NATUUR EN MILIEU, 25 ste JAARGANG NUMMER 10, OKTOBER 2001 _______________________________________________________________________________________________________________ V/h de milieubeweging Essay We hebben het zonder aarzeling over 'de milieubeweging', maar bestaat die eigenlijk nog wel? Nee, vindt Jerphaas Donner. Er zijn milieuorganisaties, die aardig wat invloed hebben, maar ook lijden aan een aantal hinderlijke kwalen, zoals projectificatie en haalbaritis. Tijd voor een nieuw elan. Sinds ik directeur van Milieukontakt Oost-Europa ben, hou ik regelmatig inleidingen over de Nederlandse milieubeweging voor een gehoor van Oost-Europese en Centraal-Aziatische milieuactivisten. Het beeld dat ik schets is voor mijn gasten vaak te mooi om waar te zijn: een breed netwerk van sterke, kapitaalkrachtige organisaties met een professioneel kader en een aanzienlijke invloed op de politieke besluitvorming. Als ik ze dan ook nog vertel van de drie miljoen mensen die bij natuur- en milieuorganisaties zijn aangesloten, van de overheidsfinanciering die ons ten deel valt en de Postcodeloterij die als een suikeroom jaarlijks zo'n 350 miljoen aan goede doelen doneert, kunnen ze hun oren nauwelijks geloven. Nederland is voor hen definitief het luilekkerland van de milieubeweging. Het is ook een indrukwekkend verhaal. Natuur- en milieuorganisaties hebben in Nederland meer steun van de bevolking, een groter aantal werknemers en waarschijnlijk grotere invloed op de politieke besluitvorming dan in welk land ter wereld ook. Om het in ecologische termen uit te drukken: de Nederlandse milieubeweging lijkt zich in het climaxstadium van een sociale beweging te bevinden. Organisaties zijn geïnstitutionaliseerd en aangeschoven bij het belangrijkste adviesorgaan van de regering, de SER. Via tal van kanalen hebben de milieulobbyisten toegang tot de machtscentra. Medewerkers van milieuorganisaties zijn professionals met elk hun eigen specialisaties. Donateurs en 'leden' hebben hun engagement aan de professionals uitbesteed en lijken er blindelings op te vertrouwen dat het milieubelang goed wordt behartigd. De milieubeweging lijkt af. Na mijn inleiding reizen mijn gasten uit het oosten door het land. Ze bezoeken organisaties, natuurgebieden en voorbeeldprojecen. Ze vernemen hoe natuurgebieden kunstmatig, met grote hoeveelheden geld en tal van beheermaatregelen overeind worden gehouden. Ze zien de verstedelijking die als een stenen golf over het landelijk gebied slaat. Als ze het geluk hebben een heldere dag mee te maken, zien ze de hemel gevuld met bewolking, veroorzaakt door vliegtuigen. Ze verbazen zich over de verkeerscongestie en het uit zijn voegen barstende openbaar vervoer. Ze missen de stilte en ze zien nergens een horizon zonder bebouwing. Met andere woorden, ze zien tal van structurele (milieu)problemen waar die Nederlandse milieubeweging geen invloed op lijkt te hebben. De milieubeweging is misschien wel af, maar nog lang niet klaar. Laten we het onder ogen zien: de Nederlandse milieubeweging als sociale beweging is ter ziele. Typische kenmerken van een sociale beweging - een breed gedeeld engagement, een hoge mobilisatiegraad voor buitenparlementaire acties, de opkomst van nieuwe organisaties waarin zwakkere partijen hun stem laten horen - behoren inmiddels tot het verleden. De sociale beweging die ooit bestond, heeft plaatstgemaakt voor een conglomeraat van niet-gouvernementele organisaties (NGO's), dat besluitvormingsprocessen wil beïnvloeden op een manier die het milieu en de natuur ten goede komt. Dat conglomeraat is weliswaar professioneel en invloedrijk, maar vertoont een aantal ontwikkelingen die reden geven tot kritische zelfreflectie.
1. = expertocratie.
2. = Projectificatie.
3. = Externe advies.
4. = Seminarisatie.
5. = Missie en Identiteit.
6. = Haalbaritis. Deze wat sombere opsomming van negatieve ontwikkelingen is niet bedoeld als een pleidooi voor terugkeer naar de milieubeweging van de jaren zeventig. Integendeel, ik zou juist willen pleiten voor een sprong voorwaarts die de positieve kanten van de milieuorganisaties versterkt waarmee dit verhaal begon. Daartoe moeten we de bovengeschetste schaduwzijden van ons afschudden. De huidige organisaties moeten veel meer ruimte bieden aan vernieuwende initiatieven en afstand durven nemen van verouderde werkwijzen. Dat betekent dat het management risico's moet nemen en confrontaties met gevestigde belangen binnen de organisaties aan moet gaan. Een mooi voorbeeld stond vorige maand in dit blad: "Stichting wAarde" is met steun van "Das & Boom" opgericht zonder enige zekerheid of de beoogde initiatieven kans zouden maken. De huidige directeur zegde zijn vorige baan op om zijn originele ideeën te kunnen realiseren. Het is vernieuwend, verfrissend en blijkt aan te slaan bij een groot publiek. Het is slechts een voorbeeld, en er is beslist nog geen sprake van een vernieuwend elan binnen de milieuorganisaties. Wel geeft het hoop dat het mogelijk is te ontkomen aan haalbaritis, projectificatie, seminarisatie en andere aandoeningen waaraan de milieuorganisaties thans lijden.
---------------------//////-------------------
Jerphaas Donner is directeur van Milieukontakt Oost-Europa en redacteur van dit blad. |
St. N&M
SDN-rubrieken
Ecologisch Kennis Centrum
Overzicht van publicaties van Edelchemie
Edelchemie: NUL-optie als finale oplossing voor milieuvervuiling
Brief aan Ria Oomen-Ruijten, europarlementariër m.b.t. Hanja Maij-Weggen's belofte
Homepage van drs. N.C. Burhoven Jaspers MBA
Antecedentenregister Rechterlijke Macht
Terug naar het begin
Stichting Sociale Databank Nederland
E-mailadres: sdn@planet.nl
Internet site:
http://www.sdnl.nl/vmd-essay.htm