Angst aanjagen voor de staatsschuld met onnodige bezuinigingen, drijft honderdduizenden de armoedeval in

AOW-spaarfonds "Een Prima Plan"

Geldpolitiek . . . Kamerzetel 151 . . . Klokkenluiders <====> SDN . . . Crisisdebat

Uitlatingen VVD over toetreding Turkije tot de EEG, AOW-spaarfonds 'Een Prima Plan'


14 november 1996


Door Marcel van Dam in Forum

Het voorstel van het PvdA-Kamerlid Van Zijl om een welvaartsvaste AOW voor de toekomst veilig te stellen door nu uit de economische groei een spaarfonds te vormen door middel van een extra reductie van het financieringstekort, is om verscheidene redenen uitzonderlijk.

  • In de eerste plaats omdat het voorstel bijdraagt aan een oplossing voor een van de grootste maatschappelijke problemen: hoe houden we in Nederland een welvaartsvast basispensioen in stand ondanks de sterke vergrijzing. De draagwijdte van het probleem en de voorgestelde oplossing is enorm. In geld uitgedrukt gaat het om een project groter dan de Deltawerken.

  • In de tweede plaats omdat het een voorstel betreft om een probleem op te lossen dat pas op lange termijn actueel wordt, maar waarvoor nu al offers gebracht moeten worden. Dat komt in de politiek nog maar zelden voor. Als men net zo tijdig maatregelen had genomen om het uit de hand lopen van de WAO te voorkomen, dan was het niet nodig geweest om nu zo veel mensen zo veel ellende te bezorgen.

En als men vijftien jaar geleden maatregelen had genomen om het toen al voorzienbare verkeersinfarct te voorkomen, dan hadden we nu niet iedere morgen en iedere avond in de file gestaan. Nog uitzonderlijker is het dat zo'n toekomstgericht voorstel, dat offers op korte termijn vraagt, niet afkomstig is van het kabinet maar van een lid van de Tweede Kamer. Sterker nog: minister Melkert heeft juist bezwaar tegen het voorstel omdat het nu beslag legt op middelen die hij zou willen gebruiken voor verdere lastenverlichting. Het verzet van Melkert toont overigens aan dat het voorstel van het kabinet om de AOW veilig te stellen door toekomstige tekorten in de premie-afdracht te betalen uit de belastinginkomsten te weinig vertrouwenwekkend was.

Want dat voorstel zou in de toekomst tot een grote lastenstijging leiden, zeker als in aanmerking wordt genomen dat de vergrijzing niet alleen enorme bedragen zal vergen om de AOW op peil te houden, maar ook zal leiden tot een kostenexplosie in de verzorgingssector. De opvolger van Melkert zou dan veel meer reden hebben dan nu om bezwaar te maken tegen de zware lastendruk en de nadelige gevolgen daarvan voor de werkgelegenheid. Het bezwaar van Melkert is trouwens strijdig met een ander bewaar dat tegen het voorstel van Van Zijl wordt ingebracht. Het nu vastleggen van zo veel middelen voor de toekomst maakt het onmogelijk dan nog een afweging te maken tussen verschillende uitgavencategorieën. Ja, maar dat was toch ook de essentie van het voorstel van het kabinet? Of moesten we dat niet al te serieus nemen?

Het meest curieuze bezwaar kwam van Flip de Kam in NRC Handelsblad van 12 november. Door het vormen van een AOW-fonds zouden de besparingen toenemen en die zijn toch al te hoog. Verdere vraaguitval zou het gevolg zijn. Dat verwijt komt van een van de auteurs van het boek De Tijdbom dat vorig jaar verscheen en waarin werd voorgesteld om met ingang van heden alle ouderen ook AOW-premie te laten betalen en de opbrengst daarvan (4,5 miljard per jaar) in een apart fonds te storten om de AOW veilig te stellen. De redenering van De Kam betekent overigens ook dat je tegen iedere reductie van het financieringstekort zou moeten zijn (geweest), want besparingen voor een AOW-fonds hebben hetzelfde effect als een tekortreductie.

Behalve dat het voorstel-Van Zijl financieel deugt, heeft het nog een politiek-psychologisch voordeel dat moeilijk kan worden overschat. Door de aanhoudende en soms ingrijpende bezuinigingen op arrangementen van de verzorgingsstaat, is het vertrouwen in de overheid als schild van de zwakken ernstig aangetast. De prijs daarvoor is vooral betaald door de PvdA. Het plan-Van Zijl is een majeure stap om dat vertrouwen te herstellen. Intussen waren veel mensen al zo ver dat ze niet meer rekenden op de AOW als basispensioen. Voor honderdduizenden mensen betekende dat een onzekere toekomst. Herstel van vertrouwen in de politiek bij die groep zou het einde kunnen betekenen van het onzalige fenomeen van de ouderenpartijen.

D66 en de VVD hebben laten weten het voorstel van Van Zijl te omarmen. Ook dat is uitzonderlijk. Want een voorstel uit een bepaalde fractie kan nog zo goed zijn, het wordt door andere fracties meestal afgewezen omdat men de politieke concurrent het succes niet gunt. Kennelijk heeft van Zijl zodanig geopereerd dat zulke onzakelijke argumenten geen doorslaggevende rol hebben gespeeld. In ieder geval verdienen de fracties van D66 en de VVD een compliment voor hun ruimhartige steun aan het voorstel van een lid van de PvdA-fractie.

Het CDA kon die houding niet opbrengen. Kennelijk was dat te veel gevraagd van een partij die zo dom was om net voor de verkiezingen de welvaartsvaste AOW ter discussie te stellen en die daarvoor een hoge prijs heeft moeten betalen. De steun van VVD en D66 voor Van Zijl, gecombineerd met de houding van het CDA, betekent een belangrijke stap naar continuering van de paarse coalitie. Dat zou dan de tweede keer zijn dat het CDA buiten het kabinet blijft mede door onhandig opereren met de AOW.


Voetnoten

Van Dam praat veel over economie. Hij heeft overal een mening over, maar lijkt van het economisch-monetaire krachtenveld als drager van de economie toch niet zoveel verstand te hebben. Zijn goedkeuring om nu werkgelegenheid en welvaart op te offeren, te verplaatsen in de tijd, in te vriezen voor later, te transformeren van economische bedrijvigheid naar inert kapitaal en later dan weer omgekeerd, doet vermoeden dat van Dam is opgegroeid met oude wijsheden die zeggen dat: "Sparen voor de toekomst" niet alleen verstandig is, maar getuigt ook van een goed ontwikkeld verantwoordelijkheidsbesef. Voor de individu mag dat waar zijn. Ja, zelfs een fundamentele waarheid. Maar voor economen is het sparen iets geheel anders.

Het sparen heeft voor hen een bedrijfseconomisch aspect, dat consumptie tijdelijk uitstelt ten gunste van investeringen in weer nieuwe productie. Daarbij ontstaat dan die zogenaamde economische groei, die voor ecologen weer een gruwel is. Voor monetair gespecialiseerde structuureconomen heeft het sparen negatieve eigenschappen, omdat het spaargedrag van een volk als geheel vertragende gevolgen heeft voor de economische ontwikkeling. Voor geldstroomspecialisten, die de bloedsomloop van de natie bestuderen, betekent het nationale sparen een verplaatsing van werkgelegenheid en productiefactoren naar de toekomst; en weinig anders. Of die in de tijd verplaatste productiviteit ooit tot realisatie komt, wordt bepaald door accumulatie van spaarkapitaal dat boven een bepaalde grens zichzelf met inflatie zal vernietigen.

Met een spaarpot van tweemaal het nationaal inkomen (zie het jaarverslag van de Nederlandsche bank) zitten we vermoedelijk op de grens van wat het systeem nog kan dragen. Want nu al zijn de rente-inkomsten over gespaard kapitaal eenderde van het nationaal inkomen. Beleid, en dus ook het voorstel van Van Zijl, dient dus bij voorkeur op basis van kennis en inzicht te geschieden en niet op een wat naïef gedacht appeltje voor de dorst. Openbare discussie is daarom onontbeerlijk.


    Commentaar-2

Hier blijkt dat ook Van Dam behept is met het misverstand dat de lastendruk iets te maken zou hebben met het afbreken van werkgelegenheid, terwijl precies het omgekeerde het geval is. Sociale lasten en belastingen worden namelijk voor de volle honderd procent omgezet in werkgelegenheid, behalve wanneer ze afgedragen worden voor het verminderen van de staatsschuld. In dat geval wordt het sparen voor de aflossing van schuld voor honderd procent omgezet in werkloosheid en verpaupering. Mensen worden dan massaal slachtoffer van een feitelijk onjuiste vorm van "verantwoord beleid". Van Dam zegt wel dat het voorstel van Van Zijl deugt, maar in feite is het een verhaal uit de rijke fantasie van de 'Baron von Münchhausen', zoals een briefschrijver in een ingezonden stukje in de Volkskrant van 14 november het zo kenmerkend typeerde. Dat neemt evenwel niet weg, dat politiek 'Den Haag' de economische schoenvetertheorie van Van Zijl met open armen ontvangt.

Prof. dr. F. de Kam komt hier onverwacht met een standpunt dat getuigt van groeiend inzicht in de monetair-economische verhoudingen. Hoewel ik felle kritiek heb op vroegere uitlatingen van de Kam, ben ik bereid hem zijn asociale, onintelligente en egoïstische uitlatingen te vergeven, wanneer hij een bijdrage levert om de misvattingen over de effecten van het sparen bespreekbaar te krijgen. Ik doel dan op zijn voorstel op een symposium van sociale diensten in Lelystad: "Om de centrale verwarming in de huizen van de minima te laten vervangen door een enkele allesbrander in de huiskamer, zodat de koopkracht van de minima met een besparing op de energiekosten (gas) zou kunnen worden vergroot".

Maar ook zijn optreden bij Paul Witteman voor de VARA, samen met Jan Kamminga en Elske ter Veld, waaraan ook ik een bijdrage leverde, was zodanig asociaal dat je er letterlijk van moest kotsen. Hij stelde onverbloemd dat hij niet bereid was om belasting en premie voor anderen te betalen, vooral als mensen niet stonden te dringen om op de arbeidsmarkt een eigen inkomen te verwerven. Maar ook zijn optreden voor de NCRV, waar ik eveneens bij was, getuigde van puur egocentrisme, door te stellen dat er nog flink gespaard moest worden voor de oude dag, omdat je maar nooit kon weten of de inflatie je vermogen op zou eten. Beter teveel sparen dan te weinig was zijn boodschap toen. Vandaag lijkt Flip de Kam op dit punt bekeerd te zijn, en ik waardeer dat in hoge mate. Vandaar mijn aanbod om hem zijn miskleunen in het verleden toch maar te vergeven.

Van Dam heeft gelijk te stellen dat de besparingen voor het AOW-fonds hetzelfde effect hebben als het terugdringen van het begrotingstekort bij de overheid. Namelijk: het afbreken van werkgelegenheid en het toenemen van de verpaupering. En dan toch te stellen dat het plan van Van Zijl deugt, deugt op zich niet. Nog daar gelaten dat van Dam weigert een open discussie te voeren over datgene wat de financiering van de gehele collectieve sector, de sociale zekerheid inclusief de AOW mogelijk maakt, en de functionaliteit van de staatsschuld aantoont.