J.A.M. Diepenbrock De heer Diepenbrock is verantwoordelijk duty-manager van Luchthaven Schiphol. Ik ben verantwoordelijk voor de 'Air-sight' en voor het landingsterrein. Het komen en gaan van toestellen, het platform en de landingsbaan wordt gestuurd door de duty-manager van 'Air-sight'. Op een moment ging de alarmtelefoon met een telefoon in een ring waarmee leidinggevenden worden gewaarschuwd bij een calamiteit. Er werd gemeld dat er een toestel terugkwam naar Amsterdam omdat het problemen had. Alleen de aangesloten mensen kunnen met elkaar overleggen en alle aangeslotenen horen wat de verkeersleiding besluit. Op dat moment wisten wij nog niet dat er een ramp zou gebeuren. Een aantal alarmrollen worden afgewerkt. Zodat o.a. de brandweer naar de landingsbaan kan gaan. De havendienstmedewerker moet de paraatstelling afwerken. De Commissie van Overleg is een vergadering van leidinggevenden van de continudienst op Schiphol. In zo'n situatie komen de betrokkenen naar het kantoor van de duty-manager en ieder heeft een eigen plaats. Het zijn er ongeveer acht mensen. De vergadering wordt geopend door de voorzitter en op 4 oktober was tussen kwart voor zeven en tien voor zeven iedereen aanwezig. Als de overheidsdrempel overschreden is, is de rijkspolitie voorzitter. In geval van een bommelding heeft de rijkspolitie een doorslaggevende stem; o.a. om te ontruimen. De CVO is bijeengeroepen om zich dienstbaar op te stellen. Hoewel het hier een calamiteit buiten de luchthaven betrof. Ik kon derhalve zelf als voorzitter optreden en niet de Rijkspolitie. Ik herinner mij de mensen eigenlijk niet zo goed, omdat de samenstelling nogal wisselt. Fred Gerlach, de heer Kortekaas en de voorlichter Ruud Wever waren er, naast Wim Ewoldt van de luchthavendienst. Van de afhandelingsmaatschappij was van Airo-ground iemand aanwezig en natuurlijk van de Rijkspolitie de heer Nix. Of de heer Neutegem van Airo-ground aanwezig was weet ik niet, hij heeft wel deelgenomen aan het overleg later. Men moet improviseren om te bekijken wat er aan ondersteuning gegeven kon worden. Over de lading van het vliegtuig heb ik geen vragen gesteld. Wel over het aantal personen aan boord. Vrij snel was duidelijk dat het om een vrachtvliegtuig ging, zodat duidelijk was dat er weinig mensen aan boord waren. Over gevaarlijke stoffen herinner ik mij dat na het compleet zijn van het CVO dat iemand van Airo-ground zei dat er geen gevaarlijke stoffen aanwezig waren. Dit is door de heer Ewoldt doorgegeven. Tot het einde van de CVO, vijf over half acht, was deze situatie ongewijzigd. Er is geen discussie geweest over de vraag of de gegevens klopten of niet. De CVO is beëindigd om vijf over half acht. Er is later op de avond tegen 11 uur nog een kleine dienst van de CVO geweest. Er is nog een rondvraag geweest, maar niemand had behoefte. Iedereen wilde naar zijn eigen afdeling. In de tweede CVO is gesproken over organisatie, o.a. voor het beschikbaar stellen van hangars. Voortaan zullen we een groot informatiebord activeren. Op die avond is dat toen niet gebeurd. Van Neutegem en Goudsblom zeiden dat ze de vrachtpapieren hebben achtergelaten bij de CVO. Ik weet er echter niets meer van. Of ze zijn gebleven of niet, ik weet het niet. Ik ging er vanuit dat de Rijkspolitie daar belangstelling voor zou hebben. De heer Smits, de president-directeur van Schiphol, is in de loop van de avond als toehoorder aanwezig geweest. Ik herinner mij slechts dat de heer Smits vroeg om vervoer naar het beleidscentrum Amsterdam. Of hij papieren heeft meegenomen weet ik niet. Als reactie op uitspraken van de heer Ernst, commandant van de brandweer Amsterdam, kan ik zeggen dat het CVO niet is aangesloten op het noodnet. Pas een jaar later is dat gebeurd. Op 4 oktober 1992 was de CVO niet aangesloten. Ik heb bij mijn beste weten niet gesproken met de heer Ernst. Ik weet vrijwel zeker dat ik hem niet gesproken heb. In de CVO is niet gesproken over misverstanden of over de lading. Ik ben na het sluiten van de vergadering op kantoor gebleven. Een telefoontje zou mij zeker hebben bereikt. De heer Ernst schreef zelfs het telefoonnummer 6012115 in zijn brief. Als de heer Ernst zich op dat nummer gemeld zou hebben, dan zou een medewerker mij zeker hebben doorverbonden. Op die avond heeft vanuit de CVO, voor zover ik weet, niemand overleg gevoerd met 'dangerous goods'. Informatie die voor de CVO van belang is wordt altijd door de deelnemers als onderwerp ter tafel gebracht. De citaten van de heer Ernst zijn niet te koppelen aan de bevindingen van de CVO. Ik heb er geen verklaring voor. Ik neem aan dat de heer Ernst goed aan het werk is geweest, maar ik weet niet waarom hij zo stellig beweert contact te hebben gehad met de CVO. Met mijn medewerkers heb ik overleg gevoerd (van de luchthaven) om ons geheugen op te frissen, maar we hebben niets kunnen vinden m.b.t. de opmerkingen van de heer Ernst.
Eindconclusies van de heer Meijer Parlementaire Enquête Bijlmerramp 1999
Dan zijn wij daarmee aan het eind gekomen van het openbaar verhoor. Ik verzoek de griffier de heer Diepenbrock uit te geleiden. ik schors de vergadering voor drie minuten.
De heer W.A. Ewoldt Geboren: 11-11-1950 Ik ben verantwoordelijk voor de veiligheid op de luchthaven. Er zijn constant 25 mensen aanwezig. De brandweer is aangesloten op de alarmtelefoon. Het alarm vermeldde ook dr baan, nr. 6. De groepen gaan strategisch op en plek staan om hulp te bieden. We gingen naar baan 6, maar hoorden dat dat veranderd was en gingen naar baan 27. rond zeven uur waren wij ter plaatse. Vanaf de melding tot aan de crash was het ca. 6 of zeven minuten. 'Air-sight' had alarm gegeven en het overige vliegverkeer wordt bevroren, dat wil zeggen in parkeerbanen geleid. We zagen in het verlengde van de baan en in oostelijke richting een vuurzee. Drie grote schuimblussers zijn in de richting van Weesp gereden. Met de duty-manager hebben wij wat mensen achtergelaten. Vijf minuten na de crash ging ik naar de CVO waar ik tot half acht ben geweest. In het CVO is gesproken over gevaarlijke stoffen en de conclusie was daar dat er geen gevaarlijke stoffen waren. Gecontroleerd bij anderen is dat niet. Dat is belangrijk, omdat er al brandweermensen naar de rampplek waren gegaan. De veiligheid voor de brandweermensen is belangrijk, maar ik ben afhankelijk van de CVO voor mijn informatie. Aan de alarmcentrale op Schiphol heb ik het alarm doorgegeven en aan naar de regionale brandweer. Om wat te weten over de gevaarlijke stoffen is van vitaal belang, daarom kan ik de verklaring van de heer Diepenbrock onderschrijven. Ik heb geen contact gehad met de heer Ernst. Ik zou zo'n telefoontje van de heer Ernst niet vergeten zijn. Ik heb geen idee hoe de heer Ernst te weten is gekomen dat er geen gevaarlijke stoffen aanwezig waren. Als hoofd van de brandweer op Schiphol zou ik ongetwijfeld doorverbonden zijn geweest met de heer Ernst. Onze telefoonnummers zijn buiten Schiphol eigenlijk niet bekend. De procedures zijn nu op Schiphol aangescherpt om informatie over passagiers en lading boven water te krijgen.
Eindconclusies van de heer Meijer Parlementaire Enquête Bijlmerramp 1999
Ik dank u wel. Daarmee is een eind gekomen aan dit openbaar verhoor. Ik verzoek de griffier de heer Ewoldt uit te geleiden, en ik schors de vergadering voor vijf minuten.
Hij meent dat de volgende prangende vragen ontbraken of onwaarheden werden verteld.
|
Overzicht Bijlmer-enquête
2e Ochtendzitting, verhoor van R. Visser met K.E. Beumkes
2e Middagzitting, verhoor van J. Plettenberg en D. Nix met J.E.M. Bloemen
Klankbord voor slachtoffers Bijlmerramp
Rubrieken bij de Sociale Databank Nederland
Stichting Sociale Databank Nederland
E-mailadres: sdn@planet.nl
Site adres:
sdnl.nl/ziezo-24.htm