Aantekenen Afdeling bestuursrechtspraak van deRaad van State postbus 20019 2500 EA 's-Gravenhage
J. Laarakkers B.V. te Sambeek Nijmegen, 15- 09 - 1999 Geacht College, Namens mijn cliënt, Ing. A.M.L. van Rooij te St.-Oedenrode (voor machtiging zie bijlage 1) dien ik hierbij een beroepschrift in tegen do vergunning die door het College van Gedeputeerde 5~ van de provincie Noord-Brabant verleend is aan J.H. Laarakkers te Sambeek voor het oprichten en in werking hebben van een inrichting voor onder andere het shredderen van bouw-, sloop- en houtafval alsmede groenhout (5000 ton per jaar). Blijkens een advertentie in dagblad "de Gelderlander" van 6 augustus 1999 (bijlage 2) kon hiertegen tot en met 20 september 1999 beroep worden ingesteld door belanghebbenden die redelijkerwijs niet kunnen worden verweten geen bedenkingen te hebben ingebracht tegen het ontwerpbesluit. Op 19 augustus 1999 heeft de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in een geding tussen mijn cliënt en uw College uitgesproken dat de door een zevental bedrijven (waaronder J.H. Laarakkers BV) aangevraagde vergunningen voor het gebruik van een mobiele installatie voor het shredderen van hout worden geschorst. (bijlage 3). De Voorzitter van de afdaling bestuursrechtspraak stelt in zijn uitspraak onder andere dat niet voorkomen kan worden dat geïmpregneerd (gewolmaniseerd) hout wordt geshredderd. Op grond van genoemde uitspraak [open er Inmiddels procedures tegen alle provincies in Nederland waarin mijn cliënt in zijn hoedanigheid als directeur van het Ecologisch Kennis Centrum te St.-Oedenrode, namens R.H. Brockhus te Huizen vraagt om alle bedrijven die afvalhout shredderen daarmee te laten stoppen. Het verzoek aan de provincie Noord-Brabant dateert van 29 augustus 1998 (bijlage 4). Op 21 juli 1999 hebben OS van Noord-Brabant een besluit genomen OP, zoals het genoemd werd, het verzoek van R.M. Brockhus namens Ing. A. van Kooij om over te gaan tot het intrekken van de vergunningen voor het shredderen van afvalhout. Indiener en gemachtigde zijn verwisseld. Desondanks heeft de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bij uitspraak van 19 augustus 1999 (bijlage 5) uitgesproken dat de naamsverwisseling gezien moet worden als een "kennelijke verschrijving ", en dat dus wet degelijk een besluit is genomen op het verzoek van 29 augustus 1999. Het was voor mijn cliënt niet opportuun om in de periode van 10 mei tot 6 juni 1999 bedenkingen in te dienen tegen de ontwerpbeschikking van J.H. Laarakkers BV, omdat toen de aanvraagprocedure met betrekking tot het stilzetten van shredderen van afvalhout nog volop liep. Nu er kennelijk uitspraak is gedaan in deze zaak, en afwijzend is besloten (bijlage 6) ligt dat nu anders. Aangezien mijn cliënt in bovengenoemde gevallen altijd door uw College is erkend als belanghebbende, moge het duidelijk zijn dat dat ook in dit geval zo is. De bezwaren van mijn cliënt kunnen als volgt samengevat worden:
Op grond van bovengenoemde bezwaren verzoek ik u
|
Stichting Sociale Databank Nederland
E-mailadres: sdn@planet.nl
Site adres:
http://www.sdnl.nl/toine-1.htm