Huizen, 18 november 1999
Ecologisch Kennis Centrum BV
t.a.v. ing. A.M.L. van Rooij
U als mijn gemachtigde stuurde mij een kopie van de brief die het ministerie van VROM aan het EKC zond, waarin door de heer drs. Kreuzenkamp werd gevraagd om mijn belang bij het door mij via het EKC gestelde bezwaar nader te preciseren. Met klem verzoek ik u om mijn belang dat evident is in de procedure toe te lichten en het ministerie er op te wijzen dat de wet aan iedere Nederlander het recht toekent om in enige procedure zijn recht van inspraak te doen laten gelden. Daarop zijn geen uitzonderingen mogelijk en dat is maar goed ook. Hieronder omschrijf ik het persoonlijke belang dat ik heb m.b.t. Het besluit dat in het geding is.
Mijn belang: Als bewoner van de Rijn-delta heb ik per definitie er een zeer groot belang bij dat noch voor binnenlands, noch voor buitenlands (her)gebruik giftige stoffen worden geëxporteerd, geïmporteerd of hergebruikt. Al deze giftige stoffen komen al dan niet met enige vertraging in het leefmilieu terecht. Direct via de lucht bij verbranding in haarden of energiecentrales en wat later via de rivieren door uitspoeling uit het hout zelf of uit de as die overblijft in de verbrandingsinstallaties en verwerkt wordt in beton, asfalt en cement etc.; en nog heel veel later via het grondwater in mijn drinkwater. Bovendien loop ik de kans dat langs een omweg ik diezelfde giftige stoffen toch binnen krijg via diffuus vervuilde voedingsmiddelen. Dit, analoog aan verboden bestrijdingsmiddelen als DDT die door onze chemische industrie naar de Derde Wereld worden geëxporteerd en via koffie, thee, bananen enz. terugkomen op mijn bord.
Mijn gezondheid en die van mijn kinderen staat op het spel, nog daar gelaten dat toenemende ziekten als gevolg van milieuvergiftiging een steeds zwaardere economische en financiële last zullen leggen op mijn toekomst en die van mijn kinderen. Men vraagt: "Welk belang ik heb bij het bezwaarschrift tegen de export van gifhoudende houtsnippers naar Italië en andere landen van de gemeenschap?" Het antwoord is helder. Ik accepteer onder geen voorwaarde een volstrekt vermijdbare vergiftiging van mijn leefomgeving, op welke wijze en waar dan ook. Met name voorzitter Prodi van de Europese Commissie zal Nederland hoe dan ook verbieden om giftige producten naar andere landen van de EU te laten exporteren, zoals hij dat onlangs bekend maakte. Zijn opmerking gold niet alleen voor drugs, maar voor alle producten en grondstoffen. (Ik zal de heer Prodi een kopie van deze brief en de cd-rom toezenden).
Hoewel ik geen aandelen heb in de betrokken bedrijven, heb ik wel een aandeel in de exploitatie van de Nederlandse staat en straks ook in die van de Europese gemeenschap. Mijn belang om geen onnodige zorgkosten te moeten betalen voor mensen die ziek zijn geworden door het beleid van VROM, waardoor ik straks via de belastingen ook nog schade zal moeten betalen aan enige betrokkene, is een belang dat kristalhelder is. Nog belangrijker en groter is mijn belang om in een gezond milieu te kunnen leven. Argumenten van autoriteiten dat mijn belang niet evident is, doet bij mij de vraag rijzen: "Welk belang hebben de provincies en het ministerie van VROM om de kwalijke praktijken van het dumpen van zwaar giftig afval in nieuwe producten en grondstoffen, zowel voor binnen- als buitenlands (her)gebruik toe te staan, te gedogen, en in veel gevallen zelfs te subsidiëren?".
R.M. Brockhus
Westkade 227,
1273 RJ Huizen
Tel.: 035-5244141
Deze brief zal eveneens op het internet worden geplaatst bij de Sociale Databank Nederland op website-adres http://www.sdnl.nl/vrom-4.htm
Stichting Sociale Databank Nederland
E-mailadres: sdn@planet.nl
Internet site:
http://www.sdnl.nl/vrom-4.htm