Met een recent bij de Raad van State aangespannen rechtszaak heb ik 's werelds grootste milieuschandaal ooit, in gang gezet door het kabinet Lubbers III (CDA/PvdA), feitelijk volledig ontmanteld.
door Ad van Rooij
De basis van dit enorme milieuschandaal vormt de "Intentieverklaring uitvoering milieubeleid basismetaalindustrie" ondertekend op 10 maart 1992 door: minister J.G.M. Alders namens het ministerie van VROM; minister dr. J.E. Andriessen namens het ministerie van EZ; minister J.R.H. Maij-Weggen namens het ministerie van V en W; de heer D. Sonneveld namens het Interprovinciaal Overleg; drs. P.Ph. Dordregter namens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten; dr. ir. J. IJff en mr. C.Th. Smit namens de Unie van Waterschappen en ir. O.H.A. van Royen namens de stichting Basismetaalindustrie en Milieu.
Bovengenoemde personen hebben hiermee op 10 maart 1992 een samenwerkingsovereenkomst afgesloten waarin is beslist dat de 220.000 ton jarosiet die Billiton (Budelco/Shell) jaarlijks aan gevaarlijk afval opslaat in het jaar 2000 moet zijn teruggebracht naar 11.000 ton en dat 209.000 ton daarvan moet worden hergebruikt. In deze overeenkomst is aan bovengenoemde deelnemers en de deelnemers uit de Overleggroep en taakgroepen een geheimhoudingsplicht opgelegd.
Overeenkomstig die intentieverklaring moest de metaalindustrie (Billiton/Budelco/Shell) van het Kabinet Lubbers III het concentraat aan zware metalen (arseen, chroom VI, koper) uit jarosiet halen waarvoor de industrie (Hickson Garantor) veel belangstelling had. Hickson Garantor BV verwerkt dit concentraat aan zware metalen (feitelijk extreem gevaarlijk afval) in haar bestrijdingsmiddel superwolmanzout-Co en verkoopt betreffend bestrijdingsmiddel aan onderandere de houtimpregneerbedrijven in Nederland, waaronder mijn buurman Gebr. van Aarle BV.
Voor dit alles hebben de Ministers van VROM en EZ grote bedragen aan overheidssubsidie (gemeenschapsgeld) uitgegeven en doen dat nog steeds. Het gaat om enorme hoeveelheden arseen, chroom VI en koper uit jarosiet (zinkafval) die Billiton (Budelco/Shell) wereldwijd via dekmantelbedrijf Hickson Garantor BV wil gaan verkopen om het vervolgens via de houtimpregneerbedrijven, waaronder mijn buurman Gebr. van Aarle BV, bij de door minister J.G.M. Alders van VROM opzettelijk onjuist voorgelichte consumenten in de tuinen te dumpen. Hiervoor moest dus een wereldwijd grote markt worden gecreëerd. Ook daarvoor heeft voormalig minister van VROM J.G.M. Alders gezorgd.
In juni 1992 heeft het Kabinet Lubbers III, onder voorzittersschap van voormalig minister Alders van VROM, het "Rio de Janeiro protocol" tot stand gebracht en ondertekend. Onder de dekmantel van behoud van de regenwouden heeft Alders verduurzaamd hout als geschikt alternatief aangeprezen. De door minister Alders gesubsidieerde milieuorganisaties waaronder Vereniging Milieudefensie, Stichting Natuur en Milieu en het Wereld Natuurfonds volgden minister Alders van VROM daarin blindelings, anders werd hun subsidie ingetrokken.
Landelijke milieucampagnes, en de enorme publiciteit hierover hebben in Nederland geleid tot een werkelijke rage. Deze campagnes stimuleerde de aanschaf door de consument. Coniferen en beukenhagen werden veelal gerooid en nauwelijks nog gebruikt als erfafscheiding. Geïmpregneerd hout kwam daarvoor in de plaats. Tegels en klinkers in de tuin werden vervangen door tegels van geïmpregneerd hout. Zelfs kinderspeeltoestellen, picknicktafels, vlonders, beschoeiingen, huizen en zelfs gehele woonwijken werden gebouwd van geïmpregneerd hout. Dat hiermee onze regenwouden werden behouden heb ik nooit begrepen en is ook nooit aangetoond. Wel is het zo dat Billiton/Budelco/Shell op deze wijze haar levensgevaarlijk afval, met de hulp van het Kabinet Lubbers III, jaarlijks met miljoenen kilogrammen in het milieu hebben kunnen dumpen.
Het gehele kabinet Lubbers III heeft op de hierboven beschreven wijze Billiton (Budelco/Shell) geholpen om via de dekmantelbedrijven Hickson Garantor BV en houtimpregneerbedrijven, waaronder de Gebr. van Aarle BV, jaarlijks miljoenen kilogrammen arseen, chroom VI en koper met het geïmpregneerde hout mee in water, bodem en lucht te dumpen. Dit alles in strijd met hun eigen beleid zoals dat door de Tweede Kamer der Staten Generaal is vastgelegd in het Indicatief Meerjarenprogramma Milieubeheer 1986-1990. Daarin zijn zowel arseen als chroom VI staan opgenomen als zwarte lijststof en waarvoor in Internationaal verband is besloten dat in het milieu brengen van deze stoffen, gezien hun gevaarlijke eigenschappen, via een maximaal brongerichte aanpak met de best bestaande techniek moet worden voorkomen. Onder milieuschadelijkheid wordt verstaan: stofeigenschappen zoals giftigheid - waaronder carcinogeniteit, mutageniteit en teratogeniteit of afbreekbaarheid en (bio)accumulatie, die een ernstig risico inhouden.