Overheid handhaaft de misdaad
Bossche Justitie helpt misdaad
Een bedrijf in Sint Oedenrode brengt jaarlijks zo'n 5650 kg arseen en 7900 kg chroom VI in het milieu. Hiervoor staat, ingevolge artikel 173a van het Wetboek van Strafrecht, een gevangenisstraf van 12-15 jaar. Al op 11 oktober 1995 heb ik daarvan aangifte gedaan bij de hoofdofficier van justitie in Den Bosch. Deze hoofdofficier van justitie weigert op deze aangifte al ruim zeven jaar lang een beslissing te nemen. Daarmee helpt hij betreffend bedrijf al meer dan zeven jaar met het plegen van de hieronder beschreven strafbare feiten.
door Ad van Rooij
De Tweede Kamer der Staten Generaal heeft in het vergaderjaar 1985/86 het "Indicatief Meerjarenprogramma Milieubeheer 1986/90" vastgesteld. In dat meerjarenprogramma staat geschreven dat arseen en chroom VI zwarte lijststoffen zijn, en dat deze stoffen zo gevaarlijk zijn voor mens, dier en milieu, dat in het milieu brengen ervan in internationaal verband vermeden moet worden.
Voor uit het milieu weren van deze zwarte lijststoffen wordt daarom een maximale brongerichte aanpak voorgestaan. Een bedrijf in Sint Oedenrode doet precies het tegenovergestelde. Dit bedrijf perst onder hoge druk schoon hout tot aan de kern toe vol met het goed in water oplosbare arseenzuur en chroomtrioxide (chroom VI). Nadat dit hout is volgeperst met deze zwarte lijststoffen worden er houten produkten als tuinschuttingen, pergola's, tuinhuisjes, vlonders, picknicktafels en zelfs kinderspeeltoestellen van gemaakt. Deze met arseen en chroom VI volgeperste houten produkten worden door 't bedrijf verkocht aan consumenten zonder hen te hebben gewaarschuwd voor de daaraan verbonden gevaren en gebreken.
Het arseen en chroom VI komt met het regenwater mee uit het hout en vergiftigen daarmee bramen, druiven, aardbeien, tomaten en dergelijken die vaak tegen of onder deze geïmpregneerde houten schuttingen of pergola's worden geplant. Kinderen die op geïmpregneerde houten kinderspeeltoestellen spelen krijgen dit arseen en chroom VI binnen via de huid, de mond en rechtstreeks in het bloed bij splintervorming. In de afvalfase wordt dit geïmpregneerde hout opgestookt in houtkachels. Daarbij wordt zo'n 50 % van dat arseen en chroom VI via de schoorsteen uitgestoten naar de lucht. Omwonenden ademen deze zwarte lijststoffen in. Het overblijvende as bevat extreem hoge concentraties arseen en chroom VI.
Zonder enige bescherming wordt dit levensgevaarlijk as veelal opgeschept met veger en blik, waardoor diegenen die dat doen hoge concentraties arseen en chroom VI inademen. Dit levensgevaarlijke as gaat vervolgens gewoon in de vuilnisbak of wordt gebruikt als humus in de groententuin. Dit heeft tot gevolg dat diegenen die het huisvuil ophalen, of de op dat as gekweekte groenten eten, daarmee ook hoge concentraties arseen en chroom VI het lichaam binnenkrijgen. In de afvalfase wordt dit geïmpregneerde hout ook bijgestookt in de kolengestookte elektriciteitscentrales voor de opwekking van "groene" stroom. In dat geval wordt betreffend arseen en chroom VI deels uitgestoten via de schoorsteen van die elektriciteitscentrales en worden die stoffen door de omwonenden van die centrale ingeademd. Een groot gedeelte van betreffend arseen en chroom VI blijft achter in het vliegas.
Dit vliegas wordt voor zo'n 50 procent toegevoegd aan cement. Bouwvakkers die met dat cement moeten werken krijgen dit arseen en chroom VI vervolgens weer binnen door inademing, inslikken en via de huid. Bouwbedrijven die hun werknemers met deze giftige cement laten werken overtreden daarmee de Arbeidsomstandighedenwet. Het is voor mij een raadsel dat de arbeidsinspectie daartegen niet optreedt. Deze bedrijven kunnen later rekenen op grote schadeclaims, aangespannen door hun zieke werknemers.
Door niet te beslissen op mijn aangifte van 11 oktober 1995 heeft de hoofdofficier van justitie in Den Bosch mij al zeven jaar lang geblokkeerd in mijn beklag mogelijkheid bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, zoals dat staat beschreven in artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering. Deze zeven jaar lange weigering om te beslissen is er de oorzaak van dat betreffend bedrijf in die tijd zo'n 40.000 kg arseen en 56.000 kg chroom VI op de hierboven beschreven wijze in ons leefmilieu heeft kunnen brengen. Als gevolg daarvan kan dit later bij duizenden mensen leiden tot kanker en/of toxische effecten op de reproductiefunctie van vrouwen en/of mannen (onder andere impotentie, fertiliteitsproblemen, menstruatiestoornissen, testiskanker) en/of toxische effecten op het nageslacht via vrouwen en/of mannen (onder andere miskramen, ontwikkelingsstoornissen, doodgeboorte) en/of genetische afwijkingen en dergelijke.
Al dit toekomstige leed aan duizenden mensen is toe te schrijven aan de hoofdofficier van justitie in Den Bosch. Om te voorkomen dat betreffend bedrijf in Sint Oedenrode nog meer toekomstige slachtoffers maakt, heb ik bij brief van 1 december 2002 de hoofdofficier van Justitie, mr. R.W.M. Craemer in 's-Hertogenbosch, verzocht om vóór 15 december 2002 kenbaar te maken wanneer door hem wordt beslist op mijn aangifte van 11 oktober 1995. De inhoud van die brief kunt u vinden bij de Sociale Databank Nederland op internet (www.sdnl.nl/ekc-om05.htm)
In geval de hoofdofficier van Justitie mr. R.W.M. Craemer blijft weigeren te beslissen op mijn aangifte van 11 oktober 1995 dan is hij ons inziens de grootste misdadiger. Daarvan zal dan ook aangifte worden gedaan bij de Voorzitter van het College van Procureurs-Generaal Jhr. Mr. J.L. de Wijkerslooth-de Weerdesteyn.
Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 374, 20 december 2002
noot:
(Ad van Rooij is hogere veiligheidskundige en betrokken bij het Ecologisch Kennis Centrum te Sint Oedenrode. Al hetgeen hij hierboven over de hoofdofficier van Justitie in Den Bosch heeft geschreven kan hij staven met feitelijke bewijsstukken. Een overstelpende hoeveelheid informatie over dit soort zaken kunt u vinden op internetadres www.sdnl.nl/ekc.htm