Dhr. H.A. Pruis Geboren: 14-11-1958 De heer H.A. Pruis was inspecteur RLD. Ik belde met mijn chef de heer Korenromp en daarna ben ik maandag betrokken geraakt om mijn expertise in te zetten. De heer Wolleswinkel heeft een team geformeerd en ik moest onderzoek doen naar gasturbines. Om de wrakstukken af te voeren is besloten om het eerst op te slaan. Ik denk dat dat afgesproken is met de BVOI. Vroeger werd hangar 7 gebruikt voor klein onderzoek. maar die bestaat niet meer, dus werd het hangar 8. Ik wist er overigens niets van. Ook niet dat Hangar 8 niet helemaal gebruikt werd. Ik werkte in hangar 8 als teamlid om de gasturbines te onderzoeken. De eerste delen kwamen maandagmorgen in de hangar aan. Ook van buiten de regio werden onderdelen aangeboden via de politie. (Commentaar Pierre Heijboer) De eerste motor kwam om ongeveer 10 uur aan in de hangar. Ik vermoed dat het bekend was dat pas woensdag dat ook de containers naar hangar acht werden geleid. Er zijn afspraken gemaakt hierover met de RLD en met de transportbedrijven. Ik elk geval lag de beslissing daarover buiten hangar 8. Er is een rapport verschenen over transportroutes. De foutief afgevoerde stukken schroot ontving ik later terug. Ik kan niet garanderen dat alles terug is gekomen van wat per abuis op de stortplaats terecht was gekomen. De cockpit voice-recorder en de vluchtrecorder zijn het eerste waarnaar gezocht wordt. De aanvoerroutes zijn via de politie en de transporteurs geregeld geweest. Er werd gesorteerd op het model van het vliegtuig, daarvoor werden op de grond contouren met krijtstrepen getrokken. Na identificatie werd het onderdeel op zijn plaats gelegd. Er waren veel delen die niet te herkennen waren. Ongeveer 15 man van Boeing en Pratt & Wittney en nog anderen hebben er aan gewerkt in hangar 8. Totaal zo'n veertig man; en dat gedurende de eerste twee weken. Er waren mensen van Boeing (3 man), van Pratt & Wittney (3 man), van de FAA en de National Aviation Board, van El Al en de marechaussee van Schiphol, van het Identificatieteam, de Luchtmacht en van de transportondernemingen en van het Gerecht lab, van de stadsdeelraad ZO, de Israëlische veiligheidsdienst en de heer van Vollenhoven. Ieder had zijn eigen werkkleding. Ook van de KLM had men gewone blauwe overalls. In een 24-uursdiest werd er gewerkt met ca. 10 man in de nacht en overdag zo'n veertig. Witte pakken heb ik nauwelijks gezien behalve de witte wegwerpoveralls die werden gebruikt.
De heer van Os die daar kleine vliegtuigen onderhoudt in hangar 8 ken ik niet van gezicht. Hij heeft kennelijk mensen in witte pakken gezien die tussen de bergen met puin rondliepen. Op maandag waren er nog geen puinhopen zodat dat niet goed mogelijk was dat die op maandag 5 oktober gezien zijn. De beveiliging vanaf tien uur was gevormd met een doorlaatpost bij Schiphol-Oost. Bij de hangar zat iemand van de politie toezicht op de toegang. Ik kan niets vertellen over 12 uur in de middag omdat ik er toen nog niet was. Over de recorders heb ik intensief gezocht naar deze recorders. Er komen containers binnen die beetje bij beetje worden leeggemaakt. Je weet zeker dat je niets kunt missen en over het hoofd zien. en zeker geen recorder. Er zijn veel foto's genomen in de hangarmaar niet van het werk van sortering. Van alle grotere delen zijn foto's gemaakt. Een deel van de lading bestond uit elektronische versterkers die veel leken op de voicerecorder. Je moet goed opletten op het serienummerplaatje om te weten wat het is. Op 7 oktober hebben we de vluchtrecorder gevonden. We hebben de puinhoop in hangar 8 wel vijf keer overhoop gehaald om ook de tweede recorder te vinden. Ik kan mij goed voorstellen dat een brandweerman de recorder in handen heeft gehad, en ik denk dat die recorder toch op een stortplaats ligt. Binnen mijn competentie hebben we gedaan wat we konden. Ik meen dat hangar 8 ruim voldoende beveiligd was. Maar ik sluit vrijwel uit dat iemand langs alle beveiligingen kan komen om specifiek de recorder te halen. Voor zover ik weet is men gestopt met het zoeken naar de recorder in hangaar 8 toen zeker was dat hij niet in de hangar kon zijn. In najaar 1994 hebben we nog eens de containers voor iets anders onderzocht. We hebben toen natuurlijk ook opgelet om de recorder te vinden. In hangar 8 werd wat ik noem een 'ritueel' uitgevoerd. El Al heeft een verzoek gedaan of zij nog konden beschikken over een stukje van het vliegtuig. We hebben een stuk van de staart uitgezaagd en het overgedragen aan El Al. Een collega van mij is daarbij geweest. niet ikzelf. Men beschouwde dat als en relikwie. Het staartstuk is goed herkenbaar en was redelijk in goed staat. De recorders zitten ook in het staartstuk, maar het ging bij El Al vooral om het logo van het vliegtuig. Het stuk was maximaal een halve meter groot. De heer van Os herken ik niet direct. De General Aviation Fair bezoek ik regelmatig maar of ik hem daar ooit gezien heb weet ik niet. Ik zal in die periode vast wel eens contact met hem hebben gehad. Wanneer je de heer van Os persoonlijk zou kennen en hem vragen, dan zou je toch geen toegang kunnen krijgen tot het afgesloten deel van hangar 8 en je tussen de overige mensen begeven. Je moet daarvoor eerst over een hoog hek klimmen of met een polsstok springen. Maar dat zou echt gezien worden door de bewaker. De hangar van volledig gesplitst. Men kon niet van het ene deel naar het andere deel. Vanaf 7 oktober 1992 wist ik dat er verarmd uranium bestond in de vliegtuigbouw. In een van mij specialisaties zat het onderhoud van een Boeing 747. In het A.C. worden algemene richtlijnen gegeven over acties na het neerstorten van een vliegtuig en ook hoe te handelen met het 'depleted' uranium. De BVOI heeft een taak in dit opzicht. Ze moeten er vanuit gaan van een 'worst case scenario' en dat je rekening moet houden met gevaarlijke stoffen. Je verwacht dat informatie die voor de RLD bestemd en van belang is wordt doorgestuurd. De staven uranium zijn ca. 30 centimeter lang en driehoekig van vorm zijn groen van kleur. De balansgewichten waren wel wat geblakerd maar niet beschadigd. Er was ca. 346 kilo geïnstalleerd. Op de tweede foto geeft de commissie een staaf weer die zeer ernstig is gecorrodeerd, je moet die niet vastpakken omdat er oxide op zit en dat is gevaarlijk. De KLM heeft instructies gegeven over het afvoeren van de uraniumgewichten. Op de instructie stond dat je je handen moest wassen en dat je niet door je haren moest gaan met je handen. Door de brandweer van Schiphol is er meting gedaan. Die gaf aan dat op 10 tot 20 centimeter afstand van het gewicht er geen straling meer gemeten werd. Het niveau daarvan was elf millisievert en de norm was 25 millisievert. Men nam steeds proeven om vast te stellen dat er niets veranderd was. De communicatie was hoofdzakelijk intern. We meldden alle mensen dat er verarmd uranium gevonden was. Aan het eind van de dag werd dat wat ontdekt was besproken. Aan de vooronderzoeker is het niet specifiek (wolfswinkel) gemeld. Maar iedereen kon het weten. Alle mensen van BVOI die betrokken waren bij het onderzoek waren op de hoogte van het verarmd uranium. Waarom het niet apart doorgegeven is, kwam omdat het niet als een bijzonderheid werd gezien. Er liepen namelijk heel veel specialisten rond die bij allerlei ongevallen betrokken waren. Die mensen met kennis van zaken hebben geen van allen gezegd dat je je er zorgen over zou moeten maken. Gezien het vervormde aluminium van waarschijnlijk 600 a 700 graden behoefde je je over het uranium geen zorg te maken. Het smeltpunt van aluminium ligt iets boven de 650 graden. Verstuiving van uranium kwam ook niet aan de orde. In het logboek van Schiphol staat dat er delen zijn gevonden die licht radioactief zijn. Daarin staat dat eerst contact opgenomen moet worden met experts van de RLD. Daaruit blijkt dat er contact is geweest. De RLD was dus op de hoogte van het bestaan van de radioactieve straling en het verarmd uranium. Ik kan niet verklaren waarom de RLD de feiten rond de aanwezigheid van uranium en de temperatuur met een mogelijke verbranding ervan zou veronachtzamen en dat de gegevens niet doorgegeven zouden zin. De brandweer van Schiphol heeft tenslotte metingen daarnaar gedaan. Het waren volgens mij alleen de RLD en de externe partijen die in de hangar werkten. Dat zijn o.a. de rijkspolitie, de luchtvaartpolitie, de marechaussee enz. Iedereen heeft de pamfletten kunnen lezen over de persoonlijke bescherming tegen verarmd uranium. De heer Wolleswinkel kan op de hoogte zijn geweest van de aanwezigheid. Er is 163 kilo uranium is teruggevonden inclusief het vat. Er zat verarmd uranium in het vliegtuig en we hebben gevraagd hoeveel er werkelijk in zat en of er al vervangen was door wolfram of tungsten. Het gewicht dat er in heeft gezeten is nagemeten. De KLM deed die meting. Het is nauwkeurig bekend geworden. De RLD was drie dagen na het ongeval op de hoogte. Er is met het ECN in Petten toen nog geen contact opgenomen over risico's en de eigenschappen van uranium in ongevalsomstandigheden. Pas een jaar later is dat gedaan. Ik heb de heren Weck en Wolleswinkel op de hoogste gesteld van de onzuiverheid van het bericht dat naar de minister was gestuurd. Ik achtte de informatie in die brief te versluierend.
Er zijn ca. honderd koperkleurige cilinders gevonden als deel van de lading. Mensen van de RLD hebben ze gezien. Ze waren ca, tien centimeter lang. We hebben er geen bijzondere waarde aan gehecht. Ze zijn gewoon weer afgevoerd. Onderdelen die zijn teruggebracht naar de hangar voor nader onderzoek en toch niet belangrijk waren, zijn weer naar de stortplaats afgevoerd. Het werd aan de een of ander politiedienst meegegeven. De inhoud van de koperen cilindertjes is mij niet bekend. Er is mij wel geattendeerd op de inhoud van flesjes die giftig zou kunnen zin. We hebben geen rekening gehouden met de verspreiding van uraniumstof. Er is in de hangar niet gemeten of er wat in de lucht zat. Ook weet ik niet of dat stof op de rampplek vrij is gekomen. Achteraf is gebleken dat het verre van gezond is. Ik geloof niet dat ik anders gehandeld zou hebben als ik geweten had wat ik nu weet over het verarmd uranium. Wel zou er preventiever moeten worden opgetreden. De beveiliging om de plek in de hangar te betreden was later miniem. Rond de feestdagen heeft er kennelijk een werkstudent de wacht gehouden. Ik was niet verantwoordelijk voor de beveiliging alleen voor de fact-finding m.b.t. de wrakstukken. Er is geen overleg geweest over de beveiliging van de wrakdelen. Het plaatsen van een enkele werkstudent in de hangar zou ik best kunnen billijken. Maar ik denk dat er beter een geünformeerd iemand die als zodanig herkenbaar was de bewaking hebben moeten doen. Het herkennen van uranium is niet zo gemakkelijk. Ik zou het soortelijk gewicht moet vaststellen Het is zwaar dus het is mogelijk. Ik kan mij herinneren dat er onjuistheden Van het op 7 oktober gevonden uranium in de brief van 12 september 1997 aan de Kamercommissie van Verkeer en Waterstaat staan. Pas in oktober 1993 is het eerste contact met het ECN in Petten geweest. Ik heb toen een opmerking gemaakt in e-mail dat het vanaf de 7e oktober bekend was dat er uranium gevonden was. Die e-mail verzond ik ook op 12 september 1997. Er is overigens geen afspraak gemaakt om dit gegeven binnenskamers te houden.
Eindconclusies van de heer Meijer Parlementaire Enquête Bijlmerramp 1999
Dan zijn wij daarmee aan het eind gekomen van het openbaar verhoor, ik verzoek de griffier de heer Pruis uit te geleiden, en ik schors de vergadering voor vijf minuten.
Dhr. A.H. Krom Geboren: 30-09-1957 De Heer A.H. Krom was in 1992 medewerker van de stortplaats Nauerna. Hij is nu directeur van die stortplaats. Er liggen nu nog steeds brokstukken uit de Bijlmer op die stortplaats. frappant is dat de ophangpin van de motor op die stortplaats is gevonden en niet in de hangar. De heer Krom beheert de stortplaatsen in de Zaan en die in Velzen. Deze zijn gebruikt voor de afvoer van het Bijlmerpuin. (Commentaar Sprekershoek) Ik was projectleider stortplaatsen tijdens de verzelfstandiging. De afvoer van het afval uit de Bijlmer heb ik niet zelf geregeld. Er is contact geweest met de Heer Bij van de commissaris van de Koningin of wij het afval konden verwerken. Er zijn materialen afgevoerd zonder dat die onder een vergunning vielen. Want in principe hebben wij een vergunning voor een normale gang van zaken. Ons werd gevraagd om het afval uit de Bijlmer te accepteren en ook buiten normale tijden om. Ook de vergunning werd apart verleend omdat er stoffen tussen zaten die niet onder een vergunning voor gemengd afval vielen. Materiaal dat voor hergebruik geschikt zou zijn zat daar ook tussen. Met Gedeputeerde Staten van Noord-Holland hebben wij mondeling toestemming gekregen om alles te accepteren wat in dit project werd aangeboden. Later heeft GS de vergunning verleend. De eigenaar van alle materiaal wordt de eigenaar van de stortplaats. Maar de verantwoordelijkheid daarvoor houdt op bij een onbekend samenstelling waarvan achteraf blijkt dat die niet door de vergunning gedekt is. Het puin en overige afval mocht ik accepteren. Asbest mocht ik ook accepteren, maar ik wist niet dat er in het Bijlmerafval asbest zat. In totaal is er 4144 ton afval met 106 vrachtwagens aangeboden. De eerste dag dat wij accepteerden was op 8 oktober. In de nacht is er doorgegaan met het storten van afval. Een lading vliegtuigonderdelen kan echter niet worden gezien als gemengd afval en heb ik ook niet gezien Ook het personeel is verteld dat het om een speciale hoeveelheid afval ging van de rampplaats. Daarin zouden stoffen kunnen zitten die je niet verwacht. Er zijn geen controleurs direct op het afval geweest. Er was een enkel man op een bulldozer die het afval spreidde en er een afdeklaag overheen legde. Het was nat en dat was goed zodat er geen verstuiving plaats kon vinden. We kozen er voor om het op Nauerna te verwerken. Velzen was bijna gesloten en op Nauerna waren de faciliteiten beter. We hebben op eigen initiatief een speciale locatie gemaakt voor het puin uit de Bijlmer en het afval verwerkt. Vervolgens is het daar gebleven. De afdeklaag is op zich verontreinigde grond die eerder was gestort. Alles is terug te traceren. De stort heeft een werkweg van 30 bij 80 meter. In principe kunnen derden niet op de stortplaats komen omdat er een sloot om het terrein ligt en een hek. Maar onmogelijk is het niet. De afzetting is conform de regels. De cockpit voice-recorder is gezocht door de RLD op 13 oktober 1192. Het was de heer Beumkes. Ook van de landmacht kwam ene majoor Geenkens. Men zou met het leger gaan zoeken naar de recorder. Het is uiteindelijk niet zo gegaan. De landmacht heeft er vanaf gezien omdat er niet voldoende materieel was. Een aannemer heeft het uiteindelijk gedaan. Ook mensen van het Rode Kruis waren daarbij. Het was daar een redelijk harde ondergrond en met kranen heeft met de zaak afgegraven en steeds een stuk bewerkt. Dat leek een zorgvuldige manier van werken. Mensen van de RLD waren weliswaar ter plekke, maar de aannemer en het personeel waren echt aan het zoeken. Ik denk dat de recorder op de locatie Velzen niet teug te vinden zal zijn. Het is ondoenlijk om in een laag afval van ca. 150 centimeter te zoeken. Alles is met kranen doorzocht. Met name op kleur zoeken was moeilijk vanwege de aarde en het slib in de afdeklaag. De recorder is niet gevonden. En in Velzen is hij zeker niet te vinden. In Nauerna kan nog. Het is moeilijk om in een heterogene afvalstof te zoeken en een goed beeld te geven van de samenstelling. Dit soort afvalstoffen worden nooit onderzocht. Maar er wordt als het moet een monster genomen. Het lijkt mij niet dat er risico's voor de omgeving door het afval aanwezig zijn. De afwatering wordt apart opgevangen en wordt na reiniging afgevoerd op het Noordzee-kanaal. Het percolatiewater wordt regelmatig onderzocht op een scala van stoffen. Tot nu toe zijn er geen bijzonderheden ontdekt. De provincie krijgt daarvan de resultaten. De afdeklaag was anders dan normaal. Het was slib en vuile grond.
De onderzoeksplaats is een maand of vijf open geweest. De RLD heeft laten weten geen onderzoek meer te doen en wij hebben toen betonplaten van de Bijlmer er op gestort. Alles tegen een normaal tarief. Op dit moment ligt op die plek een bagger depot van drie meter overheen. Mensen die op de stortplaats gaan werken lopen gen extra risico, maar we laten door de Arbo-dienst een risico-onderzoek doen. En geven het personeel alle bescherming die mogelijk is. Je weet echter nooit of er stoffen in zitten die gevaarlijk zijn. Onze mensen staan altijd boven de wind, daarnaast hebben ze maskers en filters die niet altijd gedragen worden. Op de asbeststort hebben de mensen altijd een filter op. De mensen die bij ons werken weten welke risico's er eventueel zijn. Daarnaast wordt iedereen door de Arbo-dienst begeleid. Er is informatie ingewonnen bij het ECN over radioactiviteit Het uranium op zich is nauwelijks radioactief, en wanneer er drie meter grond op ligt kan het zeker geen kwaad. Later toen stichting Laka informatie gaf over het uraniumoxide zijn er bij GS vragen gesteld. waarop de minister van Volksgezondheid een onderzoek gelaste. We hebben geprobeerd om ons personeel aan te laten sluiten bij de onderzoeken van de Bijlmerbewoners, maar dat was niet mogelijk Wel konden de mensen zich telefonisch aanmelden bij het AMC (2 hebben dat gedaan). W konden wel aansluiting vinden bij het huisartsenonderzoek. De meest mensen zullen geen klachten hebben gehad. Ik heb nagevraagd waarom de mensen niet reageerden. Vermoedelijk omdat de Arbo-dienst jaarlijks onderzoek vertrouwen de mensen ook de koppeling naar het AMC-onderzoek. Er zijn contacten geweest met de heer IJzermans en door de Arbo-dienst met de heer IJzermans. De heer IJzermans zei dat alleen de eerstelijns huisartsen werden betrokken bij het onderzoek. Wij hebben een onderzoek laten doen door de Arbo-unie die een vragenlijst met alle mensen persoonlijk heeft doorgewerkt en een bloedonderzoek uitgevoerd. Het resultaat daarvan is besproken met mij. Het is duidelijk om de resultaten van de Arbo-unie te leggen naast die van het AMC. Voor de stort van het Bijlmervuil waren er nauwelijks klachten, maar sinds men weet dat er iets ligt kan het zo zijn dat er door de grote aandacht bij 17 van de 34 personeelsleden klachten worden ervaren. Het is mij niet bekend dat moeheid en huidklachten voor de Bijlmerramp vaker voorkwamen dan na de ramp. Bloedtesten gaven aan dat er 10 van de 17 mensen bloedafwijkingen vertoonden. De Arbo-unie had hetzelfde probleem als Het AMC. Men niet wist waarnaar men moest zoeken. De afspraak is gemaakt om de gegeven ook naar de heer IJzermans te sturen. Ik sluit niet uit dat de bloedafwijkingen iets te maken hebben met de soort afval van het Bijlmerpuin. Het percolatiewater van de stortplaats en van het grondwater in de Bijlmer komen overeen. Met name benzeen is kankerverwekkend. De concentraties zijn echter heel laag en ongevaarlijk. Chloorverbindingen zijn niet in het percolatiewater gevonden die wel bij de Bijlmer zijn gevonden. We moeten blijven monitoren naar de samenstelling van de stoffen in het percolatiewater. Maar dat doen we sowieso al. De kans dat je met steekproeven nog iets kan terugvinden acht ik nul. Bij NOVA hebben mensen verklaard dat er tussen het puin nog menselijke resten zijn gezien. Mensen waren heel stellig daarin. Iemand van de medewerkers was erg geschrokken toen er een etalagepop uit het afval naar boven kwam. Het deel dat werd gebruikt voor de stort was tijdens de stort goed verlicht. Die verlichting is genoeg om er bij te werken. We hebben daarvoor twee verplaatsbare masten.
De brand op de foto's van de heer Bertholet geeft niet de plaats aan waar de stort van de Bijlmer is geweest. De heer Bertholet heeft die foto's vermoedelijk kunnen maken met de medewerking van de brandweer. Ik denk dat de foto's vanaf de stortplaats zelf zijn gemaakt. Er zijn mensen van de vrijwillige brandweer die af en aan komen. Een particulier kan zijn afval wel aanbieden, maar geen particulier kan op het stortfront komen. De heer Bertholet heeft gevraagd om bodemonderzoek te mogen doen. Ik heb tegen hem gezegd dat niemand van buitenaf bodemmonsters mag nemen. Met name van het Bijlmerafval is het bijna onmogelijk, omdat het drie meter onder het oppervlak ligt met het betonafval van de Bijlmer over het losse puin. Het is alleen mogelijk dat met grote boren dat een gaatje gevonden kan worden. Wanneer een officiële instelling het nodig vindt dat een onderzoek toch moet plaatsvinden dan werken wij mee.
Eindconclusies van de heer Meijer Parlementaire Enquête Bijlmerramp 1999
Dan is daarmee een eind gekomen aan het openbaar verhoor en verzoek de griffier de heer Krom uit te geleiden en sluit de vergadering . De commissie gaat morgen door om half tien.
Hij meent dat de volgende prangende vragen ontbraken of onwaarheden werden verteld.
|
Overzicht Bijlmer-enquête
Ochtendzitting verhoor van L.C. van de Pols en H.G. Damveld
Klankbord voor slachtoffers Bijlmerramp
Rubrieken bij de Sociale Databank Nederland
Stichting Sociale Databank Nederland
E-mailadres: sdn@planet.nl
Site adres:
sdnl.nl/ziezo-22.htm