Wouter van Dieren analyseert de Nederlandse politiek


EuroStaete . . . EKC . . . Milieu . . . Klokkenluiders <====> SDN . . . Milieudefensie



    16 april 1998

    Door: Wouter van Dieren

    De antwoorden die alom worden gegeven op de vraag waarom D66 door de kiezers werd weggevaagd zijn onbevredigend. Mening commentator gelooft dat de democraten de post Binnenlandse Zaken hadden moeten bezetten, en niet die van het Buitenland, omdat alleen binnen de grenzen hun belangrijkste agendapunt, dat van de hervorming van het openbaar bestuur, gerealiseerd had kunnen worden. En dan zou men vast wel met kiezersgunst beloond worden, zo suggereert men allerwegen. In andere commentaren worden tal van andere constructies verzonnen om het verlies te verklaren, zoals de Clash der Giganten Kok en Bolkestein, de allerlei machinaties en politiek gekonkel, waardoor het oprechte D66-gedachtegoed niet tot de burger kan doordringen. Ik vrees dat men met dit alles de plank misslaat.

    In de 33 jaar van haar bestaan heeft D66 vooral een goed opgeleide, seculiere bovenlaag aangetrokken, zowel kiezers als eigen kader. Kenmerken van deze groep zijn individualisme, emancipatie, kennis en ontwikkeling, maar ook hedonisme en cynisme. Een voorman van de partij verzuchtte eens dat de grootste last van het geheel bestond uit het gebrek aan beginselen en geweten. Het jaarlijkse hoogtepunt is sinds het begin De Congresrede van Van Mierlo, waarin steevast veel charisma en mooie literaire twijfel worden gecombineerd met ongrijpbare ideeën over de maatschappelijke werkelijkheid. Bevlogenheid over milieu en derde wereld is er allang niet meer bij, en verder zoek je in de fraaie teksten vergeefs naar een concreet houvast voor al datgene waar men in het politieke spectrum wel voor zou moeten staan en dat je praktisch idealisme zou kunnen noemen. In de euforie van de regeringsdeelname is van dat idealisme niets terechtgekomen. Niet de inhoud, maar de kleur van de politiek bleek en blijkt h et grote ijkpunt. Paars als doel. Niet de politieke strijd, maar de vrolijke omgangsvormen bleken de eerste jaren de grote boodschap uit de ministerraad te zijn.

    In dat praktische idealisme hadden daden gesteld kunnen worden, om te beginnen met het milieu. Als geen andere partij wist D66 de laatste 25 jaar een beroep te doen op een rijk scala aan milieudeskundigheid, waardoor zowel een groene economie als een beter toekomstperspectief op de voorpagina hadden kunnen komen. Zoals de doorberekening van milieukosten in producten en mobiliteit. Zoals de omschakeling van de landbouw naar duurzame productiemethoden. Zoals het herstel van de kwaliteit in de ruimtelijke ordening, met een nadruk op het tegengaan van de snelwegurbanisatie. Zoals het revitaliseren van de steden met behulp van de Lokale Agenda Ô21, een uiterst welkom perspectief na de Rio-conferentie. Zoals het initiëren van lokale, regionale financiële ruilmiddelen, waarmee over de grens goede resultaten worden geboekt bij de aanmoediging van lokale werkgelegenheid en lokale milieuverbetering, hand in hand. Zoals het herstel van de waardigheid en de rol van de overheid, als zelfbewuste reactie tegen kortzichtige en riskante marktwerkingsideologieën.

    Maar ook buiten het milieu valt er van alles te verdienen. Zoals het stabiliseren en herstellen van het onderwijs, na enkele decennia van Zoetermeerse overkill. Zoals het tegengaan van de moderne ondernemersziekte, die van ieder groot bedrijf een speculerende en overnemende investeringsbank dreigt te maken, in plaats van een innoverend genootschap dat de samenleving wil dienen. Zoals het herstel van een eerlijke inkomensverdeling, om de exuberantie van het graaiende en grijpende managerdom te beteugelen. Zoals het herstel van een gezondheidssysteem dat de zorg voor een bedlegerige bejaarde niet meer afmeet aan de beschikbare ÄÊ1,74 per 2,5 minuut, maar aan de humaniteit van de samenleving.

    Niets van dit alles. Wat D66 en Paars wel hebben bereikt, ik zou het niet weten. Markt, markt en nog eens markt, dat is zo'n beetje het hele verhaal, voor zover ik dat kan natellen. Meer Schiphol en meer vliegtuigen, alsof ons leven ervan afhangt. Alle dagen en avonden de winkels open, opdat er maar geconsumeerd kan worden. Wegen, tunnels, landingsbanen. En toen het befaamde referendum er eindelijk kwam, stond D66 er bovenop om te elfder uren de spelregels zo te helpen veranderen dat de uitslag bij voorbaat vast zou staan. De gekozen burgemeester komt als onderwerp in mijn rijtje niet voor. Dat is een non-issue waarmee geen stem valt te winnen.

    Paars gelooft, merkwaardig genoeg, dat er geen politieke thema's meer zouden zijn, omdat de ideologische koers van de wereld nu wel vastligt. Dat is een gevaarlijke perspectiefvertekening. De samenleving is allesbehalve stabiel en al helemaal niet toekomstvast. Het Europese ideaal is verwaterd tot een munt. Werklozen worden ofwel statistisch weggecijferd of in een spiraal van inkomensachteruitgang gemanoeuvreerd. De ongelijkheid tussen Noord en Zuid groeit harder dan in de jaren zeventig. Het Global Casino van de financiële speculatie heeft 750 miljoen mensen een nieuw soort slavenbestaan gebracht. Het klimaat verandert zo snel dat de herverzekeraars de schadebetalingen niet meer kunnen bijhouden.

    In al dat maatschappelijke geweld kan D66 geen woorden en daden vinden waarin een bezorgd publiek, dat zich niet kan beroepen op een christelijk sociaal-democratisch wereldbeeld, zich kan vinden. Voor de VVD-achterban geldt waarschijnlijk een andere moraal - de D66-niche was echter hier, en nergens anders. In de annalen van deze partij kan men de metersdikke onderbouwing ervan vinden. Er is niets mee gedaan. Daarom is het zo mis gegaan.

    Wouter van Dieren, directeur IMSA (Instituut voor Milieu- en Systeemanalyse)


    Milieu-onderwerpen
    SDN overzicht rubrieken