Vanuit Nederland wordt heel Europa diffuus vergiftigd. Een grof milieuschandaal!

EuroStaete . . EKC . . Klokkenluiders <===> SDN . . Wolmanzouten . . English



Sint Oedenrode, 7 juli 1997.


OPMARS DIFFUSE VERGIFTIGING VAN EUROPA
VANUIT NEDERLAND NIET MEER TE STUITEN


Grove tekortkomingen in de Nederlandse bestrijdingsmiddelenwet zijn er de oorzaak van dat vanuit Nederland geheel Europa in een snel tempo diffuus vergiftigd dreigt te worden met de zwaarste klasse aan kankerverwekkende stoffen waaronder arseen, chroom VI, pentachloorfenol, dioxines, die ook onherstelbare schade aan ons nageslacht kunnen toebrengen.

De ministeries Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV); Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS); Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) en Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) zijn in Nederland verantwoordelijk voor wet- en regelgeving en het toelatingsbeleid inzake bestrijdingsmiddelen

  1. De bestrijdingsmiddelenwet heeft als reikwijdte productiefase en gebruiksfase van het bestrijdingsmiddel. De afvalfase waarin het bestrijdingsmiddel diffuus in het milieu geraakt valt buiten de reikwijdte van de bestrijdingsmiddelenwet, daarvoor is de minister van VROM primair verantwoordelijk. 1)

  2. De bestrijdingsmiddelenwet staat toe dat gebruikers van bestrijdingsmiddelen, met het oog op onmiddellijke toepassing, betreffende bestrijdingsmiddelen mengen met andere bestrijdingsmiddelen of chemische stoffen. 3), 4), 5), 6)

Dit betekent dat de gebruiker van bestrijdingsmiddelen elk soort chemisch afval kan bijmengen zonder te handelen in strijd met de bestrijdingsmiddelenwet. Als gevolg van deze ernstige tekortkomingen in de Nederlandse bestrijdingsmiddelenwet worden via bestrijdingsmiddelen gigantische hoeveelheden levensgevaarlijk afval diffuus in ons milieu gebracht. Malafide bedrijven, waaronder Hickson Garantor B.V. te Nijmegen, maken hier al jarenlang misbruik van. Levensgevaarlijk arseen en chroom-VI houdend gevaarlijk afval wordt door hen opgehaald bij de metallurgische industrie. 7)

    Superwolmanzout

Onder de naam van Superwolmanzout-Co wordt hiervoor bij het College voor de Toelating van Bestrijdingsmiddelen (CTB) een aanvraag ingediend voor de toelating als bestrijdingsmiddel. Deze commissie mag op die aanvraag niet afwijzend beslissen, vanwege het feit zij bij hun beoordeling geen rekening mogen houden met de milieuconsequenties bij het in de afvalfase geraken van betreffend kankerverwekkend arseen en chroom VI. (bestrijdingsmiddel) Daarvoor is de Minister van VROM primair verantwoordelijk. 1), 2)

De minister beschouwt het gewolmaniseerde hout als 'GEWOON' afval Om die reden is de Minister van VROM primair verantwoordelijk voor alle schade als gevolg van het met bestrijdingsmiddelen geïmpregneerde hout dat als bouw- en sloopafval vrijkomt. Om onder de consequenties van die enorme schade uit te komen wordt door de Minister van VROM betreffend gewolmaniseerd hout dat in de afvalfase is geraakt uitgezonderd als gevaarlijk afval ondanks het feit de arseen en chroom VI besmetting zo hoog is dat het de grens van gevaarlijk afval wel 100 maal te boven kan gaan. De Nederlandse staat handelt als zodanig al jarenlang in strijd met de richtlijnen 78/319/EEG en 91/689/EEG. Zij worden daarbij geholpen door G. Kremlis, ambtenaar bij de Europese Commissie. 8)

Om onder de consequenties van die enorme schade uit te komen wordt met instemming van het ministerie van VROM door de afvalverwerker BFI te Delft bouw- en sloopafval, waaronder zich grote hoeveelheden gewolmaniseerd hout bevinden, vermalen tot houtspaanders en als schone brandstof verkocht aan cementovens en elektriciteitscentrales, waaronder de EPON elektriciteitscentrale te Nijmegen. 9), 10), 11), 12)

De minister beschouwt het gewolmaniseerde hout als 'GEWOON' afval Als gevolg daarvan worden alle kankerverwekkende stoffen welke in het hout zijn geperst diffuus verspreidt via de lucht en via asfalt, beton, cement e.d. waarin het vrijkomende vliegas wordt verwerkt. Zware metalen waaronder arseen en chroom VI worden door verbranding namelijk niet afgebroken. Ook worden betreffende met arseen, chroom VI, pentachloorfenol, bifluorides e.d. besmette houtspaanders door de BFI verkocht als grondstof voor de spaanplaatindustrie met alle rampzalige gevolgen van dien. Dit alles met toestemming van de Nederlandse overheid.

    Nederlandse Overheid

Omdat de Nederlandse overheid, vanwege eerder genoemde tekortkomingen in de bestrijdingsmiddelenwet, verantwoordelijk is voor een intussen opgelopen schade van wel honderden miljarden guldens betekent dat zij er uitermate veel belang bij hebben dat de BFI, EPON-elektriciteitscentrale e.d. hen helpen met het op deze manier diffuus verspreiden van gigantische hoeveelheden kankerverwekkende stoffen waaronder arseen en chroom VI. De Vereniging van houtimpregneerinrichtingen in Nederland (VHN), waarbinnen Hickson Garantor B.V. de scepter zwaait, hebben weet van het feit zij hiermede het ministerie van VROM in hun macht hebben.

De minister beschouwt het gewolmaniseerde hout als 'GEWOON' afval Deze macht (misdaad) is intussen zo groot geworden dat door de minister van VROM de op 12 november 1991 en op 19 november 1996 aangenomen Tweede kamer moties, om de toepassing van arseenhoudende wolmanzouten te verbieden, niet worden uitgevoerd. Deze macht is zelfs zo groot geworden dat de Minister van VROM onder de dekmantel van het KOMO-productcertificaat grote bedragen milieusubsidie (= gemeenschapsgeld) uitgeeft om daarmee enorme hoeveelheden arseenhoudend en chroom VI houdend kankerverwekkend gevaarlijk afval (zwarte lijststoffen) van de metaalindustrie diffuus in de compartimenten water, bodem en lucht te dumpen, die vanwege hun uiterst gevaarlijke eigenschappen juist met de best bestaande techniek uit ons milieu moeten worden geweerd. 13), 14), 15)

In de criminologische literatuur wordt dit verschijnsel van "Poisoning for profit" collusie genoemd (zie brief d.d. 21 juni 1993 van criminoloog prof. Dr. F. Bovenkerk). 16). Deze misdaad is zelfs zo groot geworden dat de impregneerbedrijven die met Superwolmanzout-Co van Hickson Garantor B.V. impregneren, waaronder: Foreco Dalfsen B.V. te Dalfsen, Gebr. Van Aarle B.V. te Sint Oedenrode, Hickson Garantor B.V. te Amsterdam en Hickson Garantor B.V. te Nijmegen de Post Seveso richtlijn 82/501/EEG al jarenlang mogen overtreden en daarmee op EEG niveau een van de zwaarste milieumisdrijven mogen plegen. Geneviève Villedieu, secretaris-generaal van de Europese commissie, is hiervan al vanaf 25 oktober 1995 op de hoogte maar grijpt niet in. 17)

    Crimineel gedrag

Deze misdaad is zelf zo groot geworden dat Hickson Garantor B.V. intussen ook in België het voor het zeggen heeft. In België impregneren o.a. de impregneerbedrijven Vanduffel te Overpelt, Freddy Vermeers in de omgeving van Kortrijk en een impregneerbedrijf in Vielsalm (voorheen een Hickson bedrijf) met Superwolmanzout-Co van Hickson Garantor B.V. Ook zij overtreden daarmee zo goed als zeker de Post Seveso-richtlijn 82/501/EEG al diverse jaren.

Deze misdaad is daarbij zelfs zo groot geworden dat betreffende impregneerbedrijven die met Superwolmanzout-Co van Hickson Garantor B.V. impregneren al jarenlang arseenzuur en chroomtrioxide (Chroom VI) mogen lozen in het oppervlaktewater in strijd met de richtlijn 76/464/EEG. 18) Het is zelfs zo erg dat Hickson Garantor B.V. daarbij Verordening (EG) nr. 142/97 van de Commissie van 27 januari 1997, betreffende verstrekking van informatie over bestaande stoffen krachtens verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad, mag overtreden. 19)

Uit vorenstaande kan worden opgemaakt dat vanuit grove tekortkomingen in de Nederlandse bestrijdingsmiddelenwet er een gigantische milieumisdaad is ontstaan, waarbij Hickson Garantor B.V. het intussen in Nederland en België voor het zeggen heeft en van daaruit geheel Europa diffuus aan het vergiftigen is met de zwaarste klasse aan kankerverwekkende stoffen waaronder arseenzuur, chroomtrioxide, e.d. Geen enkele EEG-richtlijn of zelfs EEG-verordening houdt dit nog tegen. Als gevolg van deze grootschalige diffuse vervuiling via bestrijdingsmiddelen (houtverduurzamingsmiddelen) zal er voor onze kinderen en kleinkinderen in Europa geen menswaardig leven meer mogelijk zijn. Mijn laatste hoop is gevestigd op de Europese media en met name buiten Nederland en België. Ik vertrouw op hun hulp om aan deze gigantische alles vernietigende milieumisdaad een einde te maken.


Hoogachtend,


    Ing. A.M.L. van Rooij

    Milieu- en Veiligheidskundige



Gebruikte referenties:

  1. Brief d.d. 10 april 1996 (nr. 96/1807 Hpk/Hpk) van het College voor de Toelating van Bestrijdingsmiddelen (CTB)(5 pagina's).
  2. Brief d.d. 2 september 1996 (kenmerk: CZB/C&O/963400) van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)(2 pagina's).
  3. Brief d.d. 7 maart 1997 van Carl Tissen Import Export B.V.(impregneerbedrijf) te Luyksgestel aan de CTB (3 pagina's).
  4. Brief d.d. 11 maart 1997 (nr. 97/0977 EHA/SEG) van de CTB (1 pagina).
  5. Brief d.d. 14 maart 1997 van Carl Tissen Import Export B.V. (impregneerbedrijf) te Luyksgestel aan de CTB (1 pagina).
  6. Brief (telefaxbericht) d.d. 17 maart 1997 van de CTB aan Carl Tissen Import Export B.V. te Luyksgestel (1 pagina).
  7. Voorblad en blz.3 uit het rapport "duurzaam hout goed fout" van de Socialistische Partij (2 pagina's).
  8. Brief d.d. 5 augustus 1996 (nr. 013739) van G. Kremlis van de Europese Commissie met onderliggende klacht d.d. 28 augustus 1995 van Ing. A.M.L. van Rooij aan de Europese Commissie van overtreding van de richtlijnen 78/319/EEG en 91/689/EEG door lidstaat Nederland (41 pagina's).
  9. Inbreng getuige/deskundige (pleitnotitie) van Ing. A.M.L. van Rooij op de hoorzitting van 6 januari 1996 bij de Raad van State, behorend bij beroepschrift nr.E03.96.0894 inzake houtstookproject van de EPON-elektriciteitscentrale te Nijmegen (32 pagina's).
  10. Praatpapier (pleitnotitie) d.d. 2 november 1996 van Ing. A.M.L. van Rooij bij de Commissie Milieu, Verkeer en Vervoer en coördinatie integratie veiligheid d.d. 4 november 1996 bij de Gemeente Nijmegen (6 pagina's).
  11. Voorblad en blz. 54, uit TA-NOTA over het gebruik van duurzaam geproduceerd hout vanuit het perspectief behoeden van 2 juli 1996 van de Universiteit Utrecht (2 pagina's).
  12. Artikel "afval stoken lucratief maar gevaarlijk" uit Milieudefensie 7/8 van 1997 (2 pagina's).
  13. Artikel "Arsenicum vergiftigd drinkwater in Bangladesh" uit de Volkskrant van 14 mei 1997 (1 pagina).
  14. Brief d.d. 14 mei 1997 van Ing. A.M.L. van Rooij aan de Volkskrant (21 pagina's)
  15. Informatiefolder "milieuvriendelijk verbouwen?subsidie duurzaam bouwen" van het Ministerie van VROM (3 pagina's).
  16. Brief d.d. 21 juni 1993 (kenmerk: A-22-89 FB/am) van criminoloog Prof. Dr. F. Bovenkerk aan Mr. Ficq, hoofdofficier van Justitie te 's-Hertogenbosch (2 pagina's).
  17. Brief d.d. 25 oktober 1995 (nr.037064) van Geneviève Villedieu, Secretaris-generaal van de Europese Commissie met onderliggende klacht d.d. 9 juli 1995 van Carl Tissen Import Export B.V. te Luyksgestel aan de Europese Commissie van overtreding van de richtlijn 82/501/EEG (Post Seveso richtlijn) door lidstaat Nederland (102 pagina's).
  18. Uitspraak E03.95.0877 van 17 juni 1997 van de Raad van State inzake Ing. A.M.L. van Rooij, waar aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen is verzocht bij wijze van prejudiciële beslissing, als bedoeld in artikel 177 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, uitspraak te doen m.b.t. richtlijn 76/464/EEG, pb 1976, L 129/23 (21 pagina's).
  19. Brieven van 6 juli 1997 van ing. A.M.L. van Rooij aan de Ministers van VROM en VWS, inzake overtreding Verordening EG nr. 142/97 van de Commissie van 27 januari 1997 (9 pagina's).
Homepage Milieu-onderwerpen