Door: Wil Verkerk (Tweede Kamerlid)
Bestuurders van AOV-afdelingen en andere AOV-leden, met wie ik regelmatig contact heb, weten dat het kamerlidmaatschap heel veel tijd en werk vraagt. Zoveel, dat van een huiselijk leven weinig terecht komt. Vandaar dat ik nogal eens zeg, dat ik in mei 1994 ben begonnen te werken en sindsdien niet ben opgehouden. Mijn medewerkers/sters van toen en nu kunnen erover meepraten. Ook in de "recesperioden" (reces is Latijn voor "achterover leunen") zijn er werkdagen. Zij het dat de gebruikelijke plenaire- en commissievergaderingen op de dinsdagen, woensdagen en donderdagen tijdens het reces achterwege blijven. Deze drie centrale vergaderdagen inclusief de fractievergaderingen, op dinsdagmorgen AOV, en op woensdagmorgen AOV-Unie 55+, zijn de belangrijkste dagen. Daarnaast zijn meermalen commissievergaderingen 's maandags, werkbezoeken op maandag of vrijdag en werkbezoeken op vrijdag en zaterdag. Toen ik op de kandidatenlijst werd geplaatst (en mij niet had aangemeld) hebben mijn vrouw en ik er ernstig over gepraat. Mijn en haar opvatting was: Je bent geroepen, nu moet je ook gaan.
Opvattingen ((1)
Mijn opvatting was - en is: je werkt in Den Haag en vanuit Den Haag om de AOV-beginselen uit te dragen. Dat is de plicht en de taak van een Kamerlid, zeker van een kleine fractie. Het AOV wil een "echte" partij zijn en de fractie dient zo breed mogelijk te werken. Voor mij geldt dat nog meer nadat ik besloot in september 1995 de AOV-fractie opnieuw te "vullen" met collega Van wingerden. De bevoegdheden van de Tweede Kamer omvatten o.m. een aandeel in de wetgeving, controle op de regering, mede via het recht van vragen stellen dat elk Kamerlid heeft: schriftelijk en mondeling tijdens het "vragenuurtje" alsmede het recht van enquête.
Opvattingen ((2)
Kamerleden die samen een fractie vormen dienen allereerst in Den Haag te werken. Partijbesturen zorgen voor de opbouw van de partij in het land, zorgen voor interne communicatie, voor opbouw en uitbouw van het Verbond, voor (goede) publiciteit enzovoort. Kamerfractie en Verbond vinden elkaar in het Programma, dat is hun gezamenlijke basis en uitgangspunt. Een Kamerlid is niet in dienst van een partij, hij werkt met een mandaat van de kiezers en is aan hen verantwoording schuldig over zijn doen en laten. De partij kan hem vragen wat hij doet om het Programma in Den Haag tot zijn recht te laten komen.
Van deze opvattingen uit heb ik gewerkt. Dat betekent ook dat ik niet meedoe aan roddel, achterbaksheid, foute communicatie e.d. Het AOV-programma houdt in: respect voor de medemens. Daarom onthield ik mij van stemming op de beruchte dag dat Theo Hendriks door 4 van de 6 man uit de AOV-fractie werd weggestemd (najaar 1994). Twee brieven van mij aan de toenmalige partijvoorzitter (één met de waarschuwing dat het Verbond, de fractie en mensen werden beschadigd) is nooit schriftelijk beantwoord.
Ook omdat ik niet houd van beschadigen van mensen, verliet ik vóór de stemming om Van Wingerden uit de AOV-fractie te zetten (3 stemmen van de 5) deze fractievergadering. Of mijn verzoek, om in de notulen op te nemen dat ik de vergadering had verlaten is ingewilligd, ben ik nooit te weten gekomen. Want kort daarna werd ik zelf eruit gezet. De drie overblijvers stichtten daarna een eigen partij en stapten toen uit de AOV-fractie. September 1995 stapten Van Wingerden en ik er weer in, met toestemming van de Kamer.
Opvattingen ((3)
Nog een opvatting die ik koester is, dat Staatsrechtelijke zaken en Kamerregelement moeten worden gerespecteerd. Als daartegen fouten worden gemaakt - en hun naam wordt daarbij ook gebruikt - dan laat ik dergelijke fouten corrigeren. Ik wens niet betrokken te worden in andermans fouten en ondermaatse handelingen of gedachten.
Opvattingen ((4)
Zoals u weet was al najaar 1995 een eerste contact tot stand gekomen tussen de AOV-FRACTIE en de Unie 55+ -fractie in de Tweede Kamer. Vanwege de strubbelingen in het Verbondsbestuur stelde de heer Bertus Leerkes er prijs op om in 1996 dit contact op een laag pitje te zetten. Najaar 1996 is de draad weer opgepakt en nu is er veel goede samenwerking. Met de groep Nijpels-Hezemans kwam samenwerking niet ter sprake vanwege de ontstaansgeschiedenis van deze fractie: medefractieleden eruit gegooid, daarna zelf uit de AOV-fractie gestapt. Dan kan alleen maar de conclusie zijn dat deze groep niet bepaald de eerste is om mee samen te werken.
Opvattingen((5)
Gezien mijn opvattingen over de positie van een Kamerlid, zijn plichten en zijn werk, bemoei ik mij liefst niet met zaken, die mij in mijn positie niet aangaan. Brieven waar mijn handtekening niet onder staat zijn dus ook nooit mede van mij afkomstig. Hoe graag sommige lieden mij ook willen betrekken bij hun activiteiten, opinievorming, of persoonlijke brieven en "rondschrijvens". Ik heb trouwens geen tijd voor dergelijke aangelegenheden. Wel stel ik uiteraard prijs op een goede communicatie en relatie met elke AOV-er die het eerlijk meent en met het Verbondsbestuur. Goede afspraken kunnen worden gemaakt aan de hand van datumvoorstellen en een agenda. Zoals dat altijd behoort te gaan.
Een paar cijfers sinds mei 1994 tot midden maart dit jaar heb ik onder meer het volgende in de Kamer gedaan:
Dergelijke activiteiten beslaan nu al 20 A4-tjes overzicht. Daarbij komen de eindredactie van het fractieblad, fractievergaderingen, werkbezoeken e.d. Kortom: Wie meent het Kamerlidmaatschap "parttime" te kunnen uitvoeren kan er beter niet aan beginnen.
Willibrord J. Verkerk fractievoorzitter