Verzameld als Samenwerkingsverband van Nederlandse Vrouwelijke Religieuzen (SNVR) gedenken wij vandaag, 5 oktober 1996, ons veertigjarig bestaan. Als leden van de aangesloten instituten van vrouwelijke religieuzen in Nederland zijn we niet alleen bij elkaar gekomen om te gedenken, maar vooral om vooruit te zien naar de toekomst. Een periode van veertig jaar is voorbij, waarin wij, gedreven door een evangelische inspiratie en georiënteerd op het Rijk Gods gezamenlijk een weg hebben afgelegd met als doel: gerechtigheid voor iedere mens.
Onze aandacht ging daarbij vooral uit naar de kwetsbare mens en onze zorg richtte zich met name op de terreinen van onderwijs, gezondheidszorg en maatschappelijk werk, zowel hier in Nederland als elders in de wereld. Al deze ontwikkelingen gedenken wij vandaag met grote dankbaarheid. Toch zijn er naast deze gevoelens van vreugde ook zorgen!
We constateren in onze samenleving van vandaag dat veel van wat door ons werd opgebouwd in toenemende mate weer in de knel komt, met name de waarde van menselijkheid, waarin de ene mens niet meer is dan de ander. Immers, de afstand tussen mensen onderling in onze samenleving groeit. Welvaart is in toenemende mate het genoegen van weinigen; aandacht, medische zorg en mogelijkheid tot ontwikkeling worden steeds meer gekoppeld aan inkomen en afkomst.
De regering neemt, zo blijkt uit de recente Troonrede, weliswaar maatregelen om voor sommige groepen de negatieve gevolgen van bezuinigingen en economische ontwikkelingen te verzachten. Maar dit beleid neemt niet weg dat de structureel gegroeide tweedeling in onze samenleving blijft bestaan en steeds hardere en definitievere trekken krijgt.
Wij gebruiken deze gelegenheid nu wij hier als vrouwelijke religieuzen samen zijn, om bovenstaande zorg aan U te doen kennen. Wij hopen van harte, dat U er met aandacht kennis van neemt. We zouden het op prijs stellen Uw reactie te mogen vernemen.
's-Hertogenbosch
5 oktober 1996
Een heel goede morgen allemaal zusters en broeders
Heel hartelijk welkom aan u allen, uit alle windstreken van het land naar Den Bosch gekomen: al vroeg op de bus en trein of in de auto gestapt; of alvast vannacht hier in de buurt gelogeerd Deze keer niet op pad voor een vergadering, werkgroep of bezinningsdag, maar om feest te gaan vieren. Een echt feest. En samen zijn we de feestelingen. Want eindelijk is het dan zover. Vandaag vieren we het veertigjarig jubileum van de SNVR, vieren we tienmaal vier, maar ook tien maal fier. Want fier mogen we vandaag zijn, de vierhonderd. hier aanwezige zusters in verbondenheid met alle 11.000 actieve vrouwelijke religieuzen in Nederland.
Deze maand is het precies veertig jaar geleden dat de Sacro Congregatio de Religiosis van het Vaticaan de statuten goedkeurde van de Stichting Nederlandse Vrouwelijke Religieuzen. De Congregatio benoemde meteen een van de peetvaders van de boreling tot 'assistens religiosus'. Hij kreeg de taak het bestuur van Moeder Theophila en haar zes bestuursleden bij te staan. We zijn heel blij dat deze peetvader vandaag in ons midden is. Pater Antonius Smeets, hartelijk welkom.
Maar er zijn nog meer aanwezigen die ik speciaal welkom wil heten. Hartelijk welkom aan u bisschop ter Schure. Fijn dat u onder ons aanwezig wilt zijn op deze dag. We hebben vaak feest en bijeenkomsten in deze bisschopsstad. Het 25-jarig jubileum bijvoorbeeld met de onvergetelijke toespraak van zuster Antoinette Berentsen. En zoals u weet werken we sinds kort in Den Bosch in ons nieuwe kantoor aan het Emmaplein. We doen dat samen met de anderen Samenwerkingsverbanden en de KNR, de conferentie Nederlandse Religieuzen. Collega's en medewerkers van hen zijn vandaag hier vertegenwoordigd. Aan hen een goede dag toegewenst.
En dan heel hartelijk welkom aan al diegenen die in die veertig jaar het gezicht waren van het SNVR-bureau. Zij gaven handen en voeten aan al onze programma's en intentieverklaringen. Van alle oud-medewerkers en medewerkers noem ik met name pater Piet Kragtwijk die in de eerste fase van de SNVR zich intensief heeft ingezet.
Hartelijk welkom aan de vertegenwoordigers van de vrouwenorganisaties en de vrouw-en-geloofsbeweging name de voorzitster van de Unie Nederlandse Katholieke Vrouwenorganisaties zuster Luduine Houtsma. Wij zijn ons in de loop der jaren steeds meer met andere vrouwen verbonden gaan voelen. Onze Intentieverklaring is de vrucht daarvan.
Mijn eigen voorgangsters wil ik niet vergeten. De zusters die jarenlang als voorzitster haar beste krachten hebben gegeven. Zij die de SNVR op koers hebben gehouden of juist een nieuwe koers hebben laten volgen. Jammer genoeg zijn ze niet meer allemaal in leven. Met respect noemen wij dan ook de namen van zuster Theophila Scholtens, zuster Chrysaria Jongerius, zuster Emmanuelle Pieters en zuster Mediatrix Hoes. In de hemel zullen zij vandaag zeer zeker hun eigen feest hebben en met ons meeleven in de vele goede herinneringen. En wie weet: smeden ze voor ons nieuwe plannen. Maar gelukkig, nog altijd zijn onder ons de oud-voorzitsters zuster Teresini Metternich en zuster Sarto Smits. (Zij worden nu uitgenodigd naar voren te komen voor het opspelden van een corsage)
Lieve zusters, we hebben in die veertig jaar een hele weg met elkaar afgelegd. De SNVR is geboren uit een crisis. Het aantal intredingen liep terug en er waren interne problemen. Het was noodzaak om de tot dan toe door vrouwelijke religieuzen gegane weg diepgaand om te buigen. Het religieuze leven moest meer bij de tijd en bij de samenleving gebracht worden. Ik hoef u niet te vertellen wat dat betekend heeft. Ieder heeft het zelf aan den lijve gevoeld en ervaren. Van die veertigjarige weg ga ik geen overzicht geven, noch van de richtingveranderingen en koerswijzigingen noch van de bergen en de dalen. Dat zal straks gebeuren op een voel creatievere manier dan met woorden mogelijk is.
Wat ik er nu wel over wil zeggen is, dat deze weg ten diepste een spirituele weg is geweest. En u weet, een spirituele weg is geen rechttoe rechtaan weg. Hot is geen weg waarvan we aan het begin weten waar en met wie we aan het einde zijn. Het is een omvattend en diepgaand omvormingsproces. Een proces dat we hebben doorgemaakt en nog steeds doormaken. Soms bewust door ons op gang gebracht, soms met moeite en strijd ons eigen gemaakt.
Als ik terugkijk sta ik soms verbaasd over de enorme omslag die heeft plaatsgevonden in deze veertig jaar. Waar we vroeger op bestuurlijk vlak langs elkaar heen werkten, werken we nu veel meer mèt elkaar en ondersteunen we elkaar. Waar je vroeger geen zusters buiten je eigen congregatie kende - en die daarbinnen vaak ten dele - op cursussen en bezinningsdagen zijn we ons hart gaan delen met nieuwe geestverwanten.
Echter, de belangrijkste omvorming in deze jaren heeft zich voltrokken in onze persoonlijke omgang met elkaar. Denk maar aan die prachtige foto uit 1959 waarop voor de Sint Jan in Den Bosch al die lokale oversten staan. Misschien kent u die foto nog wel. Hij hangt op het SNVR-bureau en staat eveneens op de omslag van de kleine kroniek van 30 jaar SNVR. Helaas konden we die foto vanwege z'n grootte niet meenemen naar hier. Op die grote foto staan een paar honderd zusters bij elkaar, maar nog wel binnen de veilige beslotenheid van al die verschillende kappen en sluiers. Heel anders dan we nu hier bijeen zijn. Er is ook naar buiten toe kleur in gekomen. We zijn niet alleen over de grenzen van onze congregaties gaan kijken, maar eveneens over de grenzen van onszelf als persoon, en als vrouw in het bijzonder.
We hebben geleerd hartelijker en spontaner met elkaar om te gaan, elkaar en onszelf ten volle te waarderen. Vriendschappen zijn opgebloeid. Zusterschap is gegroeid. En dat alles is in onze gemeenschappen met zulke verschillende karakters en temperamenten niet altijd vanzelfsprekend geweest.
We zijn ons met elkaar verbonden gaan voelen. Kijk daarvoor maar eens naar de 800 ansichtkaarten met hartenkreten die u hier ziet hangen. Een gevoel van verbondenheid en solidariteit dat ook de komende jaren van groot belang zal zijn We hebben elkaar echt nodig, want er zijn opnieuw grote veranderingen begonnen, die we allen samen zuilen kunnen dragen en tot een goed einde kunnen brengen. We weten allemaal:
En toch: we willen nog zo graag èn zoveel. We doen daarbij wat binnen ons vermogen ligt, en vaak nog net iets meer. In de Nederlandse samenleving zijn we op een nieuwe manier zichtbaar geworden.
In dit alles spreek ik bewust van WE. We doen het samen, ieder met eigen mogelijkheden. Zelfs de oudsten onder ons dragen dit van harte mee. Maar de kern van het religieuze leven zit niet in het feit dat wij ondanks vermindering van krachten nog zoveel doen. De kern van ons leven zit in het verlangen wonend in ons hart en In ons lichaam. In ons geraakt willen worden en bewogen door de Alexander met een hoofdletter en met een kleine letter. Het gaat nogmaals niet zozeer om wat we allemaal doen, maar om wie zijn. Om wat wij uitstralen en belichamen.
Om de vraag hoe wij met deze kracht-in-kwetsbaarheid durven leven. Vitaal en levendig willen we zijn en blijven: creatief en kritisch, humoristisch en strijdbaar wijs en eigenwijs. Of in de woorden van onze Intentieverklaring: zelfbewust maar niet zelfgenoegzaam sterk maar niet verstard, helend en niet kwetsend, strijdbaar en niet agressief.
De crisis waaruit in 1959 de SNVR word geboren duurt in zekere zin voort tot op de dag van vandaag. Maar uit die crisis, uit die noodzaak om onze eigen situatie echt onder ogen te zien, zijn heel nieuwe, onvoorziene ontwikkelingen gegroeid. Ontwikkelingen die ons rijker hebben gemaakt en waarvoor we dankbaar mogen zijn. Een crisis vraagt om loslaten van het oude vertrouwde, maar geeft tevens nieuwe mogelijkheden. Al die nieuwe mogelijkheden kunnen we nu nog niet goed zien. We hebben geen definitief antwoord op alle vragen naar de toekomst betreffende het religieuze leven. Dat zal straks nog meer blijken uit het verhaal dat zuster Laetitia Aarnink voor ons zal houden.
Misschien is het antwoord geven op de vraag naar religieus leven gericht op de toekomst ook niet nodig en zelfs een beetje gevaarlijk. Het leven en zeker het religieuze leven is immers niet te plannen. We moeten ruimte durven laten en durven geven aan de nieuwe generafles, aan de toekomst On aan God. Vertrouwen en een luisterend oor voor mensen in onze tijd lijkt mij van het grootste belang. Het nieuwe groeit soms op onverwachte plaatsen. Echter, hier en nu hebben we weet van ons verlangen, onze bewogenheid om dat Rijk van God, waarin de ene mens niet meer of minder is dan de andere mens. Waarin vrouw en man geschapen zijn naar Gods eigen beeld en gelijkenis.
Dat Rijk kan in kerk en wereld soms ver weg lijken, vooral als onrecht, lijden en verdriet ons te machtig worden. Maar we blijven geloven dat zijn Rijk nabij is. "Als er twee of drie in mijn Naam bijeen zijn, dan ben ik in hun midden". En vandaag zijn we maar liefst met minstens vierhonderd. We mogen dus echt feestvieren.
Ik wens ons allen een bijzonder fijne dag toe, vol van verbondenheid in zuster- en broederschap.
Zuster Florentina van Calsteren,
's-Hertogenbosch, 5 oktober 1996.
Stichting Sociale Databank Nederland
E-mailadres: sdn@planet.nl
Site adres:
zusters.htm