, terwijl de ontwerpbeschikking op de hinderwetaanvraag van 11 november 1990 was bedoeld als beschikking welke tot stand is gekomen overeenkomstig hoofdstuk 3 van de WABM en het bezwaar bij Burgemeester en Wethouders moet worden Ingesteld. Deze misleiding is niet gelukt. Ik heb namelijk bij de Raad van State beroep aangetekend en de Voorzitter om schorsing verzocht op de tot stand gekomen beschikking overeenkomstig hoofdstuk 4 van de WABM op de hinderwetaanvraag van 19 november 1990. (no. G05.91.1170p61 en B05.91.0749). Mijn beroepschrift werd door Voorzitter Veringa op onterechte gronden op 4 september 1991 niet ontvankelijk verklaard. Om die reden heb ik op 16 september 1991 tegen deze uitspraak verzet aangetekend (G05.91.1170/y61). Op 19 december 1991 ben ik door de voorzitter van Kamer V der afdeling Geschillen van Bestuur gehoord in mijn verzet. ik heb met behulp van aangeleverde bewijzen de Voorzitter zodanig overtuigd van mogelijk betrokken verstrengelingen binnen de Raad van State dat hij deze zaak niet zelf durfde te beslissen. Hij heeft deze zaak om die reden In handen gesteld van de Vice-president van de Raad van State. De Vice-president heeft tot op beden hierin nog geen uitspraak gedaan. Op de tot stand gekomen ontwerpbeschikking overeenkomstig hoofdstuk 3 van de WABM op de hinderwetaanvraag van 11 november 1990 hebben buurtbewoners op 20 Juli 1991 een bezwaarschrift ingediend bij Burgemeester en Wethouders van Sint Oedenrode. Ook nu weer hebben Burgemeester en Wethouders misbruik gemaakt van hun bevoegdheid door In de voorschriften van de ontwerpbeschikking voorschriften op te nemen voor:
Op 19 november 1991 hebben Burgemeester en Wethouders hinderwetvergunning verleend op bovengenoemde hinderwetaanvraag van 11 november 1991 van de Firma Van Aarle B.V. zonder inhoudelijk te reageren op ons bezwaarschrift op de ontwerpbeschikking. Tevens blijven Burgemeester en Wethouders misbruik maken van hun bevoegdheid door in de beschikking toch voorschriften op te nemen voor:
Tevens hebben Burgemeester en Wethouders misbruik gemaakt van hun bevoegdheid door:
Sterker nog de Firma Van Aarle B.V, mag zijn 900 kg bestrijdingsmiddelen opslaan in een inpandige ruimte, pal langs een gaskamer bedoeld voor gasopslag, pal onder een gasgestookte stoomgenerator van 250.000 kcal/H voorzien van houten buitendeuren met een brandwerendheid van 0,0. Dit om de Mogelijkheid tot een sovesoramp te bespoedigen. Dit alles kan in Nederland als je maar de Juiste adviseurs kiest. Op 16 december 1991 hebben buurtbewoners beroep aangetekend bij de Raad van State. Afdeling Geschillen van Bestuur en de Voorzitter om schorsing verzocht. Betreffend schorsingsverzoek is nog niet In behandeling genomen. Wanneer er op grond van Nederlands recht onafhankelijk wordt beslist dan behoort betreffende beschikking van 19 november 1991 van Burgemeester en Wethouders van Sint Oedenrode. wel 10 keer geschorst te worden.
Op 24 oktober 1989 heeft B&W bouwvergunning verleend aan de Firma Van Aarle B.V. voor het oprichten van een bedrijfsruimte, Hierop loopt nog een beroepsprocedure bij de Raad van State Afdeling Rechtspraak. (R03.90,3692) Nadat B&W op 24 oktober 1989 bouwvergunning heeft verleend aan de Firma Van Aarle B.V. mocht de Firma Van Aarle B.V. van B&W voor 100% in strijd bouwen met zijn onderliggende bouwvergunning. Ook tegen dit besluit van 9 november 1990 van B&W loopt nog een beroepsprocedure bij de Raad van State Afdeling Rechtspraak (R03,91.2564), Op 8 januari 1991 beeft B&W aan de Firma Van Aarle B.V. voor dezelfde bedrijfsruimte een nieuwe 100 % afwijkende bouwvergunning verleend zonder de onherroepelijke beroepsuitspraak op de op 24 oktober 1969 verleende bouwvergunning af te wachten. Vanaf dat moment beschikte de Firma Van Aarle B.V. over een 2?tal geldige bouwvergunningen voor een en dezelfde bedrijfsruimte welke 100 % verschillend zijn. Ook tegen dit besluit loopt nog een beroepsprocedure bij de Raad van State Afdeling Rechtspraak (R03,91.2563). Op 23 april 1991 heeft B&W beschikt op het verzoek van de Firma Van Aarle B.V. d.d. 20 maart 1991 om intrekking van de op 24 oktober 1989 aan hen verleende bouwvergunning. Op 18 mei 1991 heb ik bij B&W bezwaar aangetekend op bovengenoemde beschikking van 23 april 1991. Dit omdat de bestemming van de bedrijfsruimte hetzelfde is gebleven en Ik eerst van het College van de Raad van State Afdeling Rechtspraak een onherroepelijke beroepsuitspraak wil hebben op mijn beroepschrift op de bouwvergunning van 24 oktober 1989 (R03,90.3692). Dit omdat ik daar recht op heb. Ik ben er namelijk van overtuigd dat Voorzitter Mr. J.H. Blaauw zich In bijbehorende schorsingsverzoeken niet overeenkomstig de wet heeft uitgesproken. Dit omdat Voorzitter Blaauw vindt dat:
U begrijpt wel dat ik hierop eerst een beroepsuitspraak wil hebben alvorens de bouwvergunning van 24 oktober 1989 kan worden ingetrokken. Dat is dan ook de reden dat Ik op 18 mei 1991 bij B&W een bezwaarschrift heb ingediend op de beschikking van 29 april 1991 betreffende de intrekking van de op 24 oktober 1989 verleende bouwvergunning aan Gebr. Van Aarle B.V. Ondanks mijn diverse schriftelijke verzoeken hebben Burgemeester en Wethouders van Sint Oedenrode heden 9 maanden na het indienen van mijn schrift nog van mijn bezwaar steeds niet beschikt en zijn dit volgens gemeenteambtenaar Hendriks voorlopig nog niet van plan. Vanwege het feit de Raad van State Afdeling Rechtspraak mijn beroepschrift op de verleende bouwvergunning d.d. 24 oktober 1989 (na 2 ˝ jaar) nog niet in behandeling heeft genomen en het feit B&W van Sint Oedenrode na 9 maanden nog niet heeft beslist op mijn bezwaarschrift van 18 mei 1991 leveren mij het bewijs dat hier iets gebeurd wat niet in de haak is. Ik ben er dan ook van overtuigd dat de Raad van State in samenspraak met B&W van Sint Oedenrode misbruik maken van de factor tijd met als doel de Firma Van Aarle B,V. daarmee te bevoordelen. Temeer omdat de Firma Van Aarle B.V. betreffende nieuwe bedrijfsruimte mag bouwen op een sterk met arseen, koper en zink verontreinigd bedrijventerrein zonder het vooraf te laten saneren.
Dit omdat bij het verwerken van 2,5 kg. arseenzuur een zodanige
Van achter het bureau heeft men gedacht, wanneer wij de STEL?waarde en MAC?waarde weglaten voor het bepalen van de grenswaarde dan is alles opgelost want dan kunnen wij impregneren met onbeperkte hoeveelheden arseenzuur onder hoge druk in een impregneerketel en snelfixeerketel zonder dat daarvoor een arbeidsveiligheidsrapport is vereist, om de werknemer te beschermen. Dit omdat arseenzuur geen LC-waarde kent. Ondanks het feit ik dit middels diverse brieven bekend heb gemaakt aan Minister de Vries en ook Minister Hirsch Ballin middels mijn syllabus "Grootschalige milieucriminaliteit in Nederland" d.d. 29 maart 1991 hiervan op de hoogte heb gebracht mag dit alles gewoon door blijven gaan, Omdat de Minister van Sociale zaken hiermee in strijd handelt met Richtlijn (80/1107/EEG) van de Raad van 27 november 1980, gewijzigd door Richtlijn (88/642/EEG) van de Raad van 16 december 1988 betreffende de bescherming van werknemers tegen de risico's van blootstelling aan chemische. fysiche en biologische agentia op het werk heb ik op 26 Januari 1992 tegen de beschikking van 23 januari 1992 kenmerk DGA/G/TOS/9110945 van het Ministerie van Sociale Zaken een bezwaarschrift ingediend bij Minister De Vries. Tevens heb ik de 2e Kamer der Nederlandse Staat hiervan op de hoogte gebracht. Ingeval de Minister van Sociale Zaken voor 1 maart 1992 niet positief beeft beslist dan dien ik hierover een klacht in bij de Commissie van de Europese Gemeenschappen wegens het niet naleven van het Gemeenschapsrecht.
Op grond van bovengenoemde punten A t/m F heb ik bewegen dat onze onafhankelijke administratieve Rechtspraak bij de Raad van State erg afhankelijk is van de geïnfiltreerde georganiseerde moderne milieucriminelen. Dit betekent dat uitspraken op schorsingsverzoeken en beroepschriften door hen in hoofdzaak kunnen worden bepaald, waarvan ik al zo'n 4 jaar last heb. Op grond van bovengenoemde feiten heb ik overduidelijk bewezen dat Nederland niet wordt geregeerd door Ministers maar door moderne georganiseerde en geïnfiltreerde milieucriminelen. Dit alles gebeurt vanuit hun kantoor, Omdat de Firma Van Aarle B.V. te Sint Oedenrode gebruik maakt van adviseurs die de diverse overheden (ministers) kunnen beïnvloeden (intimideren) betekent dat de Firma Van Aarle B.V. van al die overheden alles mag en zich aan geen enkele wet c.q. voorschrift behoeft te houden met alle gevolgen van dien. Om die reden heb ik ruim 2 jaar geleden deze zaak strafrechtelijk aangemeld bij de Veld? en Milieupolitie te Boxtel. De Heer J. Hurkmans van de Veld~ en Milieupolitie te Boxtel en' Mr. Wasser Officier van Justitie van bet arrondissementsparket te 's-Hertogenbosch welke deze zaak in handen hebben zijn door, mij hierover geheel geïnformeerd. Ook heb ik meer dan 2 jaar lang aan De Minister van Justitie Mevr. van der Meer, Hoofd van de sectie Milleucriminaliteit van de Centrale Recherche Informatiedienst (CRI) de Minister President de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. de Minister van VROM de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid diverse brieven (syllabi) gestuurd zodat ook zij goed geïnformeerd zijn. Ondanks alles blijft deze grootschalige milieucriminaliteit welke zich rondom het bedrijf van de Firma Van Aarle in Sint Oedenrode afspeelt gewoon doorgaan. Omdat U als 2e kamer der Nederlandse Staat verantwoordelijk bent voor dit gevoerde milieu? en mensvernietigende beleid in Nederland verzoek ik U onmiddellijk In te grijpen en alles tot op de bodem te laten uitzoeken. Tevens verzoek ik U ervoor te zorgen dat aan de grootschalige milieucriminaliteit welke zich rondom de Firma Van Aarle afspeelt onmiddellijk een einde wordt gemaakt. Ik verzoek U mij hierover binnen 1 maand (voor 1 april 1992) schriftelijk te berichten. Gezien de grote hoeveelheid intimidaties en bedreigingen vanuit het verleden verzoek ik U tevens voor extra politiehulp te zorgen. Afschrift van dit schrijven doe Ik tevens toekomen aan:
Hoogachtend A.M.L. van Rooij. Van dit schrijven maken onderdeel uit: Stuknummer omschrijving aantal pag.
|
Stichting Sociale Databank Nederland
E-mailadres: sdn@planet.nl
Internet site:
http://www.sdnl.nl/ekc/ekc-ald1.htm
Westkade 227, 1273 RJ Huizen (NH)
Tel.: (31)-35-5244141