Brief met een rekening van 12 miljoen euro van Karel de Werd aan minister Donner


Homepage Karel de Werd <=======> Mijn schotschrift met strafrechtelijke immuniteit




    Aan de Minister President mr. Dr. J.P. Balkenende
    Ministerie van Algemene Zaken
    Postbus: 20001 2500 EH Den Haag

    
    
    

    Amsterdam, 19 augustus 2003 met AANTEKENEN!

    Excellentie,

    Hierbij bevestig ik de ontvangst van uw schrijven d.d. 15 augustus, die de sfeer ademt van uw normen en waarden, ik moge daar met uw welnemen als volgt op reageren. Wat de aanhef van uw schrijven betreft van een juridische afhandeling, zoals door u bedoeld, is in het geheel geen sprake. Immers: als reactie op mijn schadeclaim hebben zowel het College van Procureurs-generaal (hierna gemakshalve te noemen de Wijkerslooth) als Uw Minister van Justitie (hierna gemakshalve te noemen Donner) middels hun formele brieven gemotiveerd op een arglistig, bedrieglijk en juridisch onvolwaardig niveau.

    Zij hebben getracht het wettig overtuigende bewijs terzake te verduisteren, wat hen niet is gelukt. Zij deden dat door eigen toedoen, en is door mijn persoonlijk ingrijpen voorkomen kunnen worden. U verwijst naar mijn correspondentie met uw voorganger W. Kok. Ik adviseer u in uw eigen belang dat achterwege te laten, omdat de heer Kok als voorzitter van de FNV deel uitmaakte van mijn juridische tegenpartij. Deze kan daarvan niet los worden gezien. Wat de voorlaatste zinsnede van uw brief betreft, sluit u zich ondanks die zinsnede aan bij het standpunt van de heer Kok. Te weten: dat u zich onthoudt van zaken die aan het oordeel van de rechter onderworpen zijn of zijn geweest.

    Welnu, in beginsel is een dergelijke stellingname, gelet op de scheiding der machten juist. Tenzij het Openbaar Ministerie zelf die scheiding doorbreekt door ondanks art. 4, 29, 11 lid c juncto 12 Ro, 207 lid 1 en 2 Sr. de grondwet en internationale verdragen formeel de stelling betrekt, zoals terzake het geval is, dat het veelvuldig plegen van meineed ten laste van mijn juridische belangen en een behoorlijke procesgang niet strafrechterlijk diende te worden vervolgd. Daartoe zijn zes dwingende uitspraken van Rechtbank, Gerechtshof en Hoge Raad der Nederlanden (waaronder zelfs drie bevelen van het Gerechtshof ex. art. 12i Sv aan de Officier van Justitie gegeven tot het strafrechterlijk vervolgen van meineed) door het OM volstrekt werden genegeerd; waarvan akte!

    Wat u als Minister van Algemene Zaken zeker wel aangaat, is dat de Gewapende Macht heeft plaatsgenomen op de stoel van de Formele Wetgever en van de Zittende Magistratuur. Dat is niet alleen jegens mij een Onrechtmatige Overheidsdaad in overtreffende trap, maar ook jegens de hele Nederlandse samenleving, omdat deze gang van zaken de rechtszekerheid van allen op Nederlands grondgebied ernstig schade doet tot ver in de volgende generaties; waarvan eveneens akte!

    Zowel de Wijkerslooth als Donner probeerden mijn volstrekt rechtmatige schadeclaim, zoals bij de Staat der Nederlanden is gedeponeerd, onrechtmatig onderuit te halen. Dit door op gespannen voet met de feitelijke waarheid te doen voorkomen alsof genoemde bevelen wel door het OM werden uitgevoerd. Dat poogde men met de hiernavolgende zinsnede en ik citeer: "Het College heeft geen gegevens waaruit blijkt dat de heer G. de Lange vervolgens niet is gedagvaard. In de archieven en registratiesystemen van het Arrondissementsparket Amsterdam is daarvan niets bekend. Ook voormalige Officieren van Justitie konden hierover geen duidelijkheid verschaffen." Einde citaat.

    U bent zelf jurist, dus u bent met mij van mening dat geen enkele jurist het zou aandurven, ook u niet, om via de voorgaande arglistige, bedrieglijke en juridisch volstrekt onvolwaardige verklaring juridisch zelfmoord te plegen. De Wijkerslooth en Donner hadden daar geen moeite mee. Dat de voormalige Officier van Justitie geen duidelijkheid kond verschaffen (en er zou een zeer diepgaand onderzoek zou zijn geweest) is eveneens een grove leugen. Want Officier van Justitie mr. R.W. Asser berichtte mij al enkele dagen later schriftelijk (nadat ik hem daarom vroeg), dat het Parket Amsterdam er van uitging dat de bevelen van het Gerechtshof inderdaad niet door het OM werden opgevolgd. Donner maakte vervolgens aan de Nationale Ombudsman officieel kenbaar dat hij niet in staat was diens vragen te beantwoorden; en weigerde daarbij ook nog te reageren op mijn dupliek d.d. 18 april 2003, waarvan door mij akte werd gevraagd.

    Ondanks het voorgaande meldde Donner zich enkele weken later bij de Nationale Ombudsman. Dit keer met de mededeling, dat hij al wat door hem en de Wijkerslooth gesteld is, en waarin beiden tot het uiterste hebben volhard - te weten dat de bevelen van het Gerechtshof ex. art. 12i Sv wel zouden zijn uitgevoerd en dat geen enkele reactie zou worden gegeven op mijn dupliek van vrijdag 18 april 2003 - dat hij, Donner, die alsnog wenste te herroepen.

    Dit omdat hij nadat de Nationale Ombudsman de onderzoeksfase had afgerond, maar in het geniep nog verder is gezocht in de archieven van het OM. Daar zou hij alsnog documenten hebben gevonden die zouden kunnen rechtvaardigen dat de bevelen van het Gerechtshof door het OM inderdaad niet werden opgevolgd. Vervolgens komt Donner in zijn nadere toelichting daarop (gestoeld op een krabbeltje bovenaan op blz. 3) met een huiveringwekkende bekentenis, waarin hij toegeeft dat mijn jarenlange strijd met het OM waaraan het levensgeluk van mij en mijn gezin te onder ging, volstrekt rechtvaardig is geweest. De bevelen van het Gerechtshof ex. art. 12i Sv ten aanzien van G. de Lange tot het strafrechterlijk vervolgen van meineed, zijn door de Officier van Justitie op onwettige wijze ter verjaring opgelegd, waarvan akte! En nogmaals daarvan akte gevraagd!

    Het voorgaande houdt in dat Donner met de huiveringwekkende bekentenis, die de rechtszekerheid van allen op Nederlands grondgebied treft tot ver in de volgende generaties, het onwettig handelen van het OM toegeeft. Hij erkent zwart op wit wat hij samen met de Wijkerslooth en onder zijn politieke verantwoordelijkheid decennia lang afdekte. Dit ten laste van mijn juridische belangen en het welzijn van mij en mijn gezin, die men tot het uiterste heeft beschadigd. Men maakte daarbij misbruik van middelen en bevoegdheden die zijn toegekend om het ambt naar behoren en integer te kunnen uitoefenen. Dat levert nog eens een Onrechtmatige Overheidsdaad op in overtreffende trap. Want als burger ben ik niet verantwoordelijk te stellen voor het al dan niet goed of integer functioneren van de Uitvoerende Organen van de Formele Wetgever. Integendeel, dat komt blijkens de Formele Wet en Internationale Verdragen geheel voor rekening van de Staat der Nederlanden. Waarvan akte!

    Donner spartelend als 'n paling in een bak snot, met als enig doel mijn rechtmatige schadeclaim jegens de Staat der Nederlanden te ondergraven. Erger nog, om zijn politieke verantwoordelijkheid te ontlopen. Hij heeft nu de idee gelanceerd, dat door mijn toedoen het zo zou kunnen zijn, dat de Officier van Justitie de bevelen van het Gerechtshof ex. art. 12i Sv tot het strafrechterlijk vervolgen van meineed, op onwettige wijze ter verjaring heeft opgelegd - lees verduisterd. Dit terwijl noch ik, noch de Officier van Justitie daartoe enige bevoegdheid bezit. Genoemde bevelen dienen zoals ook u ongetwijfeld bekend is zonder enig voorbehoud en ten spoedigste te worden opgevolgd; basta!

    Donner durft zijn ongenuanceerde bewering dan ook niet echt hard te maken. Hij gebruikt dan ook termen als "niet uit te sluiten valt', "waarschijnlijk" etc. Kortom, termen waarmede de Nederlandse roddelbladen hoogtij vieren als nimmer tevoren. Ik heb ruim tien jaar gestreden tegen het laten plegen van meineed en het niet opvolgen van de bevelen van het Gerechtshof ex. art. 12i Sv aan de Officier van Justitie, waaraan het welzijn van mij en mijn gehele gezin ten onder ging.

    Het ontkennen van die feiten met het hanteren van vage roddeltermen is even misdadig als het plegen en laten plegen van meineed op zich; en het negeren van de bevelen van het Gerechtshof door het OM zelfs per definitie. Ik heb het minder sociale en onwettige gedrag van de Wijkerslooth en Donner zelf afgestraft door hen op het internet af te beelden met Hitlersnor en bijbehoren. En beiden zijn door mij herhaalde malen uitgenodigd om eens een dagvaarding uit te brengen wegens smaad en/of belediging of anderszins. Beiden durven dat niet aan, althans tot op heden, wat op zich meer dan voldoende zegt over genoemde individuen zelf, die een functie pretenderen te kunnen bekleden die bij gebrek aan integerheid zich evenmin met hen verdraagt als water met vuur.

    Ik werd genoodzaakt tot deze vorm van eigenrichting over te gaan, omdat het OM en Donner, zoals feitelijk is gebleken, inmiddels bij de Nationale Ombudsman formeel hebben bekend; waarvan akte! Zij erkennen niet meer en zonder enig voorbehoud de Formele Wetgever en de Rechtsmacht van de Zittende Magistratuur, door ten laste van mijn juridische belangen en de Nederlandse Rechtsorde veelvuldig meineed te laten plegen, waartoe zelfs de bevelen van het Gerechtshof ex. art. 12 I Sv aan de Officier van justitie gegeven volstrekt zijn genegeerd.

    De Wijkerslooth en Donner hebben in ieder geval onder de politieke verantwoordelijkheid van minister van Justitie mij herhaalde malen de CRI op de nek gestuurd als gevolg van de excessen die rechtstreeks zijn terug te voeren op het feit dat het OM (nota bene als wetshandhaver ex. art. 4 Ro) formeel de stelling heeft betrokken dat ter aanranding van mijn juridische belangen en de Nederlandse Rechtsorde ondanks art. 207 lid 1 en 2 Sr meineed straffeloos moet kunnen worden gepleegd.

    In tegenstelling tot de eerst keer dat de CRI zich bij mij meldde, verliep het tweede gesprek in goede sfeer. Het Hoofd van de CRI, de heer Veldman, bleek een fatsoenlijke man te zijn. Met hem was het mogelijk om onder het genot van een kop koffie ruim twee uur de problemen te. De heer Veldman liet mij weten, dat ik hooggeplaatste personen onherstelbaar zou beschadigen. Bedoeld werden natuurlijk Donner en de Wijkerslooth. Nog daargelaten het feit, dat men integere personen niet onherstelbaar kan beschadigen - want die doen in dat geval een beroep op de rechter. Ik heb ik heer Veldman gevraagd: 'En wat dacht u, wat er met mij en mijn gezin is gebeurd? Als gevolg van het al dan niet opzettelijk falen van de Uitvoerende Organen van de Formele Wetgever?'

    Zowel Donner als de Wijkerslooth heb ik kenbaar gemaakt: 'Of gij accepteert de feitelijke waarheid of gij gaat daaraan onderdoor.' Helaas hebben beiden voor het laatste gekozen gelet op de arglistige bedrieglijke en juridisch onvolwaardige wijze waarop zij hebben gemeend hun beslissingen terzake te kunnen motiveren. Het zij zo! Voorts heb ik de heer Veldman laten weten, dat ik altijd bereid ben om in goed onderling overleg met een Akte van Dading deze onverkwikkelijke affaire definitief uit de wereld te helpen. U kunt dit bespoedigen door vooruitlopend daarop, twaalfmiljoentwintigduizend euro op postgiro no. 7029782 over te maken onder vermelding: 'Betreft schikking met de Staat der Nederlanden. Fiscaal vrij'.

    Over het genoemde bedrag wordt niet onderhandeld. Omdat het slechts een fractie is van de werkelijk geleden schade die voortvloeit uit het feit dat ik tien jaar met het OM een bittere strijd moest voeren als gevolg van haar ambtshalve ernstige falen waaraan een criminaliteitsgehalte kleeft van ongekende omvang en waarbij het levensgeluk van mij en mijn gezin werd vernietigd. Donner en de Wijkerslooth zijn door hun minder sociale en onwettig gedrag inderdaad onherstelbaar beschadigd. Niet ik, maar zij zelf hebben zich beschadigd, door in strijd met de Formele Wet en vaste Jurisprudentie er vanuit te gaan, dat ik genoegen diende te nemen met hun arglistig en bedrieglijke motiveringen op een juridisch vrijwel achterlijk niveau.

    Ik adviseer u dan ook tijdig afstand van hen te nemen. Zij zijn niet veel meer dan aangeschoten wild. Zoals elke oorlog, is ook deze oorlog zinloos. Voortzetting daarvan zal wederzijds onnodige schade opleveren. De Staat der Nederlanden heeft deze oorlog ontketend door in strijd met de Formele Wet en Internationale Verdragen te handelen.

    De Staat der Nederlanden zal deze oorlog moeten beëindigen door haar volle verantwoordelijkheid te nemen voor de Onrechtmatige Overheidstaken die via haar Uitvoerende Organen jegens mij en mijn gezin werden gepleegd, zodanig dat dit totale rechteloosheid tengevolge leidde. Ik wijs u er nogmaals zeer nadrukkelijk op dat de Uitvoerende Organen van de Overheid mijnerzijds niet meer worden erkend alvorens met de overheid volledige overeenstemming met een Akte van Dading wordt bereikt, waarvan akte! Men vergete niet: de rechtsstaat is niet van U, niet van de Wijkerslooth, Donner of van mij; die is van ons allen.

    Vertrouwende op spoedig tegenbericht uwerzijds,

    Hoogachtend,

    K.H. de Werd.

    Amsterdam. 20 augustus 2003. Postbus : 36157 1020 MD Amsterdam.

    Bezoek van de website op 18-6-03 gemeten om 12.00              

    
    Bijzondere aandacht vestig ik op de  valsheid in rechtspraak door mr. J.P.H. Donner gepleegd in valse hoedanigheid met een geantidateerde en staatsrechtelijk onrechtmatige uitspraak als voormalig rechter en staatsraad bij de Raad van State.
    


    En nu is het afgelopen met traineren zie http://www.sdnl.nl/de-werd/de-werd17.htm