RECHT IN DE OGEN GEKEKEN
In reactie op de nu dag in dag uit in de media verschijnende berichten over de Margarita-zaak voel ik mij verplicht tot de navolgende reactie Wie kennis neemt van het boek "Leugens om bestwil" van mr. G. Spong leest op pag. 69 dat "het bewijs voor de strafbare feiten (m.n. valsheid in geschrifte), waaraan een tiental Nederlandse Europarlementariërs zich ten overstaan van TV-kijkend Nederland te buiten gingen via de video-tape van de uitzending in een oogwenk aan een Nederlandse officier geleverd kon worden" Ons beroep op de landelijke bekendheid genietende strafrechtspecialist om de daad bij de woorden uit zijn boek te voegen werd echter niet gehonoreerd. Mr. Spong maakte er zich met een meesterlijk Jantje van Leiden of beter Den Haag van af. Daarom deden we zelf aangifte. De aangifte werd om onaanvaardbare redenen geseponeerd. De officier baseerde zijn sepot op artikel 12 van het eeuwenoude Wetboek van Strafvordering dat een aantal dermate onduidelijke teksten over het Algemeen Belang, etc, bevat, dat iedere aangifte zelfs van strafbare feiten, waarvoor het bewijs onweersproken vast staat niet tot strafrechtelijke vervolging, laat staan tot een oordeel van de onafhankelijke rechter leidt. De wet blijkt - hoe de hoeders ervan het ook keren of wenden - garant te staan voor willekeur en klassenjustitie en iedere democratische controle uit te sluiten. Met deze verontrustende lekenconclusie wendden wij ons wederom tot mr. G. Spong, die immers 5 maal op rij tot de beste strafrechtadvocaat van Nederland werd uitgeroepen. Mr. Spong bevestigde onze conclusie, maar maakte er zich weer met een meesterlijk Jantje van Leiden van af. Vervolgens zochten we onze toevlucht tot een aanzienlijk aantal rechtswetenschappers van de Faculteiten der Rechtsgeleerdheid. Aan hen stelden we de vraag om met het oog op het beklag dat wij in wilden stellen tegen het sepot, een strafrechtelijk standpunt in te nemen over de strafrechtelijke aspecten in de zogenoemde Eurofraude. Er kwam één antwoord van een hoogleraar die meldde dat hij geen tijd had. Ook wendden wij ons kamerbreed tot onze volksvertegenwoordigers. De S.P. verzochten wij om s.v.p. óók vragen te stellen over de behandeling van onze aangifte en tevens om onze positie bij het beklag te versterken. Wij vonden nergens gehoor. Op grond daarvan brachten we de onverkwikkelijke juridische gang van zaken onder de aandacht van de media. Tevergeefs! Ons beklag tegen het sepot bij het gerechthof te Den Haag werd eveneens óók met een beroep op voornoemd art. 12 en dus weer op onaanvaardbare gronden afgewezen. Weer wenden we ons tot het strafrecht, de politiek en de media. Weer kwam er geen reactie. Ook wendden wij ons wederom tot Mr. Spong, ditmaal met de grootste klem en hardnekkiger. Nu de race om recht gelopen was, wilde de grote meester ons wel helpen en wel door bij de Hoge Raad der Nederlanden op 23 augustus 1999 cassatie in het belang der wet in te stellen, wat wil zeggen dat een uitspraak zo tegen vitale rechtsregels ingaat dat deze teniet moet worden gedaan. Het feit dat Mr. Spong ten langen leste wel voor ons wilde optreden leidde tot de enige publiciteit en wel van het TV-programma NOVA, waarop wij een grote hoeveelheid verontrustende reacties krijgen, waar verder niets mee gedaan wordt. Na bijna drie jaar wijst de P.G van de Hoge Raad het cassatieverzoek om onbegrijpelijke redenen af . De media, de rechtenschap en de politiek zijn nog steeds niet geïnteresseerd. Prinses Margarita en haar echtgenoot vinden op weg naar hun Recht wél gehoor bij advocaten en rechtswetenschappers. De media buitelen over elkaar heen. De onderzoeksjournalistiek draait op volle toeren. De S.P. stelt nu wél vragen net zoals zij dat óók deed in de bouwfraude, waarbij geen collega/politici betrokken waren, een fraude die bovendien in de aanloop naar de kamerverkiezingen plaatsvond. Het is niet aan mij om in de Margarita-zaak te oordelen over strafbare feiten. Dat is aan de rechter,als die er al aan te pas komt. Ik kan Margarita en haar echtgenoot, uitgaande van de bestaande jurisprudentie, slechts alle sterkte toewensen. Het is wel aan mij om na jaren van onderzoek en na de ervaringen, opgedaan bij de behandeling van de aangifte tegen de europarlementariërs, tegen ex-minister Peper, tegen de Nederlandse Orde van Advocaten en van vele andere aangiftes tegen m.n. bekende en gezaghebbende personen het navolgende openbaar te maken: Ons strafrecht gaat gebukt onder een ernstig verouderde wetgeving en een kwalijk democratisch tekort. Dat heeft gevaarlijke consequenties die mr.G.Spong op pagina 64 van zijn eerder genoemd boek naar aanleiding van de Eurofraude aangeeft: "Zolang het Nederlandse Openbaar Ministerie opsporing en vervolging achterwege laat, kan met recht gezegd worden dat er sprake is van Klassenjustitie. Over Justitie gesproken: Roy en Margarita zouden eens moeten weten wat er allemaal in naam van hun tante gebeurt ! In een rechtstaat dient het straf- en het civiele recht, kortom heel ons Recht zonder onderscheid voor iedere, al dan belangrijke,machtige of koninklijke, burger te gelden. Daarbij gelden slechts de feiten en de waarheidsvinding. De media kunnen daarbij een belangrijke rol spelen. Het een en het ander kan in deze tijden niet vaak genoeg gezegd worden. Drs. H.H. Teernstra (Freelance journalist met een speciale belangstelling voor het Rechtsbedrijf en de verslaggeving daarover, lid van Advocadur, een landelijke, ideële stichting die de rechtspositie van slachtoffers van juridisch letsel probeert te verbeteren en van Jurilet, een uitgeverij, die verhalen over juridisch letsel uitbrengt) (Advocadur : Journalistiek 11) |