HAAKSBERGEN, vrijdag
Het 1319 pagina's dikke en als vertrouwelijk geclassificeerde
'Nachtegaaldossier' van de rijksrecherche legt een bom onder het
functioneren van de Haaksbergse politie. In de rapportage worden de
Twentse dienders neergezet als plattelandsveldwachters met een
cultuur waar 'domheid, leugens en bedrog' bepaald geen uitzondering
zijn.
'Het zijn
voornamelijk oudere politieambtenaren, die al 20 jaar in Haaksbergen
zaten en vastgeroest waren in oude ideeën. Teamchefs keken nergens
naar. Zaken die niet goed waren, worden dan als normaal beschouwd',
aldus het rijksrecherche in het vernietigende rapport. 'In
Haaksbergen werd veel gepraat om problemen opgelost te krijgen in
plaats van dat er direct repressief werd opgetreden. Het wordt als
een valkuil ervaren dat er te veel mensen te lang in Haaksbergen
werken, waardoor er een te grote verwevenheid ontstaat met de
plaatselijke bevolking. Daardoor komt de objectiviteit onder druk te
staan. Dat vertaalde zich in niet optreden als dat wel nodig was en
ook in het ontstaan van een eigen wetboek van strafvordering. Men
kreeg informatie waar men langs strafvorderlijke weg niets mee kon
en zocht dan naar wegen om toch het beoogde doel te
bereiken.' Cruciaal De
rijksrecherche nam het functioneren van de Haaksbergse politie onder
de loep vanwege de beschuldiging van vermeende meineed van twee
hoofdagenten naar aanleiding van de affaire rond Johan Veldhuis.
Deze Haaksbergenaar ligt al jaren overhoop met de lokale politie,
omdat hij zich gedupeerd voelt door hoofdagent Jos Olde D., die een
cruciale rol speelde bij de aankoop van een woonboerderij aan de
Lankmorsweg. Veldhuis verklaarde dat de eigenaar hem het recht van
eerste koop had gegeven, terwijl Olde D. het opnam voor een
bevriende onroerendgoedhandelaar die het pand ook wilde hebben.
Gesteund door zijn collega Harm K. verklaarde Olde D. diverse keren
tegenover de rechter dat Veldhuis de aankooppapieren had
vervalst.
De zaak, waarover deze krant uitgebreid berichtte, wekte zelfs
de aandacht van minister Donner (Justitie) waarna het college
van procureurs- generaal opdracht gaf een onderzoek naar de
twee politiemensen in te stellen. Het
Nachtegaal-dossier maakt korte metten met Jos Olde D., die 'op een
aantal punten een meinedige verklaring heeft afgelegd'. Over het
motief van de hoofdagent laat de rijksrecherche weten: 'Bij ons was
het vermoeden gerezen dat hij mogelijk een financieel belang
had.'
|
|
|
Johan Veldhuis en zijn advocaat mr. Speijdel voor het
politiebureau in Haaksbergen. 'Deze zaak moest in de
doofpot.' |
FOTO: REINIER VAN
WILLIGEN |
Johan Veldhuis is
in zijn nopjes: 'Ik heb altijd al gedacht dat Olde D.
vorstelijk is beloond voor zijn valse verklaringen. Dat wordt
nu mijns inziens bevestigd. Ik kan niet wachten tot de
rechtszaak begint.'
Het
Nachtegaaldossier leest als een episode uit 'Commissaris
Achterberg en de corrupte veldwachters'. Uit transcripties van
de verhoren blijkt hoe rijksrechercheurs het net rond Olde
D. doen sluiten.
Zo
moet Jos Olde D., geconfronteerd met de taps, met het
schaamrood op zijn kaken bekennen gesprekken te hebben gevoerd
met hoofdrolspelers in het dorpsdrama, terwijl hij dat eerder
nog tijdens de rechercheverhoren had ontkend. Saillant is dat
nu ook tal van leidinggevenden bij de Twentse politie in het
nauw lijken te komen. Zo blijkt uit een op 1 juni van dit jaar
opgemaakt proces-verbaal dat hoofdagent Harm K. verklaart
bezwaar te maken tegen zijn arrestatie omdat 'ik ben
aangehouden in strijd met gemaakte afspraken'.
Johan
Veldhuis: 'Ik heb altijd al gezegd dat die twee door hun
meerderen werden geruggensteund. Dat wordt nu dus bevestigd.
Want wie hebben K. de garantie gegeven dat hij niet zou worden
ingerekend? Dat kunnen alleen maar zijn chefs hebben gedaan!
Deze zaak moest in de doofpot.'
Justitie
was niet echt gelukkig met de 'inmenging' van de rijksrecherche.
Voordat het onderzoek begon, blijken de rijksrechercheurs met
zaaksofficier mr. J.C. Gras uitgebreid te hebben gefilosofeerd over
de zin van het onderzoek vanwege het 'afbreukrisico' voor de
politie, zo staat onverbloemd te lezen. Volgens de raadsman van
Veldhuis, de Enschedese strafpleiter mr. Robert F. Speijdel,
benadrukt het Nachtegaaldossier nog eens het belang dat klachten
tegen de politie door een onafhankelijke partij worden behandeld.
'Vooral wanneer de integriteit van de politie in het geding is',
aldus mr.
Speijdel.
10
december 2004 |