Aan: College van Gedeputeerde Staten
Postbus 5700
6202 MA Maastricht
Datum 23 november 1996
Geacht College,
Naar aanleiding van uw beantwoording van 15 oktober 1996 op onze vraagstelling inzake Aqua Terra roept uw beantwoording tot onze grote verwondering steeds meer onduidelijkheid op.
Onduidelijkheid in die zin dat wij hadden verwacht dat deze beantwoording zou uitmunten in
zorgvuldigheid. Maar juist aan deze zorgvuldigheid schijnt het niet alleen, maar blijkt het zelfs behoorlijk te schorten.
Een bloemlezing van de schijnbaar in uw ogen "gevoelige" vraagstelling. Teneinde deze brief voor uw College goed leesbaar te houden volgt hier onze vraagstelling bij herhaling in telegramstijl.
Onze vragen waren, ref. brief 17 september 1996, als volgt:
- "Witwas-operaties".
- "Oprichting en inschrijving".
- "Wie waren en zijn de aandeelhouders?"
Uw antwoord op vraag 1. "Witwas-operaties"
- De legale oorsprong van de gelden, die Aqua Terra destijds heeft ingezet dit evt. een en ander in mogelijke relatie met "witwas-operaties" van zwartgeld of drugsgeld beantwoord U met 'Ja' In zoverre zijn wij tevreden met uw antwoord.
Gaarne zouden wij van uw College vernemen of U dit met feiten kunt staven? Zo ja, gaarne die gegevens dat wij eveneens overtuigd zijn van de legitieme oorsprong. De garantiestelling van de Bank Mees en Hope is voor ons op dit moment met de huidige gegevens niet meer dan "een briefje zo maar". Dit briefje geeft geen duidelijk uitsluitsel over de legitieme herkomst van gelden (de lieve som van zes en een half miljoen gulden).
Uw antwoord op vraag 2. "Oprichting en inschrijving".
- In uw antwoord gaat uw College er niet op in dat Aqua Terra heeft verzuimd zich tijdig te laten inschrijven bij de onderhavige Kamer van Koophandel. Ik ga ervan uit dat uw College van deze gang van zaken op de hoogte was. Het zou immers hemelschreiend zijn wanneer tiet verantwoordelijke College op dat tijdstip in zee was gegaan met een illegale onderneming. Enkele feiten:
Op 7 januari 1986 is Aqua Terra opgericht. De Maasplassen zijn op 13 maart 1986 door de Provincie aan Aqua Terra verkocht. We praten over 1 september 1987 wanneer Aqua Terra wordt ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Dit is ongeveer 1 jaar en negen maanden later dan het toegestane criterium. Tijdens deze periode, gelegen tussen 13 maart 1986 en 1 september 1997, heeft Aqua Terra aan- en verkopen verricht. Welke bestuurlijke ondoordachtheid van het verantwoordelijke College ligt er aan ten grondslag dat tijdens deze transacties niet is ingegrepen? Mogen wij veronderstellen dat het verantwoordelijke College onzorgvuldig heeft gehandeld in de periode gelegen tussen 13 maart 1986 en 1 september 1987?
- Denkt het huidige College dat het nemen van passende maatregelen noodzakelijk is, of acht U dit in bestuurlijk opzicht een onbeduidend incident?
- U stelt verder dat er in de periode van 12 maart 1986 tot 12 maart 1989 zich geen huidige of voormalige aandeelhouders provinciebestuurders bevinden. Wie waren van 12 maart 1986 tot 12 maart 1989 de aandeelhouders van Aqua Terra? De namen van deze aandeelhouders moeten bij U bekend zijn, immers in de officiële verkoopakte in bewaring genomen op 13 maart 1986, onder nummer 3827 staat: "Het besluit van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders der vennootschap genomen in haar vergadering van: negen januari negentienhonderd zes en tachtig."
Uw antwoord op vraag 3 "Wie waren en zijn de aandeelhouders?" Bouw- en Handelsonderneming H. Baggen B.V. te Munstergeleen (20%), Exploitatie en Beheer Wyckerveste B.V. te Maastricht (20%). de heer ir. J.A. Haverhals te Wanham (Engeland) (30%) en Lanera Ltd. Inc. te Panama (30%).
- In statenstuk E 182, d.d. 1986 gaf het toenmalige College van Gedeputeerde Staten, de leden van Provinciale Staten ter kennisname inzage in het financiële belang van Lanera te Zug Zwitserland in N.V. Aqua Terra.
Uw antwoord is conform bovenstaand genoemd College beweert. Wat blijkt echter thans, Lanera Ltd. Inc. is een instelling geregistreerd te Panama. Kunt U aangeven of Lanera, "huppel de pup vestiging" wat voor onderneming dan ook mag worden beschouwd als een legitieme partner voor de Provincie? Vervolgens willen wij de aandeelhouders kennen en zeer zeker die van Lanera "huppel de pup vestiging" die 30% van de aandelen van Aqua Terra in bezit had van 12 maart 1986 tot 12 maart 1989?
Het feit dat wij deze vragen stellen dient toch op voorhand het huidige College te nopen tot adequaat optreden. Duidelijkheid is geboden, opening van zaken is noodzakelijk. De waas van bestuurlijke onzorgvuldigheid dient te worden weggenomen. Op het huidige bestuur rust de taak naakte duidelijkheid te verschaffen hetgeen de transactie Provincie-Aqua Terra betreft anno eind 1996.
Met vriendelijke groeten.
M.M.A. Meerten-Schoenmakers
|