IRENE VAN STAVEREN promoveert op de zachte waarden in de economie - iets wat collega's nogal eens over het hoofd zien. 'Ik ben gefrustreerd geraakt door dat standaard-economisch denken.' De meeste vakgenoten beschouwen haar als een lid van 'het clubje rare economen', constateert Irene van Staveren, econome aan de Erasmus Universiteit. Morgen hoopt ze daar te promoveren op het proefschrift Caring for economics (Geven om economie). Daarin pleit ze ervoor 'zachte waarden' als zorg, vertrouwen en verantwoordelijkheid te erkennen als economische factoren die onmisbaar zijn voor het functioneren van de markt. Als 'rare econoom' promoveert ze echter niet aan de economische faculteit, maar aan de faculteit der historische en kunstwetenschappen, bij de enige hoogleraar in de culturele economie ter wereld: A. Klamer. 'Tijdens je studie wordt aangeleerd uit te gaan van rationele personen die altijd kosten en baten tegen elkaar afwegen. Ik ben gefrustreerd geraakt door dat standaard-economisch denken, omdat het de werkelijkheid geen recht doet.' De rational economic man, die in haar dissertatie het symbool is van dat standaard-denken, heeft een te beperkt maatschappijbeeld, meent Van Staveren. 'Dáár' - ze wijst vanuit haar werkkamer naar de kolos met zeventien verdiepingen van de economische faculteit -'snappen ze niet wat wij hier doen. Ze beschouwen het als sociologie of antropologie. Maar ik heb wel degelijk een economisch proefschrift geschreven. Zorg en onbetaalde arbeid horen ook tot de economie. We besteden met zijn allen anderhalf keer zoveel tijd aan onbetaalde arbeid als aan betaald werk. Stel dat we voor dat onbetaalde werk salaris willen hebben, de vrijwilliger die zaterdagmiddag scheidsrechtert bij de juniorenelftallen van de plaatselijke voetbalclub, de mantelzorger die een zieke buurvrouw helpt. 'Voor dat soort werk is geen koopkrachtige vraag. Het aanbod van dat type arbeid zou dus dalen. je kunt vrijwilligerswerk en andere onbetaalde arbeid niet tegen kostprijs gaan uitvoeren. Toch moet je het als een economische categorie zien. je kunt toch ook broodjes gaan verkopen in plaats van te fluiten voor dat juniorenelftal? je kunt de zachte waarden niet wegdefiniëren. De rationele economie en de zorg die gratis wordt gegeven, vullen elkaar aan. Want zonder die sociale factor kan de economie niet functioneren. Ik wil in ons eigen economisch jargon tegen de al te rationele collega's kunnen zeggen: jouw mensbeeld klopt niet.' In haar proefschrift ziet Van Staveren de beperking van een te smal economisch wereldbeeld bijna beklemmend verbeeld in de historische figuur van de Amerikaanse spoorwegarbeider die een ijzeren staaf in zijn hoofd kreeg. Hij genas ogenschijnlijk. Zijn verstandelijke vermogens waren niet aangetast, maar zijn sociale en emotionele capaciteiten bleken vernietigd. Daardoor was hij niet meer in staat zijn werk te doen; er viel letterlijk niet meer met hem te werken. Hij verloor zijn baan en stierf in de goot. De crisis in de thuiszorg, waar lange wachtlijsten bestaan en de hulpverleners, voor zover ze niet in de Ziektewet zitten, met de stopwatch in de hand 'productie moeten maken', is veroorzaakt door de al te rigide en te beperkte economische denktrant van de economen, meent Van Staveren. 'Maar de schaarste aan hulpverleensters hef je niet op de klassieke economenmanier op door de lonen te verhogen. Natuurlijk, dat moet óók gebeuren. Maar denk je dat de meisjes die nu bij Schoevers zitten, zich zullen melden voor de thuiszorg als ze daar meer kunnen verdienen? Thuiszorg is niet alleen aantrekkelijk door de beloning, maar vooral door de aard van het werk zelf. je moet het ook graag willen doen.' Zorg is een atypisch economisch product, meent de Rotterdamse promovenda. Want zorg kost tijd. Aan de andere kant: tijd is een schaars goed, zeker nu steeds meer vrouwen een betaalde baan hebben en daardoor minder tijd hebben voor de traditionele onbetaalde zorgtaken. 'Toch moet er voldoende van die schaarse tijd beschikbaar zijn, want zonder zorg kan de economie niet draaien.' Daarom pleit Van Staveren voor een herverdeling van het schaarse goed tijd tussen mannen en vrouwen. 'De werkverdeling is nu scheef. Als de volle werkweek van mannen korter wordt, hebben ze meer tijd voor zorgtaken. De laatste uren van de werkweek zijn de minst productieve. Het nut ervan is marginaal, zeggen wij economen,' Een te ver doorgevoerde marktwerking, zie de thuiszorg, is niet alleen schadelijk, maar ook inefficiënt, vindt Van Staveren. In haar proefschrift geeft ze het voorbeeld van de commerciële bloeddonatie in de Verenigde Staten. De organisatie vergt veel gelden tijdverslindende bureaucratie. De toevoer is, anders dan in de Europese landen waar bloed een gift is, niet constant. En de kwaliteit van gekocht bloed is vaak slechter. 'Een te ver doorgevoerde marktwerking is schadelijk voor de kwaliteit.' Jet Bruinsma Van harte gefeliciteerd. Uw artikel uit de Volkskrant hebben we bij de Sociale Databank Nederland op het Internet gezet. U kunt er voor niet-Volkskrantlezers naar verwijzen, danwel kennissen ergens op de planeet Aarde de URL geven. Rob Brockhus (webmaster SDN) |
Stichting Sociale Databank Nederland
E-mail adres: sdn@planet.nl
Internetsite:
http://www.sdnl.nl/staveren.htm