De milieuhandhaving schiet te kort terwijl het milieu onder grote druk staat omdat economisch gewin meestal voorgaat. Milieucriminaliteit neemt aanzienlijk toe en de milieuhandhaving schiet tekort. Versterking van die handhaving is dringend nodig, zo vindt ook Minister J. Pronk van VROM.
Politie Gelderland Zuid
District Stad Nijmegen
t.a.v. dhr. J.H. van Hoevelaken
Nijmegen, 16 januari 2000
Aangifte van vermoedelijk gepleegde strafbare feiten
Hierbij doen wij aangifte van vermoedelijk gepleegde strafbare feiten door:
Hickson (van Swaay) Garantor B.V., adres Ambachtsweg 4 te Nijmegen.
Wij vermoeden dat het bedrijf zich schuldig heeft gemaakt aan:
Handelingen met schadelijke/verontreinigende stoffen waardoor het milieu, bijvoorbeeld oppervlaktewater of bodem, kan worden/wordt aangetast.
Deze handelingen zijn verboden op grond van art. 1, eerste of derde lid van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo), en art. 13 van de Wet bodembescherming (Wbb).
Overtreding van deze wetsartikelen is strafbaar.
Wij verdenken genoemd bedrijf van het verontreinigen van het grondwater onder de aan de Ambachtsweg te Nijmegen gelegen volkstuintjes.
Voor nadere informatie verwijzen wij naar het bijgevoegd dossier.
Op grond van de door het College van procureurs- generaal opgestelde kernbepalingen bent u verplicht om bij constatering van een overtreding van een kernbepaling direct proces- verbaal op te maken. Gaarne worden wij door u in de gelegenheid gesteld om in verband met deze zaak officieel aangifte te doen.
In afwachting van uw reactie tekent,
Namens de Vrijwillige Milieurecherche,
Met vriendelijke groet,
Drs. A.W.G. van Bergen
Bijlage: Dossier "Volkstuintjes Ambachtsweg"
Dossier "Volkstuintjes Ambachtsweg"
Het bedrijf Hickson Garantor B.V. te Nijmegen ( ook bekend als Van Swaay Garantor) houdt zich reeds vele jaren bezig met het impregneren van hout met diverse soorten bestrijdingsmiddelen. Deze middelen bevatten tal van gevaarlijke kankerverwekkende stoffen. Met name moeten daarbij genoemd worden : Polycyclische Aromatische koolwaterstoffen (PAK's), Arseen en Chroom VI.
De Vereniging Dorpsbelang Hees schreef op 27 juni 1995 een brief aan het College van Burgemeester en wethouders van Nijmegen (Bijlage 1). In betreffende brief werd onder andere de vrees uitgesproken dat de activiteiten van het bedrijf risico's zouden kunnen opleveren voor de tientallen gebruikers van de volkstuintjes. Deze liggen eveneens aan de Ambachtsweg, op ongeveer 200 meter van het bedrijfsterrein.
Op 23 oktober 1995 beantwoordt het College van Burgemeester en wethouders van Nijmegen de brief van de Vereniging Dorpsbelang Hees (Bijlage 2).
Er wordt bericht dat in het opgepompte grondwater een verhoging van gechloreerde alifatische koolwaterstoffen en van tolueen is aangetroffen. Er wordt geconcludeerd dat er geen sprake is van gezondheidsrisico's, indien het opgepompte water voor besproeiing wordt gebruikt. Bij de antwoordbrief van B&W van Nijmegen waren twee analyserapporten bijgevoegd. Allereerst een rapport van 22 september 1995 met de analyses van op 15 september 1995 genomen grond- en watermonsters (Bijlage 3).
Vervolgens is op 9 oktober 1995 een tweede serie watermonsters genomen. De analyseresultaten staan in een rapport van 12 oktober 1995 (Bijlage 4).
Op 2 juli 1996 stelde de raadsfractie van De Groenen in Nijmegen over deze zaak schriftelijke vragen aan het College van Burgemeester en wethouders van Nijmegen (Bijlage 5).
De belangrijkste vraag was: waarom zijn de bodem en het grondwater van de volkstuintjes niet onderzocht op PAK's, arseen en zeswaardig chroom? Bekend was dat bij Hickson Garantor vooral met bestrijdingsmiddelen geïmpregneerd werd die betreffende uiterst gevaarlijke kankerverwekkende stoffen bevatten. Daarnaast werd getwijfeld aan de onafhankelijkheid van het onderzoeksbureau MTI, dat de analyses uitvoerde. Dit omdat projectleidster mevrouw S. van Ophuizen van MTI directe familie is van een van de leden van het managementteam van Hickson Garantor.
Ten slotte werd gevraagd waarom er geen onderzoek naar de producten in de volkstuintjes was gedaan. Voordat de vragen officieel werden beantwoord circuleerden er concept- antwoorden van het College van Burgemeester en wethouders. (Bijlage 6).
In het concept- antwoord gaan B&W van Nijmegen niet rechtstreeks in op de vraag waarom er geen onderzoek is gedaan naar de aanwezigheid van arseen, chroom VI en PAK's in het grondwater. Wel wordt gesteld dat "er altijd sprake zal zijn van depositie van chroom en arseen". Maar, zo wordt er aan toegevoegd: "De mobiliteit van zware metalen is dermate gering dat verontreiniging van het grondwater uitgesloten kan worden". Het is echter een bekend gegeven dat een stof als arseen juist extreem goed oplost in water! De conceptvragen zijn besproken in de Collegevergadering van 24 september 1996. De beantwoording werd aangehouden. Het antwoord op de vragen van De Groenen werd in de Collegevergadering van 1 oktober 1996 definitief vastgesteld (Bijlage 7).
Over deze kwestie verscheen ook een artikel in "De Gelderlander" (Bijlage 8).
Nu werden onder andere argumenten van financiële aard opgevoerd om te beargumenteren waarom geen onderzoek is gedaan naar arseen, chroom en PAK's. Dit is naar onze mening geen valide argument. Genoemde stoffen worden in bijna alle gangbare onderzoeken van bodem- en watermonsters geanalyseerd. Het levert dus nauwelijks extra kosten op. Daarnaast werd verwezen naar eerdere onderzoeken in opdracht van Hickson (van Swaay) Garantor, waaruit zou blijken dat "ten aanzien van de aangetroffen concentraties PAK's, arseen en chroom… consumptie van de producten uit de volkstuinen niet gepaard gaat met een verhoogd risico voor de gezondheid".
Niet vermeld werd welk(e) onderzoek(en) het zou betreffen. De bewering staat in ieder geval op gespannen voet met hetgeen gesteld wordt in bijgaande samenvatting van een rapport van TAUW uit 1994 (Bijlage 9).
Daarin wordt onder andere gesteld dat de concentratie van zowel PAK's als chloorfenolen nabij en op het terrein van KNP (nu: Sappo) de interventiewaarde overschreed.
Op 28 januari 1999 hebben Gedeputeerde Staten van Gelderland in verband met een melding namens van Swaay Garantor B.V. bijgaande beschikking ex art. 29 en 37 Wet bodembescherming afgegeven met betrekking tot het bedrijfsterrein (Bijlage 10). Geconcludeerd wordt dat er sprake is van een urgent geval van ernstige bodemverontreiniging. Daarin wordt met betrekking tot het grondwater onder andere gesteld:
"Voor zware metalen (chroom, koper en arseen), PAK, naftaleen , minerale olie, xyleen, chloorfenolen en pentachloorfenol worden de interventiewaarden in het grondwater overschreden…. De zware metalen, chroom, koper en arseen, hebben zich vanaf de (noord) oostzijde in zuidwestelijke richting tot aan de Ambachtsweg verspreid" (pag.3).
Daarnaast wordt naar aanleiding van een risico- evaluatie geconcludeerd dat er sprake is van actuele verspreidingsrisico's.
Conclusie
Naar onze mening staat op grond van dit dossier vast dat er concrete aanwijzingen zijn dat Hickson (van Swaay) Garantor B.V. verantwoordelijk is voor verontreiniging van het grondwater onder de volkstuintjes aan de Ambachtsweg met gechloreerde alifatische koolwaterstoffen en tolueen.
Mogelijk is er ook sprake van verontreiniging van betreffend grondwater met kankerverwekkende zware metalen als arseen en zeswaardig chroom, alsmede met PAK's.
Wij beschikken op dit punt niet over concrete gegevens. Naar onze mening is het van groot belang voor de gebruikers van de volkstuintjes dat u op dit punt analyses laat uitvoeren.
Wij vinden dat ook onderzocht moet worden hoe de analyseresultaten van MTI tot stand zijn gekomen.
Vragen die gesteld zouden moeten worden zijn daarbij:
- heeft de gemeente Nijmegen dan wel MTI besloten om geen onderzoek te doen naar de stoffen arseen, chroom VI en PAK's ?
- heeft Hickson (van Swaay) Garantor, door gebruik te maken van de familierelatie tussen een van haar directeuren en de projectleidster van MTI, kunnen interveniëren in dit onderzoek ?
- Indien dat het geval was, wat was daarvan het gevolg? Heeft MTI zich schuldig gemaakt aan valsheid van geschrifte?