M A N I
F E S T
Stop de
uitverkoop van de beschaving
In de
zomer van 1994 schreef Wim Kok in de regeringsverklaring van het eerste
paarse kabinet: ‘De leidende gedachte in dit program is het herijken van
de verhouding tussen gemeenschappelijke regelingen en eigen
verantwoordelijkheid.’ En even verderop: ‘Zo kan een nieuw evenwicht
groeien tussen de behoefte aan bescherming en de noodzaak van dynamiek.’
Een kleine zeven jaar later constateert zijn beoogde opvolger Ad Melkert
op het partijcongres van de PvdA: ‘Sluipend heeft zich in de pijlers van
de samenleving betonrot genesteld.’ Wat Melkert echter nalaat, is een
verband te leggen tussen het door hem geconstateerde verval en het
‘program’ van Paars. Zulke uiteenlopende problemen als het lerarentekort,
de wachtlijsten in de gezondheidszorg, de opeenvolgende crises in de
landbouw en de toename van geweld onder jongeren, om maar eens wat
betonrot te noemen, hebben namelijk één ding gemeenschappelijk: zij worden
zo niet veroorzaakt, dan toch op z’n minst verhevigd door de stortvloed
aan neoliberale maatregelen waaraan de Nederlandse samenleving de
achterliggende jaren is blootgesteld. Langzaam maar onontkoombaar
krijgen we de rekening gepresenteerd voor het verdachtmaken van de
overheid en het ophemelen van de markt als panacee voor alle
maatschappelijke kwalen. De publieke sector is in de uitverkoop gedaan
vanuit de overtuiging dat ‘de onzichtbare hand van de vrije markt’ de
samenleving beter zou kunnen vormgeven dan een democratisch gecontroleerde
overheid. Inmiddels wordt echter steeds duidelijker dat door dat beleid
niet alleen ‘typisch Nederlandse’ verworvenheden als een redelijk eerlijke
inkomensverdeling, het sociale zekerheidsstelsel, en een voor iedereen
toegankelijke gezondheidszorg verloren dreigen te gaan. Het is niet minder
dan de beschaving zelf die samen met de publieke sector in de uitverkoop
wordt gedaan.
Hoewel het begrip beschaving door iedereen anders wordt
gedefinieerd, blijkt er in de praktijk van alledag grote overeenstemming
te bestaan over wat wij beschaafd vinden en wat niet. Dat wij in Nederland
geen kinderarbeid meer kennen, is een kwestie van beschaving. Als wij
beelden zien van een verstandelijk gehandicapte die naakt geketend is,
noemen wij dat ‘barbaars’ en zijn we geschokt dat zoiets in een
‘beschaafd’ land kan voorkomen. Dat het niet beschaafd is om ouderen,
zieken en gehandicapten aan hun lot over te laten, is zo vanzelfsprekend
dat je er niet eens over hoeft na te denken. Of is dat laatste nu juist
het probleem…? Zijn wij in de roes van onze economische voorspoed gestopt
met nadenken over de vraag wat eigenlijk de pijlers zijn waarop onze
beschaving rust? Een paar cijfers die daarop lijken te
duiden:
- Het
aantal miljonairs nam de afgelopen tien jaar toe van 51 duizend in 1991
tot ruim 200 duizend nu. Tegelijkertijd steeg het aantal kinderen dat in
armoede opgroeit met 15 procent tot 350 duizend.
- Het
bruto binnenlands product (BBP) groeide de laatste 25 jaar met 42
procent. Daarentegen daalde het percentage van het BBP dat aan de
gezondheidszorg wordt besteed van 9,4 procent in 1994 tot 8,6 procent
vier jaar later. Tegelijkertijd nam de vraag om zorg echter toe, onder
meer door de vergrijzing en de vooruitgang van de technologische
mogelijkheden. Gevolg: ruim 80 duizend ouderen, 16 duizend lichamelijk
gehandicapten en 24 duizend mensen met geestelijke problemen staan op
dit moment op een wachtlijst voor zorg.
- In
1987 besteedde Nederland nog ongeveer 7 procent van het BBP aan
onderwijs. Dat was 1 procent meer dan het gemiddelde van de OESO-landen.
In 1997 was dat percentage teruggelopen tot 5,1 procent, terwijl het
OESO-gemiddelde juist steeg tot 6,5 procent. Uit recente cijfers blijkt
dat het verschil nog altijd groter wordt. In vergelijking met de markt
zijn de salarissen in het onderwijs sinds 1992 8,2 procent achterop
geraakt. Vorig jaar kwam het basisonderwijs 9.755 leerkrachten tekort.
Voor 2002 wordt het tekort geschat op 11,5 duizend.
- Terwijl de koopkrachtige elite in de centra van de grote steden
bedragen van meer dan een miljoen gulden neerlegt voor een
driekamerwoning, daalde aan de andere kant van de woonmarkt het aantal
goedkope huurwoningen (van minder dan 500 gulden per maand) van ruim 1,6
miljoen in 1992 tot 431 duizend in 2000. Het aantal daklozen wordt op
dit moment geschat op 25 tot 30 duizend. Het aantal jongeren onder hen
steeg van 3 procent in 1994 naar 16 procent vijf jaar later.
- De
televisie, met zijn grote invloed op ons allen en met name de jeugd,
wordt steeds meer gedomineerd door een klein aantal bedrijven dat zich
alleen laat leiden door de belangen van (buitenlandse) aandeelhouders en
zich op geen enkele manier verantwoordelijk voelt voor de beschaving. De
privatisering van de kabelinfrastructuur maakt dat we steeds minder te
vertellen hebben over wat we op de buis te zien krijgen en tegen welke
prijs.
Deze lijst is moeiteloos aan te vullen met
cijfers over de veiligheid, het milieu, ruimtelijke ordening, cultuur,
openbaar vervoer en justitie. En steeds zien we hetzelfde beeld: terwijl
de rijkdom in Nederland toeneemt, dalen de bestedingen voor de
gemeenschappelijke voorzieningen, in ieder geval als percentage van het
BBP. Is dat erg? Ja, dat is erg. Want die gemeenschappelijke
voorzieningen zijn nu juist in het leven geroepen om een einde te maken
aan de mensonterende ongelijkheid uit vroeger tijden. Als gevolg van het
beleid van privatisering, deregulering en commercialisering keert die
ongelijkheid weer terug. In de voetballerij, die lachspiegel van de
samenleving, zijn daar volop voorbeelden van te vinden. Dat Patrick
Kluivert voor het volgend seizoen een jaarsalaris van 13 miljoen gulden
hoopt te bedingen, terwijl de arbeiders in de schoenenfabrieken van Nike
en Adidas genoegen moeten nemen met een inkomen van een rijksdaalder per
dag, is niet alleen bizar maar ook weerzinwekkend. Het wekt weerzin omdat
het indruist tegen ons gevoel van wat beschaafd is en wat niet. Tegen het
gezamenlijke, diffuse, maar desalniettemin onmiskenbaar aanwezige stelsel
van normen en waarden dat wij ‘onze beschaving’ noemen.
Beschaving is als een tapijt, door de eeuwen heen met gezamenlijke
inspanning geweven. Dankzij die inspanningen hebben we in ons land en in
dit deel van de wereld een manier gevonden om op een vreedzame en over het
algemeen fatsoenlijke manier met elkaar samen te leven. Ervaringen uit het
verleden hebben velen het belang doen inzien van solidariteit en respect,
van de gelijkwaardigheid van ieder mens. We zijn gaan beseffen dat
onderwijs de mens in staat stelt om zichzelf te verheffen. Dat
zorgzaamheid en generositeit het leven verrijken en een samenleving
leefbaar maken. We zijn gaan begrijpen dat kunst en cultuur bescherming
verdienen omdat zij de samenleving voorzien van vernieuwende en vitale
impulsen. En dat de natuur er niet alleen maar is om door de mens
geëxploiteerd te worden, dat daarentegen het lot van mens en natuur
onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Omdat al deze zaken uitstijgen
boven het belang van het individu, hebben we ze met brede instemming en
met zichtbaar voordeel voor iedereen tot een gemeenschappelijke
verantwoordelijkheid gemaakt: de publieke zaak. De vraag is nu: zijn
wij beter af als we die publieke zaak overlaten aan de markt, of zijn er
goede redenen waarom we ooit hebben besloten om de overheid daarvoor
verantwoordelijk te maken? De bovenstaande cijfers geven al aan dat een
keuze voor de markt in ieder geval niet zonder gevolgen blijft. De
belangrijkste kracht achter het mechanisme van de markt is immers het
directe eigenbelang van het individu. Wat goed is voor de één, zal
uiteindelijk ook goed zijn voor allen, zo redeneren de neoliberalen.
Vertaald naar de economische verhoudingen van de éénentwintigste eeuw
betekent dit echter dat wij moeten geloven dat wat goed is voor het
bedrijfsleven, ook goed is voor ons allemaal. Of sterker nog: dat wat goed
is voor de aandeelhouders, goed is voor de samenleving als geheel. Dit nu
blijkt in de praktijk te veel gevraagd: het aantal voorbeelden waarin dit
evident niet het geval is, stapelt zich op.
- Voor particuliere zorgverzekeraars zijn jonge gezonde mensen
interessant, en ouderen, zieken of gehandicapten een last. Particuliere
klinieken en andere medische ondernemingen zijn bovendien vooral
geïnteresseerd in mensen met een dikke portemonnee. Geen wonder dat het
solidariteitsbeginsel in de zorg door de toenemende rol voor de vrije
markt onmiddellijk onder grote druk is komen te staan. Dat ieder mens
recht heeft op dezelfde medische zorg is een opvatting die nog wel met
de mond wordt beleden, maar waar in de praktijk steeds minder van
terechtkomt.
- Voor de nu verzelfstandigde en straks geprivatiseerde
Nederlandse Spoorwegen is het aantrekkelijk om zo min mogelijk geld te
investeren in personeel en materieel om op die manier tegen zo laag
mogelijke kosten zo veel mogelijk mensen van A naar B te brengen. Dat
daardoor het aantal technische mankementen en storingen, en dus het
aantal vertragingen, schrikbarend oploopt, is van ondergeschikt belang.
Om nog maar te zwijgen over de toename van het aantal
ongevallen.
- Uit
het oogpunt van de ondernemingen die behoren tot het agro-industriële
complex zijn concentratie en schaalvergroting in de landbouw een goede
zaak. Dat daardoor grote delen van Nederland en de rest van Europa
veranderen in eindeloze vlaktes van monocultures, en dat bovendien
tienduizenden boeren hun bedrijf moeten sluiten, is niet hun probleem.
Zo min als zij zich verantwoordelijk voelen voor de weerzinwekkende
gevolgen van de epidemieën die de laatste jaren de veeteeltsector
teisteren.
- Tussen 1975 en 1997 ontwikkelde de farmaceutische industrie 1200
nieuwe geneesmiddelen. Een indrukwekkende prestatie. Maar van al die
nieuwe middelen waren er slechts 12 bedoeld voor de bestrijding van
tropische ziektes, terwijl die verreweg de meeste slachtoffers maken. De
reden: de Derde Wereld is geen interessante markt, omdat de mensen er
simpelweg het geld niet hebben om dure westerse geneesmiddelen te kopen.
Een ‘gezonde’ bedrijfsvoering van de farmaceuten leidt dus tot een
ongezonde wereld.
Ook
hier geldt dat de lijst van voorbeelden en cijfers moeiteloos valt uit te
breiden. Zowel in het groot als in het klein blijkt het adagium ‘hoe
vrijer de markt, hoe beter voor ons allen’ niet te kloppen. Wie dacht dat
bureaucratie en klantonvriendelijkheid het exclusieve domein waren van
overheidsdiensten en -bedrijven weet sinds UPC dat dit een vergissing was.
Het overheidsbedrijf PTT kon garanderen dat brieven die voor zes uur ’s
avonds werden gepost, de volgende dag ter bestemming waren. Voor de
private onderneming TNT blijkt dat een stuk moeilijker. En wie durft er
sinds de energiecrisis in het geheel geliberaliseerde Californië nog te
beweren dat een vrije stroommarkt een zegen voor de mensheid zal blijken
te zijn? Toen de Tweede Kamer, mede vanwege de Californische
energiecrisis, besloot om het privatiseringsproces in de energiesector een
heel klein beetje af te remmen, waarschuwde Nuon-topman Swelheim
onmiddellijk voor de waardevermindering van zijn bedrijf. Nuon zou nu wel
eens kunnen worden overgenomen door een buitenlands bedrijf, alus Swelheim
(die overigens net zelf met trots de overname door Nuon van een Amerikaans
waterbedrijf had aangekondigd!). Daarmee raken we aan nóg een kwalijk
aspect van het neoliberale marktgeloof. Op het mondiale economische
slagveld dat door de terugtredende overheden wordt gecreëerd, kunnen
alleen de sterksten overleven: en dus vindt in het internationale
bedrijfsleven op dit moment een steeds heviger wordende concurrentie
plaats met permanente schaalvergroting als gevolg. Nog maar nauwelijks
heeft het ene bedrijf het andere overgenomen, of het nieuw ontstane
megabedrijf wordt alweer ingelijfd in een nog groter verband. De bedragen
die gemoeid zijn met overnames en fusies zijn elk jaar duizelingwekkender.
Uit cijfers van onder meer de Nederlandse onderzoeker prof. Hans
Schenk blijkt dat slechts een kleine minderheid van alle overnames en
fusies leidt tot economische meerwaarde. De meeste fusies zijn volgens
Schenk in economische zin onzalige beslissingen. Maar minstens zo
zorgwekkend als de economische kosten van al het overnamegeweld, zijn de
gevolgen voor het democratisch gehalte van de samenleving. De handel en
wandel van multinationale ondernemingen, die met begrotingen werken
waarbij die van menig geciviliseerd land volstrekt in het niet vallen,
onttrekt zich meer en meer aan de democratische controle van nationale
parlementen. Supranationale parlementen blijken niet in staat dat
democratisch gat te dichten. Het is geen toeval dat het proces van
Europese eenwording, dat vooral wordt gestuurd door multinationale
ondernemingen, gepaard gaat met een schrikbarende uitholling van de
democratie. Wie de behartiging van het algemeen belang uitbesteedt aan de
markt, schaft in feite de democratie af. Dat de ‘keuzevrijheid’ van de
‘mondige’ consument daarvoor een waardig en wenselijk alternatief zou
zijn, is in het licht van bovengenoemde schaalvergroting, waarbij
uiteindelijk op elke markt slechts enkele megaconcerns overblijven, een
veel te optimistische veronderstelling. Welke voetbalschoenen moet een
‘bewust consumerende’ ouder voor zijn kind kopen om een einde te maken aan
het mensonterende verschil in beloning tussen Kluivert en de Aziatische
schoenmakers?
Zoals gezegd: bovenstaande voorbeelden zijn slechts
een kleine greep uit een schier eindeloze stroom van verontrustende
berichten over de slijtage waaraan onze beschaving onderhevig
is.
- Welke oplossing heeft ‘de markt’ te bieden voor de
voortschrijdende segregatie in het onderwijs? Uit onderzoek blijkt dat
allochtone kinderen die aan het basisonderwijs beginnen met een
taalachterstand van 2000 woorden, er afkomen met achterstand die is
opgelopen tot 8000 woorden. Zou het verder verhogen van de
ouderbijdragen of het in het leven roepen van meer peperdure
particuliere scholen daar iets aan veranderen?
- Wat
kan ‘de markt’ doen om het steeds nijpender tekort bij de politie op te
vangen? In een intern rapport stelde de Rotterdamse politie al in 1995
vast dat er een directe relatie bestaat ‘tussen de cumulatie van
problemen in wijken en buurten en de veiligheid. Door de opeenstapeling
van problemen als hoge werkloosheid, armoede, verpaupering en handel in
drugs, is er een hoge mobiliteit en dus een geringe cohesie.’ Gevolg:
grote onveiligheid. Als de bewoners van dit soort wijken niet meer kan
rekenen op een overheid die de middelen, de mankracht én de ambitie
heeft om deze problemen te helpen oplossen, tot wie moeten zij zich dan
nog richten?
- Welke ‘maatregelen’ mogen wij van ‘de markt’ verwachten om iets
te doen aan de nijpende positie van de 499 inheemse plant- en
diersoorten die op dit moment op de rode lijst staan?
- Is
sponsoring van politieke partijen, zoals voorgestaan door de VVD,
inderdaad de oplossing voor de crisis waarin zo veel partijen als gevolg
van ledenverlies verkeren? Of moeten wij vrezen dat het bedrijfsleven
zich daarmee, net als in de Verenigde Staten, nog meer invloed zal
verschaffen op de politieke besluitvorming?
De
vraag die hier onmiddellijk op volgt, luidt natuurlijk: als ‘meer markt’
niet de oplossing is, moeten wij dan terug naar ‘meer overheid’? Bewijst
de overheid niet dag in dag uit evenmin in staat te zijn om onze problemen
op te lossen? Daarmee keren we terug tot de kern van dit betoog: het
verband tussen de veronachtzaming van de publieke sector en het verval van
de beschaving. Aan het falen van de overheid ligt namelijk een dieper
probleem ten grondslag. De technocratische wijze waarop achtereenvolgende
kabinetten ons land de afgelopen twee decennia hebben bestuurd, als ware
Nederland geen land maar een BV, is niet zonder gevolgen gebleven voor hoe
mensen naar zichzelf, de samenleving en de overheid kijken. De politiek
van decentralisatie, budgettering, verzelfstandiging, privatisering en
marktwerking heeft gemaakt dat alles in getallen uitgedrukt moest gaan
worden. Wat niet meetbaar is, zo luidt het nieuwe adagium, bestaat niet.
Zo kon minister Hermans van Onderwijs op het idee komen om al bij kinderen
van vier jaar een test af te nemen, terwijl zijn collega van
Volksgezondheid ervoor heeft gezorgd dat thuiszorg tegenwoordig wordt
verricht met een stopwatch in de hand: 1 minuut voor het aantrekken van
steunkousen, 2 minuten voor het aanleggen van een verband. Alles moet
gemeten, ook dat wat niet te meten valt. Daarmee is er in de publieke
sector, die vanouds gebaseerd is op vertrouwen, een georganiseerd
wantrouwen geslopen. De calculerende overheid heeft besturen en werknemers
in de publieke sector voortgebracht die nu ook van het calculeren een
dagelijkse activiteit hebben gemaakt. En de burger neemt, op zijn beurt,
het calculeren weer over van de overheidsdiensten. Politici die zich
beklagen over de juridisering van de samenleving en over burgers die voor
het minste of geringste ongenoegen een schadeclaim indienen, zullen dus de
hand in eigen boezem moeten steken. Een overheid die zelf het publieke
belang niet als primair uitgangspunt neemt, kan zich niet beklagen over
burgers die dat dan ook niet meer doen. De combinatie van een
technocratische overheid, de oprukkende individualisering en de
ontmanteling van maatschappelijke verbanden heeft ertoe geleid dat de
publieke zaak is verweesd. En dat heeft weer geleid tot een welhaast
epidemische nonchalance ten aanzien van dat wat van ons allemaal is: de
beschaving.
Als de
beschaving een kleed is dat mensen door de eeuwen heen samen hebben
geweven, dan zien we nu de ontrafeling van dat kleed. Wanneer we als
samenleving niet de moed hebben om dat proces een halt toe te
roepen, zullen de
gevolgen op termijn zeer ernstig zijn. Het wordt tijd om de mooie verhalen
over de zegenrijke werking van de ongereguleerde markt te verwijzen naar
de plaats waar ze thuishoren: het rijk der fabelen. Niet alleen op
politici, maar op álle burgers rust de verantwoordelijkheid om de
uitverkoop van onze beschaving te stoppen en een verdere afbraak van de
publieke zaak te voorkomen.
Mies Bouhuys Wouter van
Dieren Bob Fosko Karel Glastra van Loon Freek de Jonge Arjo
Klamer Jan Marijnissen Huub Oosterhuis Dorien Pessers Harry de
Winter Nilgün Yerli
(Allen zijn lid van het
bestuur van de stichting ‘Stop de uitverkoop van de
beschaving’)
|