Nederlandse huishoudens bezitten 800 miljard gulden
EuroStaete . . Kamerzetel 151 . . Klokkenluiders <==> SDN . . Euroramp . . Discussie . . Geld

Bijna een kwart van het totale vermogen is in handen van 1% van de huishoudens


van 9 augustus 1996, pagina 25



Voorburg, vrijdag

De Nederlandse huishoudens bezitten samen een bedrag van fl. 800 miljard. Tegenover bezittingen van fl. 1100 miljard staan schulden van fl. 300 miljard, aldus het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Een gemiddeld huishouden is daarmee goed voor fl. 125.000. De bezittingen zijn echter ongelijk verdeeld. Bijna een kwart van het totale vermogen is in handen van 1% van de huishoudens, die daarmee gemiddeld fl. 3.000.000 bezitten. De armste helft van de huishoudens bezit gemiddeld fl. 29.000, terwijl een op de zeven huishoudens in het rood staat.

Meer dan de helft van de bezittingen bestaat uit de eigen woning. Van alle huishoudens is 43% eigenaar van het huis dat men zelf bewoont. Verder zijn er nog bank- en spaarrekeningen van fl. 30.000 per huishouden, en bezit een op de tien huishoudens aandelen ter waarde van gemiddeld fl. 250.000. Bij het grootste deel van de schulden gaat het om hypotheken, een op de drie huishoudens heeft er een, ter waarde van van gemiddeld fl. 109.000. Andere schulden komen eveneens bij een op de drie huishoudens voor, en wel voor een bedrag van gemiddeld fl. 33.000.

Het CBS heeft bij deze cijfers, die dateren uit 1993, geen rekening gehouden met pensioenaanspraken, levensverzekeringen, contant geld, juwelen en andere kostbare goederen. Niet alleen bij de bezittingen, ook bij de inkomens constateert het CBS grote verschillen. In 1994 nam bij een kwart van de bevolking de koopkracht met meer dan 5% toe, terwijl eveneens bij een kwart van de bevolking de koopkracht met ruim 5% daalde. Mensen met een uitkering gingen er 2% in koopkracht op achteruit en gepensioneerden 1,4%. Daarentegen gingen mensen met een baan er 1,4% in koopkracht op vooruit.

De dalende koopkracht aan de onderkant werd vooral veroorzaakt door de bevriezing van het minimumloon en de uitkeringen. Volgens het CBS stijgen de inkomensverschillen al sinds 1983 en komt dat mede doordat steeds meer mensen alleen gaan wonen. Alleenstaanden verdienen gemiddeld minder dan mensen in een meerpersoonshuishouden. Grote inkomenverschillen zijn er ook tussen de verschillende provincies. Groningen is de armste provincie van Nederland met een inkomen dat zo'n 11% onder het landelijke gemiddelde ligt. Ook Friesland (-8%) en Overijssel (-5%) houdt de welvaart niet over. Grote uitschieter naar boven is Utrecht. (+9%), terwijl ook in Noord- en Zuid-Holland bovengemiddeld wordt verdiend.

De vergelijking wordt enigszins vertekend omdat de huishoudens gemiddeld in grootte verschillen. In Noord-Holland moeten bijvoorbeeld 2,2 mensen van een inkomen rond komen, tegen 2,7 in Flevoland. Als gekeken wordt naar het gemiddelde inkomen van eenpersoonshuishoudens, valt op dat behalve Utrecht, Noord- en Zuid-Holland ook Zeeland boven het gemiddelde zit.



Commentaar:

Er is een groot verschil in de vaststelling van de werkelijke rijkdom in Nederland in dit artikel en die door de SDN. Alle kapitaalbezittingen in financiƫle instellingen enz. zijn hier buiten beschouwing gelaten, zoals vermeld, maar deze zijn in de analyse van de SDN wel meegenomen. Het verschil is enorm. De totale waarde, die eveneens berust op statistisch bronmateriaal van het CBS en van de Verzekeringskamer, bedraagt per ultimo 1995 exclusief buitenlandse bezittingen circa 5088 miljard gulden. Bij 6.400.000 huishoudens van gemiddeld 2,5 personen, komt dat uit op een meer de werkelijkheid benaderende vaststelling van: 5088.000.000.000 gedeeld door 6.400.000, is 795.000 gulden per gezin. Zie de SDN-tabel . Per hoofd van de bevolking is dat dan fl. 318.000. Nederland is schat, schat, en schatrijk ...!! Gemiddeld ...!!

Veel belangrijker is echter de inkomensverdeling. Deze komt ook in de statistieken van het CBS niet goed uit de verf; althans wat betreft de feitelijke koopkrachtcomponent van de minima. De ontwikkeling van de effectieve koopkracht - om boodschappen mee te doen - wordt door privatiseringen en eigen bijdragen zodanig versluierd dat de statistieken van het CBS, maar ook die van het CPB volstrekt waardeloos zijn. Mensen gaan er letterlijk massaal aan dood, maar wie schenkt daar aandacht aan? De politiek..., de media....? Wij in elk geval wel.