Meineed mag wanneer belangen van de overheid in het geding zijn

Totaal onverwachte vrijspraak wegens meineed bij rechtbank Almelo Meineed affaire tegen agenten in Haaksbergen leidt tot eis van 7 en 5 mnd. Vraag is: kunnen Justitie en de magistratuur dit als jurisprudentie beschouwen? En dit terwijl minister Donner het massaal plegen van meineed door de vakbonden FNV en CNV ter verjaring in de doofpot laat verdwijnen? Zie ook een brief van het OM Veldhuis contra meineed van de politie TV-uitzending bij RTV-Oost; de zaak Nachtegaal m.b.t. meineed en corruptie bij politie en Justitie Luister naar radio 1 bij de Avro over deze affaire en ook naar de tweede radio-1 uitzending van 20-2-05 Radio Oost over vrijspraak van meineed 9 maart 2005 Beste Harrie ! Donderdag 15 december jl. moest ik terechtstaan wegens smaad inzake de van meineed - door collusie - vrijgesproken politieagent Olde Daalhuis. Hij eiste van mij een voorlopige toewijzing van 50.000 euro smartengeld. In reactie op de zitting bericht ik je als volgt. Feit is dat deze gewetenloze en intens corrupte politieagent Olde Daalhuis op donderdag 15 december 2005 ten overstaan van rechter mr. B. Stoové met zijn verklaring expliciet bekend heeft dat politieagent van Til niets met de civiele procedure Veldhuis/Nijhuis te maken had. Agent Olde Daalhuis heeft nú voor het eerst immers uitdrukkelijk verklaard dat zijn collega Van Til niét relevant was voor het klachtonderzoek van Interne zaken in 1998. Vast staat dat Olde Daalhuis nádat het Klachtonderzoek tegen hem was afgerond, op valse gronden zijn collega agent Van Til bij de repugnante zaak Veldhuis/Nijhuis betrokken heeft. Kortom, agent Van Til - had en heeft - met de zaak Veldhuis/Nijhuis helemaal niéts te maken. Dat blijkt uit de onlangs afgelegde verklaring van agent B. Heemstra bij de Rijksrecherche. Hij heeft immers nú ook expliciet verklaard dat Van Til niét relevant was voor zijn Klachtonderzoek in 1998. B. Heemstra verklaarde bij de Rijksrecherche (citaat:) (…..) "De politieman Van Til was gezien de essentie van de klacht van Veldhuis geheel niet relevant." (….) "Ik wens met klem te benadrukken dat Van Til in het Klachtonderzoek geen relevante rol had." (….) In rechte staat vast dat slachtoffer M.H. Nijhuis op donderdagmorgen 16 april 1998 nimmer tegen de agenten Olde Daalhuis en Van Til heeft bekend dat hij het recht van eerste koop aan J.A.M. Veldhuis had vervalst. In rechte staat eveneens vast dat agent Van Til op 16 april 1998 nimmer aan de agenten Olde Daalhuis, Kolkman en Michel heeft bevestigd dat M.H. Nijhuis een tweede recht van eerste koop had vervalst. De uiterst corrupte politieagenten Ben Heemstra en Paul Schunselaar van Bureau Interne Zaken - wisten én weten - vanuit het Klachtonderzoek 100% zeker dat de politieagenten J. Olde Daalhuis, H. Kolkman en H. Michel met voorbedachte rade meineed pleegden Dit blijkt ondubbelzinnig uit het Klachtonderzoek van 1998 van bureau Interne Zaken én uit het 1329 pagina's tellende Rijksrechercheonderzoek/rapport. Dat blijkt ook nádrukkelijk uit de onder ede afgelegde verklaringen van agent Van Til. Uit de onder ede afgelegde verklaringen van M.H. Nijhuis blijkt eveneens dat Van Til niets met de zaak Veldhuis/Nijhuis te maken heeft. Tevens blijkt uit de verklaring van hoofdinspecteur Lodder bij de Rijksrecherche onomstotelijk dat agent Van Til niets met zaak te Veldhuis/Nijhuis maken had/ heeft. (hij verhoorde ook de agenten Olde Daalhuis en Herman Michel in juli 1998) Ook uit de verklaringen van de politieagenten Olde Daalhuis, Kolkman, Michel en Kara in het Klachtonderzoek uit 1998 van Bureau Interne Zaken blijkt met ábsolute zekerheid dat agent Van Til totaal niéts met de zaak Veldhuis/Nijhuis te maken had/heeft. P.S.: Zie de onder ede afgelegde verklaringen agent van Olde Daalhuis 1 juli 1999 en 6 april 2000 bij de rechtbank te Almelo. 6 april 2000: (…..) 'Ik wist dat J.A.M. Veldhuis mogelijk een klacht tegen mij zou indienen en daarom heb ik collega Van Til er bij betrokken. Ook tegen hem heeft Nijhuis toen verklaard dat het tweede recht van eerste koop was geantedateerd.' (…) 1 juli 1999: Olde Daalhuis; (….) 'April 1998 kwam Nijhuis weer bij mij en vertelde mij toen dat hij een tweede recht van eerste koop had verleend aan J.A.M. Veldhuis en dat hij dit had geantedateerd. Dit zou enkele weken daarvoor gebeurd zijn. Bij dat gesprek was een collega aanwezig, Van Til.'(…) Zie onder ede afgelegde verklaringen op 6 april 2000 en 6 februari 2004 van politieagent Van Til, leeftijd 61 jaar, wonende te Holten, werkzaam als voormalig medewerker regiopolitie Twente. U houdt mij voor de verklaring als getuige van Olde Daalhuis, afgelegd bij de rechtbank op 1 juli 1999; (…..) 'Ik ben anders dan Olde Daalhuis verklaart niet aanwezig geweest bij een gesprek tussen Nijhuis en Olde Daalhuis waarbij Nijhuis heeft verteld dat hij een tweede recht van eerste koop had verleend aan de heer J.A.M. Veldhuis, dat hij dat had geantedateerd.'(…) U houdt mij thans voor de verklaring als getuige van Olde Daalhuis afgelegd bij de rechtbank op 6 april 2000. (…..) 'De passage in de verklaring van Olde Daalhuis iets onder het midden aanvangend met de woorden: ik wist dat etc, waar Olde Daalhuis verklaart dat hij mij betrokken heeft op het moment waar Nijhuis zou hebben verklaard dat het tweede recht van eerste koop was geantedateerd, is onjuist in dier voege dat ik daar niet bij ben geweest. (….) 'Ik heb de kwestie nimmer besproken met Olde Daalhuis en Kolkman tezamen en ook niet apart met Kolkman.' (…..) 'Ik heb niet tegen Kolkman gezegd, dat er reeds sprake was van het antedateren van het recht van eerste koop. (…..) Ik verklaar dat Nijhuis nimmer aan mij heeft bekend dat hij reeds eerder een verklaring van eerste koop had geantedateerd.' (…..) Wellicht ten overvloede wijs ik op het feit dat politieagent Olde Daalhuis in het 7 maand durende Klachtonderzoek van de politie in 1998 drie keer is verhoord door de klachtonderzoekers Heemstra, Van den Bergh en hoofdinspecteur Lodder over hetgeen M.H. Nijhuis in april 1998 zou hebben "bekend" over de rechten van eerste koop. Uit dit onderzoek - bleek én blijkt - dat Olde Daalhuis niéts verklaard heeft over de zogenaamde "bekentenis" van M.H. Nijhuis (16april 1998) over het antedateren van het recht van eerste koop aan J.A.M. Veldhuis. Kortom, agent Olde Daalhuis pleegde met voorbedachten rade meineed! Bureau Interne Zaken en de korpsleiding - wisten én weten - met zékerheid dat agent J. Olde Daalhuis vier keer met voorbedachte rade meineed pleegde. Dat leidde er toe dat de incompetente en tot in de tenen corrupte leidinggevenden Frederik Jansen en Roeland Groen - de wél integere politie agent L. van Til - ambtshalve dwongen zijn afspraak met mijn advocaat, mr. N.M. Nijhoff, te annuleren. Met deze corrupte handelwijze trachtte men voor agent Olde Daalhuis en de politie Rechterlijke toetsing én Publiciteit te ontlopen! In het bijzonder merk ik op dat de twee Rijksrechercheonderzoeken in het geheel niet nodig waren geweest áls politie én justitie op ambtseed correct en integer hadden gehandeld. Dit om het simpele feit dat politie en justitie vanuit het klachtonderzoek van Interne Zaken uit 1998, met ábsolute zekerheid - wisten en weten - dat de van meineed (door collusie) vrijgesproken agenten Olde Daalhuis en Kolkman met voorbedachte rade meineed pleegden. In dit verband wijs ik - slachtoffer/benadeelde - er op dat OvJ mr. J.C. Gras reeds in zijn requisitoir d.d. 22-02-2005 tegen de verdachten Olde Daalhuis en Kolkman terzake de aangifte van klager tegen agent Herman Michel heeft gezegd: (…….)" Wat vervolgens op 27 januari 2005 door Michel verklaard werd bij de rechter-commissaris is ongelooflijk. Het is mijn opvatting dat als iemand na 7 jaar een dergelijke verklaring komt af te leggen dan is het evident dat deze verklaring meinedig is en ingegeven is door een verkeerd soort gevoel van solidariteit met enkele in het nauw gedreven collega's en de bezoedelde naam van de politieafdeling Haaksbergen. En vermoedelijk ook of vooral door haat jegens Johan Veldhuis c.s. die zich met alle middelen tegen hen heeft verzet. Dat een politieman dit doet vind ik de politie onwaardig en een schande voor het korps. Er is aangifte van meineed tegen de verklaring van Michel gedaan en er is inmiddels door de hoofdofficier van justitie opdracht gegeven aan de rijksrecherche om deze aangifte te behandelen. Naar aanleiding daarvan zal door het OM Almelo beslist worden of zal worden vervolgd. Als daartoe wordt besloten, wordt de heer Michel derhalve een verdachte en het zou vanwege zijn van toekomend verschoningsrecht als verdachte niet juist zijn om hem thans als getuige in deze zaak nadere vragen te stellen. Ik verzoek de rechtbank thans deze verklaring als te zijn volstrekt ongeloofwaardig terzijde te schuiven." (…….) Haaksbergen, 21 december 2005 Bedroefd, doch met vriendelijke groet, J.A.M. Veldhuis Nachtegaalstraat 82 7481 AZ Haaksbergen De onvermijdelijke conclusie is dat de drie van meineed verdachte agenten J. Olde Daalhuis, H. Kolkman en H. Michel van de politie Twente door incompetentie én collusie van Politie, Justitie én Rechterlijke Macht werden vrijgesproken van meineed! Het ruim 1329 pagina's tellende Rijksrecherche-rapport (dat in mijn bezit is) met overvloedig wettig en overtuigend bewijs werd door de rechtbank in Almelo botweg genegeerd c.q. terzijde geschoven !! Wat is rechtspraak in Nederland ? Afdekken, liegen, verzwijgen, voegen, splitsen, overschrijden van termijnen, wegblijven, geen belanghebbende zijn en de afschaffing van de Actio Popularis