DEN HAAG, zaterdag
'In het
delicts-proces-verbaal, zoals de
politie in Den Bosch dat noemt,
wordt gemeld dat er op 16
november 1999 een observatie
heeft plaatsgevonden bij het
pand aan de Ketelaarskampweg in
Den Bosch. Wij zijn nagegaan of
dat inderdaad is gebeurd en men
heeft ons meegedeeld dat er geen
observatie is geweest!'
Met deze opmerkelijke
onthulling gaf mr. H.C.
Vermaseren afgelopen maandag
onomwonden toe dat de politie in
Den Bosch een vals
proces-verbaal had opgesteld. De
jurist trad op als voorzitter
van een hoorzitting, die door de
afdeling bestuurlijke en
juridische zaken van het college
van procureurs-generaal
afgelopen maandag werd gehouden.
Het observatieverslag was
zes jaar lang onder water
gebleven en Robert Hörchner en
zijn levenspartner Annelies
Pijnenborg hadden het nu
opgeëist. Het door de politie
vermelde document was indertijd
een voorname grondslag voor hun
vervolging wegens deelneming aan
een xtc-bende. Deze had zich
meester gemaakt van een
leegstaande hal, die door
Hörchner was gehuurd, en er
zonder zijn medeweten een
xtc-laboratorium in gebouwd.
Als gevolg van het
justitiële onderzoek, waarin de
zakenman beschuldigd werd van
deelneming aan de bende, ging
zijn florerende confectiebedrijf
ten onder, maar de rechtbank en
het gerechtshof in Den Bosch
oordeelden dat het duo volstrekt
onschuldig was. Hörchner werd
door het hof zelfs staande de
zitting vrijgesproken. Daarmee
demonstreerden de raadsheren
ondubbelzinnig dat de Brabantse
ondernemer nooit voor de rechter
gebracht had moeten worden.
Deze oorvijg voor
justitie weerhoudt de staat der
Nederlanden er echter niet van
zich tot het uiterste te
verzetten tegen de meer dan
gerechtvaardigde
schadevergoeding die Hörchner
eist. Op de stoep van het Haagse
paleis van justitie verklaarde
hij na afloop van de zitting:
'Voor mij stond het vast dat er
geen observatie had
plaatsgevonden. Men stelde in
het procesverbaal, waarin de
hele zaak werd samengevat, dat
leden van het observatieteam
hadden gezien dat Annelies die
dag in het pand aan de
Ketelaarskampweg was geweest en
dus moest weten dat er een
xtc-lab stond. Het dossier
wemelde van de
observatieverslagen, maar
merkwaardig genoeg was er geen
één te vinden over activiteiten
van de recherche op de
Ketelaarskampweg. Daarom wilden
wij via deze hoorzitting de
afgifte van het document
afdwingen.' Hoewel Hörchner
ervan overtuigd was dat het
verslag niet bestond, was het
toch een schok voor hem en zijn
vrouw nu van een topjurist van
het college van
procureurs-generaal te vernemen
dat de politie een vals
proces-verbaal had opgesteld.
Geluidsband
Mr. Cees
Korvinus, de raadsman van
Hörchner en Pijnenborg, eiste
ook een geluidsband van een
tapgesprek van 12 november 1999
op. Dit gesprek werd volgens
Hörchner en Pijnenborg door een
rechercheur vervalst, waardoor
de indruk ontstond dat zij de
hal hadden verhuurd aan de
xtc-boeven.
'Wij willen de band door
een deskundige laten onderzoeken
om zo te kunnen vaststellen wat
op een vrijwel onverstaanbaar
stuk van de tape werkelijk wordt
gezegd', zei mr. Korvinus.
'Daarvoor kan geen belemmering
zijn, want de betrokken
hoofdofficier van justitie mr.
R.W.M. Craemer heeft op 27 mei
2004 in een televisie-interview
met Peter R. de Vries al
toegezegd, dat de band zou
worden vrijgegeven.'
De hoofdofficier kwam
zijn woord echter niet na toen
Robert Hörchner de band na dit
interview onmiddellijk opeiste.
Op 20 juli 2004 liet mr.
Craemer schriftelijk
weten dat er geen kopie zou
worden afgegeven, maar dat men
de band wel mocht uitluisteren.
Volgens mr. Vermaseren,
de voorzitter van de
hoorzitting, ging het hier om
een weigering. Maar mr. Korvinus
stelde dat Craemer, die kort na
het interview met De Vries als
hoofdofficier uit Den Bosch
vertrok, in zijn brief een
belangrijke juridische fout had
gemaakt: 'Het was geen weigering
in de zin der wet. Dat staat
namelijk niet in de brief, zodat
nu niet gesteld kan worden dat
de beroepstermijn is
verstreken.'
Het hele onderzoek van
justitie tegen Hörchner en
Pijnenborg wemelt van de
merkwaardigheden. Zo werd het
duo door de rechercheur die het
proces-verbaal over het
gewraakte tapgesprek opmaakte,
wegens smaad aangeklaagd. Later
werd de zaak geseponeerd, maar
justitie legde Hörchner en
Pijnenborg wel een
voorwaardelijke sanctie op.
Echtpaar ten onrechte
vervolgd voor deelname
xtc-bende
Justitie splitste het
onderzoek tegen Hörchner af van
het onderzoek tegen de rest van
de bende.
Van deze verdachten werd
een ex-politieagent ook
vrijgesproken. Kortgeleden kreeg
Hörchner de beschikking over
zijn dossier. Er bleken liefst
veertien ordners in te zitten
die niet in het dossierHörchner
waren terug te vinden. 'Was dat
wel het geval geweest dan hadden
wij onmiddellijk geweten dat er
met de observatieverslagen was
geknoeid, want er kwam geen
enkele observatie aan de
Ketelaarskampweg in voor', zegt
Hörchner.