Prof. A.Q.C. Tak: De overheid en de kansloze burger

RvS . . IRM . . Juristen . . EU Grondwet <==> SDN . . Klokkenluider . . N.C. Burhoven

Nederland mag zich geen rechtsstaat meer noemen (Zie het interview met de Raad van State)

Geschreven door Philip Brouwer

Interview met professor Twan Tak over de Raad van State (met toestemming overgenomen uit Binnenlandsbestuur)

De burger delft sinds de invoering van de Algemene Wet Bestuursrecht - nu tien jaar geleden - vrijwel altijd het onderspit tegen de overheid, constateert de Maastrichtse hoogleraar Twan Tak (61). 'Als ik dit aan mijn studenten vertel, zitten ze me als dode vogeltjes aan te kijken. Dit zijn gruwelijkheden die ze niet kunnen bevatten.'

Ooit bestond er zoiets als een Maastrichtse school. Daarmee werd gedoeld op de resultaten van de wekelijkse bijeenkomsten, die plaatsvonden in het werkvertrek van Twan Tak aan de Bouillonstraat in Maastricht. Iedere woensdag verzamelde zich een aantal medewerkers van de sector publiekrecht en andere vakgroepen in het kamertje van de hoogleraar om kritisch te brainstormen over de bevoegdheden van de overheid. Als het onderwerp - vaak pas na vele weken - haarfijn was geanalyseerd, resulteerde dat in publicaties. Het initiatief stierf uiteindelijk in schoonheid, maar Tak werkt nog steeds vanuit hetzelfde kantoor. De boekenkasten puilen uit van de vakliteratuur. Alle door uitgeverij Samson gebundelde uitspraken van de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State staan op jaartal keurig bij elkaar. Twan Tak heeft ze allemaal doorgespit voor het schrijven van het lijvige tweedelige standaardwerk 'Het Nederlands bestuursprocesrecht in theorie en praktijk', dat in 2002 uitkwam. De conclusie van het onderzoek bevestigt de hypothese waarmee Tak in 1998 het onderzoek startte: 'Nederland mag zich geen rechtsstaat meer noemen.'

Zes nullen

Het kabinet deed het onderzoek in de Kamer af als 'niet-empirisch'. Vorige maand oordeelde de nationale ombudsman dat de premier Tak daarmee in meerdere opzichten onrecht aandeed. Sindsdien is het in Den Haag oorverdovend stil gebleven rond de alarmerende conclusies van Tak. Hij verbaast zich er niet over. 'Ze hebben geen letter van het boek gelezen.' De hoogleraar wil zijn conclusies graag nog eens toelichten. 'De definitie van een rechtsstaat', doceert Tak, 'is een staat waarin ook de overheid aan het recht is onderworpen. Dat is hier niet meer het geval. Strafrechtelijk hebben we het Pikmeerarrest, bestuursrechtelijk en civielrechtelijk het feit dat er geen consequenties worden verbonden aan onrechtmatige daden van de overheid. En dan heb ik het nu even niet over bestuurscompensatie, want dat is van een andere orde. 'Kijk, het is met enige regelmaat onvermijdelijk dat ondernemingen wegens onregelmatigheden worden veroordeeld.

Dat kan oplopen tot bedragen met zes nullen. De staat der Nederlanden is met alle gemeenten, provincies en zelfstandige bestuursorganen zonder meer de grootste BV die dit land kent. Ik daag al jaren iedereen uit om mij een voorbeeld te noemen waarbij de BV Nederland na een onrechtmatige daad veroordeeld is tot het betalen van een bedrag met zes nullen. 'Niemand die dat kan. De kwestie met wijlen journalist Willem Oltmans? Die zaak is destijds niet afgedaan door rechters, maar door scheidslieden. Ik ben daar trouwens op zich ook een voorstander van. Als eenmaal vaststaat dat de overheid een onrechtmatige daad heeft begaan, moeten alle rechters de ring uit en plaats maken voor accountants. Die zijn veel beter in staat de werkelijke hoogte van een schadebedrag te bepalen.'

'Accountants kunnen veel beter de werkelijke hoogte van een schadebedrag bepalen dan rechters'

Willekeur

De op eerste kerstdag 1942 te Luyksgestel geboren Antonius Quirinus Cornelis Tak begon zijn wetenschappelijk carrière in 1973 te Utrecht. Hij kwam daar terecht in een team van onderzoekers, dat voornamelijk bestond uit bevlogen jongeren, die op de bres stonden voor de burger. Tak: 'Wij vonden met z'n allen dat het recht in dienst moet staan van de mens. Het recht is een normenpatroon dat garandeert dat de mensen elkaar als gelijken behandelen en waarin fundamentele rechten en waarden worden gerespecteerd. De overheid heeft slechts een intermediaire functie om dat te bereiken. Ik moet helaas constateren dat die opvatting nu helemaal uit beeld is.' De hoogleraar is trouw gebleven aan zijn uitgangspunten. Dat verklaart ook de woede, die soms opspeelt wanneer hij praat over de rechtsbescherming van de burger tegen gedragingen van de overheid. Die bescherming is in de loop der jaren volgens hem alleen maar minder geworden, alhoewel hij aanvankelijk nog dacht dat het juist de goede kant op zou gaan, toen in 1976 de Wet Administratieve Rechtspraak Overheidsbeschikkingen (AROB) werd ingevoerd.

Tak: 'Het optimisme dat ik destijds had, had vooral te maken met de persoon van Jo van der Hoeven, de eerste voorzitter van de afdeling rechtspraak van de Raad van State. Hij was hoogleraar staatsrecht aan de Universiteit van Amsterdam en zonder meer de knapste geleerde van zijn tijd. Bovendien was hij een rechter met ballen, zo iemand die je tegenwoordig niet meer tegenkomt. Hij heeft destijds burgemeesters in heel Nederland de stuipen op het lijf gejaagd door toepassing te geven aan de wet op een wijze waarop dat óók kan. Als je al zijn uitspraken nakijkt, en ik heb ze hier allemaal staan, dan blijkt dat hij bijna de helft van de beslissingen van gemeenten heeft vernietigd of geschorst vanwege willekeur. Begrijpelijk, want willekeur is afwezigheid van beleidssystematiek. Kijk, de wetgever kan niet alle zaken precies voorschrijven. Soms heeft de overheid de bevoegdheid zelf besluiten te nemen in de geest van die wet. En dan mag je dus van dat bestuursorgaan verwachten dat hij dat voor iedereen gelijk doet. Afwezigheid van willekeur is het kernbeginsel van het bestuursrecht. Waarom was Lodewijk XIV zo gevreesd? Niet omdat hij zijn onderdanen pijn deed, maar omdat hij ze willekeurig pijn deed.'

Hoog Dorknopergehalte

Dankzij de kordate Van der Hoeven pakte een Arob-procedure nog wel eens goed uit voor de burger, stelt Tak, maar sinds de invoering van de Algemene Wet Bestuursrecht in 1994 is het goed mis in dit land. 'Vóór de Arob was je als burger aangewezen op de gewone rechter. Die moest inspringen, omdat er niks anders was en hij was vaak als de dood, omdat hij zich op het terrein van dat rare bestuursrecht moest begeven. Vandaag de dag moet je constateren dat de bescherming die de rechter toen bood tien keer zo hoog was als de bescherming die de zogenaamde bijzondere rechters nu bieden.' De adviezen van de Raad van State over de wetgeving zijn volgens Tak doorgaans van hoog niveau. Maar op de afdeling bestuursrechtspraak heeft hij forse kritiek. Volgens hem gaat het rechtscollege inhoudelijke beoordelingen van geschillen stelselmatig uit de weg en bestaat er alleen interesse voor de procedurele kant van de besluiten. Tak: 'Leidraad van mijn colleges is dat wetten niet moeten worden toegepast, maar worden geïnterpreteerd. Maar dat is kennelijk een hele moeilijke boodschap vandaag de dag. Bij de Raad van State werken ze met de ogen dicht, zonder te denken en zonder fantasie.

Alles zaligmakend zijn de checklistjes. Voldoe je op een van de puntjes niet aan de voorwaarden, dan kan dat al een potentiële niet-ontvankelijkheidsverklaring opleveren. Dat heeft puur tot doel de burger zodanig op allerlei formaliteitjes te controleren dat hij geen schijn van kans heeft. Het is blinde bureaucratie aan het worden met een hoog Dorknopergehalte. En ik sta er met open mond naar te kijken.' 'Neem bijvoorbeeld de termijnoverschrijdingen die dikwijls tot een niet-ontvankelijkheid leiden. Bij beroepsschriften heeft dat nog enige ratio, want het belang van de gemeenschap vergt dat we met z'n allen niet lang in onzekerheid blijven over beslissing van de overheid. Dat wordt wel wat overtrokken, omdat ieder besluit al werkt op het moment dat dit bekend gemaakt is, ongeacht of er bezwaar of beroep is aangetekend.

Maar goed, dat is een valide argument. Maar bij alle andere termijnoverschrijdingen, voor het indienen van een machtiging, voor het overmaken van het griffierecht, enzovoort, wordt ook meteen het keiharde niet-ontvankelijk uitgesproken. Dat is het cruciale verschil met de overheid, die nimmer te maken krijgt met de consequenties voor het overschrijden van welke termijn dan ook. Daar hebben ze werkelijk lak aan. Ieder jaar weer wordt door de nationale ombudsman als hoofdoorzaak van slecht bestuur in Nederland de constante termijnoverschrijding van de overheid genoemd. En ieder jaar zie ik weer hetzelfde circus. De Kamer is quasi-verontwaardigd, stelt vragen en komt met een voorstel er een boete op te zetten. En het eindigt altijd met hetzelfde verhaaltje van Donner: 'We zullen er strenger op toezien.' Vervolgens verandert er nul komma nul.'

'Bij de Raad van State werken ze met de ogen dicht'

Cynisch

Als een burger de bureaucratische schifting bij de Raad van State al overleeft, schiet hij er vaak nog niks mee op, stelt Tak. Dat komt omdat de Raad van State meteen na de inwerkingtreding van de AWB in 1994 voor een duidelijke lijn heeft gekozen, die altijd in het voordeel van de overheid uitpakt. Als een burger bijvoorbeeld bezwaar aantekent tegen een in zijn ogen ten onrechte door de gemeente afgegeven bouwvergunning, krijgt hij dat besluit nooit meer van tafel. Tak: 'Het is een typisch Nederlands spelletje en het is heel simpel. Laten we de primaire beslissing besluit A noemen. Daar ga je als burger tegen in beroep. Op dat bezwaar volgt beslissing b. Als je vervolgens bij de rechters komt, is het maximale resultaat dat je als burger kunt bereiken vernietiging van besluit B.

De burger gaat dan juichend naar huis, maar het houdt alleen maar in dat de overheid een nieuwe beslissing op bezwaar moet nemen. En ondertussen blijft besluit a onaangetast. Sterker nog, die is al lang in werking getreden. Ook al krijg je zes keer beslissing B vernietigd, dat verandert helemaal niets. Dat verrekte vliegveld hier bij Maastricht draait nog steeds op een aanwijzingsbesluit uit 1994. Alles is al eens onrechtmatig verklaard, maar er heeft nog geen vliegtuig minder om gevlogen. Het primaire besluit kun je nu eenmaal niet aanvechten. Tegenwoordig ben ik wat cynisch: ik geef mensen vaak het advies om niet te procederen, omdat dat voordeliger is.'

'Ik geef mensen vaak het advies niet te procederen, omdat dat voordeliger is'

Goedkope oplossing

De afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State zou volgens Tak wel anders kunnen opereren, maar de wil ontbreekt. En dat heeft volgens hem niet alleen te maken met de mentaliteit, maar ook met de kwaliteit van de staatsraden. Tak: 'De Centrale Raad van Beroep (waar Tak zitting in heeft; red.) en ook het College van Beroep voor het Bedrijfsleven stellen als eis dat de leden benoembaar moeten zijn als raadsheer aan een gerechtshof. Dat garandeert een zekere rechterlijke kwaliteit. De Raad van State stelt die eis niet. Je krijgt zelfs geen garantie dat de staatsraden jurist zijn. En als ze dat al zijn, zijn ze vaak nog verkeerd gerekruteerd of opgeleid. Echte rechters zitten er nauwelijks tussen, er wordt vooral geput uit oud-gouvernementele kringen en universiteiten.

Het wordt ook als een pré gezien dat de staatsraden kennis hebben van de advisering op het gebied van wetgeving. 'Waar dus in Europa de opvatting wordt gehuldigd dat je ook maar de schijn van partijdigheid moet vermijden, vindt men het in Nederland juist goed dat hetzelfde orgaan dat de overheid adviseert ook recht spreekt. Je ziet wat dat in de praktijk oplevert. Nooit, maar dan ook nooit komt het tot een inhoudelijke beoordeling. Ze zitten er alleen maar om besluiten te controleren. En als ze daarbij wat onvolkomenheden zien, geven ze de overheid alle kans en tijd om die tijdens de procedure te repareren.

Terwijl de burger nog geen termijn mag laten verlopen en al helemaal niet mag verwijzen naar nieuwe feiten of veranderde omstandigheden.' Een mogelijke oplossing ligt volgens Tak binnen handbereik en is nog goedkoop ook. 'Schaf de afdeling bestuursrechtspaak af en zet er niets voor terug. En dat mag wat mij betreft ook gelden voor de Centrale Raad van Beroep. Leg de zaken voortaan gewoon voor aan de bestuursrechter. Dat is verre te prefereren boven de huidige situatie. En het is conform de verdragen want een rechtspraak in twee instanties is alleen vereist voor het strafrecht. Wil je toch een hoger beroep mogelijk maken, kader dat dan normaal in bij de gerechtshoven. Of breng het centraal onder bij één hof, zoals nu in Leeuwarden gebeurt met de verkeersovertredingen in het kader van de wet Mulder. Dat garandeert eenheid van rechtspraak en het is tien keer zo goedkoop.'


Door: Camil Driessen
Gepubliceerd: vandaag 05:56
Update: vandaag 06:03

Burgers staan in hun hemd bij rechtszaken tegen de overheid. Raadsheer Tak kan het niet meer aanzien en stapt op uit de Centrale Raad van Beroep.
Jaren en jaren streed hij voor de rechtsbescherming van burgers die onverhoopt in een proces tegenover de overheid komen te staan. Maar vanaf nu niet meer met een hamer in de hand. Raadsheer en emeritus hoogleraar Staats- en Bestuursrecht Twan Tak heeft deze week zijn ontslag ingediend bij de Centrale Raad van Beroep: de hoogste Nederlandse bestuursrechter bij geschillen op het terrein van de sociale zekerheid en in ambtenarenzaken.
Met zijn 27 jaar ervaring was hij er een van de oudste nog dienende raadsheren. In zijn ontslagbrief schrijft Tak: "De veelgeprezen rechterlijke blinddoek dient in de huidige bestuursrechtspraak blijkbaar nog alleen om de rechtzoekenden aan het rechterlijk oog te onttrekken." De burger en de rechtvaardigheid die hij zoekt zijn ingewisseld voor onder meer algemeen belang, efficiency en kostendekkendheid.

Sinds de Algemene wet bestuursrecht in 1994 werd ingevoerd is de rechtspraak van de Raad veranderd, afgedwaald van hoe die ooit bedoeld was. ‘Rechtspraak is rechtdoen in het concrete geval. Rekening houden met de mens en de feiten waarin die terecht is gekomen, niet een doffe algemene norm toepassen, zegt Tak telefonisch.

Alarmerend

Tak hekelt de onpersoonlijke formulierencontrole die inmiddels ook tot de Centrale Raad van Beroep is doorgedrongen. Die Raad heeft zich moeten voegen in het spoor dat de door Tak fel bekritiseerde Raad van State heeft uitgezet.

Juist vanwege zijn kritiek op de Raad van State is de hoogleraar en raadsheer nooit populair geweest in Haagse regenteske kringen. Met zijn magnum opus Het Nederlandse bestuursprocesrecht in theorie en praktijk uit 2002 deed hij het nodige stof opwaaien. Zijn conclusie dat het systeem van rechtsbescherming van de burger tegen de overheid alarmerende vormen heeft aangenomen, werd na Kamervragen weggewuifd door premier Balkenende en ministers Donner en Remkes.

De bevindingen van de professor zouden niet op gedegen wetenschappelijk onderzoek berustten, maar op impressies. Tak diende een klacht in bij de Ombudsman wegens misleiding van de Tweede Kamer. Hij won, de klacht werd gegrond verklaard.

Tak zegt zijn besluit met veel pijn en tegenzin te hebben genomen. De druppel die de emmer deed overlopen was de vierde druk van zijn boek waarin hij constateert dat de rechtspositie van burgers nog slechter is geworden. ‘Ik moest mezelf de vraag stellen of ik het nog wel kon verantwoorden om hier deel van uit te blijven maken.

Bezinning rechters • op het beroep.

Er zijn de laatste tijd teveel zaken die wijzen op De rechterlijke macht zou er goed aan doen om zich te bezinnen misdragingen, aldus een lezer.

Voorzitter van de Raad voor de Rechtspraak, Van den Emster, heeft politici opgeroepen tot bezinning over hun rol in de rechtsstaat. Wanneer hij de rechters oproept om hetzelfde te doen kan dat misschien tot vooruitgang leiden. Rechters hebben in ons bestel, door de scheiding der machten, een uitzonderlijke positie. Dit wordt nog eens benadrukt door hun benoeming voor het leven en onschendbaarheid. Vele rechters vertonen echter menselijke trekjes en kunnen deze weelde helemaal niet aan.

Misdragingen en corruptie, maar ook dubieuze of partijdig getinte uitspraken ondermijnen met regelmaat het vertrouwen in dit mooie, juist op integriteit berustende ambt. Het is daarom helemaal niet onredelijk om de ’benoeming voor het leven’ of zelfs het verouderde systeem eens voor verbetering door te lichten. Neutraal toezicht op de rechtspraak en heldere voorlichting aan het publiek, zouden het imago van de rechtspraak goed doen. Het wordt tijd dat de arrogante rechter, de goede niet te na gesproken, uit zijn ivoren toren komt. Het zou Van den Emster en de Raad voor de Rechtspraak sieren wanneer ook zij voor bezinning open zouden staan. Bengi van Mentink, Den Helder

Terug naar pagina Originele versie Volgend artikel [11:35:06] Fleeré André : Duits hof zorgt voor opluchting • Het Constitutioneel Hof keurt de Duitse hulp goed. FOTO: REUTERS Van onze correspondent KARLSRUHE – Kanselier Angela Merkel, de Duitse regeringsfracties, de Duitse banken, de werkgeversbonden en de financiële markten, allemaal haalden ze gisteren opgelucht adem nadat het Grondwettelijk Hof in Karlsruhe de Duitse reddingspakketten voor Griekenland ( € 22,4 miljard) en andere noodlijdende Zuid-Europese staten ( € 147,6 miljard) had goedgekeurd. Vijf deels hoogbejaarde klagers – een team bestaande uit vooraanstaande economen, juristen en ex-ondernemers – streden tevergeefs voor een bailout-verbod. Ze vinden dat een EU-land niet voor de schulden van een ander land aansprakelijk kan worden gesteld. Ze hebben volgens een peiling 70% van de Duitsers achter zich. Maar het Constitutioneel Hof stelde de klagers in het ongelijk.

De democratische grondrechten zouden door de reddingspakketten niet in gevaar komen. Wel moet de regering in de toekomst eerst de begrotingscommissie in de Bondsdag om toestemming vragen. „Dit oordeel bewijst het gelijk van Merkel”, vond haar staatssecretaris van Financiën, Stefan Kampeter: „Dit laat zien dat we handelingsbekwaam zijn, dit is een signaal van stabiliteit.” Werner Hoyer van Buitenlandse Zaken: „Dit is een goede dag voor Duitsland en Europa.” „Wij zijn teleurgesteld”, stelt daarentegen Peter Gauweiler, een van de klagers en een zwaargewicht in de Beierse CSU. De 62-jarige advocaat vindt dat het reddingspakket alleen „dertig wereldwijd actieve investeringsbanken en hun absurde deals” helpt.

Dit zelfde oordeel velt professor Max Otte, de enige Duitse econoom die met zijn boek ’Der Crash kommt’ al voor 2008 de financiële crisis voorspelde. Het tweetal pleit voor een geordend faillissement van Griekenland. Gauweiler, die als onafhankelijke houwdegen geldt, zegt: „We zijn op weg naar een wereldwijde managersdictatuur.” Merkel heeft nu een zorg minder. In de Bondsdag in Berlijn verdedigde ze gisteren haar eurokoers. Maar eind september beslist ook het parlement over de reddingsoperaties.

Deze week bleken er al 25 dissidenten in de regeringsfracties te zijn. Daarmee ligt een regeringscrisis in het verschiet. Tegelijkertijd is binnen Merkels kabinet onenigheid ontstaan over de vraag hoe het verder met Europa moet. Binnen haar conservatieve CDU en ook in de liberale FDP wordt de toekomstvisie ’de Verenigde Staten van Europa’ door invloedrijke politici geprezen. Ze willen meer Europa, terwijl regeringspartij CSU hier fel tegen is. Terug naar pagina Originele versie Volgend artikel

Een grote meerderheid van de Nederlandse bevolking wil dat rechters zwaarder gaan straffen. De scepsis waarmee rechters neerkijken op deze gevoelens is zorgwekkend.

Senior rechter Fred Salomon hangt zijn toga aan de wilgen als het kabinet zijn wetsvoorstel tot invoering van minimumstraffen doorzet tegen de wil van de Raad voor de Rechtspraak in.

Kern van de onvrede bij Salomon en andere rechters over de invoering van minimumstraffen is dat het voorstel indruist tegen de rechtsstaat op zichzelf. De wetgever heeft immers bepaald dat er maximumstraffen bestaan op delicten en kent geen ruimte toe aan minimumstraffen. Dus kan van invoering volgens Salomon geen sprake zijn. Wat een uiterst merkwaardige redenering.

Gelukkig zijn wet- en regelgeving in ons democratisch bestel in handen van de medewetgever (Eerste en Tweede Kamer) en de wetgever (de regering) en niet van een voor het leven benoemde rechter of een vereniging als de Raad voor de Rechtspraak. Als het parlement besluit tot invoering van minimumstraffen, dan hervormt zij de rechtsstaat in plaats van deze omver te werpen. Sterker nog, vanuit de beginselen van rechtsgelijkheid en rechtszekerheid is er juist veel voor minimumstraffen te zeggen.

Salomon beweert vervolgens dat rechters allang niet meer zo soft zijn. Toegegeven, de rechterlijke macht lijkt inderdaad over de hele breedte ietsje zwaarder te zijn gaan vonnissen ten opzichte van het verleden, getuige recent empirisch onderzoek. Men kwam dan ook van heel ver; enkele jaren geleden werd nog bijna de helft van de geweldsplegers met een taakstraf heengezonden.

Schijnstraffen
Meestal wordt bovendien vergeten te vermelden dat men bij goed gedrag nog eens een derde van de straf niet hoeft uit te zitten. Waar het grote publiek met een straf van achttien jaar best tevreden kan zijn, beseft men niet dat dit in de praktijk dus slechts twaalf jaar is. Schijnstraffen, in feite.

De trend van zwaarder straffen wordt niet veroorzaakt doordat onze rechters ineens zo streng zijn geworden. De bestrafte misdrijven zijn voornamelijk veel gewelddadiger geworden en de kans op herhaling steeds groter. Kortom, de rechter kan domweg niet anders. Hoe het ook zij, het is goed te weten dat strafrechters de weg naar boven eindelijk hebben gevonden. De top heeft men echter nog lang niet bereikt. Want moeten we in geval van moord tevreden zijn met een gemiddelde celstraf van onder de negen jaar? En wat te denken van het jeugdstrafrecht, waarbij tieners die volwassen daden als moord, doodslag en verkrachting plegen nog steeds slechts kunnen worden bestraft met maximaal twee jaar jeugddetentie?

Laat ik u enkele voorbeelden geven uit de rechtspraktijk van vandaag. Benno L. misbruikt tientallen verstandelijk gehandicapte meisjes. Vonnis: zes jaar. Een wegpiraat rijdt met 130 km per uur een meisje dood. Vonnis: werkstraf. Het 18-jarige meisje Sharifah wordt met 52 messteken vermoord. Vonnis: acht jaar voor doodslag. Rob Sitek wordt op taxistandplaats Leidseplein in Amsterdam door een taxichauffeur doodgeslagen. Vonnis: twee jaar cel.

Signaal
En zo kan ik doorgaan. Het is een bloemlezing van uitspraken die het publiek niet begrijpt en niet meer accepteert. Logisch en terecht dat de politiek dit signaal oppakt en de rechter in geval van ernstige misdaden dwingt om hoger te gaan straffen. De rechter behoudt zijn vrijheid om de strafmaat te bepalen, maar zal dat voortaan moeten doen binnen een bandbreedte tussen minimum en maximum. 

Salomon oppert vervolgens een in zijn ogen prachtig alternatief voor minimumstraffen. Laat het Openbaar Ministerie minimumeisen stellen waar de rechter alleen onderuit kan met een deugdelijke motivatie. Daarmee laten we het systeem onaangepast en laat de overheid zien hoe we over dergelijke misdrijven denken. In mijn woorden: we sussen de boel met opgeklopte eisen, maar feitelijk verandert er niks.

Kijk, met dit soort drogredeneringen jaag je de burgers en politici definitief tegen je in het harnas. In de praktijk zien we al hoe dit werkt: stoere strafeisen voor geweld tegen hulpverleners worden gevolgd door structureel lagere vonnissen van de rechter. 
Vorig jaar bleek uit onderzoek van de Raad voor de Rechtspraak dat liefst 85 procent van de bevolking vindt dat misdadigers te licht worden bestraft. Een zeer brede stroom in de maatschappij vindt onze rechters 'te soft' en dat gevoel leeft binnen vrijwel alle geledingen van de samenleving.

Maar volgens Salomon is dus 85 procent van de Nederlanders een populist. Hij hangt zijn toga aan de wilgen als de minimumstraf wordt ingevoerd. Dat lijkt mij ook het enige juiste besluit. Rechterlijke obstructie kunnen we missen als kiespijn. Zorgelijker zijn in mijn ogen de scepsis en het onverholen dédain waarmee men vanuit de magistratuur neerkijkt op de gevoelens van ongenoegen in de maatschappij. De rechterlijke macht heeft nog een lange weg te gaan.

Joost Eerdmans is voorzitter van het Burgercomité tegen Onrecht. 

Relevante informatie en analyses van Prof. Twan Tak

    Persberichten van Prof. A.Q.C. Tak van de Universiteit Maastricht
    De overheid en de kansloze burger. Nederland mag zich geen rechtsstaat meer noemen
    Brief van Stichting tot behoud Leefmilieu aan prof. Tak
    De Stichting Aarde staat een duurzame relatie tussen natuur, mensen en economie
    VN-top over duurzaamheid: 'We zijn ongelofelijk stom bezig'
    Ten Kate is uitsmijter van Hoge Raad
    Wrakingsrecht laatste verdediging tegen rechterlijke willekeur afgepakt
    Rechtsgeleerden moeten hoger mikken
    Raad van State onder zware kritiek
    Internet brengt echte democratie
    VN-top over duurzaamheid: 'We zijn ongelofelijk stom bezig'

    Terug naar het begin

    SDN-rubrieken
    Raad van State verbiedt shredderen afvalhout
    Titanengevecht tegen gesubsidieerde milieuvergiftiging bijna gewonnen