van 10 juni 1998
De milieuregels zijn vrijwel niet te handhaven vanwege de wirwar van overheidsdiensten die zich met het milieu bezighouden, zegt commissaris D. VAN DOP. Hij pleit vandaag op een congres in Utrecht voor meer samenwerking.
Er is wel eens een enkele rechercheur die van commissaris Dick van Dop wil weten in welk café hij milieucriminelen tegen het lijf kan lopen. 'Dat antwoord moet ik schuldig blijven', zegt Van Dop. 'Als het om drugs gaat of om wapens, weten we wel waar we wezen moeten. Maar milieucriminelen vind je niet in kroegen. Die werken gewoon op kantoor en daar hebben we weinig zicht op.' Dick van Dop heeft een halve loopbaan in de milieusector achter de rug. Hij stond in de jaren tachtig aan de wieg van het milieubijstandsteam van het ministerie van VROM, maakte in allerlei functies de enorme groei van de milieubureaucratie mee en is onder meer als lid van de Werkgroep Aanpak Zware Milieucriminaliteit nog steeds nauw betrokken bij het milieu.
Van Dop geldt bij de politie als de deskundige bij uitstek in milieucriminaliteit. Hij was betrokken bij vele grote onderzoeken op milieugebied. In zijn huidige functie, hoofd van de divisie georganiseerde criminaliteit in de regio Midden- en West-Brabant, heeft hij niet alleen met het milieu te maken. Drugsbestrijding, mensenhandel en fraude staan ook hoog op zijn agenda. Van Dop: 'Ik kan onze inspanningen op milieugebied daarom goed vergelijken met die in andere sectoren.' Wat hij ziet, stemt hem niet optimistisch. Handhaving van milieuwetgeving is, vergeleken met bijvoorbeeld drugsbestrijding, een ingewikkelde materie. Productie van en handel in drugs is verboden. Wat met drugs bedoeld wordt, weet ook iedereen. Maar productie van en handel in afval is toegestaan, zij het meestal onder stringente voorwaarden. Die kunnen per gemeente, provincie en land verschillen. Bovendien blijken definities van afval uiteen te lopen. Wat de een afval noemt, is voor de ander een waardevolle grondstof.
Van Dop: 'Dat maakt milieuzaken erg moeilijk. Met de beste bedoelingen hebben we onszelf in Nederland met vrijwel niet te handhaven regels opgezadeld. Er zijn stoffen verboden zonder er een methode bij te leveren om de aanwezigheid van die stof te meten. Ga daar maar aan staan! Het wordt soms wel erg aantrekkelijk gemaakt voor bedrijven om de regels te overtreden.' De commissaris kan begrip opbrengen voor menig bedrijfsdirecteur die onder stapels regels en voorschriften wordt bedolven en uiteindelijk maar voor de goedkoopste, illegale oplossing kiest 'Soms weet ik ook niet hoe het anders zou moeten. De Overheid schept criminogene omstandigheden, misdrijven kunnen zo worden uitgelokt'
Hij noemt een voorbeeld: de situatie op de markt van het afval. Die wordt voor een belangrijk deel gedomineerd door drie grote bedrijven: BFI, Waste Management en Van Ganzewinkel. 'Die bedrijven overtreden zelf de regels niet. Ze zijn absoluut brandschoon. Maar ze halen op de markt wel het onderste uit de kan. Dat leidt tot prijsopdrijving en dat maakt het voor illegale ondernemers weer aantrekkelijk om een kans te wagen.' De Nederlandse overheid is daar jaren geleden al voor gewaarschuwd, onder meer door de Amerikaanse autoriteiten. 'In Amerika is het precies zo gegaan. Waar het evenwicht uit de markt is, wordt criminaliteit uitgelokt. Je kan er op wachten. Het kan voorkomen worden als de overheid niet te ver gaat met privatiseren en de greep op de prijsvorming in eigen hand houdt Maar wij staan erbij en kijken ernaar.'
Van Dop constateert verontrustende tendensen. Op lokaal en landelijk niveau prevaleert het belang van de vrije markt. Gemeenten zijn bereid ver te gaan in hun compromissen met vervuilende bedrijven. Als het op een keus aankomt tussen werkgelegenheid en milieu, legt het milieu vaak het loodje. Bovendien blijkt gevaarlijk afval in het Europa zonder binnengrenzen gemakkelijk weg te lekken naar andere lidstaten. Pas als zaken helemaal fout zijn gelopen, worden politie en Justitie erbij gehaald. Van Dop: 'Soms word ik getroffen door de wanhoop der herkenning. Sinds 1972 worden er al rapporten geschreven waarin men betere samenwerking tussen bestuur, politie en justitie bepleit Na elk schandaal, Uniser, Booy Clean en TCR, volgt een nieuwe opdracht aan een duur adviesbureau.
En telkens volgen dezelfde aanbevelingen. Maar van een echte doorbraak naar samenwerking is het nog niet gekomen.' Volgens de commissaris zou een combinatie van kennis en de deskundigheid van het bestuur met de gezonde achterdocht van de politie tot een efficiente aanpak leiden. Maar de cultuurverschillen zijn volgens Van Dop groot en de hang naar behoud van de eigen toko overheerst 'Zaken blijven te lang bij het bestuur hangen, omdat er te weinig vertrouwen in de politie is. Die zou weinig voelen voor het gedogen van situaties.'
Van Dop signaleert in de politiek een verminderde belangstelling voor handhaving van de milieuregels. 'Je moet politici voortdurend met narigheid bestoken om ze aan de gang te krijgen.' Maar ook de animo bij de politie houdt niet over. Milieuzaken strijden in veel korpsen nog steeds om voorrang. Meer dan de helft van de 25 politieregio's voldoet aan de doelstellingen, maar soms alleen op papier. Sinds dit jaar worden er aan de korpsen geen aparte bedragenvoor de bestrijding van milieumisdaden meer verstrekt. Milieuagenten klagen dat ze van milieuzaken worden afgehaald en op een inbraak worden gezet.
Van Dop kent de verhalen. Hij gaat ervan uit dat die tendens niet overheerst. De meeste korpsen zijn volgens hem nog wel enthousiast te maken voor eenvoudige milieuzaken. 'Maar vooral voor zwaardere milieuaffaires, met het echte recherchewerk, moeten er meer inspanningen geleverd worden', aldus Van Dop. Het besluit om het landelijk Kernteam Zware Milieucriminaliteit, een ploeg ter ondersteuning van de politiekorpsen, niet op te heffen, noemt hij een stap in de goede richting.
Er is volgens de commissaris in Nederland sprake van zware milieucriminaliteit. 'Maar voor een deel zien we die niet. Onze informatiepositie is daarvoor te zwak. Milieu, maar ook mensenhandel en fraude moet bij de korpsen hogere prioriteit krijgen. Ik denk dat we de maatschappij beter dienen met een goede handhaving van de milieuwetgeving dan met onze fixatie op drugs, drugs en nog eens drugs. Het enige onderwerp waarmee je gemakkelijk contact maakt, ook internationaal, is drugs. Terwijl een sluipend probleem als milieucriminaliteit vele malen erger is.'
Stichting Sociale Databank Nederland
E-mailadres: sdn@planet.nl
Site adres:
http://www.sdnl.nl/van-dop.htm